Auteur: Lenny Stoeldraijer, Marlien Wennekes
Levensverwachting in Caribisch Nederland, 1998-2023

3. Resultaten

3.1 Bevolkingsontwikkeling Caribisch Nederland

Op 1 januari 2024 telde Caribisch Nederland 30,4 duizend inwoners. Vergeleken met het Europese deel van Nederland is met name het aandeel ouderen kleiner. De gemiddelde leeftijd ligt dan ook 2 jaar lager dan in het Europese deel van Nederland. Eind jaren ’90 had Caribisch Nederland nog ruim 16 duizend inwoners. Tot 2003 daalde het aantal inwoners tot onder de 14 duizend, waarna het aantal geleidelijk toenam.

In de periode 2010-2019 overleden per jaar rond de 120 inwoners van Caribisch Nederland. In eerdere jaren lag het aantal overledenen rond de 90 per jaar. Na 2020 is het aantal overledenen toegenomen, tot gemiddeld zo'n 180 mensen per jaar.

3.1.1 Overledenen en bevolking op 1 januari in Caribisch en Europees Nederland
Caribisch Nederland, overledenenCaribisch Nederland, bevolking op 1 januariEuropees Nederland, overledenenEuropees Nederland, bevolking op 1 januari
19988916 536137 48215 654 192
19999616 097140 48715 760 225
200010815 178140 52715 863 950
20017114 442140 37715 987 075
20028813 915142 35516 105 285
20039213 784141 93616 192 572
200410613 969136 55316 258 032
20058914 435136 40216 305 526
20068415 196135 37216 334 210
2007*7715 730133 02216 357 992
2008*6716 384135 13616 405 399
2009*7217 335134 23516 485 787
201011718 027136 05816 574 989
201114021 087135 74116 655 799
20129522 304140 81316 730 348
201310923 296141 24516 779 575
201413624 279139 22316 829 289
201512224 593147 13416 900 726
20169924 548148 99716 979 120
201713424 439150 21417 081 507
201810225 052153 36317 181 084
201912525 157151 88517 282 163
202014325 987168 67817 407 585
202116226 805170 97217 475 415
202219627 726170 11217 590 672
202316929 418169 52117 811 291
202430 39717 942 942
* Het aantal overledenen in Saba en Sint Eustatius ontbreekt

3.2 Uitkomsten

Het startpunt van de berekening van de levensverwachting in Caribisch Nederland is het uitrekenen van een verkorte overlevingstafel met als bovengrens de leeftijd van 85 jaar. Dit geeft een fluctuerende levensverwachting bij geboorte (lichtblauwe lijn in grafiek 3.2.1). Voor 2015 ligt de levensverwachting in Caribisch Nederland in de meeste jaren lager dan in Europees Nederland. Na 2015 ligt de levensverwachting in Caribisch Nederland in de meeste jaren juist wat hoger.

Vervolgens worden de sterftekansen onder 55 jaar vervangen door de leeftijdsspecifieke sterftekansen (inclusief een tijdsontwikkeling) over de hele periode. Op deze manier worden de sterftekansen uitgemiddeld. Deze kunnen anders in de ene leeftijdsgroep heel hoog zijn doordat er iemand is overleden en in een andere leeftijdsgroep juist gelijk aan nul omdat er niemand in die leeftijdsgroep is overleden. Deze aanpassing geeft nog steeds een fluctuerend beeld van de levensverwachting bij geboorte (donkerblauwe lijn in grafiek 3.2.1).

De volgende stap is het toepassen van een Poisson-regressie op de sterftekansen. Hierbij worden de leeftijdsgroepen als factoren behandeld, terwijl de jaren een derdegraads polynoom vormen. Op deze manier worden de sterftekansen per leeftijdsgroep gemiddeld over de jaren, maar wordt er wel rekening gehouden met een toename of afname over de tijd. Het resultaat is een gladde levensverwachting bij geboorte (lichtgroene lijn in grafiek 3.2.1).

Als laatste stap worden de sterftekansen in vijfjaarsleeftijdsgroepen omgerekend naar 1-jaarsleeftijden. Dit wordt gedaan omdat voor Nederland de berekening van een verkorte overlevingstafel bij de levensverwachting bij geboorte een onderschatting geeft van gemiddeld een half jaar ten opzichte van de berekening van een volledige overlevingstafel. Dit komt doordat de sterftekansen binnen de vijfjaarsleeftijdsgroepen in een verkorte overlevingstafel als constant worden verondersteld, terwijl ze dat natuurlijk niet zijn (hoe ouder iemand wordt, hoe hoger de sterftekans). Door terug te rekenen van vijfjaarsleeftijdsgroepen naar 1-jaarsgroepen en met behulp van de levenden uit deze tafelbevolking de werkelijke vijfjaarssterftekansen uit te rekenen, wordt deze fout grotendeels gecorrigeerd (donkergroene lijn in grafiek 3.2.1).

