2. Toegevoegde waarde
Ten opzichte van 2020 groeide het volume van de toegevoegde waarde van toerisme in 2021 met 13,1 procent, na een krimp van 51,3 procent in 2020. Het onvolledige herstel zorgde ervoor dat het aandeel van het toerisme in de gehele Nederlandse economie slechts licht toenam, van 2,3 procent in 2020 tot 2,5 procent in 2021. Voor de coronapandemie, zowel in 2018 als 2019, bedroeg dit aandeel nog 4,4 procent.
De toegevoegde waarde van het toerisme is de resultante van de omzet van betrokken Nederlandse bedrijven uit toeristische bestedingen van Nederlanders en buitenlanders minus de daarvoor door deze bedrijven ingekochte goederen en diensten die als input in hun productieproces worden gebruikt.
Toegevoegde waarde toerisme (mld euro, % bbp) | Aandeel van toerisme in bbp (mld euro, % bbp) | |
---|---|---|
2010 | 18,103 | 3,2 |
2011 | 18,618 | 3,2 |
2012 | 19,445 | 3,3 |
2013 | 20,378 | 3,4 |
2014 | 22,305 | 3,7 |
2015 | 24,541 | 4 |
2016 | 26,493 | 4,2 |
2017 | 28,428 | 4,3 |
2018 | 30,27 | 4,4 |
2019 | 31,841 | 4,4 |
2020 | 16,547 | 2,3 |
2021 | 19,064 | 2,5 |
De extreem sterke krimp in 2020 wordt vooral verklaard door de diverse coronamaatregelen, waaronder tijdelijke lockdowns en beperkingen op aantallen bezoekers (zie kader Coronatijdlijn). Dit betekent dat bedrijven en andere organisaties in het toerisme omzet misliepen terwijl diverse vaste lasten doorliepen, zoals huur, onderhoud van collecties en verzorging van dieren. Het kwam ook voor dat kosten werden gemaakt voor evenementen en andere activiteiten die niet doorgingen.
Ook in 2021 waren nog veel coronamaatregelen van kracht, maar in de loop van het jaar volgden versoepelingen. In 2021 maakte de Nederlandse economie de volumekrimp van 3,9 procent van het voorgaande jaar hierdoor in een klap goed door met 4,9 procent te groeien. Dit geldt niet voor de toeristische sector; hier was het herstel onvolledig.
Binnen de toeristische sector valt op dat in 2020 de toegevoegde waarde van alle branches fors daalde, terwijl het herstel in 2021 geconcentreerd was bij enkele branches. Zo nam de uit toerisme voortkomende toegevoegde waarde van de horeca in 2021 flink toe. De toeristische toegevoegde waarde van luchtvaart, reisbureaus en reisbemiddeling steeg in 2021 nog harder. Deze branches noteerden ook dubbele groeicijfers. Samen zijn deze bedrijfstakken goed voor ruim de helft van de toegevoegde waarde van het toerisme. Geen enkele bedrijfstak binnen het toerisme wist de klap van 2020 geheel goed te maken.
Ondanks het gedeeltelijke herstel van de toeristische sector waren er nog een aantal bedrijfstakken die ook in 2021 krompen, zoals kunst, cultuur en hobbyclubs, en sport, recreatie en gokwezen. Deze bedrijfstakken werden in 2021 opnieuw hard geraakt door de nog van kracht zijnde coronamaatregelen. De gezamenlijke toegevoegde waarde van overige bedrijfstakken ten behoeve van toerisme, zoals de op het toerisme gerichte gedeeltes van de detailhandel, het openbaar vervoer en de benzineservicestations, was in 2021 nagenoeg gelijk aan die van 2020, maar nog wel fors lager dan in 2019.
In maart 2022 verviel een groot deel van de coronamaatregelen (zie kader) en ging de samenleving weer open. Dat is terug te zien in de voorlopige cijfers van bedrijfstakken die hun omzet grotendeels uit toerisme halen. De toegevoegde waarde was in deze bedrijfstakken in het eerste kwartaal van 2022 tot wel driemaal zo hoog als een jaar eerder. Bij kunst, theater en evenementen was de relatieve toename het grootst, gevolgd door de reisbemiddeling en de sector sport en ontspanning.
Vooral bij de luchtvaart en de reisbemiddeling hing de forse stijging van de toegevoegde waarde begin 2022 samen met toegenomen bestedingen van buitenlandse toeristen. De opleving van het toerisme brengt wel uitdagingen met zich mee, bijvoorbeeld op het gebied van personeel.