Internationale goederenstromen in 2019
Over deze publicatie
Rapportage over de internationale goederenstromen van en naar Nederland in 2019. In deze rapportage onder andere aandacht voor de herkomst en bestemming van de goederenstromen, soort goederen en de vervoerswijze. Speciale aandacht voor de goederenstromen via de Nederlandse havengebieden en de doorvoerstromen. Deze publicatie is mede tot stand gekomen met financiering van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Samenvatting
Van de goederen die het land in of uit werden gebracht was ruim een kwart van de waarde machines en elektronica en ruim 10 procent transportmiddelen. Qua gewicht bestond de aan- en afvoer van goederen in 2019 voor ruim 40 procent uit fossiele brandstoffen en voor 16 procent uit landbouw- en voedingsproducten.
De landen van waaruit in 2019 het grootste gewicht aan goederen naar Nederland toekwam zijn Rusland en Duitsland. China had het grootste aandeel in de totale goederenwaarde. De landen waarnaar vanuit Nederland het grootste goederengewicht heen ging zijn Duitsland en België. Naar deze buurlanden ging ook de grootste goederenwaarde.
Hoofdstuk 1 van dit rapport gaat dieper in op de omvang, samenstelling, herkomst en bestemming van de goederenstromen in 2019.
De samenstelling van de goederenstromen verschilt per vervoerwijze en richting van de stroom. Daarnaast maakt het veel uit of naar de waarde of het gewicht van de goederen wordt gekeken. Zo bevat de inkomende zeevaart qua gewicht relatief veel fossiele brandstoffen. Hoofdstuk 2 beschrijft de goederensamenstelling van de transportstromen voor de verschillende vervoerwijzen.
Van de totale internationale goederenstromen kwam in 2018 bijna 60 procent van het brutogewicht via de havenregio Rotterdam het land binnen of ging via deze regio het land uit. Ruim 10 procent van deze stromen liep via de havenregio Amsterdam. Hoofdstuk 3 gaat dieper in op de verdeling van de goederenstromen over de havenregio’s.
Goederen die vanuit België naar Nederland toekomen hebben voor een deel een herkomst in een ander land. België fungeert dan als doorvoerland voor deze goederentransporten naar Nederland. Ook andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, vervullen een dergelijke functie. Meer over dit verschijnsel is te vinden in hoofdstuk 4.
De doorvoerstromen via Nederland zijn handelsstromen tussen andere landen. Hoofdstuk 5 geeft voor een aantal goederengroepen zicht op de landen of wereldregio’s waartussen de doorvoerstromen via Nederland verlopen, de zogenoemde doorvoerketens.
Deze publicatie is mede tot stand gekomen met financiering van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
1. Omvang en kenmerken goederenstromen
In 2019 kwam er 629 miljard kilogram aan goederen Nederland binnen. Daarmee steeg het aangevoerde goederengewicht met ruim een procent ten opzichte van 2018. Tegelijkertijd verliet 558 miljard kilogram aan goederen het land, ongeveer evenveel als in 2018.
Dit hoofdstuk beschrijft diverse kenmerken van de goederenstromen: het aandeel door- en wederuitvoer, de vervoerwijzen, containervervoer en de landen van herkomst en bestemming.
1.1 Doorvoer en wederuitvoer
Van de in 2019 binnengebrachte goederen werd 40 procent van het brutogewicht doorgevoerd en 16 procent wederuitgevoerd. Van de totale waarde van de aangevoerde goederen was 41 procent doorvoer en 24 procent wederuitvoer. Door- en wederuitvoer hadden samen dus een aandeel van 56 procent in het brutogewicht en een aandeel van 65 procent in de waarde van het totale inkomende goederentransport. Van het uitgaande goederentransport was bijna twee derde van het brutogewicht en de waarde door- of wederuitvoer.
De som van invoer voor binnenlands gebruik, wederuitvoer en doorvoer verschilt enigszins van het inkomend transport. Dit komt door het effect van tijdelijke opslag in Nederland. De opslag is ook de belangrijkste verklaring voor het verschil tussen de inkomende en uitgaande doorvoer.
1.2 Vervoerwijzen
Van de 629 miljard kilogram aan goederenaanvoer in 2019, kwam 65 procent van het gewicht over zee, 15 procent over de weg, 11 procent per binnenvaartschip en 8 procent via de pijpleiding. Ook van de goederenafvoer ging het meeste over zee: ruim een derde van het gewicht. Bijna een kwart verliet het land per binnenvaartschip, een vijfde over de weg en een zesde per pijpleiding.
Van de doorvoer kwam relatief veel gewicht over zee het land binnen: 83 procent. Na overlading verlieten de doorvoergoederen het land voor het grootste deel over zee, per binnenvaartschip of door de pijpleiding en in relatief gezien kleinere hoeveelheden ook over de weg en via het spoor.
Van de invoer voor wederuitvoer en de invoer voor binnenlands gebruik bereikte ruim de helft van het gewicht Nederland over zee. Ongeveer een zesde deel kwam via de binnenvaart en een iets groter aandeel per wegvervoer. Ongeveer tien procent van het goederengewicht stroomde via de pijpleiding het land in.
De wederuitvoer verliet Nederland voor ruim een kwart van het goederengewicht over zee en ook ruim een kwart over de weg. Een kwart ging het land uit per binnenvaartschip en bijna een vijfde deel per pijpleiding. Producten van Nederlandse makelij gingen voor 42 procent over zee het land uit, voor 28 over weg, 18 via de binnenvaart en 10 procent via pijpleidingen.
De luchtvaart heeft een klein aandeel in het brutogewicht van de inkomende en uitgaande stromen: ongeveer 0,15 procent van het goederengewicht ging in 2019 door de lucht de grens over. Per vliegtuig wordt vooral relatief waardevol stukgoed vervoerd. Het aandeel van de luchtvaart in de waarde van de goederen is dan ook veel groter: 4 procent van de aanvoer en 8 procent van de afvoer ging per vliegtuig.
Ook over de weg werden gemiddeld gezien relatief waardevolle goederen vervoerd. Het aandeel van het wegvervoer in de waarde van de aangevoerde goederen was 36 procent tegenover een bijdrage van 15 procent aan het gewicht. Van de afvoer ging zelfs meer dan de helft van de goederenwaarde over de weg.
1.3 Goederengroepen
Van de goederen die in 2019 het land in of uit werden gebracht was ruim een kwart van de waarde machines en elektronica en ruim 10 procent transportmiddelen. Voedings- en genotmiddelen droegen 12 procent bij aan de waarde en basismetalen en metaalproducten 7 procent.
Qua gewicht bestond de aanvoer van goederen in 2019 voor 17 procent uit ruwe aardolie, voor 14 procent uit aardolieproducten, voor 9 procent uit voedings- en genotmiddelen en ook voor 9 procent uit chemische basisproducten en kunstmeststoffen. In de afvoer was het grootste aandeel in het gewicht met meer dan een vijfde voor de aardolieproducten en daarna voor de chemische basisproducten en kunstmeststoffen (13 procent). Op de derde en vierde plek stonden de voedings- en genotmiddelen en de ruwe aardolie (beide 10 procent).
Inkomend transport (waarde) (%) | Inkomend transport (gewicht) (%) | Uitgaand transport (waarde) (%) | Uitgaand transport (gewicht) (%) | |
---|---|---|---|---|
Machines en elektronica, | 25,4 | -2,1 | ||
Machines en elektronica | 26,4 | -2,1 | ||
Transportmiddelen | 12,6 | -1,3 | ||
Transportmiddelen | 10,6 | -1,1 | ||
Voedings- en genotmiddelen | 9 | -9,4 | ||
Voedings- en genotmiddelen | 11,4 | -10,2 | ||
Ruwe aardolie | 7,2 | -17,3 | ||
Ruwe aardolie | 3,2 | -9,9 | ||
Basismetalen en metaalproducten | 7,1 | -4,3 | ||
Basismetalen en metaalproducten | 6,3 | -4,9 | ||
Aardolieproducten | 5,4 | -13,9 | ||
Aardolieproducten | 7,5 | -20,7 | ||
Farmaceutica en chemische specialiteiten | 5,3 | -0,8 | ||
Farmaceutica en chemische specialiteiten | 7 | -1 | ||
Chemische basisproducten en kunstmeststoffen | 5 | -8,9 | ||
Chemische basisproducten en kunstmeststoffen | 5,6 | -12,5 | ||
Textiel, leer en producten daarvan | 4,7 | -0,4 | ||
Textiel, leer en producten daarvan | 3,9 | -0,5 | ||
Landbouw-, bosbouw- en visserijproducten | 4,3 | -7,3 | ||
Landbouw-, bosbouw- en visserijproducten | 4,5 | -5,1 | ||
Kunststoffen, rubber | 3,1 | -1,1 | ||
Kunststoffen, rubber | 3,7 | -1,8 | ||
Hout, pulp, papier, hout- en papierwaren | 2,6 | -3 | ||
Hout, pulp, papier, hout- en papierwaren | 2,3 | -4 | ||
Aardgas | 1,3 | -5,2 | ||
Aardgas | 1 | -4,8 | ||
Overige minerale producten | 0,9 | -2,7 | ||
Overige minerale producten | 0,7 | -1,8 | ||
Ertsen | 0,7 | -5,9 | ||
Ertsen | 0,8 | -5,2 | ||
Steenkool en bruinkool | 0,6 | -7,4 | ||
Steenkool en bruinkool | 0,4 | -6,3 | ||
Afval en secundaire grondstoffen | 0,5 | -1,6 | ||
Afval en secundaire grondstoffen | 0,7 | -2,3 | ||
Zout, zand, grind, klei | 0,2 | -6,3 | ||
Zout, zand, grind, klei | 0,2 | -4,4 | ||
Cokes | 0,1 | -0,3 | ||
Cokes | 0,1 | -0,5 | ||
Overige goederen | 3,9 | -0,8 | ||
Overige goederen | 3,8 | -0,7 | ||
Ook in de waarde van de invoer voor binnenlands gebruik waren de machines en elektronica, transportmiddelen en voedings- en genotmiddelen goed vertegenwoordigd in 2019. Verder had ruwe aardolie een aandeel van 10 procent in de ingevoerde goederen voor binnenlands gebruik. In vergelijking met de invoer voor binnenlands gebruik zijn bij de uitvoer van Nederlands product de grote aandelen van de voedings- en genotmiddelen (16 procent) en de aardolieproducten (12 procent) opvallend. De uitvoer kent een kleiner aandeel van de transportmiddelen in de waarde.
