1. Omvang en kenmerken goederenstromen
In 2019 kwam er 629 miljard kilogram aan goederen Nederland binnen. Daarmee steeg het aangevoerde goederengewicht met ruim een procent ten opzichte van 2018. Tegelijkertijd verliet 558 miljard kilogram aan goederen het land, ongeveer evenveel als in 2018.
Dit hoofdstuk beschrijft diverse kenmerken van de goederenstromen: het aandeel door- en wederuitvoer, de vervoerwijzen, containervervoer en de landen van herkomst en bestemming.
1.1 Doorvoer en wederuitvoer
Van de in 2019 binnengebrachte goederen werd 40 procent van het brutogewicht doorgevoerd en 16 procent wederuitgevoerd. Van de totale waarde van de aangevoerde goederen was 41 procent doorvoer en 24 procent wederuitvoer. Door- en wederuitvoer hadden samen dus een aandeel van 56 procent in het brutogewicht en een aandeel van 65 procent in de waarde van het totale inkomende goederentransport. Van het uitgaande goederentransport was bijna twee derde van het brutogewicht en de waarde door- of wederuitvoer.
De som van invoer voor binnenlands gebruik, wederuitvoer en doorvoer verschilt enigszins van het inkomend transport. Dit komt door het effect van tijdelijke opslag in Nederland. De opslag is ook de belangrijkste verklaring voor het verschil tussen de inkomende en uitgaande doorvoer.
1.2 Vervoerwijzen
Van de 629 miljard kilogram aan goederenaanvoer in 2019, kwam 65 procent van het gewicht over zee, 15 procent over de weg, 11 procent per binnenvaartschip en 8 procent via de pijpleiding. Ook van de goederenafvoer ging het meeste over zee: ruim een derde van het gewicht. Bijna een kwart verliet het land per binnenvaartschip, een vijfde over de weg en een zesde per pijpleiding.
Van de doorvoer kwam relatief veel gewicht over zee het land binnen: 83 procent. Na overlading verlieten de doorvoergoederen het land voor het grootste deel over zee, per binnenvaartschip of door de pijpleiding en in relatief gezien kleinere hoeveelheden ook over de weg en via het spoor.
Van de invoer voor wederuitvoer en de invoer voor binnenlands gebruik bereikte ruim de helft van het gewicht Nederland over zee. Ongeveer een zesde deel kwam via de binnenvaart en een iets groter aandeel per wegvervoer. Ongeveer tien procent van het goederengewicht stroomde via de pijpleiding het land in.
De wederuitvoer verliet Nederland voor ruim een kwart van het goederengewicht over zee en ook ruim een kwart over de weg. Een kwart ging het land uit per binnenvaartschip en bijna een vijfde deel per pijpleiding. Producten van Nederlandse makelij gingen voor 42 procent over zee het land uit, voor 28 over weg, 18 via de binnenvaart en 10 procent via pijpleidingen.
De luchtvaart heeft een klein aandeel in het brutogewicht van de inkomende en uitgaande stromen: ongeveer 0,15 procent van het goederengewicht ging in 2019 door de lucht de grens over. Per vliegtuig wordt vooral relatief waardevol stukgoed vervoerd. Het aandeel van de luchtvaart in de waarde van de goederen is dan ook veel groter: 4 procent van de aanvoer en 8 procent van de afvoer ging per vliegtuig.
Ook over de weg werden gemiddeld gezien relatief waardevolle goederen vervoerd. Het aandeel van het wegvervoer in de waarde van de aangevoerde goederen was 36 procent tegenover een bijdrage van 15 procent aan het gewicht. Van de afvoer ging zelfs meer dan de helft van de goederenwaarde over de weg.
1.3 Goederengroepen
Van de goederen die in 2019 het land in of uit werden gebracht was ruim een kwart van de waarde machines en elektronica en ruim 10 procent transportmiddelen. Voedings- en genotmiddelen droegen 12 procent bij aan de waarde en basismetalen en metaalproducten 7 procent.
Qua gewicht bestond de aanvoer van goederen in 2019 voor 17 procent uit ruwe aardolie, voor 14 procent uit aardolieproducten, voor 9 procent uit voedings- en genotmiddelen en ook voor 9 procent uit chemische basisproducten en kunstmeststoffen. In de afvoer was het grootste aandeel in het gewicht met meer dan een vijfde voor de aardolieproducten en daarna voor de chemische basisproducten en kunstmeststoffen (13 procent). Op de derde en vierde plek stonden de voedings- en genotmiddelen en de ruwe aardolie (beide 10 procent).
