6. Conclusies
Voor de beperkte arbeidsproductiviteitsgroei na de crisis zijn vele mogelijke oorzaken aan te wijzen, zoals het wegebben van de effecten van de ICT-revolutie en de lagere groei van de investeringen in vaste activa na de kredietcrisis. Ook het dichtdraaien van de gaskraan heeft een drukkend effect gehad op de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit in Nederland.
In dit artikel is onderzocht in hoeverre de toename van het aantal gewerkte uren en de veranderde samenstelling van de werkzame beroepsbevolking invloed kunnen hebben gehad op de groei van de arbeidsproductiviteit. De toename van het aantal gewerkte uren na de kredietcrisis hangt op meerdere manieren samen met de lagere productiviteitsgroei.
Ten eerste kunnen de afname van het aandeel van 25-44-jarigen en de toename van het aandeel van 55-plussers in de werkzame beroepsbevolking een rol gespeeld hebben. Uit veel onderzoeken komt namelijk naar voren dat werkenden vooral in de eerste helft van hun carrière snel productiever worden.
Daarnaast heeft de groei vooral plaatsgevonden in bedrijfstakken waarin zowel het niveau als de groei van de arbeidsproductiviteit relatief laag is, zoals de zakelijke dienstverleningen de horeca, terwijl het aantal gewerkte uren juist afnam in bedrijfstakken met een relatief hoge arbeidsproductiviteit.
Tot slot is ook het aandeel van zelfstandigen toegenomen. Zij zijn gemiddeld minder productief. Het is aannemelijk dat de toename van het aandeel zelfstandigen de productiviteit in Nederland heeft gedrukt.