De uitvoer van ruwe aardolie van Nederlandse bodem is nihil. Daarentegen is ruwe aardolie met een aandeel van bijna een vijfde de nummer één als het gaat om het brutogewicht van de invoer voor binnenlands gebruik in 2019. Daarna volgden voedings- en genotmiddelen, de landbouw-, bosbouw- en visserijproducten en de aardolieproducten met elk een bijdrage van ongeveer 10 procent. De uitvoer van Nederlands product wordt qua gewicht gedomineerd door de aardolieproducten: meer dan een kwart van het gewicht. Verder hebben de chemische basisproducten en kunstmeststoffen en de voedings- en genotmiddelen grote aandelen van elk ongeveer 15 procent.
Category | Invoer voor binnenlands gebruik (waarde) (%) | Invoer voor binnenlands gebruik (gewicht) (%) | Uitvoer van Nederlands product (waarde) (%) | Uitvoer van Nederlands product (gewicht) (%) |
---|---|---|---|---|
Machines en elektronica | 22,7 | -1,5 | ||
Machines en elektronica | 21,4 | -1,5 | ||
Transportmiddelen | 10,5 | -1 | ||
Transportmiddelen | 5,8 | -0,8 | ||
Ruwe aardolie | 10,2 | -19 | ||
Ruwe aardolie | 0 | 0 | ||
Voedings- en genotmiddelen | 9,2 | -11,1 | ||
Voedings- en genotmiddelen | 16,3 | -14,3 | ||
Aardolieproducten | 6,6 | -10,7 | ||
Aardolieproducten | 12,3 | -27,1 | ||
Basismetalen en metaalproducten | 6,3 | -3,8 | ||
Basismetalen en metaalproducten | 5,4 | -6,4 | ||
Chemische basisproducten en kunstmeststoffen | 5,7 | -8 | ||
Chemische basisproducten en kunstmeststoffen | 7,4 | -15,5 | ||
Landbouw-, bosbouw- en visserijproducten | 5,7 | -10,6 | ||
Landbouw-, bosbouw- en visserijproducten | 7,3 | -6 | ||
Kunststoffen, rubber | 4,2 | -1,3 | ||
Kunststoffen, rubber | 6,2 | -3,5 | ||
Farmaceutica en chemische specialiteiten | 4,1 | -1,1 | ||
Farmaceutica en chemische specialiteiten | 7,7 | -1,7 | ||
Textiel, leer en producten daarvan | 3,9 | -0,4 | ||
Textiel, leer en producten daarvan | 1,8 | -0,4 | ||
Aardgas | 2,7 | -8,3 | ||
Aardgas | 1,9 | -8,2 | ||
Hout, pulp, papier, hout- en papierwaren | 2,6 | -2,5 | ||
Hout, pulp, papier, hout- en papierwaren | 1,8 | -4,8 | ||
Overige minerale producten | 1,2 | -4,1 | ||
Overige minerale producten | 0,7 | -2,2 | ||
Afval en secundaire grondstoffen | 0,6 | -1,9 | ||
Afval en secundaire grondstoffen | 1,2 | -3,7 | ||
Ertsen | 0,5 | -2,9 | ||
Ertsen | 0 | 0 | ||
Steenkool en bruinkool | 0,4 | -3,9 | ||
Steenkool en bruinkool | 0 | 0 | ||
Zout, zand, grind, klei | 0,3 | -7,2 | ||
Zout, zand, grind, klei | 0,2 | -3,1 | ||
Cokes | 0,1 | -0,2 | ||
Cokes | 0 | -0,2 | ||
Overige goederen | 2,7 | -0,6 | ||
Overige goederen | 2,4 | -0,4 |
In de waarde van de wederuitvoer van 2019 zijn de machines en elektronica dominant met een aandeel van meer dan 40 procent. De farmaceutica en chemische specialiteiten volgen ver daarachter met een bijdrage van minder dan 10 procent aan de waarde van de wederuitvoer. In de waarde van de doorvoer zijn de machines en elektronica en de transportmiddelen het beste vertegenwoordigd met elk een aandeel van ongeveer een vijfde.
De goederengroepen die in 2019 het grootste aandeel hadden in het brutogewicht van de uitvoer van Nederlands product dragen ook het meeste bij aan het gewicht van de wederuitvoer: aardolieproducten, chemische basisproducten en kunstmeststoffen, voedings- en genotmiddelen en aardgas. De doorvoer laat een wat meer geschakeerd beeld zien met relatief grote aandelen in het gewicht van de groepen ruwe aardolie, aardolieproducten, steenkool en bruinkool, ertsen en chemische producten en kunstmeststoffen. Een aandeel van ruwe aardolie in het gewicht van bijna een vijfde is ook terug te vinden bij de invoer voor binnenlands gebruik.
Wederuitvoer (waarde) (%) | Wederuitvoer (gewicht) (%) | Doorvoer (waarde) (%) | Doorvoer (gewicht) (%) | |
---|---|---|---|---|
Machines en elektronica | 41,0 | -2,8 | ||
Machines en elektronica | 20,6 | -2,5 | ||
Farmaceutica en chemische specialiteiten | 9,5 | -1,6 | ||
Farmaceutica en chemische specialiteiten | 4,2 | -0,2 | ||
Textiel, leer en producten daarvan | 6,9 | -0,7 | ||
Textiel, leer en producten daarvan | 3,6 | -0,5 | ||
Aardolieproducten | 6,3 | -21,9 | ||
Aardolieproducten | 3,6 | -14,4 | ||
Voedings- en genotmiddelen | 6,3 | -9,2 | ||
Voedings- en genotmiddelen | 10,8 | -7,4 | ||
Basismetalen en metaalproducten | 4,8 | -3,7 | ||
Basismetalen en metaalproducten | 8,4 | -4,5 | ||
Transportmiddelen | 4,6 | -0,5 | ||
Transportmiddelen | 19,1 | -1,7 | ||
Landbouw-, bosbouw- en visserijproducten | 4,5 | -8,6 | ||
Landbouw-, bosbouw- en visserijproducten | 2,1 | -3,2 | ||
Chemische basisproducten en kunstmeststoffen | 4,3 | -12,2 | ||
Chemische basisproducten en kunstmeststoffen | 4,8 | -9,6 | ||
Kunststoffen, rubber | 3,5 | -1,9 | ||
Kunststoffen, rubber | 1,8 | -0,4 | ||
Ruwe aardolie | 1,7 | -8,2 | ||
Ruwe aardolie | 7,3 | -18,8 | ||
Aardgas | 1,3 | -9,2 | ||
Aardgas | 0,0 | -0,2 | ||
Hout, pulp, papier, hout- en papierwaren | 1,0 | -3,0 | ||
Hout, pulp, papier, hout- en papierwaren | 3,5 | -3,9 | ||
Afval en secundaire grondstoffen | 0,7 | -3,1 | ||
Afval en secundaire grondstoffen | 0,2 | -0,8 | ||
Overige minerale producten | 0,6 | -1,3 | ||
Overige minerale producten | 0,8 | -1,7 | ||
Ertsen | 0,4 | -0,5 | ||
Ertsen | 1,5 | -11,4 | ||
Steenkool en bruinkool | 0,2 | -5,5 | ||
Steenkool en bruinkool | 0,9 | -11,8 | ||
Zout, zand, grind, klei | 0,2 | -5,3 | ||
Zout, zand, grind, klei | 0,2 | -5,5 | ||
Cokes | 0,0 | -0,2 | ||
Cokes | 0,1 | -0,7 | ||
Overige goederen | 2,1 | -0,6 | ||
Overige goederen | 6,2 | -0,9 |
1.4 Herkomstlanden
De landen van waaruit in 2019 het grootste gewicht aan goederen naar Nederland toekwam zijn Rusland en Duitsland. Achtereenvolgens 14 en 12 procent van het totale aangevoerde brutogewicht van 629 miljard kilogram kwam uit deze landen. Van de aanvoer uit Duitsland in kilogram was 71 procent invoer voor binnenlands gebruik, 18 procent invoer voor wederuitvoer. De rest (11 procent) was doorvoer. Van de vervoerde goederen uit Rusland was bijna de helft doorvoer.
