Auteur: Lenny Stoeldraijer, Marlien Wennekes

Levensverwachting in Caribisch Nederland, 1998-2023

Over deze publicatie

Dit artikel beschrijft de berekeningswijze en de uitkomsten van de levensverwachting in Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) over de periode 1998-2023. In eerdere artikelen is de levensverwachting in Caribisch Nederland voor de periode 1998-2019 (Stoeldraijer en Van der Reijden, 2021) en 1998-2012 (Stoeldraijer, 2014) beschreven.

Vanwege het relatief kleine aantal inwoners van Caribisch Nederland verschilt de methodiek van het CBS voor de berekening van de levensverwachting van inwoners van Caribisch Nederland van het Europese deel van Nederland. De levensverwachting bij geboorte in Caribisch Nederland ligt tot 2015 gemiddeld wat lager dan in Europees Nederland. In de periode erna gemiddeld juist wat hoger. Ook in Caribisch Nederland is de levensverwachting sinds de coronapandemie veranderd, maar anders dan in Europees Nederland. Er is echter geen significant verschil in de levensverwachting tussen Europees en Caribisch Nederland.

1. Inleiding

De levensverwachting bij geboorte is een veelgebruikte maat voor de gezondheidstoestand van de bevolking. De overheid gebruikt de levensverwachting - het aantal nog te verwachten levensjaren (Stoeldraijer en Harmsen, 2017) - voor beleid, zoals de aanpassing van de AOW-gerechtigde leeftijd, en verzekeraars en pensioenfondsen gebruiken de levensverwachting bijvoorbeeld voor het bepalen van de premie voor het ouderdomspensioen.

De levensverwachting wordt berekend met behulp van een overlevingstafel. Hiervoor zijn uitgebreide sterfte- en bevolkingsgegevens van de populatie nodig. Het berekenen van de levensverwachting voor kleine geografische gebieden is daardoor vaak niet mogelijk of brengt meer complexe berekeningen met zich mee.

In dit artikel worden de berekeningswijze en uitkomsten van de levensverwachting voor Caribisch Nederland beschreven. Sinds 10 oktober 2010 maken Bonaire, Sint Eustatius en Saba als drie afzonderlijke openbare lichamen (ook wel bijzondere gemeenten genoemd) deel uit van Nederland. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft ervoor gekozen om statistische gegevens over Caribisch Nederland als afzonderlijke statistieken te presenteren en niet te integreren in de bestaande statistische overzichten. Doordat Caribisch Nederland relatief weinig inwoners heeft, is de standaard berekening van de levensverwachting niet geschikt. In 2014 is een methodiek ontwikkeld voor de levensverwachting in Caribisch Nederland en zijn de uitkomsten voor de jaren 1998-2012 gepubliceerd (Stoeldraijer, 2014). In een volgend artikel in 2021 is de periode uitgebreid tot en met 2019 en de methodiek iets aangepast. Uit beide artikelen kon geconcludeerd worden dat de levensverwachting in Caribisch Nederland niet significant verschilt van Europees Nederland. De methodiek is in 2024 niet aangepast.

2. Data en methoden

2.1 Data

Voor Caribisch Nederland zijn gegevens beschikbaar van de bevolking op 1 januari over de periode 1998 tot en met 2024. Het aantal overledenen per jaar is beschikbaar van 1998 tot en met 2023.

Gegevens over de bevolking op 1 januari en het aantal overledenen per jaar over de periode 1998-2010 zijn afkomstig van het Central Bureau of Statistics Netherlands Antilles and Island Registries (CBS-NA). Cijfers van de jaren voor 2010 zijn bepaald door mutatiegegevens toe te passen op de bevolkingsgrootte vastgesteld tijdens de volkstelling van 2001. Het gaat hier om geboorte, sterfte, immigratie en emigratie. 

Vanaf 2010 zijn de gegevens gebaseerd op informatie die het CBS ontvangt uit de Persoonsinformatievoorziening Nederlandse Antillen en Aruba (PIVA), de bevolkingsadministratie voor Caribisch Nederland. De gegevens van het CBS-NA en het CBS bevatten in 2010 een trendbreuk als gevolg van deze wijziging in bron.

