Wegvoertuigenpark; brom-, snor- en motorfietsen
Aantal snorfietsen in tien jaar met 76 procent gestegen
Begin 2020 telde Nederland ruim 1,2 miljoen brom- en snorfietsen. Dit is 1,6 procent meer dan in 2019. Er zijn 765 duizend snorfietsen en 461 duizend bromfietsen geregistreerd. Het aantal snorfietsen was in januari 2020 2,1 procent hoger dan een jaar eerder. Dit was de kleinste stijging van de afgelopen tien jaar. Het aantal bromfietsen nam met 0,7 procent toe, de eerste stijging sinds 2012.
Vergeleken met 2010 is het aantal snorfietsen begin 2020 met 75 procent toegenomen, het aantal bromfietsen is 7 procent lager.
Snorfiets (x 1 000) | Bromfiets (x 1 000) | |
---|---|---|
2010 | 435 | 496 |
2011 | 487 | 516 |
2012 | 527 | 509 |
2013 | 560 | 499 |
2014 | 589 | 488 |
2015 | 618 | 482 |
2016 | 648 | 478 |
2017 | 681 | 473 |
2018 | 720 | 467 |
2019 | 749 | 457 |
2020 | 765 | 461 |
Bron: CBS, RDW |
Bromfietsbezit jongeren in tien jaar meer dan gehalveerd
Slechts 2,5 procent van alle brom- en snorfietsen in Nederland stond in januari 2020 op naam van een bedrijf, de rest is eigendom van particulieren. 50- tot 60-jarigen bezitten de meeste brom- en snorfietsen: 115 per duizend inwoners in deze leeftijdscategorie. Het brom- en snorfietsbezit is het laagst onder jongeren van 16 tot 20 jaar. In deze leeftijdsgroep zijn er 56 per duizend inwoners. Tien jaar geleden was deze leeftijdscategorie juist de groep met het hoogste brom- en snorfietsbezit, namelijk 129 per duizend inwoners.
16 tot 20 jaar (per 1 000 inwoners) | 20 tot 30 jaar (per 1 000 inwoners) | 30 tot 40 jaar (per 1 000 inwoners) | 40 tot 50 jaar (per 1 000 inwoners) | 50 tot 60 jaar (per 1 000 inwoners) | 60 jaar en ouder (per 1 000 inwoners) | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Snorfiets | 2010 | 30 | 24 | 24 | 36 | 42 | 31 |
Snorfiets | 2020 | 30 | 58 | 51 | 63 | 71 | 37 |
Bromfiets | 2010 | 99 | 38 | 31 | 47 | 41 | 14 |
Bromfiets | 2020 | 27 | 32 | 30 | 38 | 44 | 21 |
Bron: CBS, RDW |
Ruim de helft van de motorbezitters is 50-plusser
Begin 2020 zijn er bijna 680 duizend motorfietsen in Nederland, bijna 14 duizend meer (2,1 procent) dan in januari 2019. Begin 2010 stond 36 procent van de motoren op naam van een 50-plusser, begin 2020 is dat 55 procent. Het aandeel 30- tot 50-jarigen met een motorfiets nam in deze periode af van 54 procent naar 35 procent. Op 1 januari 2020 is 1 op de 10 motoreigenaren jonger dan 30 jaar.
In 2019 zijn ruim 14 duizend nieuwe motorfietsen verkocht. Dit is ruim 6 procent meer dan in 2018. In de jaren 2010–2013 nam het aantal verkochte nieuwe motorfietsen elk jaar af, van ruim 12 duizend (2010) tot iets meer dan 9 duizend (2013). Vanaf 2014 is de nieuwverkoop van motorfietsen jaarlijks gestegen.
Tot 30 jaar (x 1 000) | 30 tot 50 jaar (x 1 000) | 50 jaar of ouder (x 1 000) | |
---|---|---|---|
2010 | 61 | 334 | 218 |
2011 | 62 | 325 | 238 |
2012 | 64 | 314 | 258 |
2013 | 67 | 299 | 276 |
2014 | 68 | 284 | 291 |
2015 | 67 | 269 | 304 |
2016 | 67 | 257 | 316 |
2017 | 67 | 248 | 328 |
2018 | 66 | 242 | 340 |
2019 | 66 | 237 | 347 |
2020 | 68 | 232 | 363 |
Bron: CBS, RDW |