In de gebruikte geografische indeling is de wereld in 36 landengroepen opgedeeld. Deze indeling is terug te vinden in de bijlage 1.
Na deze twee landen volgen Noorwegen (inclusief IJsland en de Faeröereilanden), de Verenigde Staten en België (inclusief Luxemburg). Het Verenigd Koninkrijk kwam in 2019 op de achtste plaats met een aandeel van 4 procent in het goederengewicht dat naar Nederland werd gebracht. De aanvoer vanuit het Verenigd Koninkrijk kende een aandeel doorvoer van 17 procent. China volgt op de negende plaats met 3 procent van het aangevoerde goederengewicht en een doorvoeraandeel van 58 procent.
China had in 2019 met 16 procent wel het grootste aandeel in de totale goederenwaarde. Hiervan was 23 procent invoer voor binnenlands gebruik, 27 procent invoer voor wederuitvoer en 50 procent doorvoer. Op de tweede plaats staat Duitsland met een aandeel in de aanvoerwaarde van 13 procent. Hierin was het aandeel doorvoer 25 procent. De Verenigde Staten, België en de regio Zuidoost-Azië volgen. Het Verenigd Koninkrijk staat op de negende plek in deze lijst met landengroepen met een aandeel van 4 procent in de waarde van de goederen die in Nederland werden gelost. Hiervan was een kwart doorvoer.
Landengroep | Aandeel landengroep | Goederenstroom (%) | Goederenstroom (%) | Goederenstroom (%) |
---|---|---|---|---|
Invoer voor binnenlands gebruik | Invoer voor wederuitvoer | Inkomende doorvoer | ||
Rusland | 14 | 36 | 15 | 48 |
Duitsland | 12 | 71 | 18 | 11 |
Noorwegen1) | 7 | 54 | 17 | 29 |
Verenigde Staten | 6 | 36 | 12 | 52 |
België en Luxemburg | 6 | 59 | 26 | 15 |
Brazilië | 4 | 29 | 10 | 61 |
Zuidwest-Azië | 4 | 44 | 16 | 40 |
Verenigd Koninkrijk | 4 | 58 | 25 | 17 |
China, Taiwan, Mongolië | 3 | 27 | 16 | 58 |
Zuid-Europa (EU) | 3 | 51 | 22 | 27 |
Noord-Europa (EU) | 3 | 47 | 19 | 33 |
West-Afrika | 3 | 40 | 9 | 51 |
Oost-Europa (EU) | 3 | 46 | 16 | 38 |
Zuidoost-Azië | 3 | 41 | 16 | 42 |
Frankrijk | 3 | 61 | 19 | 20 |
Rest van de wereld | 21 | 28 | 13 | 59 |
Totaal van alle landen | 100 | 44 | 16 | |
1) inclusief IJsland en de Faeröereilanden |
Landengroep | Aandeel landengroep | Goederenstroom (%) | Goederenstroom (%) | Goederenstroom (%) |
---|---|---|---|---|
Invoer voor binnenlands gebruik | Invoer voor wederuitvoer | Inkomende doorvoer | ||
China, Taiwan, Mongolië | 16 | 23 | 27 | 50 |
Duitsland | 13 | 49 | 27 | 25 |
Verenigde Staten | 7 | 33 | 30 | 37 |
België en Luxemburg | 6 | 57 | 25 | 18 |
Oost-Europa (EU) | 6 | 37 | 25 | 39 |
Zuidoost-Azië | 5 | 25 | 35 | 40 |
Rusland | 5 | 39 | 12 | 49 |
Zuid-Europa (EU) | 4 | 42 | 27 | 30 |
Verenigd Koninkrijk | 4 | 49 | 26 | 25 |
Noord-Europa (EU) | 4 | 37 | 22 | 41 |
Japan en Korea's | 3 | 23 | 24 | 53 |
Noorwegen1) | 3 | 40 | 15 | 45 |
Frankrijk | 3 | 47 | 28 | 25 |
Zuidwest-Azië | 2 | 35 | 16 | 49 |
Ierland | 2 | 28 | 32 | 40 |
Rest van de wereld | 18 | 25 | 18 | 58 |
Totaal van alle landen | 100 | 35 | 24 | 41 |
1) inclusief IJsland en de Faeröereilanden |
1.5 Bestemmingen
Het land waarnaar vanuit Nederland het grootste goederengewicht heen ging in 2019 is Duitsland: bijna 170 miljard kilogram, 30 procent van de totale afvoer van goederen uit Nederland. Tweede in deze rangorde is België (inclusief Luxemburg) met een aandeel van 15 procent in de afvoer. Bijna de helft van het brutogewicht van de afvoer ging dus naar een van deze twee buurlanden. Van de doorvoergoederen die Nederland verlieten was meer dan de helft voor deze landen bestemd.
Het vervoerde goederengewicht naar zowel Duitsland als België bestond voor meer dan de helft uit doorvoer en voor ongeveer een vijfde deel uit wederuitvoer. Ruim een kwart van het gewicht bestond uit goederen die in Nederland zijn geproduceerd.
Na België volgden Zuid-Europa (EU) en het Verenigd Koninkrijk als bestemmingen met de hoogste aandelen in het afvoergewicht van Nederland. Hun aandelen waren beduidend kleiner dan die van de twee lijstaanvoerders: 5 en 4 procent. De afvoer naar Zuid-Europa (EU) en het Verenigd Koninkrijk bestond voor de helft uit in Nederland geproduceerde goederen.
Naar de EU ging twee derde van het gewicht van de goederenafvoer. Daarvan was 45 procent doorvoer en 22 procent wederuitvoer. Bijna 70 procent van de doorvoer, ruim 80 procent van de wederuitvoer van Nederland en bijna 60 procent van de uitvoer van Nederlands product had de EU als bestemming.
Landengroep | Aandeel landengroep | Goederenstroom (%) | Goederenstroom (%) | Goederenstroom (%) |
---|---|---|---|---|
Uitvoer van Nederlands product | Wederuitvoer | Uitgaande doorvoer | ||
Duitsland | 30 | 27 | 22 | 51 |
België en Luxemburg | 15 | 27 | 19 | 54 |
Zuid-Europa (EU) | 5 | 49 | 25 | 26 |
Verenigd Koninkrijk | 4 | 51 | 30 | 19 |
Oost-Europa (EU) | 4 | 36 | 21 | 43 |
Frankrijk | 4 | 49 | 32 | 19 |
Verenigde Staten | 4 | 63 | 18 | 19 |
Noord-Europa (EU) | 3 | 39 | 20 | 41 |
West-Afrika | 3 | 63 | 13 | 24 |
Zuidoost-Azië | 3 | 38 | 12 | 49 |
China, Taiwan, Mongolië | 2 | 34 | 6 | 60 |
Zuidwest-Azië | 1 | 48 | 13 | 39 |
Noorwegen1) | 1 | 27 | 14 | 58 |
Rusland | 1 | 13 | 4 | 83 |
Canada en Groenland | 1 | 45 | 10 | 45 |
Rest van de wereld | 17 | 45 | 10 | 46 |
Totaal van alle landen | 100 | 37 | 19 | 45 |
1) inclusief IJsland en de Faeröereilanden |
Landengroep | Aandeel landengroep | Goederenstroom (%) | Goederenstroom (%) | Goederenstroom (%) |
---|---|---|---|---|
Uitvoer van Nederlands product | Wederuitvoer | Uitgaande doorvoer | ||
Duitsland | 21 | 31 | 34 | 35 |
België en Luxemburg | 10 | 31 | 26 | 43 |
Zuid-Europa (EU) | 9 | 31 | 31 | 39 |
Oost-Europa (EU) | 8 | 28 | 36 | 36 |
Verenigd Koninkrijk | 6 | 38 | 35 | 27 |
Frankrijk | 6 | 36 | 38 | 26 |
Noord-Europa (EU) | 5 | 27 | 29 | 44 |
China, Taiwan, Mongolië | 5 | 46 | 13 | 40 |
Verenigde Staten | 5 | 53 | 21 | 26 |
Zuidwest-Azië | 2 | 37 | 26 | 36 |
Rusland | 2 | 24 | 15 | 61 |
Zuidoost-Azië | 2 | 35 | 21 | 44 |
West-Afrika | 2 | 65 | 13 | 22 |
Japan en Korea's | 2 | 40 | 17 | 44 |
Noorwegen1) | 2 | 26 | 15 | 58 |
Rest van de wereld | 15 | 35 | 18 | 48 |
Totaal van alle landen | 100 | 34 | 27 | 38 |
1) inclusief IJsland en de Faeröereilanden |
Duitsland en België waren ook de landen waar de meeste goederenwaarde heen ging in 2019. Samen waren ze goed voor een aandeel van ruim 30 procent in de totale waarde van de afvoer: 21 procent ging naar Duitsland en 10 procent naar België. De waarde van de afgevoerde goederen naar deze twee buurlanden bestond voor ongeveer 70 procent uit wederuitvoer of doorvoer. De verdeling over deze twee stromen verschilde tussen de twee landen: voor Duitsland waren ze ongeveer even groot, voor België was de waarde van de doorvoer meer dan anderhalf keer zo groot als die van de wederuitvoer. Dit heeft mede te maken met de goederensamenstelling van de stromen.