2.2 CBS-overlevingstafel

De levensverwachting bij geboorte en op verschillende leeftijden wordt berekend aan de hand van een overlevingstafel (Stoeldraijer en Harmsen, 2017). Overlevingstafels beschrijven het sterfte- en overlevingspatroon in een bevolking. Als basis voor de overlevingstafel dienen de waargenomen leeftijdsspecifieke sterftegegevens voor een bepaald jaar (of jaren) en de waargenomen leeftijdsspecifieke bevolkingsaantallen aan het begin en het einde van dat jaar (of die jaren).

Een overlevingstafel bevat de kolommen sterftekans, levenden, overledenen en levensverwachting, uitgezet naar leeftijd (zie Levensverwachting; geslacht, leeftijd (per jaar en periode van vijf jaren)). De sterftekans is de kans op overlijden tussen de huidige leeftijd en de volgende leeftijd. Het aantal levenden in een overlevingstafel is het aantal mensen dat nog in leven is op een bepaalde leeftijd van een fictieve beginpopulatie die gedefinieerd wordt op leeftijd 0. Het aantal overledenen in een overlevingstafel is het aantal personen dat overlijdt tussen de huidige leeftijd en de volgende leeftijd in de tafel. De levensverwachting is het aantal jaren dat iemand op een bepaalde leeftijd naar verwachting nog te leven heeft, uitgaande van de sterftekansen in de overlevingstafel.

De aantallen levenden en overledenen in een overlevingstafel hebben betrekking op een tafelbevolking en komen dus niet overeen met de werkelijke aantallen levenden en overledenen in een bepaalde periode. Met tafelbevolking wordt een fictief cohort van doorgaans 100 duizend mannen of vrouwen bedoeld dat op iedere leeftijd is blootgesteld aan de geslachts- en leeftijdsspecifieke sterftekansen zoals waargenomen in de geselecteerde periode.

Behalve per leeftijd kunnen overlevingstafels ook voor groepen van leeftijden worden berekend. Deze worden ook wel aangeduid als ‘verkorte’ overlevingstafels. Bij de verkorte overlevingstafel worden vaak vijfjaarsleeftijdsgroepen gebruikt, met uitzondering van de eerste leeftijdsgroep, die wordt opgesplitst in 0 jaar en 1–4 jaar. De bovengrens voor de leeftijd – in zowel de complete als verkorte overlevingstafel – hangt af van de waargenomen sterftegegevens, maar vaak wordt een open interval gebruikt, zoals 99 jaar of ouder. 

De CBS-overlevingstafel voor het Europese deel van de Nederlandse bevolking wordt berekend per jaar en per leeftijd met een bovengrens van 99 jaar of ouder. Daarnaast is er een tijdreeks beschikbaar sinds 1861 met de levensverwachting per periode van vijf jaren.

2.3 Overlevingstafel Caribisch Nederland

Vanwege het kleine aantal inwoners van Caribisch Nederland wordt voor de berekening van de sterftekansen een andere methodiek gehanteerd dan voor Europees Nederland. De methode, die in deze paragraaf wordt beschreven, wordt toegepast op de gegevens in de periode 1998 tot en met 2023. In paragraaf 3.2 worden de resultaten van de tussenstappen visueel weergegeven voor de levensverwachting bij geboorte.

Voor de berekening van de levensverwachting in Caribisch Nederland wordt allereerst voor elk jaar de verkorte overlevingstafel uitgerekend waarbij gebruik wordt gemaakt van vijfjaarsleeftijdsgroepen en een bovengrens van 85 jaar. De sterftekansen onder leeftijd 55 worden vervangen door de sterftekansen over de hele periode (1998-2023) tezamen, vanwege het kleine aantal overledenen in deze leeftijdscategorieën. Hierbij wordt de tijdsontwikkeling zoals in Europees Nederland is waargenomen, meegenomen in de berekening.

