4. Uitkomsten
Op basis van de respons op de enquête en met behulp van de imputatiemethode (zie hoofdstuk 2) zijn per vraag schattingen gemaakt voor de totale aantallen van alle gemeenten in Nederland in 2023. De resultaten zijn weergegeven in tabel 4.1.1. De schattingen gaan gepaard met een bepaalde onzekerheidsmarge. De relatieve marge geeft aan hoeveel het werkelijke aantal kan afwijken van de puntschatting en geeft daarmee een onder- en een bovengrens aan. Door middel van deze marges zijn de 95%-betrouwbaarheidsintervallen bepaald. Per vraag wordt een ondergrens en een bovengrens aangegeven, waarbij er een kleine kans is dat het aantal buiten deze grenzen ligt.
Verslag- jaar | 95%-betrouwbaarheids-interval 2) | Relatieve marge | |
---|---|---|---|
2023 | Aantal gemeenten dat vermogensonderzoeken in het buitenland is gestart | [60 : 70] | 10% |
Aantal gestarte vermogensonderzoeken in het buitenland | [350 : 430] | 11% | |
Aantal constateringen van overtredingen van de inlichtingenplicht 1) | [100 : 120] | 11% | |
Aantal vorderingen wegens overtreding van de inlichtingenplicht 1) | [15 : 20] 3) | 15% | |
Aantal boetes wegens overtreding van de inlichtingenplicht 1) | [5 : 10] 3) | 4% | |
2022 | Aantal gemeenten dat vermogensonderzoeken in het buitenland is gestart | [60 : 100] | 28% |
Aantal gestarte vermogensonderzoeken in het buitenland | [520 : 690] | 14% | |
Aantal constateringen van overtredingen van de inlichtingenplicht 1) | [100 : 130] | 14% | |
Aantal vorderingen wegens overtreding van de inlichtingenplicht 1) | [25 : 30] 3) | 10% | |
Aantal boetes wegens overtreding van de inlichtingenplicht 1) | [15 : 20] 3) | 13% | |
2021 | Aantal gemeenten dat vermogensonderzoeken in het buitenland is gestart | [50 : 70] | 14% |
Aantal gestarte vermogensonderzoeken in het buitenland | [1 080 : 1 250] | 7% | |
Aantal constateringen van overtredingen van de inlichtingenplicht 1) | [30 : 50] | 21% | |
Aantal vorderingen wegens overtreding van de inlichtingenplicht 1) | [15 : 20] 3) | 16% | |
Aantal boetes wegens overtreding van de inlichtingenplicht 1) | [5 : 10] 3) | 23% | |
2020 | Aantal gemeenten dat vermogensonderzoeken in het buitenland is gestart | [80 : 100] | 13% |
Aantal gestarte vermogensonderzoeken in het buitenland | [1 560 : 1 960] | 11% | |
Aantal constateringen van overtredingen van de inlichtingenplicht 1) | [20 : 40] | 30% | |
Aantal vorderingen wegens overtreding van de inlichtingenplicht 1) | [10 : 20] | 34% | |
Aantal boetes wegens overtreding van de inlichtingenplicht 1) | [5 : 15] 3) | 35% | |
2019 | Aantal gemeenten dat vermogensonderzoeken in het buitenland is gestart | [60 : 80] | 11% |
Aantal gestarte vermogensonderzoeken in het buitenland | [520 : 610] | 8% | |
Aantal constateringen van overtredingen van de inlichtingenplicht 1) | [60 : 80] | 11% | |
Aantal vorderingen wegens overtreding van de inlichtingenplicht 1) | [20 : 30] | 17% | |
Aantal boetes wegens overtreding van de inlichtingenplicht 1) | [15 : 25] 3) | 22% | |
2018 | Aantal gemeenten dat vermogensonderzoeken in het buitenland is gestart | [70 : 90] | 14% |
Aantal gestarte vermogensonderzoeken in het buitenland | [240 : 390] | 23% | |
Aantal constateringen van overtredingen van de inlichtingenplicht 1) | [60 : 130] | 39% | |
Aantal vorderingen wegens overtreding van de inlichtingenplicht 1) | [20 : 30] | 28% | |
Aantal boetes wegens overtreding van de inlichtingenplicht 1) | [0 : 10] | 41% | |