Twee derde van de totale waarde van de afvoer in 2019 ging naar de EU. Hiervan was bijna 40 procent doorvoer. De wederuitvoer en de uitvoer van Nederlands product hadden beide een aandeel van ongeveer 30 procent.
2. Goederengroepen per vervoerwijze
2.1 Zeevaart
De goederen die over zee het land binnenkomen bestaan voor ruim de helft van het brutogewicht uit fossiele brandstoffen, voor 12 procent uit landbouw- en voedingsproducten en voor 9 procent uit ertsen. De waarde van het inkomende zeetransport bestaat voor 30 procent uit machines, elektronica en transportmiddelen, voor 23 procent uit fossiele brandstoffen en voor 20 procent uit basismaterialen en producten daarvan.
De uitgaande goederenstroom over zee is anders samengesteld: net als de inkomende stroom bestaat deze voor een groot deel uit fossiele brandstoffen (40 procent), maar ook chemische producten (18 procent) en landbouw- en voedingsproducten (15 procent) hebben een relatief groot aandeel. In de waarde van het uitgaande zeetransport hebben deze goederengroepen een kleiner maar nog steeds substantieel gezamenlijk aandeel van 51 procent. In de waarde zijn daarnaast de machines, elektronica en transportmiddelen (21 procent) en de basismaterialen en producten daarvan (21 procent) goed vertegenwoordigd.
Landbouw- en voedingsproducten (%) | Fossiele brandstoffen (%) | Ertsen (%) | Ruwe mineralen en bouwmaterialen (%) | Chemische producten (%) | Basismaterialen en producten daarvan (%) | Machines, elektronica en transportmiddelen (%) | Afval en overige goederen (%) | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal inkomend transport | Waarde | 12,6 | 22,9 | 1,4 | 0,8 | 8,0 | 20,2 | 30,2 | 3,9 |
Totaal inkomend transport | Brutogewicht | 12,3 | 53,7 | 9,0 | 4,6 | 7,7 | 8,3 | 2,5 | 1,7 |
Totaal uitgaand transport | Waarde | 18,1 | 19,0 | 0,9 | 0,8 | 13,7 | 21,0 | 21,4 | 5,2 |
Totaal uitgaand transport | Brutogewicht | 14,9 | 40,3 | 1,1 | 4,2 | 17,6 | 14,0 | 3,2 | 4,7 |
2.2 Binnenvaart
De goederen die per binnenvaartschip het land binnenkomen bestaan voor 28 procent van het gewicht uit fossiele brandstoffen, voor een kwart uit ruwe mineralen en bouwmaterialen en voor een vijfde uit chemische producten. De fossiele brandstoffen bestaan hierbij voor bijna de helft van het gewicht uit ruwe aardolie, voor bijna een derde uit aardolieproducten en voor de rest (21 procent) uit kolen. In de waarde van deze stroom via de binnenvaart zijn machines, elektronica en transportmiddelen (29 procent), fossiele brandstoffen (22 procent) en basismaterialen en producten daarvan (18 procent) goed vertegenwoordigd.
De uitgaande goederenstroom per binnenvaartschip laat grote aandelen in het gewicht zien van fossiele brandstoffen (40 procent), ertsen (17 procent) en chemische producten (14 procent). Bij de fossiele brandstoffen gaat het bijna volledig (92 procent) om aardolieproducten. De waarde van deze goederenstroom bestaat voor een groot deel uit fossiele brandstoffen (35 procent), basismaterialen en producten daarvan (16 procent), chemische producten (16 procent) en machines, elektronica en transportmiddelen (15 procent).
Landbouw- en voedingsproducten (%) | Fossiele brandstoffen (%) | Ertsen (%) | Ruwe mineralen en bouwmaterialen (%) | Chemische producten (%) | Basismaterialen en producten daarvan (%) | Machines, elektronica en transportmiddelen (%) | Afval en overige goederen (%) | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal inkomend transport | Waarde | 7,8 | 21,6 | 0,3 | 2,6 | 15,9 | 18,2 | 29,1 | 4,4 |
Totaal inkomend transport | Brutogewicht | 15,1 | 28,0 | 0,4 | 24,8 | 19,9 | 7,0 | 1,5 | 3,4 |
Totaal uitgaand transport | Waarde | 9,3 | 34,9 | 5,2 | 1,5 | 15,8 | 16,0 | 15,1 | 2,3 |
Totaal uitgaand transport | Brutogewicht | 7,8 | 39,9 | 16,9 | 12,0 | 14,4 | 6,8 | 1,2 | 1,0 |
2.3 Wegvervoer
De binnenkomende vrachtwagens vervoeren voor het grootste deel van het gewicht landbouw- en voedingsproducten (38 procent), ruwe mineralen en bouwmaterialen (20 procent) en basismaterialen en producten daarvan (9 procent). In de waarde van deze goederenstroom over de weg zijn machines, elektronica en transportmiddelen (49 procent), landbouw- en voedingsproducten (17 procent) en basismaterialen en producten daarvan (15 procent) goed vertegenwoordigd.
De vrachtwagens die het land verlaten bevatten grotendeels landbouw- en voedingsproducten (40 procent van het gewicht), basismaterialen en producten daarvan (21 procent) en chemische producten (13 procent). De groep ‘basismaterialen en producten daarvan’ bestaat daarbij vooral uit basismetalen, hout, pulp, papier en producten van deze materialen. Qua waarde bestaat deze goederenstroom over de weg voor 45 procent uit machines, elektronica en transportmiddelen, voor 19 procent uit landbouw- en voedingsproducten en voor 17 procent uit basismaterialen en producten daarvan.
Landbouw- en voedingsproducten (%) | Fossiele brandstoffen (%) | Ertsen (%) | Ruwe mineralen en bouwmaterialen (%) | Chemische producten (%) | Basismaterialen en producten daarvan (%) | Machines, elektronica en transportmiddelen (%) | Afval en overige goederen (%) | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal inkomend transport | Waarde | 16,9 | 0,3 | 0,0 | 1,5 | 11,4 | 15,3 | 49,4 | 5,1 |
Totaal inkomend transport | Brutogewicht | 37,7 | 1,0 | 0,1 | 19,8 | 10,5 | 16,1 | 9,1 | 5,7 |
Totaal uitgaand transport | Waarde | 19,0 | 0,4 | 0,1 | 1,1 | 12,1 | 17,3 | 45,3 | 4,8 |
Totaal uitgaand transport | Brutogewicht | 40,1 | 1,5 | 0,1 | 10,0 | 13,5 | 21,5 | 8,1 | 5,4 |
2.4 Spoorvervoer
De vrachttreinen die het land binnenkomen vervoeren voor het grootste deel van het brutogewicht chemische producten: het aandeel van deze goederengroep is 42 procent. Daarnaast zijn er relatief grote aandelen van basismaterialen en producten daarvan (17 procent) en ruwe materialen en bouwmaterialen (17 procent). De waarde van de goederenaanvoer per trein bestaat voor 45 procent uit machines, elektronica en transportmiddelen, voor 19 procent uit basismaterialen en producten daarvan en voor 16 procent uit chemische producten.
In de per trein het land uitgaande goederenstroom zijn de fossiele brandstoffen met 37 procent van het brutogewicht goed vertegenwoordigd. Dit betreft vooral kolen. Daarnaast bestaat deze afvoerstroom voor 23 procent uit ertsen en voor 13 procent uit chemische producten. In de waarde van deze goederenstroom per trein zijn de machines, elektronica en transportmiddelen met een aandeel van 44 procent dominant. Hierbij gaat het grotendeels om transportmiddelen. Verder dragen landbouw- en voedingsproducten (16 procent) en basismaterialen en producten daarvan (15 procent) relatief veel bij aan de waarde.
Landbouw- en voedingsproducten (%) | Fossiele brandstoffen (%) | Ertsen (%) | Ruwe mineralen en bouwmaterialen (%) | Chemische producten (%) | Basismaterialen en producten daarvan (%) | Machines, elektronica en transportmiddelen (%) | Afval en overige goederen (%) | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal inkomend transport | Waarde | 12,3 | 0,6 | 0,0 | 0,7 | 16,4 | 19,4 | 44,9 | 5,7 |
Totaal inkomend transport | Brutogewicht | 13,2 | 1,7 | 0,0 | 16,8 | 41,7 | 16,9 | 8,0 | 1,8 |
Totaal uitgaand transport | Waarde | 15,8 | 3,6 | 7,5 | 0,5 | 10,7 | 14,8 | 43,6 | 3,4 |
Totaal uitgaand transport | Brutogewicht | 8,8 | 36,8 | 22,6 | 1,6 | 13,2 | 11,2 | 4,7 | 1,2 |
2.5 Luchtvaart
Het gewicht van de goederen die per vliegtuig worden aangevoerd bestaat voor 38 procent uit landbouw- en voedingsproducten en voor 35 procent uit machines, elektronica en transportmiddelen. Op plek drie komen basismaterialen en producten daarvan met een aandeel van 14 procent. Daarbij gaat het vooral om textiel, leer en producten daarvan. De waarde van deze goederenstroom door de lucht wordt gedomineerd door machines, elektronica en transportmiddelen (61 procent) en chemische producten (18 procent). Deze chemische producten bestaan vooral uit farmaceutica en chemische specialiteiten.
