4. Werkgelegenheid
Door de steunmaatregelen van de overheid daalde het aantal arbeidsjaren in 2020, met 15,5 procent, veel minder fors dan de toeristische bestedingen en toegevoegde waarde van toerisme in dat jaar. Terwijl de toegevoegde waarde en de bestedingen na de forse daling in het eerste coronajaar weer toenamen, zette de daling van de werkgelegenheid in 2021 juist door. In 2021 nam het aantal arbeidsjaren in het toerisme met nog eens 4,3 procent af. Een gedeelte van het personeel dat in 2020 met loonsteun in dienst bleef, vertrok in 2021 mogelijk alsnog waardoor de toeristische werkgelegenheid verder daalde.
Het aantal banen in toerisme kwam in 2021 uit op 653 duizend, het aantal werkzame personen op 552 duizend en het aantal arbeidsjaren op 401 duizend. Het uiteenlopen van deze variabelen heeft te maken met de aanwezigheid van deeltijdbanen en een ongelijkmatige verdeling van werkgelegenheid binnen een jaar. Uitgedrukt in arbeidsjaren bedroeg de werkgelegenheid in toerisme in 2021 slechts 5 procent van de totale werkgelegenheid in Nederland. Dat is het laagste aandeel sinds de start van de toerismerekeningen in 2010; in 2019 was het aandeel nog 6,4 procent en in 2020 5,4 procent. Het totale arbeidsvolume in de Nederlandse economie is daarentegen in 2021 juist gestegen. In aantallen lag het aantal werkzame personen en arbeidsvolume in toerisme in 2021 nog wel boven het niveau van 2010.
Jaar | Werkzame personen (x 1 000) | Arbeidsjaren (x 1 000) |
---|---|---|
2010 | 550 | 384 |
2011 | 567 | 392 |
2012 | 575 | 395 |
2013 | 581 | 400 |
2014 | 604 | 413 |
2015 | 616 | 423 |
2016 | 632 | 438 |
2017 | 656 | 459 |
2018 | 668 | 479 |
2019 | 692 | 496 |
2020 | 580 | 419 |
2021 | 552 | 401 |
Toerisme (2010=100) | Nederlandse economie (2010=100) | |
---|---|---|
2010 | 100 | 100 |
2011 | 102,1 | 100,6 |
2012 | 102,9 | 100 |
2013 | 104,2 | 98,7 |
2014 | 107,6 | 98,6 |
2015 | 110,2 | 99,9 |
2016 | 114,1 | 101,9 |
2017 | 119,5 | 104,5 |
2018 | 124,7 | 107,6 |
2019 | 129,2 | 110,3 |
2020 | 109,1 | 110,7 |
2021 | 104,4 | 113,2 |
De daling van de werkgelegenheid ten behoeve van toerisme in 2021 was vooral zichtbaar in de horeca. Ook in de luchtvaart en bij reisbureaus en reisbemiddeling daalde het arbeidsvolume ten behoeve van het toerisme. Er waren in 2020 en 2021 speciale steunmaatregelingen voor de culturele/creatieve sector. Personeel dat via uitzendbureaus in het toerisme werkt, wordt overigens niet meegenomen in deze werkgelegenheidscijfers. De kosten van uitzendpersoneel zijn een verbruikspost.
Ondanks de daling van de werkgelegenheid werden binnen het toerisme in 2021 wel meer uren gewerkt dan in 2020. Personeel van op toerisme gerichte bedrijven bleef in 2020 met loonsteun vaak nog in dienst, maar werkte weinig uren door de lockdowns. Het personeel dat in 2021 nog in de toeristische sector werkzaam was, kon in de loop van het jaar ook weer vaker daadwerkelijk aan de slag. In de verdeling van werkgelegenheid over de activiteiten in toerisme is tussen 2019, 2020 en 2021 geen verandering opgetreden in de volgorde van grootte. De horeca was in 2021 met 49,2 procent van het totale aantal arbeidsjaren van 401 duizend nog steeds het grootste qua werkgelegenheid in het toerisme, gevolgd door overige bedrijfstakken ten behoeve van toerisme, zoals detailhandel, openbaar vervoer en brandstofservicestations.
Arbeidsjaren | |
---|---|
Horeca | 49,2 |
Luchtvaart, reisbureaus en -bemiddeling | 5,6 |
Kunst, cultuur en hobbyclubs | 9,3 |
Sport, recreatie en gokwezen | 10,3 |
Overige bedrijfstakken ten behoeve van toerisme | 25,5 |
In 2021 was er sprake van uitstroom van personeel uit het toerisme richting andere sectoren. Hierdoor ontstonden er na het afschalen van de coronamaatregelen begin 2022 personeelstekorten in onder andere de horeca. In het tweede kwartaal van 2022 gaf 42,9 procent van de horecaondernemers aan dat personeelstekort een belemmering is.