5. Landbouw en het milieu
Landbouwactiviteiten dragen bij aan de verontreiniging van lucht, bodem en water.Luchtvervuiling wordt veroorzaakt door bijvoorbeeld het stoken van aardgas in de tuinbouwkassen of door de uitstoot van landbouwmachines, maar ook door het verdampen van ammoniak uit de mest die boeren uitrijden. De bodem wordt aangetast door diezelfde mest en door restanten van gewasbestrijdingsmiddelen. Bovendien kunnen bepaalde vervuilende stoffen uit de mest en bestrijdingsmiddelen ook in het (grond)water terechtkomen. In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de uitscheiding van stikstof en fosfaten door de toepassing van dierlijke mest en de emissie van broeikasgassen.
Fosfaat belandt op landbouwgrond als onderdeel van uitscheiding van dierlijke mest. In 2018 werd 162,0 miljoen kilogram fosfaten uitgescheiden door de landbouwsector,7 miljoen kilo minder dan in 2017 en bijna 14 miljoen kilo minder dan in 2008. Binnen de landbouw is de rundveesector verantwoordelijk voor meer dan de helft van de fosfaatuitscheiding (53 procent).
Melkveebedrijven (mln kg) | Vleeskalverenbedrijven en overige rundveebedrijven (mln kg) | Varkensbedrijven (mln kg) | Pluimveebedrijven (mln kg) | Overige landbouw (mln kg) | |
---|---|---|---|---|---|
2008 | 76,8 | 12,8 | 38,6 | 25 | 22,7 |
2009 | 74,5 | 12,5 | 40,6 | 26 | 21,2 |
2010 | 78,5 | 12,6 | 40,5 | 26,2 | 21,1 |
2011 | 73,7 | 12 | 39,1 | 25,4 | 19,5 |
2012 | 71,7 | 11,6 | 35,6 | 23,6 | 18,1 |
2013 | 76,2 | 11 | 36 | 25,3 | 17,1 |
2014 | 80,6 | 12,3 | 35,5 | 25,9 | 17,4 |
2015 | 87,6 | 11,5 | 37,1 | 26,6 | 17,3 |
2016 | 84,8 | 11,6 | 36,2 | 26,7 | 15,9 |
2017 | 81,6 | 11,4 | 34,6 | 25,3 | 16,1 |
2018 | 74,4 | 12,3 | 34,9 | 24 | 16,4 |
Stikstofuitscheiding door de landbouw bedroeg in 2018 503,5 miljoen kilo. Dit is 8,5 miljoen kilo minder dan een jaar eerder maar 12,2 miljoen kilo meer dan in 2008. Ook voor stikstof is de rundveesector de grootste uitscheider. De hoeveelheid stikstof die geproduceerd wordt inde rundveeteelt is sinds 2008 gestegen, terwijl deze bij de varkens- en pluimveeteelt in dezelfde periode is gedaald.
Melkveebedrijven (mln kg) | Vleeskalverenbedrijven en overige rundveebedrijven (mln kg) | Varkensbedrijven (mln kg) | Pluimveebedrijven (mln kg) | Overige landbouw (mln kg) | |
---|---|---|---|---|---|
2008 | 243,1 | 38,4 | 93,2 | 55,5 | 61,1 |
2009 | 238 | 37,8 | 94,3 | 57,4 | 56,7 |
2010 | 243,2 | 38,1 | 94,1 | 58,5 | 55,8 |
2011 | 235,9 | 36,2 | 96,1 | 56,7 | 52,5 |
2012 | 229,2 | 34,7 | 95 | 53,2 | 48,8 |
2013 | 243,1 | 34 | 92,8 | 56,7 | 46,1 |
2014 | 257 | 36,8 | 90,2 | 56,6 | 46,1 |
2015 | 266,4 | 35,1 | 91,6 | 58,7 | 45,7 |
2016 | 278,5 | 34,9 | 89,5 | 57,6 | 43,8 |
2017 | 285 | 36,1 | 89,8 | 54,6 | 46,5 |
2018 | 273,2 | 38,9 | 89,7 | 52,8 | 48,9 |
Broeikasgassen die vrijkomen in de landbouwsector zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en lachgas (N2O). Om deze goed met elkaar te kunnen vergelijken en bij elkaar op te tellen worden methaan en lachgas naar CO2-equivalenten geconverteerd 7). De totale uitstoot van broeikasgassen door de Nederlandse landbouw is tussen 2008 en 2018 weinig veranderd,terwijl het volume van de toegevoegde waarde in dezelfde periode met 11 procent groeide.De broeikasgasintensiteit (de hoeveelheid broeikasgassen per euro toegevoegde waarde) is daardoor afgenomen. Wel was de broeikasgasintensiteit van de landbouw in 2018 met 2,5 kilo CO2-equivalenten nog ruim acht keer zo hoog als die van de totale economie.
Totale uitstoot in CO2-equivalenten (2008=100) | CO2 (2008=100) | N2O (2008=100) | CH4 (2008=100) | Toegevoegde waarde landbouw (2008=100) | |
---|---|---|---|---|---|
2008 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
2009 | 100,0591493 | 100,9034762 | 95,73509792 | 101,5439658 | 103,974359 |
2010 | 106,1193043 | 118,0299454 | 95,45964414 | 102,337247 | 103,9632232 |
2011 | 101,1614845 | 107,2173547 | 92,20931801 | 100,9258012 | 103,3753247 |
2012 | 99,97684601 | 106,7540901 | 89,57938045 | 99,85388764 | 102,8834599 |
2013 | 100,6923404 | 104,8517502 | 92,40849336 | 101,9560575 | 103,9879311 |
2014 | 96,88929012 | 93,67831375 | 93,53467425 | 101,5062896 | 109,0786294 |
2015 | 100,6359867 | 97,96677239 | 96,62298335 | 105,1137046 | 111,2185601 |
2016 | 100,9199751 | 96,7304083 | 94,70899212 | 107,7248873 | 113,6412002 |
2017 | 102,1810597 | 99,07158316 | 97,16283787 | 107,5471082 | 114,3592523 |
2018* | 100,6096704 | 100,0687864 | 96,65188329 | 103,405463 | 110,997274 |
Bijna 15 procent van de totale broeikasgasuitstoot door de Nederlandse economie kwam in 2018 voor rekening van de primaire landbouw. Binnen de landbouw is de tuinbouw verantwoordelijk voor ruim een derde hiervan; dit is voornamelijk CO2 dat vrijkomt door het stoken van aardgas in warmtekrachtkoppelinginstallaties (WKK’s) om kassen te verwarmen en elektriciteit op te wekken. De tuinbouw is dan ook verantwoordelijk voor de meeste CO2-uitstoot in de landbouwsector, namelijk 86 procent. Voor de andere broeikasgassen is het beeld anders: de veehouderij is hier de grote uitstoter met 93 procent van het methaan en 51 procent van het lachgas in 2018.