Ook de uitgaande goederenstroom per vliegtuig kent een groot aandeel van de machines, elektronica en transportmiddelen in het brutogewicht: 48 procent. Verder hebben landbouw- en voedingsproducten (21 procent) en basismaterialen en producten daarvan (14 procent) relatief grote aandelen. Van de waarde van de uitgaande goederenstroom door de lucht is 71 procent machines, elektronica en transportmiddelen. Daarnaast dragen chemische producten 15 procent bij aan de waarde.
Landbouw- en voedingsproducten (%) | Fossiele brandstoffen (%) | Ertsen (%) | Ruwe mineralen en bouwmaterialen (%) | Chemische producten (%) | Basismaterialen en producten daarvan (%) | Machines, elektronica en transportmiddelen (%) | Afval en overige goederen (%) | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal inkomend transport | Waarde | 5,0 | 0,0 | 0,0 | 0,5 | 17,9 | 10,9 | 60,7 | 5,0 |
Totaal inkomend transport | Brutogewicht | 37,9 | 0,3 | 0,1 | 1,0 | 6,8 | 14,1 | 35,4 | 4,4 |
Totaal uitgaand transport | Waarde | 3,9 | 0,0 | 0,0 | 0,2 | 15,0 | 4,7 | 71,1 | 5,0 |
Totaal uitgaand transport | Brutogewicht | 20,5 | 0,2 | 0,0 | 0,9 | 11,4 | 14,2 | 48,4 | 4,4 |
2.6 Pijpleidingvervoer
Vanwege het beperkt aantal producten dat per pijpleiding wordt getransporteerd, wordt voor het pijpleidingvervoer een meer specifieke indeling in goederengroepen gebruikt.
Van de goederen die per pijpleiding het land inkomen is 70 procent van het gewicht aardgas. Drinkwater uit het Eifelgebied vertegenwoordigt 14 procent van deze stroom. Verder is 8 procent van het aanvoergewicht per pijpleiding ruwe aardolie. Van de waarde van deze goederenstroom is 72 procent aardgas, 13 procent ruwe aardolie en 11 procent chemische producten.
De uitgaande goederenstroom per pijpleiding bestaat voor meer dan de helft van het gewicht uit ruwe aardolie, voor 28 procent uit aardgas en 13 procent uit aardolieproducten. Deze productgroepen hebben ook de grootste aandelen in de waarde van de stroom: achtereenvolgens 62 procent, 20 procent en 14 procent.
Drinkwater (%) | Aardgas (%) | Ruwe aardolie (%) | Aardolieproducten (%) | Chemische basisproducten (%) | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal inkomend transport | Waarde | 0,1 | 71,6 | 13,2 | 4,5 | 10,6 |
Totaal inkomend transport | Brutogewicht | 14,4 | 69,5 | 8,0 | 2,9 | 5,2 |
Totaal uitgaand transport | Waarde | 0,0 | 19,4 | 61,5 | 13,8 | 5,2 |
Totaal uitgaand transport | Brutogewicht | 0,0 | 27,8 | 56,5 | 13,3 | 2,4 |
2.7 Gecontaineriseerd versus niet-gecontaineriseerd vervoer
Van het totale brutogewicht dat in 2019 over de grens werd vervoerd ging 14 procent per container. Het aandeel van het containervervoer in de waarde van het totale transport is ruim tweemaal zo groot: 29 procent. De gemiddelde waarde per kilogram van goederen in containers was meer dan 2,5 keer zo groot als die van goederen in het niet-gecontaineriseerde vervoer.
Bijna een kwart van het gewicht in vervoerde containers bestaat uit voedings- en genotmiddelen. De landbouw-, bosbouw- en visserijproducten en de chemische basisproducten en kunstmeststoffen dragen elk 13 procent bij aan het gewicht. Tien procent van het gewicht is hout, pulp, papier of hout- en papierwaren. De waarde van de in containers vervoerde goederen wordt gedomineerd door de machines en elektronica (29 procent) en de transport middelen (17 procent). Daarnaast dragen de voedings- en genotmiddelen 12 procent bij.
Het niet-gecontaineriseerde grensoverschrijdende vervoer bestaat voor een vijfde van het gewicht uit aardolieproducten en voor een zesde deel uit ruwe aardolie. De chemische basisproducten en kunstmeststoffen vertegenwoordigen een aandeel van 10 procent, terwijl de voedings- en genotmiddelen en de kolen elk 8 procent aan het gewicht van het niet-gecontaineriseerde vervoer bijdragen. De waarde van deze goederenstroom betreft voor een kwart machines en elektronica. De transportmiddelen, de voedings- en genotmiddelen en de aardolieproducten dragen elk 9 procent bij.
In container (waarde) (%) | In container (brutogewicht) (%) | Niet in container (waarde) (%) | Niet in container (brutogewicht) (%) | |
---|---|---|---|---|
Machines en elektronica | 29,3 | -7,2 | ||
24,5 | -1,3 | |||
Transportmiddelen | 17,1 | -3,6 | ||
9,3 | -0,8 | |||
Voedings- en genotmiddelen | 12,4 | -21,3 | ||
9,4 | -7,9 | |||
Textiel, leer en producten daarvan | 9,1 | -2,3 | ||
2,3 | -0,2 | |||
Basismetalen en metaalproducten | 5,2 | -7,8 | ||
7,3 | -4,1 | |||
Kunststoffen, rubber | 4,7 | -5,4 | ||
2,9 | -0,8 | |||
Landbouw-, bosbouw- en visserijproducten | 4,2 | -12,5 | ||
4,5 | -5,3 | |||
Farmaceutica en chemische specialiteiten | 4,2 | -3,2 | ||
7,0 | -0,5 | |||
Hout, pulp, papier, hout- en papierwaren | 3,8 | -10,5 | ||
1,9 | -2,4 | |||
Chemische basisproducten en kunstmeststoffen | 3,3 | -12,8 | ||
6,1 | -10,1 | |||
Overige minerale producten | 0,6 | -3,1 | ||
0,9 | -2,1 | |||
Afval en secundaire grondstoffen | 0,4 | -4,2 | ||
0,6 | -1,6 | |||
Ertsen | 0,2 | -0,4 | ||
1,0 | -6,4 | |||
Aardolieproducten | 0,2 | -0,8 | ||
9,1 | -19,8 | |||
Zout, zand, grind, klei | 0,1 | -2,6 | ||
0,3 | -5,9 | |||
Steenkool en bruinkool | 0,0 | -0,1 | ||
0,7 | -8,0 | |||
Cokes | 0,0 | 0,0 | ||
0,1 | -0,4 | |||
Ruwe aardolie | 0,0 | 0,0 | ||
7,2 | -16,0 | |||
Aardgas | 0,0 | 0,0 | ||
1,6 | -5,9 | |||
Overige goederen | 5,0 | -2,4 | ||
3,4 | -0,5 |
3. Havenregio’s en goederengroepen
• Rotterdam, Rijnmond en Maasmond: dit gebied omvat de havens van Rotterdam, Vlaardingen, Dordrecht, Den Haag en Moerdijk.
• Amsterdam en Noordzeekanaalgebied: de havens van Amsterdam, IJmuiden en Velsen.
• North Sea port (excl. Gent): de havens van Vlissingen en Terneuzen.
• Noordelijke Zeehavens: Eemshaven en de havens van Delfzijl en Harlingen.
Deze gebieden worden in de rest van het artikel aangeduid als de havenregio’s Rotterdam, Amsterdam, Zeeland en Groningen. De rest van het land wordt ‘Overige gebieden’ genoemd.
3.1 Goederenstromen per havenregio
Van de totale internationale goederenstromen kwam in 2018 bijna 60 procent van het brutogewicht via de havenregio Rotterdam het land binnen of ging via deze regio het land uit. Ruim 10 procent van deze stromen liep via de havenregio Amsterdam, 5 procent via de havenregio Zeeland, 1 procent via de havenregio Groningen. De rest van het goederengewicht (een kwart) bereikte Nederland via de overige gebieden. In de waarde van de internationale goederen had de havenregio Rotterdam een kleiner aandeel: minder dan de helft in plaats van 60 procent. De overige gebieden hadden juist een groter aandeel in de waarde dan in het gewicht: bijna 40 procent.
De havenregio Rotterdam heeft een relatief groot aandeel in de doorvoer van goederen. Ongeveer twee derde van het gewicht en ruim de helft van de waarde van de doorvoer gaat via deze regio. Dat aandeel is duidelijk hoger dan het aandeel van Rotterdam in het totale transport. De regio Rotterdam verwerkt dus relatief veel doorvoergoederen. Voor de havenregio Rotterdam is het geschatte aandeel van de doorvoer dan ook relatief hoog: 54 procent, duidelijk hoger dan de aandelen voor de andere havenregio’s en de rest van Nederland (rond 40 procent). Dit resultaat past bij de kennis dat Rotterdam een echte doorvoerhaven is, ook voor wat betreft zee-zeedoorvoer en de overslag van containers voor vervoer naar het achterland. Het geschatte aandeel doorvoer voor containervervoer bedraagt 51 procent tegenover 41 procent voor het niet-gecontaineriseerde vervoer.