Bron: CBS 1) Vanwege het verzwijgen van vermogen in het buitenland. 2) De aantallen zijn afgerond op tientallen. 3) Om te voorkomen dat de onder- en bovenmarge gelijk zijn, zijn deze aantallen afgerond op vijftallen. |
Uit tabel 4.1.1 blijkt dat in 2023, van alle 342 gemeenten, naar schatting 60 tot 70 gemeenten vermogensonderzoeken in het buitenland zijn gestart. Dit blijkt uit het 95%- betrouwbaarheidsinterval. Dit geeft een indicatie dat de het werkelijke aantal gemeenten dat vermogensonderzoeken in het buitenland is gestart binnen deze range zal liggen. Gegeven de aard van een betrouwbaarheidsinterval, kan het werkelijke aantal echter ook hoger of lager liggen. Het totale aantal gestarte vermogensonderzoeken ligt, volgens het 95%-betrouwbaarheidsinterval, tussen 350 en 430. Dit betekent dat er in 2023 minder vermogensonderzoeken in het buitenland zijn gestart dan in de jaren 2019 tot en met 2022. Het aantal gestarte vermogensonderzoeken in 2023 is meer vergelijkbaar met het aantal uit 2018; Toen zijn er namelijk 240 tot 390 onderzoeken gestart (zie tabel 4.1.1).
Op basis van vermogensonderzoeken in het buitenland zijn in 2023 naar schatting tussen de 100 en 120 overtredingen wegens het verzwijgen van vermogen in het buitenland geconstateerd. Het gaat hierbij om alle overtredingen die in een jaar zijn geconstateerd, ongeacht het jaar waarin het onderzoek is gestart en de sanctie die hierop volgde.
De aantallen opgelegde vorderingen en boetes naar aanleiding van dergelijke constateringen komen lager uit. Er zijn naar schatting tussen de 15 en 20 vorderingen opgelegd en tussen de 5 en 10 boetes (voor beide schattingen is de kans klein dat het werkelijke aantal buiten deze grenzen ligt).
Hierbij moet worden opgemerkt dat een (boete)vordering met een datum besluit in een bepaald verslagjaar ook het resultaat kan zijn van een vermogensonderzoek dat is gestart vóór dat verslagjaar. Meerdere gemeenten gaven in de opmerkingen namelijk aan dat vermogensonderzoeken vaak lang duren, waardoor de start van een onderzoek en de constatering die erop volgt niet altijd in hetzelfde kalenderjaar plaatsvinden. Zo kan bijvoorbeeld een deel van het aantal geschatte (boete)vorderingen met een datum besluit in 2023 voortkomen uit vermogensonderzoeken die reeds vóór 2023 zijn gestart. Aan de andere kant kunnen er na 2023 nog (boete)vorderingen zijn opgelegd als resultaat van in 2023 gestarte vermogensonderzoeken. Deze vorderingen vallen echter buiten de schatting van het aantal (boete)vorderingen in dit onderzoek.
4.2 Bedragen
In de enquêtes is ook gevraagd naar de totale beginschuld van de in 2023 opgelegde vorderingen en boetes in het kader van verzwegen vermogen in het buitenland.
De vraag naar de totale beginschuld van de vorderingen is door 247 gemeenten ingevuld, waarvan bijna 96 procent met een 0. Het aantal responderende gemeenten dat een beginschuld hoger dan 0 heeft ingevuld is zeer laag. De spreiding in waarden die niet 0 zijn, is bij de bedragen veel groter dan bij de aantallen. Dit maakt het lastig om de bedragen te imputeren voor gemeenten die niet responderen. Dit was in de eerdere onderzoeken ook het geval. Er kon dan ook wederom geen betrouwbaar model worden bepaald om de bedragen op te hogen voor de non-respons.
In tabel 4.2.1 worden daarom de antwoorden beschreven van de gemeenten die in de enquête voor minimaal één vordering of boete een bedrag opgaven. Omdat dit slechts een klein aantal gemeenten betreft, zijn deze bedragen slechts ter indicatie.