Inkomend transport (waarde) (%) | Inkomend transport (gewicht) (%) | Uitgaand transport (waarde) (%) | Uitgaand transport (gewicht) (%) | |
---|---|---|---|---|
Machines en elektronica, | 25,4 | -2,1 | ||
Machines en elektronica | 26,4 | -2,1 | ||
Transportmiddelen | 12,6 | -1,3 | ||
Transportmiddelen | 10,6 | -1,1 | ||
Voedings- en genotmiddelen | 9 | -9,4 | ||
Voedings- en genotmiddelen | 11,4 | -10,2 | ||
Ruwe aardolie | 7,2 | -17,3 | ||
Ruwe aardolie | 3,2 | -9,9 | ||
Basismetalen en metaalproducten | 7,1 | -4,3 | ||
Basismetalen en metaalproducten | 6,3 | -4,9 | ||
Aardolieproducten | 5,4 | -13,9 | ||
Aardolieproducten | 7,5 | -20,7 | ||
Farmaceutica en chemische specialiteiten | 5,3 | -0,8 | ||
Farmaceutica en chemische specialiteiten | 7 | -1 | ||
Chemische basisproducten en kunstmeststoffen | 5 | -8,9 | ||
Chemische basisproducten en kunstmeststoffen | 5,6 | -12,5 | ||
Textiel, leer en producten daarvan | 4,7 | -0,4 | ||
Textiel, leer en producten daarvan | 3,9 | -0,5 | ||
Landbouw-, bosbouw- en visserijproducten | 4,3 | -7,3 | ||
Landbouw-, bosbouw- en visserijproducten | 4,5 | -5,1 | ||
Kunststoffen, rubber | 3,1 | -1,1 | ||
Kunststoffen, rubber | 3,7 | -1,8 | ||
Hout, pulp, papier, hout- en papierwaren | 2,6 | -3 | ||
Hout, pulp, papier, hout- en papierwaren | 2,3 | -4 | ||
Aardgas | 1,3 | -5,2 | ||
Aardgas | 1 | -4,8 | ||
Overige minerale producten | 0,9 | -2,7 | ||
Overige minerale producten | 0,7 | -1,8 | ||
Ertsen | 0,7 | -5,9 | ||
Ertsen | 0,8 | -5,2 | ||
Steenkool en bruinkool | 0,6 | -7,4 | ||
Steenkool en bruinkool | 0,4 | -6,3 | ||
Afval en secundaire grondstoffen | 0,5 | -1,6 | ||
Afval en secundaire grondstoffen | 0,7 | -2,3 | ||
Zout, zand, grind, klei | 0,2 | -6,3 | ||
Zout, zand, grind, klei | 0,2 | -4,4 | ||
Cokes | 0,1 | -0,3 | ||
Cokes | 0,1 | -0,5 | ||
Overige goederen | 3,9 | -0,8 | ||
Overige goederen | 3,8 | -0,7 | ||
Ook in de waarde van de invoer voor binnenlands gebruik waren de machines en elektronica, transportmiddelen en voedings- en genotmiddelen goed vertegenwoordigd in 2019. Verder had ruwe aardolie een aandeel van 10 procent in de ingevoerde goederen voor binnenlands gebruik. In vergelijking met de invoer voor binnenlands gebruik zijn bij de uitvoer van Nederlands product de grote aandelen van de voedings- en genotmiddelen (16 procent) en de aardolieproducten (12 procent) opvallend. De uitvoer kent een kleiner aandeel van de transportmiddelen in de waarde.
De uitvoer van ruwe aardolie van Nederlandse bodem is nihil. Daarentegen is ruwe aardolie met een aandeel van bijna een vijfde de nummer één als het gaat om het brutogewicht van de invoer voor binnenlands gebruik in 2019. Daarna volgden voedings- en genotmiddelen, de landbouw-, bosbouw- en visserijproducten en de aardolieproducten met elk een bijdrage van ongeveer 10 procent. De uitvoer van Nederlands product wordt qua gewicht gedomineerd door de aardolieproducten: meer dan een kwart van het gewicht. Verder hebben de chemische basisproducten en kunstmeststoffen en de voedings- en genotmiddelen grote aandelen van elk ongeveer 15 procent.