Rotterdam (%) | Amsterdam (%) | Zeeland (%) | Groningen (%) | Overige gebieden (%) | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Invoer voor binnenlands gebruik | Waarde | 46 | 10 | 4 | 1 | 39 |
Invoer voor binnenlands gebruik | Brutogewicht | 52 | 12 | 5 | 1 | 30 |
Uitvoer van Nederlands product | Waarde | 41 | 14 | 4 | 1 | 41 |
Uitvoer van Nederlands product | Brutogewicht | 47 | 15 | 6 | 1 | 30 |
Wederuitvoer | Waarde | 36 | 15 | 3 | 0 | 46 |
Wederuitvoer | Brutogewicht | 51 | 12 | 6 | 1 | 30 |
Doorvoer | Waarde | 53 | 11 | 3 | 0 | 32 |
Doorvoer | Brutogewicht | 66 | 9 | 5 | 1 | 20 |
Totaal transport | Waarde | 46 | 12 | 3 | 1 | 38 |
Totaal transport | Brutogewicht | 57 | 11 | 5 | 1 | 25 |
Havenregio | Aandeel doorvoer (%) |
---|---|
Rotterdam | 54 |
Amsterdam | 38 |
Zeeland | 43 |
Groningen | 37 |
Overige gebieden | 37 |
Het aandeel van de havenregio Rotterdam in de wederuitvoer is kleiner dan het aandeel in de doorvoer: ruim de helft van het gewicht en ruim een derde van de waarde. Met 47 procent is het gewichtsaandeel van Rotterdam in de uitvoer van Nederlands product nog kleiner. In de invoer voor Nederlands gebruik heeft de havenregio Rotterdam een aandeel van 52 procent in het gewicht.
De overige gebieden tonen een ander beeld. De aandelen van deze regio in de invoer voor binnenlands gebruik, de uitvoer van Nederlands product en de wederuitvoer (alle drie 30 procent) zijn groter dan het aandeel in de doorvoer (20 procent). Voor de havenregio Amsterdam is het aandeel in de uitvoer van Nederlands product relatief groot: 15 procent aandeel in het uitvoergewicht tegenover 11 procent aandeel in het totale transportgewicht.
3.2 Goederengroepen per havenregio
Van het goederengewicht dat via de havenregio Rotterdam het land binnenkomt of uitgaat was in 2018 ruim een vijfde ruwe aardolie en bijna een vijfde aardolieproducten. Ruim een tiende was chemische basisproducten en kunstmeststoffen en bijna een tiende bestond uit voedings- en genotmiddelen. Deze vier productgroepen zorgden samen voor 60 procent van het via Rotterdam verlopende internationale goederentransport.
De internationale transportstromen via de havenregio Amsterdam bestonden in 2018 voor bijna 40 procent van het gewicht uit aardolieproducten en voor ruim een vijfde deel uit kolen. Bij de havenregio Zeeland waren het de aardolieproducten (bijna een kwart), chemische basisproducten en kunstmeststoffen (ruim een vijfde), hout, pulp, papier, hout- en papierwaren (12 procent) en kolen (9 procent) die de boventoon voerden. Voor de havenregio Groningen waren dat zout, zand, grind en klei (29 procent), kolen (bijna een kwart) en chemische basisproducten en kunstmeststoffen (9 procent). In de overige gebieden vond voor ruim een vijfde van het gewicht grensoverschrijdend transport plaats van aardgas, terwijl een zesde deel bestond uit voedings- en genotmiddelen, 11 procent uit zout, zand, grind en klei en 11 procent uit landbouw-, bosbouw- en visserijproducten.
Goederengroep | Rotterdam | Amsterdam | Zeeland | Groningen | Overige gebieden | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|
Landbouw-, bosbouw- en visserijproducten | 4,4 | 4,7 | 5,3 | 5,4 | 11,1 | 6,2 |
Voedings- en genotmiddelen | 8,6 | 6,0 | 3,7 | 5,3 | 15,8 | 9,8 |
Steenkool en bruinkool | 6,8 | 21,1 | 9,2 | 23,0 | 0,3 | 7,1 |
Cokes | 0,2 | 1,0 | 1,7 | 0,5 | 0,1 | 0,4 |
Aardgas | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 2,2 | 22,7 | 5,8 |
Ruwe aardolie | 21,6 | 0,1 | 0,6 | 0,1 | 2,8 | 13,2 |
Aardolieproducten | 18,5 | 39,3 | 24,4 | 6,6 | 0,9 | 16,6 |
Ertsen | 8,5 | 4,7 | 3,9 | 0,9 | 0,1 | 5,7 |
Zout, zand, grind, klei | 2,3 | 6,6 | 4,4 | 28,7 | 11,3 | 5,4 |
Overige minerale producten | 1,2 | 1,0 | 0,9 | 5,8 | 5,5 | 2,3 |
Chemische basisproducten en kunstmeststoffen | 10,9 | 5,9 | 21,0 | 8,5 | 8,7 | 10,3 |
Farmaceutica en chemische specialiteiten | 1,1 | 0,7 | 0,4 | 2,2 | 0,9 | 1,0 |
Kunststoffen, rubber | 1,7 | 0,1 | 2,8 | 1,3 | 1,8 | 1,6 |
Basismetalen en metaalproducten | 4,8 | 4,2 | 5,9 | 2,7 | 6,0 | 5,1 |
Machines en elektronica | 2,1 | 0,8 | 0,9 | 1,3 | 2,5 | 2,0 |
Transportmiddelen | 0,8 | 0,5 | 1,5 | 2,1 | 2,1 | 1,1 |
Textiel, leer en producten daarvan | 0,7 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,4 | 0,5 |
Hout, pulp, papier, hout- en papierwaren | 3,1 | 0,8 | 12,0 | 2,1 | 3,6 | 3,4 |
Afval en secundaire grondstoffen | 1,9 | 2,1 | 0,9 | 0,9 | 2,1 | 1,9 |
Overige goederen | 0,6 | 0,2 | 0,1 | 0,1 | 1,3 | 0,7 |
Van de waarde van goederen die in 2018 het land binnenkwamen of verlieten betrof ruim een kwart machines en elektronica, 11 procent transportmiddelen en ook 11 procent voedings- en genotmiddelen. Voor de havenregio Amsterdam was het aandeel machines en elektronica relatief hoog: 37 procent. Voor de regio Rotterdam was het aandeel transportmiddelen met 6 procent relatief laag.
De internationale aan- en afvoer van ruwe aardolie van Nederland vond in 2018 voor 94 procent van het gewicht via de havenregio Rotterdam plaats en die van aardolieproducten voor twee derde. Ook ertsen kwamen of gingen voor een groot deel (86 procent van het gewicht) via Rotterdam de grens over. Aardgas werd bijna volledig via de overige, niet-havengebieden aan- en afgevoerd. Elf procent van het gewicht van de goederen die Nederland binnenkwamen of verlieten ging via de havenregio Amsterdam. Daarop gelet werd een relatief groot aandeel van de kolen (een derde), de cokes (30 procent) en de aardolieproducten (ruim een kwart) via Amsterdam het land binnen- of uitgebracht. Voor de havenregio Zeeland was het aandeel in de totale aan- en afvoer van goederen 5 procent. Daarmee vergeleken was het aandeel van Zeeland in het internationale transport van cokes (een kwart), hout, pulp, papier, hout- en papierwaren (bijna een vijfde) en chemische basisproducten en kunstmeststoffen (10 procent) relatief hoog. Voor de havenregio Groningen was het aandeel in de aan- en afvoer van zout, zand, grind, klei (6 procent) hoog in vergelijking met het aandeel van Groningen in de totale aan- en afvoer (1 procent).
Rotterdam (%) | Amsterdam (%) | Zeeland (%) | Groningen (%) | Overige gebieden (%) | |
---|---|---|---|---|---|
Landbouw-, bosbouw- en visserijproducten | 41 | 9 | 4 | 1 | 45 |
Voedings- en genotmiddelen | 50 | 7 | 2 | 1 | 41 |
Steenkool en bruinkool | 55 | 34 | 7 | 3 | 1 |
Cokes | 39 | 30 | 24 | 1 | 5 |
Aardgas | 1 | 0 | 0 | 0 | 98 |
Ruwe aardolie | 94 | 0 | 0 | 0 | 5 |
Aardolieproducten | 64 | 27 | 7 | 0 | 1 |
Ertsen | 86 | 9 | 3 | 0 | 1 |
Zout, zand, grind, klei | 24 | 14 | 4 | 6 | 52 |
Overige minerale producten | 30 | 5 | 2 | 3 | 60 |
Chemische basisproducten en kunstmeststoffen | 61 | 6 | 10 | 1 | 21 |
Farmaceutica en chemische specialiteiten | 65 | 8 | 2 | 2 | 23 |
Kunststoffen, rubber | 61 | 1 | 9 | 1 | 28 |
Basismetalen en metaalproducten | 54 | 9 | 6 | 1 | 30 |
Machines en elektronica | 60 | 5 | 2 | 1 | 32 |
Transportmiddelen | 40 | 5 | 7 | 2 | 47 |
Textiel, leer en producten daarvan | 75 | 5 | 2 | 0 | 18 |
Hout, pulp, papier, hout- en papierwaren | 52 | 3 | 18 | 1 | 27 |
Afval en secundaire grondstoffen | 57 | 12 | 2 | 0 | 28 |
Overige goederen | 51 | 3 | 1 | 0 | 46 |
Totaal | 57 | 11 | 5 | 1 | 25 |
4. Goederenvervoer via België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk
Goederen die vanuit België naar Nederland toekomen hebben voor een deel een herkomst in een ander land. België fungeert dan als doorvoerland voor deze goederentransporten naar Nederland. Ook andere landen, vooral de landen die langs de belangrijke handelsrouten naar en vanuit Nederland liggen en over een grote haven beschikken, vervullen een dergelijke functie3) .