Totale beginschuld van vorderingen in 2023 1) 2) N3) = 14 | Totale beginschuld van boetes in 20231) 2) N3) = 4 | |
---|---|---|
Totaalbedrag | 885 360 | 680 |
Minimum | 250 | 160 |
Maximum | 251 660 | 520 |
Bron: CBS 1) Wegens overtreding van de inlichtingenplicht, vanwege het verzwijgen van vermogen in het buitenland. 2) De bedragen zijn afgerond op tientallen. 3) Betreft het aantal vorderingen c.q. boetes. |
Tien gemeenten hebben in totaal 14 vorderingen in het kader van verzwegen vermogen in het buitenland met een beginschuld van meer dan 0 euro opgegeven. Zoals te zien is in tabel 4.2.1, was het totaalbedrag van die 14 vorderingen meer dan 885 duizend euro. De minimale totale beginschuld van de vorderingen was 250 euro en de maximale totale beginschuld van de vorderingen was ruim 250 duizend euro.
Als het om de beginschuld van de opgelegde boetes in het kader van verzwegen vermogen in het buitenland gaat, zijn er nog minder opgegeven bedragen die hoger dan 0 euro waren; het gaat om twee gemeenten en 4 boetes. Het totaalbedrag van de boetes was 680 euro, met een minimum totaalbedrag van bijna 160 euro en een maximum totaalbedrag van ruim 520 euro.
4.3 Toelichting van gemeenten
Gemeenten kregen de mogelijkheid om toelichting te geven bij de enquête. In totaal hebben 75 gemeenten een toelichting aangeleverd. De toelichtingen van de gemeenten worden hieronder beschreven en zijn verdeeld in twee groepen: gemeenten die in 2023 wél vermogensonderzoeken in het buitenland zijn gestart; en een groep gemeenten die in 2023 géén vermogensonderzoeken in het buitenland zijn gestart.
Gemeenten die in 2023 vermogensonderzoeken in het buitenland zijn gestart
De opmerkingen van de gemeenten zijn grofweg in te delen in vijf categorieën. Deze categorieën worden hieronder opgesomd, in volgorde van afnemende frequentie. Ook worden hierbij enkele voorbeelden gegeven.
- Het onderzoek was nog niet afgerond.
- De belanghebbende leverde geen medewerking aan het onderzoek. De uitkering is stopgezet door de gemeente.
"Er is 1 onderzoek gestart n.a.v. een fraudemelding. De uitkering is beëindigd, omdat klanten niet zijn verschenen en geen gegevens hebben ingeleverd."
- Het onderzoek kon niet (volledig) worden uitgevoerd wegens onvolledige gegevens, bijvoorbeeld doordat buitenlandse instanties niet mee werkten.
"Er zijn twee onderzoeken opgevraagd bij IBF. IBF heeft daarin aangegeven geen verder onderzoek te verrichten, omdat het niet mogelijk was het onderzoek in desbetreffende land te verrichten."
- Uit het onderzoek bleek dat er geen vermogen in het buitenland was.
- Uit het onderzoek bleek dat er wél vermogen in het buitenland was.
Gemeenten die in 2023 geen vermogensonderzoeken in het buitenland zijn gestart
Het grootste deel van de responderende gemeenten heeft in 2023 geen vermogensonderzoeken in het buitenland opgestart. Hieronder worden drie frequent voorkomende toelichtingen gegeven:
- De gemeente verricht geen vermogensonderzoeken in het buitenland.
"[…] De ervaring leert dat dergelijke onderzoeken in het buitenland lang duren (vaak langer dan een jaar) en 9 van de 10 keer komt er ook niks uit het onderzoek."
"In algemene zin geldt dat de uitvoering van vermogensonderzoeken in het Buitenland erg tijdrovend zijn en met weinig tot geen rendement. Oorzaken zitten in de afstand. Taalbarrière, Verschil aan wetgeving, weinig medewerking van buitenlandse partijen. Veel onduidelijkheden. Daarbij ontstaat steeds meer een capaciteitsvraagstuk om de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk in te zetten.”
- De gemeente registreert geen vermogensonderzoeken in het buitenland.
- Er was in de betreffende gemeenten geen directe aanleiding om een onderzoek naar vermogen in het buitenland te starten.
"Geen onderzoeken gedaan, omdat er geen meldingen waren of vermoedens van vermogen in het buitenland"