Vervolgens wordt een regressie toegepast op de berekende sterftekansen om ook de schommelingen over de jaren glad te strijken. Hiervoor wordt een Poisson-regressie gebruikt, zodat de sterftekansen niet negatief worden. 

Als laatste worden de gladgemaakte sterftekansen omgerekend naar sterftekansen per 1-jaarsleeftijden. Deze 1-jaarssterftekansen zijn bedoeld om de kleine fout die een verkorte overlevingstafel maakt te corrigeren en worden gebruikt om - met behulp van de levenden uit de overlevingstafel berekend met de 1-jaarssterftekansen - de correcte sterftekansen per vijfjaarsleeftijdsgroepen te berekenen. Er wordt gebruik gemaakt van een relationele techniek met de sterftekansen van Nederland (alle jaren samengenomen) als standaard.

3. Resultaten

3.1 Bevolkingsontwikkeling Caribisch Nederland

Op 1 januari 2024 telde Caribisch Nederland 30,4 duizend inwoners. Vergeleken met het Europese deel van Nederland is met name het aandeel ouderen kleiner. De gemiddelde leeftijd ligt dan ook 2 jaar lager dan in het Europese deel van Nederland. Eind jaren ’90 had Caribisch Nederland nog ruim 16 duizend inwoners. Tot 2003 daalde het aantal inwoners tot onder de 14 duizend, waarna het aantal geleidelijk toenam.

In de periode 2010-2019 overleden per jaar rond de 120 inwoners van Caribisch Nederland. In eerdere jaren lag het aantal overledenen rond de 90 per jaar. Na 2020 is het aantal overledenen toegenomen, tot gemiddeld zo'n 180 mensen per jaar.

3.1.1 Overledenen en bevolking op 1 januari in Caribisch en Europees Nederland
Caribisch Nederland, overledenenCaribisch Nederland, bevolking op 1 januariEuropees Nederland, overledenenEuropees Nederland, bevolking op 1 januari
19988916 536137 48215 654 192
19999616 097140 48715 760 225
200010815 178140 52715 863 950
20017114 442140 37715 987 075
20028813 915142 35516 105 285
20039213 784141 93616 192 572
200410613 969136 55316 258 032
20058914 435136 40216 305 526
20068415 196135 37216 334 210
2007*7715 730133 02216 357 992
2008*6716 384135 13616 405 399
2009*7217 335134 23516 485 787
201011718 027136 05816 574 989
201114021 087135 74116 655 799
20129522 304140 81316 730 348
201310923 296141 24516 779 575
201413624 279139 22316 829 289
201512224 593147 13416 900 726
20169924 548148 99716 979 120
201713424 439150 21417 081 507
201810225 052153 36317 181 084
201912525 157151 88517 282 163
202014325 987168 67817 407 585
202116226 805170 97217 475 415
202219627 726170 11217 590 672
202316929 418169 52117 811 291
202430 39717 942 942
* Het aantal overledenen in Saba en Sint Eustatius ontbreekt

3.2 Uitkomsten

Het startpunt van de berekening van de levensverwachting in Caribisch Nederland is het uitrekenen van een verkorte overlevingstafel met als bovengrens de leeftijd van 85 jaar. Dit geeft een fluctuerende levensverwachting bij geboorte (lichtblauwe lijn in grafiek 3.2.1). Voor 2015 ligt de levensverwachting in Caribisch Nederland in de meeste jaren lager dan in Europees Nederland. Na 2015 ligt de levensverwachting in Caribisch Nederland in de meeste jaren juist wat hoger.

Vervolgens worden de sterftekansen onder 55 jaar vervangen door de leeftijdsspecifieke sterftekansen (inclusief een tijdsontwikkeling) over de hele periode. Op deze manier worden de sterftekansen uitgemiddeld. Deze kunnen anders in de ene leeftijdsgroep heel hoog zijn doordat er iemand is overleden en in een andere leeftijdsgroep juist gelijk aan nul omdat er niemand in die leeftijdsgroep is overleden. Deze aanpassing geeft nog steeds een fluctuerend beeld van de levensverwachting bij geboorte (donkerblauwe lijn in grafiek 3.2.1).