Category | Invoer voor binnenlands gebruik (waarde) (%) | Invoer voor binnenlands gebruik (gewicht) (%) | Uitvoer van Nederlands product (waarde) (%) | Uitvoer van Nederlands product (gewicht) (%) |
---|---|---|---|---|
Machines en elektronica | 22,7 | -1,5 | ||
Machines en elektronica | 21,4 | -1,5 | ||
Transportmiddelen | 10,5 | -1 | ||
Transportmiddelen | 5,8 | -0,8 | ||
Ruwe aardolie | 10,2 | -19 | ||
Ruwe aardolie | 0 | 0 | ||
Voedings- en genotmiddelen | 9,2 | -11,1 | ||
Voedings- en genotmiddelen | 16,3 | -14,3 | ||
Aardolieproducten | 6,6 | -10,7 | ||
Aardolieproducten | 12,3 | -27,1 | ||
Basismetalen en metaalproducten | 6,3 | -3,8 | ||
Basismetalen en metaalproducten | 5,4 | -6,4 | ||
Chemische basisproducten en kunstmeststoffen | 5,7 | -8 | ||
Chemische basisproducten en kunstmeststoffen | 7,4 | -15,5 | ||
Landbouw-, bosbouw- en visserijproducten | 5,7 | -10,6 | ||
Landbouw-, bosbouw- en visserijproducten | 7,3 | -6 | ||
Kunststoffen, rubber | 4,2 | -1,3 | ||
Kunststoffen, rubber | 6,2 | -3,5 | ||
Farmaceutica en chemische specialiteiten | 4,1 | -1,1 | ||
Farmaceutica en chemische specialiteiten | 7,7 | -1,7 | ||
Textiel, leer en producten daarvan | 3,9 | -0,4 | ||
Textiel, leer en producten daarvan | 1,8 | -0,4 | ||
Aardgas | 2,7 | -8,3 | ||
Aardgas | 1,9 | -8,2 | ||
Hout, pulp, papier, hout- en papierwaren | 2,6 | -2,5 | ||
Hout, pulp, papier, hout- en papierwaren | 1,8 | -4,8 | ||
Overige minerale producten | 1,2 | -4,1 | ||
Overige minerale producten | 0,7 | -2,2 | ||
Afval en secundaire grondstoffen | 0,6 | -1,9 | ||
Afval en secundaire grondstoffen | 1,2 | -3,7 | ||
Ertsen | 0,5 | -2,9 | ||
Ertsen | 0 | 0 | ||
Steenkool en bruinkool | 0,4 | -3,9 | ||
Steenkool en bruinkool | 0 | 0 | ||
Zout, zand, grind, klei | 0,3 | -7,2 | ||
Zout, zand, grind, klei | 0,2 | -3,1 | ||
Cokes | 0,1 | -0,2 | ||
Cokes | 0 | -0,2 | ||
Overige goederen | 2,7 | -0,6 | ||
Overige goederen | 2,4 | -0,4 |
In de waarde van de wederuitvoer van 2019 zijn de machines en elektronica dominant met een aandeel van meer dan 40 procent. De farmaceutica en chemische specialiteiten volgen ver daarachter met een bijdrage van minder dan 10 procent aan de waarde van de wederuitvoer. In de waarde van de doorvoer zijn de machines en elektronica en de transportmiddelen het beste vertegenwoordigd met elk een aandeel van ongeveer een vijfde.
De goederengroepen die in 2019 het grootste aandeel hadden in het brutogewicht van de uitvoer van Nederlands product dragen ook het meeste bij aan het gewicht van de wederuitvoer: aardolieproducten, chemische basisproducten en kunstmeststoffen, voedings- en genotmiddelen en aardgas. De doorvoer laat een wat meer geschakeerd beeld zien met relatief grote aandelen in het gewicht van de groepen ruwe aardolie, aardolieproducten, steenkool en bruinkool, ertsen en chemische producten en kunstmeststoffen. Een aandeel van ruwe aardolie in het gewicht van bijna een vijfde is ook terug te vinden bij de invoer voor binnenlands gebruik.
