1. Inleiding
Net als 2020 was 2021 een bijzonder jaar voor de toeristische sector vanwege de coronapandemie. Door de verschillende coronamaatregelen waren veel toeristische activiteiten in 2021 (net als een jaar eerder) onmogelijk, of slechts gedeeltelijk uitvoerbaar. In de eerste maanden van 2021 was er nog sprake van een strenge lockdown, inclusief avondklok en reisbeperkingen. In de loop van het jaar werden deze maatregelen versoepeld, totdat aan het eind van 2021 de omikronvariant opdook en de samenleving toch weer in lockdown moest.
Dit artikel brengt de macro-economische ontwikkeling van de toeristische sector in 2021 in beeld. Hierin staat de vergelijking met 2020, het eerste coronajaar, en de jaren daarvoor centraal. De cijfers uit dit artikel komen voort uit de toerismerekeningen, een satelliet uit het stelsel van de nationale rekeningen. In de toerismerekeningen wordt toerisme gedefinieerd vanuit het oogpunt van de toerist (zie kader). Vanuit dat oogpunt worden relevante data uit de nationale rekeningen gebruikt voor het berekenen van macro-economische indicatoren over toerisme. Dit betreft data over bedrijfstakken zoals horeca, reisbemiddeling, musea, bioscopen en recreatie, maar ook over het openbaar vervoer, en de verkoop van brandstof en kleding, voor zover het om toeristische uitgaven gaat.
In dit artikel ligt de focus achtereenvolgens op de toegevoegde waarde, de bestedingen en de werkgelegenheid. Met behulp van deze drie macro-indicatoren over het toerisme kan antwoord worden gegeven op de volgende vragen: wat betekenden de coronamaatregelen voor toeristen, bedrijven in toerisme en het personeel? Waar vielen in 2021 (wederom) harde klappen? En waar was er in 2021 sprake van herstel?