De goederen die in België (of Luxemburg) op een voertuig richting Nederland zijn geladen hadden in 2018 voor de helft van het brutogewicht hun herkomst in België (of Luxemburg). Het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en de EU-landen in Zuid- en Oost-Europa (EU) zorgden voor het meeste van de rest van het goederenvervoer dat via overlading in België naar Nederland toekwam.
Landengroep van herkomst | Aandeel in brutogewicht (%) |
---|---|
België en Luxemburg | 49,9 |
Verenigd Koninkrijk | 10,3 |
Zuid-Europa (EU) | 9,1 |
Frankrijk | 5,8 |
Oost-Europa (EU) | 5,6 |
Duitsland | 4,4 |
Verenigde Staten | 2,3 |
China, Taiwan en Mongolië | 1,5 |
Rusland | 1,4 |
Ierland | 0,9 |
Rest van de wereld | 8,8 |
De goederen die in 2018 vanuit Duitsland naar Nederland werden vervoerd waren voor meer dan 70 procent van het gewicht afkomstig uit Duitsland zelf. De rest kwam voornamelijk uit Noord- en Oost-Europa, China, de Verenigde staten en de Baltische staten.
Van de beschouwde 36 landengroepen kende het Verenigd Koninkrijk het grootste aandeel in het naar Nederland gebrachte gewicht dat geen herkomst heeft in de eigen regio: meer dan 60 procent. Grote bijdragen in de doorvoer via het Verenigd Koninkrijk naar Nederland komen van Zuidwest-Azië, Rusland, de Verenigde Staten en West-Afrika.
Landengroep van herkomst | Aandeel in brutogewicht (%) |
---|---|
Verenigd Koninkrijk | 37,3 |
Zuidwest-Azië | 9,7 |
Rusland | 8,5 |
Verenigde Staten | 6,9 |
West-Afrika | 6,2 |
Oceanië | 2,5 |
Midden-Amerika | 2,5 |
Zuidoost-Azië | 2,4 |
China, Taiwan en Mongolië | 2,4 |
Noord-Afrika | 2,2 |
Rest van de wereld | 19,5 |
Ook voor Noord-Afrika, Zuid-Europa en de Baltische staten geldt in 2018 dat andere herkomstregio’s een groter aandeel hebben in het totale transportgewicht naar Nederland dan de landengroep zelf. Noord-Afrika en Zuid-Europa liggen strategisch langs de belangrijke handelsroute tussen Azië en Noord-Europa, terwijl de Baltische staten vanwege hun ligging als doorvoerregio fungeren voor fossiele brandstoffen uit Rusland.
5. Doorvoerketens
Machines en elektronica droegen in 2019 het meeste bij aan de waarde van de doorvoer van goederen. Ruwe aardolie deed dat voor wat betreft het brutogewicht. De goederengroep ‘hout, pulp, papier, hout- en papierwaren’ had een aandeel van 4 procent in zowel de waarde als het gewicht van de doorvoer en had daarmee een middenpositie tussen de goederengroepen. Van deze drie goederengroepen beschrijft dit hoofdstuk de geschatte doorvoerketens.
5.1 Machines en elektronica
De belangrijkste herkomstlandengroepen voor de doorvoer van machines en elektronica via Nederland in 2018 waren China, Taiwan en Mongolië, Japan en Zuid-Korea en Zuidoost-Azië. Samen hadden ze een aandeel van 42 procent in het brutogewicht van deze doorvoerstroom. Daarnaast hadden Oost-Europa, Zuid-Europa, Noorwegen en Noord-Europa een relatief grote bijdrage: samen 26 procent.
De bestemmingslanden met het grootste aandeel in de doorvoer van machines en elektronica in 2018 waren China/Taiwan, België/Luxemburg en Oost-Europa, en daarnaast ook Noorwegen, Duitsland en Rusland.
Herkomstregio | Aandeel doorvoer herkomstregio | Bestemmingsregio | Aandeel doorvoer bestemmingsregio |
---|---|---|---|
China, Taiwan, Mongolië | 21 | China, Taiwan, Mongolië | 13 |
Japan en Korea’s | 12 | België en Luxemburg | 13 |
Zuidoost-Azië | 9 | Oost-Europa (EU) | 10 |
Oost-Europa (EU) | 9 | Noorwegen 1) | 8 |
Zuid-Europa (EU) | 7 | Duitsland | 8 |
Noorwegen 1) | 6 | Rusland | 6 |
Noord-Europa (EU) | 5 | Noord-Europa (EU) | 5 |
1) inclusief IJsland en de Faeröereilanden |
Een derde van deze doorvoerstroom van machines en elektronica via Nederland loopt van de regio’s China, Taiwan en Mongolië, Japan en Korea’s en Zuidoost-Azië naar Europa. De route vanuit Europese landen naar België draagt voor 9 procent bij en die van Europa naar China, Taiwan en Mongolië eveneens voor 9 procent. De Verenigde Staten heeft als herkomstland een aandeel van 4 procent in deze stroom.
5.2 Ruwe aardolie
De doorvoer van ruwe aardolie via Nederland kwam voor het grootste deel uit Rusland, West-Afrika en Zuidwest-Azië en ging bijna volledig naar België en Duitsland. De doorvoer van ruwe aardolie naar België kwam voor meer dan een derde uit Rusland, voor een zesde deel uit West-Afrika en voor meer dan 10 procent uit Zuidwest-Azië. De naar Duitsland doorgevoerde ruwe aardolie kwam met min of meer gelijke aandelen van een vijfde uit dezelfde regio’s en voor meer dan 10 procent uit het Verenigd Koninkrijk.
Herkomstregio | Aandeel doorvoer herkomstregio | Bestemmingsregio | Aandeel doorvoer bestemmingsregio |
---|---|---|---|
Rusland | 31 | België en Luxemburg | 71 |
West-Afrika | 18 | Duitsland | 27 |
Zuidwest-Azië | 13 | Verenigd Koninkrijk | 1 |
Verenigd Koninkrijk | 7 | ||
Verenigde Staten | 7 | ||
5.3 Hout, pulp, papier, hout- en papierwaren
De doorvoer van hout, pulp, papier, hout- en papierwaren via Nederland kwam voor een vijfde deel uit Rusland en voor een zesde deel uit Noord-Europa. Daarnaast speelden Brazilië, de Verenigde Staten, en Oost- en Zuid-Europa een rol als herkomstregio voor deze doorvoerstroom. België/Luxemburg had als bestemmingsregio het grootste aandeel in deze goederenstroom en daarnaast ook China, Taiwan en Mongolië, Oost-Europa, Rusland, Duitsland en Noord-Europa.
Herkomstregio | Aandeel doorvoer herkomstregio | Bestemmingsregio | Aandeel doorvoer bestemmingsregio |
---|---|---|---|
Rusland | 21 | België en Luxemburg | 14 |
Noord-Europa (EU) | 17 | China, Taiwan, Mongolië | 12 |
Brazilië | 11 | Oost-Europa (EU) | 9 |
Verenigde Staten | 6 | Rusland | 7 |
Oost-Europa (EU) | 5 | Duitsland | 7 |
Zuid-Europa (EU) | 5 | Noord-Europa (EU) | 6 |
Ruim een vijfde deel van de doorvoerstroom van hout, pulp, papier, hout- en papierwaren ging van Rusland en Noord-Europa naar Azië. Ongeveer 12 procent betrof doorvoer van Europese landen naar België en 8 procent werd van Brazilië naar Europa gebracht.
Bijlage 1 Landen per wereldregio
- Nederland
- Frankrijk: Frankrijk, Monaco.
- Duitsland
- Verenigd Koninkrijk: Guernsey, Isle of Man, Jersey, Verenigd Koninkrijk.
- Ierland
- België en Luxemburg
- Noorwegen, IJsland en de Faeröereilanden: Faeröer, IJsland, Noorwegen, Spitsbergen en Jan Mayen.
- Baltische staten: Estland, Letland, Litouwen.
- Rusland
- Noord-Europa (EU): Denemarken, Finland, Zweden.
- Zuid-Europa (EU): Andorra, Ceuta, Chafarinaseilanden, Melilla, Penon de Alhucemas, Penon de Vélez de la Gomera, Cyprus, Gibraltar, Griekenland, Italië, Malta, Portugal, San Marino, Spanje, Vaticaanstad.
- Oost-Europa (EU): Bulgarije, Hongarije, Kroatië, Oostenrijk, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Tsjechië.
- Zwitserland en Liechtenstein
- Oost-Europa, incl. Balkan en Kaukasus (niet EU): Albanië, Armenië, Azerbeidzjan, Bosnië en Herzegovina, Georgië, Kosovo, Macedonië, Moldavië, Montenegro, Oekraïne, Servië, Wit-Rusland.
- Turkije
- Noord-Afrika: Algerije, Egypte, Libië, Marokko, Tunesië, Westelijke Sahara.
- Oost-Afrika: Brits-Indisch Oceaan Territorium, incl. Chagoseilanden, Burundi, Djibouti, Eritrea, Ethiopië, Kenia, Oeganda, Rwanda, Seychellen, Soedan, Somalië, Tanzania, Zuid-Soedan.