Wederuitvoer (waarde) (%) | Wederuitvoer (gewicht) (%) | Doorvoer (waarde) (%) | Doorvoer (gewicht) (%) | |
---|---|---|---|---|
Machines en elektronica | 41,0 | -2,8 | ||
Machines en elektronica | 20,6 | -2,5 | ||
Farmaceutica en chemische specialiteiten | 9,5 | -1,6 | ||
Farmaceutica en chemische specialiteiten | 4,2 | -0,2 | ||
Textiel, leer en producten daarvan | 6,9 | -0,7 | ||
Textiel, leer en producten daarvan | 3,6 | -0,5 | ||
Aardolieproducten | 6,3 | -21,9 | ||
Aardolieproducten | 3,6 | -14,4 | ||
Voedings- en genotmiddelen | 6,3 | -9,2 | ||
Voedings- en genotmiddelen | 10,8 | -7,4 | ||
Basismetalen en metaalproducten | 4,8 | -3,7 | ||
Basismetalen en metaalproducten | 8,4 | -4,5 | ||
Transportmiddelen | 4,6 | -0,5 | ||
Transportmiddelen | 19,1 | -1,7 | ||
Landbouw-, bosbouw- en visserijproducten | 4,5 | -8,6 | ||
Landbouw-, bosbouw- en visserijproducten | 2,1 | -3,2 | ||
Chemische basisproducten en kunstmeststoffen | 4,3 | -12,2 | ||
Chemische basisproducten en kunstmeststoffen | 4,8 | -9,6 | ||
Kunststoffen, rubber | 3,5 | -1,9 | ||
Kunststoffen, rubber | 1,8 | -0,4 | ||
Ruwe aardolie | 1,7 | -8,2 | ||
Ruwe aardolie | 7,3 | -18,8 | ||
Aardgas | 1,3 | -9,2 | ||
Aardgas | 0,0 | -0,2 | ||
Hout, pulp, papier, hout- en papierwaren | 1,0 | -3,0 | ||
Hout, pulp, papier, hout- en papierwaren | 3,5 | -3,9 | ||
Afval en secundaire grondstoffen | 0,7 | -3,1 | ||
Afval en secundaire grondstoffen | 0,2 | -0,8 | ||
Overige minerale producten | 0,6 | -1,3 | ||
Overige minerale producten | 0,8 | -1,7 | ||
Ertsen | 0,4 | -0,5 | ||
Ertsen | 1,5 | -11,4 | ||
Steenkool en bruinkool | 0,2 | -5,5 | ||
Steenkool en bruinkool | 0,9 | -11,8 | ||
Zout, zand, grind, klei | 0,2 | -5,3 | ||
Zout, zand, grind, klei | 0,2 | -5,5 | ||
Cokes | 0,0 | -0,2 | ||
Cokes | 0,1 | -0,7 | ||
Overige goederen | 2,1 | -0,6 | ||
Overige goederen | 6,2 | -0,9 |
1.4 Herkomstlanden
De landen van waaruit in 2019 het grootste gewicht aan goederen naar Nederland toekwam zijn Rusland en Duitsland. Achtereenvolgens 14 en 12 procent van het totale aangevoerde brutogewicht van 629 miljard kilogram kwam uit deze landen. Van de aanvoer uit Duitsland in kilogram was 71 procent invoer voor binnenlands gebruik, 18 procent invoer voor wederuitvoer. De rest (11 procent) was doorvoer. Van de vervoerde goederen uit Rusland was bijna de helft doorvoer.
In de gebruikte geografische indeling is de wereld in 36 landengroepen opgedeeld. Deze indeling is terug te vinden in de bijlage 1.
Na deze twee landen volgen Noorwegen (inclusief IJsland en de Faeröereilanden), de Verenigde Staten en België (inclusief Luxemburg). Het Verenigd Koninkrijk kwam in 2019 op de achtste plaats met een aandeel van 4 procent in het goederengewicht dat naar Nederland werd gebracht. De aanvoer vanuit het Verenigd Koninkrijk kende een aandeel doorvoer van 17 procent. China volgt op de negende plaats met 3 procent van het aangevoerde goederengewicht en een doorvoeraandeel van 58 procent.