3.2.1 Levensverwachting bij geboorte, mannen en vrouwen
 Europees Nederland (Jaren)Caribisch Nederland, startpunt (Jaren)Caribisch Nederland, gecorrigeerd (Jaren)Caribisch Nederland, modeluitkomsten (Jaren)Caribisch Nederland, definitief (Jaren)
19987876,777,27878,5
1999787676,377,277,8
200078,174,375,676,777,3
200178,380,379,576,377
200278,477,475,876,276,8
200378,776,475,776,276,8
200479,275,175,276,376,9
200579,577,37876,577,1
200679,878,179,376,877,4
200780,275,576,377,277,8
200880,478,578,477,778,2
200980,779,178,478,278,7
201080,877,778,478,779,3
201181,177,47879,379,8
20128182,181,579,880,3
201381,381,481,580,380,8
201481,679,38080,881,3
201581,580,980,781,281,7
201681,583,983,981,682,1
201781,780,980,781,982,3
201881,884,684,28282,5
20198282,281,28282,5
202081,482,682,681,982,4
202181,381,380,881,782,1
202281,679,379,581,281,7
202381,881,681,880,681,1

Tot en met 2014 ligt de levensverwachting in Europees Nederland gemiddeld hoger dan in Caribisch Nederland, maar in de periode erna is dit omgekeerd. In 2023 laat het model voor Caribisch Nederland een lagere levensverwachting zien dan voor Nederland. De levensverwachting in Caribisch Nederland steeg van 2003 tot 2019, daarna is een lichte daling zichtbaar. In Europees Nederland nam de levensverwachting in de periode 2002-2012 sterker toe dan gemiddeld en na 2012 zette deze trend niet door (Stoeldraijer, 2020). Aan het begin van de coronapandemie is er voor Europees Nederland een daling zichtbaar van de levensverwachting in 2020 met in de jaren erna een licht herstel. In Caribisch Nederland is er geen zichtbare daling in 2020, maar is wel duidelijk dat de trend van voor de coronapandemie niet doorzet en mogelijk zelfs daalt. Door de sterke fluctuaties in de levensverwachting voor Caribisch Nederland is de precieze richting pas na een wat langere tijd duidelijker.

De levensverwachting in Caribisch Nederland ligt voor vrouwen hoger dan voor mannen, net als in Europees Nederland het geval is. Op basis van het startpunt van de berekening, waarin veel fluctuaties te zien zijn, is de levensverwachting voor mannen in enkele jaren hoger dan voor vrouwen. Door het kleine aantal inwoners kan dit wel eens voorkomen. Het verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen op basis van de modelwaarden is in de eerste tien jaar van de periode iets afgenomen en daarna rond de 3,0 jaar gebleven. In Europees Nederland is het verschil tussen mannen en vrouwen in 2023 ook 3,0 jaar. Ook hier was vanaf 1998 een afname te zien in het verschil, maar dit is meer geleidelijk verminderd in de periode.

3.2.2 Levensverwachting bij geboorte in Caribisch Nederland naar geslacht
 Definitief mannen (Jaren)Startpunt mannen (Jaren)Definitief vrouwen (Jaren)Startpunt vrouwen (Jaren)
199875,772,581,285,7
199975,474,980,177,2
200075,272,779,375,9
200175,187,978,779,4
200275,175,378,479,5
200375,274,978,277,6
200475,47378,277
200575,776,478,378,8
200676,17678,680,4
200776,570,47982
200876,976,579,480,6
200977,477,979,980,5
201077,877,180,578,5
201178,375,78179,4
201278,882,581,681,9
201379,28082,283
201479,777,382,781,6
20158078,983,283,8
201680,481,283,687,2
201780,680,583,982
201880,889,184,183,5
201980,879,684,185,1
202080,878,88488,5
202180,681,183,781,6
202280,377,983,280,8
202379,880,882,582,4

3.3 Onzekerheidsmarges

Met behulp van de berekende sterftekansen, de waargenomen bevolkingsaantallen en de methode in Silcocks, Jenner en Reza (2001) kunnen onzekerheidsmarges worden berekend rond de levensverwachting bij geboorte en op iedere leeftijd. De onzekerheidsmarges geven de bandbreedte weer waarbinnen de jaar-op-jaar-variatie in de levensverwachting naar alle waarschijnlijkheid zal liggen.

In grafiek 3.3.1 wordt de levensverwachting weergegeven met de onzekerheidsmarge rondom de levensverwachting van Caribisch Nederland. Wat opvalt is dat de levensverwachting in het Europese deel van Nederland volledig binnen de marge valt van de levensverwachting in Caribisch Nederland. Hieruit kan worden opgemaakt dat de levensverwachting in Caribisch Nederland niet significant verschilt van de levensverwachting in het Europese deel van Nederland. 

3.3.1 Levensverwachting bij geboorte met 95%-betrouwbaarheidsinterval, mannen en vrouwen
 Europees Nederland (Jaren)Caribisch Nederland (Jaren)95%-betrouwbaarheidsinterval (Jaren)
19987878,574,8 - 82,3
19997877,874,1 - 81,5
200078,177,373,6 - 81,0
200178,37773,2 - 80,7
200278,476,873,1 - 80,5
200378,776,873,1 - 80,5
200479,276,973,3 - 80,5
200579,577,173,6 - 80,6
200679,877,474 - 80,9
200780,277,873,9 - 81,7
200880,478,274,4 - 82,1
200980,778,775 - 82,5
201080,879,376,2 - 82,3
201181,179,876,9 - 82,7
20128180,377,5 - 83,1
201381,380,878,0 - 83,6
201481,681,378,5 - 84,1
201581,581,778,9 - 84,5
201681,582,179,3 - 84,8
201781,782,379,6 - 85,1
201881,882,579,8 - 85,2
20198282,579,8 - 85,1
202081,482,479,8 - 84,9
202181,382,179,6 - 84,6
202281,681,779,3 - 84,1
202381,881,178,8 - 83,4

De volledige berekende overlevingstafel voor Caribisch Nederland is te vinden op deze pagina.