- West-Afrika: Angola, Benin, Burkina Faso, Centraal-Afrikaanse Republiek, Congo-Brazzaville, Congo-Kinshasa, Equatoriaal-Guinea, Gabon, Gambia, Ghana, Guinee, Guinee-Bissau, Ivoorkust, Kaapverdië, Kameroen, Liberia, Mali, Mauritanië, Niger, Nigeria, Réunion, Sao Tomé en Principe, Senegal, Sierra Leone, Sint-Helena, Ascension en Tristan da Cunha, Togo, Tsjaad.
- Zuidelijk Afrika: Botswana, Comoren, Lesotho, Madagaskar, Malawi, Mauritius, incl. Agalega-eilanden, Cargados Carajoseilanden, Rodrigues, St. Brandoneilanden, Mayotte: Grande-Terre en Pamanzi, Mozambique, Namibië, Swaziland, Zambia, Zimbabwe, Zuid-Afrika.
- Verenigde Staten
- Canada en Groenland: Canada, Groenland, St. Pierre en Miquelon.
- Colombia
- Brazilië
- Midden-Amerika: Belize, Costa Rica, El Salvador, Guadeloupe, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama.
- Caribisch gebied: Amerikaanse Maagdeneilanden, Anguilla, Antigua en Barbuda, Aruba, Bahama's, Barbados, Bermuda, Britse Maagdeneilanden, Caribisch Nederland, Cuba, Curaçao, Dominica, Dominicaanse Republiek, Grenada, Guadeloupe, Zuid-Grenadinen, Haïti, Jamaica, Kaaimaneilanden, Martinique, Montserrat, Nederlandse Antillen, Puerto Rico, Saint Bartélemy, Saint Kitts en Nevis, Saint Lucia, Saint Martin, Saint Vincent en de Grenadines, Sint-Maarten (NL), Trinidad en Tobago, Turks- en Caicoseilanden.
- Noordelijk Zuid-Amerika: Frans-Guyana, Guyana, Suriname, Venezuela.
- Westelijk Zuid-Amerika: Bolivia, Chili, Ecuador, Peru.
- Zuidoostelijk Zuid-Amerika: Argentinië, Falklandeilanden, Paraguay, Uruguay.
- China, Taiwan en Mongolië: China, Hongkong, Macau, Mongolië, Taiwan.
- Japan en Korea's: Japan, Noord-Korea, Zuid-Korea.
- Zuidoost-Azië: Brunei, Cambodja, Filipijnen, Indonesië, Laos, Maleisië, Myanmar, Oost-Timor, Singapore, Thailand, Vietnam.
- India en buurlanden: Bangladesh, Bhutan, India, Maldiven, Nepal, Sri Lanka.
- Pakistan, Afghanistan, Iran.
- Zuidwest-Azië: Bahrein, Irak, Israël, Jemen, Jordanië, Koeweit, Libanon, Oman, Palestina, Qatar, Saoedi-Arabië, Syrië, Verenigde Arabische Emiraten.
- Centraal-Azië: Kazachstan, Kirgizië, Oezbekistan, Tadzjikistan, Turkmenistan.
- Oceanië: Amerikaans-Samoa, Antarctica, Australië, Bouveteiland, Christmaseiland, Cocoseilanden, Cookeilanden, Fiji, Franse Zuidelijke Gebieden, Frans-Polynesië, Guam, Heard- en McDonaldeilanden, Kiribati, Marshalleilanden, Micronesia, Nauru, Nieuw-Caledonië, Nieuw-Zeeland, Niue-eiland, Noordelijke Marianen, Norfolkeilanden, Palau, Papoea-Nieuw-Guinea, Pitcairneilanden, Salomonseilanden, Samoa, Tokelau-eilanden, Tonga, Tuvalu, Vanuatu, Verafgelegen eilandjes van de Verenigde Staten, Wallis en Futuna, Zuid-Georgië en Zuid-Sandwicheilanden.
- Overig of onbekend:
- Niet nader bepaalde landen en gebieden in het kader van het handelsverkeer met derde landen.
- Niet nader bepaalde landen en gebieden in het kader van het intracommunautaire handelsverkeer.
- Om commerciële of militaire redenen niet nader aangegeven landen en gebieden in het kader van het communautaire handelsverkeer.
- Om commerciële of militaire redenen niet nader aangegeven landen en gebieden in het kader van het handelsverkeer met derde landen.
- Onbekend, zee onbekend.
Bijlage 2 Goederengroepen
Acht goederengroepen van hoofdstuk 2, de groepen in-, uit- en doorvoerstatistiek en de corresponderende goederengroepen conform NST20075)
1. Landbouw- en voedingsproducten
- Landbouw-, bosbouw- en visserijproducten: Granen, Aardappelen,Suikerbieten, Andere verse groenten en vers fruit, Producten van de bosbouw, Levende planten en bloemen, Andere stoffen van plantaardige oorsprong, Levende dieren,Rauwe melk van runderen, schapen en geiten, Andere grondstoffen van dierlijke oorsprong, Vis en andere visserijproducten
- Voedings- en genotmiddelen: Vlees, ongelooide huiden en vellen en vleesproducten,Vis en visproducten, verwerkt en verduurzaamd, Groenten en fruit, verwerkt en verduurzaamd. Dierlijke en plantaardige oliën en vetten, Zuivelproducten en consumptie-ijs, Maalderijproducten, zetmeel en zetmeelproducten; bereide diervoeders,Dranken, Overige voedingsmiddelen niet elders genoemd en tabaksproducten (behalve in pakketten of gegroepeerd),Diverse voedingsmiddelen en tabaksproducten, in pakketten of gegroepeerd.
2. Fossiele brandstoffen
- Steenkool en bruinkool: Steenkool en bruinkool
- Cokes: Cokesovenproducten, briketten, eierkolen en dergelijke vaste brandstoffen
- Aardgas: Aardgas
- Ruwe aardolie: Ruwe aardolie
- Aardolieproducten: Vloeibare geraffineerde aardolieproducten, Gasvormige aardolieproducten, ook indien vloeibaar gemaakt of geperst, Geraffineerde vaste of wasvormige aardolieproducten
3. Ertsen
- Ertsen: IJzererts, Non-ferrometaalertsen (andere dan uranium- en thoriumerts), Uranium- en thoriumerts
4. Ruwe mineralen en bouwmaterialen
- Zout, zand, grind, klei: Mineralen voor de chemische en kunstmestindustrie, Zout, Steen, zand, grind, klei, turf en andere delfstoffen, niet elders genoemd
- Overige minerale producten: Glas en glaswerk, keramische producten,Cement, kalk en gips, Overige bouwmaterialen en producten
5. Chemische producten
- Chemische basisproducten en kunstmeststoffen: Anorganische chemische basisproducten, Organische chemische basisproducten, Kunstmeststoffen en stikstofverbindingen (behalve natuurlijke meststoffen), Splijt- en kweekstoffen
- Farmaceutica en chemische specialiteiten: Farmaceutische producten en chemische specialiteiten, met inbegrip van verdelgingsmiddelen, en andere chemische producten voor de landbouw
6. Basismaterialen en producten daarvan
- Kunststoffen, rubber:Kunststoffen en synthetische rubber in primaire vormen, Producten van rubber of kunststof
- Basismetalen en metaalproducten: IJzer en staal in primaire vormen; ferrolegeringen; ijzer en staal, eerste verwerking (behalve buizen),Non-ferrometalen en producten daarvan,Buizen, pijpen, holle profielen en fittings daarvoor, van metaal, Metalen constructieproducten, Ketels, ijzerwaren, wapens en andere producten van metaal
- Textiel, leer en producten daarvan: Textiel, Kleding en artikelen van bont,Leder en lederwaren
- Hout, pulp, papier, hout- en papierwaren: Hout- en kurkwaren (m.u.v. meubelen), Pulp, papier en papierwaren
7. Machines, elektronica en transportmiddelen
- Machines en elektronica: Machines en werktuigen voor de landbouw en de bosbouw, Huishoudapparaten, n.e.g. (witgoed), Kantoormachines en computers, Elektrische machines en apparaten, n.e.g., Elektronische onderdelen en zend- en transmissietoestellen, Ontvangtoestellen voor televisie en radio-omroep; audio- en videoapparatuur en toebehoren (bruingoed), Medische apparatuur en instrumenten, precisie- en optische instrumenten; uurwerken, Overige machines, gereedschapswerktuigen en onderdelen
- Transportmiddelen: Producten van de auto-industrie, Andere transportmiddelen
8. Afval en overige goederen
- Afval en secundaire grondstoffen: Huishoudelijk afval en gemeentelijk afval, Overig afval en secundaire grondstoffen
- Overige goederen: Drukwerk en opgenomen media, Meubilair,Overige industrieproducten, Brieven, Pakketten en colli’s, Particuliere verhuizing, Door reizigers begeleide bagage en artikelen, Voertuigen voor reparatie, Bedrijfsinstallaties, steigermateriaal, Overige niet voor de markt bestemde goederen, niet elders genoemd. Overige, niet elders opgenomen goederen
5) Nomenclature uniforme des marchandises pour les Statistiques de Transport, 2007. Deze codering is sinds 2008 van kracht binnen de lidstaten van de Europese Unie.