China had in 2019 met 16 procent wel het grootste aandeel in de totale goederenwaarde. Hiervan was 23 procent invoer voor binnenlands gebruik, 27 procent invoer voor wederuitvoer en 50 procent doorvoer. Op de tweede plaats staat Duitsland met een aandeel in de aanvoerwaarde van 13 procent. Hierin was het aandeel doorvoer 25 procent. De Verenigde Staten, België en de regio Zuidoost-Azië volgen. Het Verenigd Koninkrijk staat op de negende plek in deze lijst met landengroepen met een aandeel van 4 procent in de waarde van de goederen die in Nederland werden gelost. Hiervan was een kwart doorvoer.
Landengroep | Aandeel landengroep | Goederenstroom (%) | Goederenstroom (%) | Goederenstroom (%) |
---|---|---|---|---|
Invoer voor binnenlands gebruik | Invoer voor wederuitvoer | Inkomende doorvoer | ||
Rusland | 14 | 36 | 15 | 48 |
Duitsland | 12 | 71 | 18 | 11 |
Noorwegen1) | 7 | 54 | 17 | 29 |
Verenigde Staten | 6 | 36 | 12 | 52 |
België en Luxemburg | 6 | 59 | 26 | 15 |
Brazilië | 4 | 29 | 10 | 61 |
Zuidwest-Azië | 4 | 44 | 16 | 40 |
Verenigd Koninkrijk | 4 | 58 | 25 | 17 |
China, Taiwan, Mongolië | 3 | 27 | 16 | 58 |
Zuid-Europa (EU) | 3 | 51 | 22 | 27 |
Noord-Europa (EU) | 3 | 47 | 19 | 33 |
West-Afrika | 3 | 40 | 9 | 51 |
Oost-Europa (EU) | 3 | 46 | 16 | 38 |
Zuidoost-Azië | 3 | 41 | 16 | 42 |
Frankrijk | 3 | 61 | 19 | 20 |
Rest van de wereld | 21 | 28 | 13 | 59 |
Totaal van alle landen | 100 | 44 | 16 | |
1) inclusief IJsland en de Faeröereilanden |
Landengroep | Aandeel landengroep | Goederenstroom (%) | Goederenstroom (%) | Goederenstroom (%) |
---|---|---|---|---|
Invoer voor binnenlands gebruik | Invoer voor wederuitvoer | Inkomende doorvoer | ||
China, Taiwan, Mongolië | 16 | 23 | 27 | 50 |
Duitsland | 13 | 49 | 27 | 25 |
Verenigde Staten | 7 | 33 | 30 | 37 |
België en Luxemburg | 6 | 57 | 25 | 18 |
Oost-Europa (EU) | 6 | 37 | 25 | 39 |
Zuidoost-Azië | 5 | 25 | 35 | 40 |
Rusland | 5 | 39 | 12 | 49 |
Zuid-Europa (EU) | 4 | 42 | 27 | 30 |
Verenigd Koninkrijk | 4 | 49 | 26 | 25 |
Noord-Europa (EU) | 4 | 37 | 22 | 41 |
Japan en Korea's | 3 | 23 | 24 | 53 |
Noorwegen1) | 3 | 40 | 15 | 45 |
Frankrijk | 3 | 47 | 28 | 25 |
Zuidwest-Azië | 2 | 35 | 16 | 49 |
Ierland | 2 | 28 | 32 | 40 |
Rest van de wereld | 18 | 25 | 18 | 58 |
Totaal van alle landen | 100 | 35 | 24 | 41 |
1) inclusief IJsland en de Faeröereilanden |
1.5 Bestemmingen
Het land waarnaar vanuit Nederland het grootste goederengewicht heen ging in 2019 is Duitsland: bijna 170 miljard kilogram, 30 procent van de totale afvoer van goederen uit Nederland. Tweede in deze rangorde is België (inclusief Luxemburg) met een aandeel van 15 procent in de afvoer. Bijna de helft van het brutogewicht van de afvoer ging dus naar een van deze twee buurlanden. Van de doorvoergoederen die Nederland verlieten was meer dan de helft voor deze landen bestemd.
Het vervoerde goederengewicht naar zowel Duitsland als België bestond voor meer dan de helft uit doorvoer en voor ongeveer een vijfde deel uit wederuitvoer. Ruim een kwart van het gewicht bestond uit goederen die in Nederland zijn geproduceerd.
Na België volgden Zuid-Europa (EU) en het Verenigd Koninkrijk als bestemmingen met de hoogste aandelen in het afvoergewicht van Nederland. Hun aandelen waren beduidend kleiner dan die van de twee lijstaanvoerders: 5 en 4 procent. De afvoer naar Zuid-Europa (EU) en het Verenigd Koninkrijk bestond voor de helft uit in Nederland geproduceerde goederen.
