2. Data en methoden
2.1 Data
Voor Caribisch Nederland zijn gegevens beschikbaar van de bevolking op 1 januari over de periode 1998 tot en met 2024. Het aantal overledenen per jaar is beschikbaar van 1998 tot en met 2023.
Gegevens over de bevolking op 1 januari en het aantal overledenen per jaar over de periode 1998-2010 zijn afkomstig van het Central Bureau of Statistics Netherlands Antilles and Island Registries (CBS-NA). Cijfers van de jaren voor 2010 zijn bepaald door mutatiegegevens toe te passen op de bevolkingsgrootte vastgesteld tijdens de volkstelling van 2001. Het gaat hier om geboorte, sterfte, immigratie en emigratie.
Vanaf 2010 zijn de gegevens gebaseerd op informatie die het CBS ontvangt uit de Persoonsinformatievoorziening Nederlandse Antillen en Aruba (PIVA), de bevolkingsadministratie voor Caribisch Nederland. De gegevens van het CBS-NA en het CBS bevatten in 2010 een trendbreuk als gevolg van deze wijziging in bron.
2.2 CBS-overlevingstafel
De levensverwachting bij geboorte en op verschillende leeftijden wordt berekend aan de hand van een overlevingstafel (Stoeldraijer en Harmsen, 2017). Overlevingstafels beschrijven het sterfte- en overlevingspatroon in een bevolking. Als basis voor de overlevingstafel dienen de waargenomen leeftijdsspecifieke sterftegegevens voor een bepaald jaar (of jaren) en de waargenomen leeftijdsspecifieke bevolkingsaantallen aan het begin en het einde van dat jaar (of die jaren).
Een overlevingstafel bevat de kolommen sterftekans, levenden, overledenen en levensverwachting, uitgezet naar leeftijd (zie Levensverwachting; geslacht, leeftijd (per jaar en periode van vijf jaren)). De sterftekans is de kans op overlijden tussen de huidige leeftijd en de volgende leeftijd. Het aantal levenden in een overlevingstafel is het aantal mensen dat nog in leven is op een bepaalde leeftijd van een fictieve beginpopulatie die gedefinieerd wordt op leeftijd 0. Het aantal overledenen in een overlevingstafel is het aantal personen dat overlijdt tussen de huidige leeftijd en de volgende leeftijd in de tafel. De levensverwachting is het aantal jaren dat iemand op een bepaalde leeftijd naar verwachting nog te leven heeft, uitgaande van de sterftekansen in de overlevingstafel.
De aantallen levenden en overledenen in een overlevingstafel hebben betrekking op een tafelbevolking en komen dus niet overeen met de werkelijke aantallen levenden en overledenen in een bepaalde periode. Met tafelbevolking wordt een fictief cohort van doorgaans 100 duizend mannen of vrouwen bedoeld dat op iedere leeftijd is blootgesteld aan de geslachts- en leeftijdsspecifieke sterftekansen zoals waargenomen in de geselecteerde periode.
Behalve per leeftijd kunnen overlevingstafels ook voor groepen van leeftijden worden berekend. Deze worden ook wel aangeduid als ‘verkorte’ overlevingstafels. Bij de verkorte overlevingstafel worden vaak vijfjaarsleeftijdsgroepen gebruikt, met uitzondering van de eerste leeftijdsgroep, die wordt opgesplitst in 0 jaar en 1–4 jaar. De bovengrens voor de leeftijd – in zowel de complete als verkorte overlevingstafel – hangt af van de waargenomen sterftegegevens, maar vaak wordt een open interval gebruikt, zoals 99 jaar of ouder.
De CBS-overlevingstafel voor het Europese deel van de Nederlandse bevolking wordt berekend per jaar en per leeftijd met een bovengrens van 99 jaar of ouder. Daarnaast is er een tijdreeks beschikbaar sinds 1861 met de levensverwachting per periode van vijf jaren.
2.3 Overlevingstafel Caribisch Nederland
Vanwege het kleine aantal inwoners van Caribisch Nederland wordt voor de berekening van de sterftekansen een andere methodiek gehanteerd dan voor Europees Nederland. De methode, die in deze paragraaf wordt beschreven, wordt toegepast op de gegevens in de periode 1998 tot en met 2023. In paragraaf 3.2 worden de resultaten van de tussenstappen visueel weergegeven voor de levensverwachting bij geboorte.
Voor de berekening van de levensverwachting in Caribisch Nederland wordt allereerst voor elk jaar de verkorte overlevingstafel uitgerekend waarbij gebruik wordt gemaakt van vijfjaarsleeftijdsgroepen en een bovengrens van 85 jaar. De sterftekansen onder leeftijd 55 worden vervangen door de sterftekansen over de hele periode (1998-2023) tezamen, vanwege het kleine aantal overledenen in deze leeftijdscategorieën. Hierbij wordt de tijdsontwikkeling zoals in Europees Nederland is waargenomen, meegenomen in de berekening.
Vervolgens wordt een regressie toegepast op de berekende sterftekansen om ook de schommelingen over de jaren glad te strijken. Hiervoor wordt een Poisson-regressie gebruikt, zodat de sterftekansen niet negatief worden.
Als laatste worden de gladgemaakte sterftekansen omgerekend naar sterftekansen per 1-jaarsleeftijden. Deze 1-jaarssterftekansen zijn bedoeld om de kleine fout die een verkorte overlevingstafel maakt te corrigeren en worden gebruikt om - met behulp van de levenden uit de overlevingstafel berekend met de 1-jaarssterftekansen - de correcte sterftekansen per vijfjaarsleeftijdsgroepen te berekenen. Er wordt gebruik gemaakt van een relationele techniek met de sterftekansen van Nederland (alle jaren samengenomen) als standaard.