Naar de EU ging twee derde van het gewicht van de goederenafvoer. Daarvan was 45 procent doorvoer en 22 procent wederuitvoer. Bijna 70 procent van de doorvoer, ruim 80 procent van de wederuitvoer van Nederland en bijna 60 procent van de uitvoer van Nederlands product had de EU als bestemming.
Landengroep | Aandeel landengroep | Goederenstroom (%) | Goederenstroom (%) | Goederenstroom (%) |
---|---|---|---|---|
Uitvoer van Nederlands product | Wederuitvoer | Uitgaande doorvoer | ||
Duitsland | 30 | 27 | 22 | 51 |
België en Luxemburg | 15 | 27 | 19 | 54 |
Zuid-Europa (EU) | 5 | 49 | 25 | 26 |
Verenigd Koninkrijk | 4 | 51 | 30 | 19 |
Oost-Europa (EU) | 4 | 36 | 21 | 43 |
Frankrijk | 4 | 49 | 32 | 19 |
Verenigde Staten | 4 | 63 | 18 | 19 |
Noord-Europa (EU) | 3 | 39 | 20 | 41 |
West-Afrika | 3 | 63 | 13 | 24 |
Zuidoost-Azië | 3 | 38 | 12 | 49 |
China, Taiwan, Mongolië | 2 | 34 | 6 | 60 |
Zuidwest-Azië | 1 | 48 | 13 | 39 |
Noorwegen1) | 1 | 27 | 14 | 58 |
Rusland | 1 | 13 | 4 | 83 |
Canada en Groenland | 1 | 45 | 10 | 45 |
Rest van de wereld | 17 | 45 | 10 | 46 |
Totaal van alle landen | 100 | 37 | 19 | 45 |
1) inclusief IJsland en de Faeröereilanden |
Landengroep | Aandeel landengroep | Goederenstroom (%) | Goederenstroom (%) | Goederenstroom (%) |
---|---|---|---|---|
Uitvoer van Nederlands product | Wederuitvoer | Uitgaande doorvoer | ||
Duitsland | 21 | 31 | 34 | 35 |
België en Luxemburg | 10 | 31 | 26 | 43 |
Zuid-Europa (EU) | 9 | 31 | 31 | 39 |
Oost-Europa (EU) | 8 | 28 | 36 | 36 |
Verenigd Koninkrijk | 6 | 38 | 35 | 27 |
Frankrijk | 6 | 36 | 38 | 26 |
Noord-Europa (EU) | 5 | 27 | 29 | 44 |
China, Taiwan, Mongolië | 5 | 46 | 13 | 40 |
Verenigde Staten | 5 | 53 | 21 | 26 |
Zuidwest-Azië | 2 | 37 | 26 | 36 |
Rusland | 2 | 24 | 15 | 61 |
Zuidoost-Azië | 2 | 35 | 21 | 44 |
West-Afrika | 2 | 65 | 13 | 22 |
Japan en Korea's | 2 | 40 | 17 | 44 |
Noorwegen1) | 2 | 26 | 15 | 58 |
Rest van de wereld | 15 | 35 | 18 | 48 |
Totaal van alle landen | 100 | 34 | 27 | 38 |
1) inclusief IJsland en de Faeröereilanden |
Duitsland en België waren ook de landen waar de meeste goederenwaarde heen ging in 2019. Samen waren ze goed voor een aandeel van ruim 30 procent in de totale waarde van de afvoer: 21 procent ging naar Duitsland en 10 procent naar België. De waarde van de afgevoerde goederen naar deze twee buurlanden bestond voor ongeveer 70 procent uit wederuitvoer of doorvoer. De verdeling over deze twee stromen verschilde tussen de twee landen: voor Duitsland waren ze ongeveer even groot, voor België was de waarde van de doorvoer meer dan anderhalf keer zo groot als die van de wederuitvoer. Dit heeft mede te maken met de goederensamenstelling van de stromen.
Twee derde van de totale waarde van de afvoer in 2019 ging naar de EU. Hiervan was bijna 40 procent doorvoer. De wederuitvoer en de uitvoer van Nederlands product hadden beide een aandeel van ongeveer 30 procent.