De volgende stap is het toepassen van een Poisson-regressie op de sterftekansen. Hierbij worden de leeftijdsgroepen als factoren behandeld, terwijl de jaren een derdegraads polynoom vormen. Op deze manier worden de sterftekansen per leeftijdsgroep gemiddeld over de jaren, maar wordt er wel rekening gehouden met een toename of afname over de tijd. Het resultaat is een gladde levensverwachting bij geboorte (lichtgroene lijn in grafiek 3.2.1).

Als laatste stap worden de sterftekansen in vijfjaarsleeftijdsgroepen omgerekend naar 1-jaarsleeftijden. Dit wordt gedaan omdat voor Nederland de berekening van een verkorte overlevingstafel bij de levensverwachting bij geboorte een onderschatting geeft van gemiddeld een half jaar ten opzichte van de berekening van een volledige overlevingstafel. Dit komt doordat de sterftekansen binnen de vijfjaarsleeftijdsgroepen in een verkorte overlevingstafel als constant worden verondersteld, terwijl ze dat natuurlijk niet zijn (hoe ouder iemand wordt, hoe hoger de sterftekans). Door terug te rekenen van vijfjaarsleeftijdsgroepen naar 1-jaarsgroepen en met behulp van de levenden uit deze tafelbevolking de werkelijke vijfjaarssterftekansen uit te rekenen, wordt deze fout grotendeels gecorrigeerd (donkergroene lijn in grafiek 3.2.1).

3.2.1 Levensverwachting bij geboorte, mannen en vrouwen
 Europees Nederland (Jaren)Caribisch Nederland, startpunt (Jaren)Caribisch Nederland, gecorrigeerd (Jaren)Caribisch Nederland, modeluitkomsten (Jaren)Caribisch Nederland, definitief (Jaren)
19987876,777,27878,5
1999787676,377,277,8
200078,174,375,676,777,3
200178,380,379,576,377
200278,477,475,876,276,8
200378,776,475,776,276,8
200479,275,175,276,376,9
200579,577,37876,577,1
200679,878,179,376,877,4
200780,275,576,377,277,8
200880,478,578,477,778,2
200980,779,178,478,278,7
201080,877,778,478,779,3
201181,177,47879,379,8
20128182,181,579,880,3
201381,381,481,580,380,8
201481,679,38080,881,3
201581,580,980,781,281,7
201681,583,983,981,682,1
201781,780,980,781,982,3
201881,884,684,28282,5
20198282,281,28282,5
202081,482,682,681,982,4
202181,381,380,881,782,1
202281,679,379,581,281,7
202381,881,681,880,681,1

Tot en met 2014 ligt de levensverwachting in Europees Nederland gemiddeld hoger dan in Caribisch Nederland, maar in de periode erna is dit omgekeerd. In 2023 laat het model voor Caribisch Nederland een lagere levensverwachting zien dan voor Nederland. De levensverwachting in Caribisch Nederland steeg van 2003 tot 2019, daarna is een lichte daling zichtbaar. In Europees Nederland nam de levensverwachting in de periode 2002-2012 sterker toe dan gemiddeld en na 2012 zette deze trend niet door (Stoeldraijer, 2020). Aan het begin van de coronapandemie is er voor Europees Nederland een daling zichtbaar van de levensverwachting in 2020 met in de jaren erna een licht herstel. In Caribisch Nederland is er geen zichtbare daling in 2020, maar is wel duidelijk dat de trend van voor de coronapandemie niet doorzet en mogelijk zelfs daalt. Door de sterke fluctuaties in de levensverwachting voor Caribisch Nederland is de precieze richting pas na een wat langere tijd duidelijker.

De levensverwachting in Caribisch Nederland ligt voor vrouwen hoger dan voor mannen, net als in Europees Nederland het geval is. Op basis van het startpunt van de berekening, waarin veel fluctuaties te zien zijn, is de levensverwachting voor mannen in enkele jaren hoger dan voor vrouwen. Door het kleine aantal inwoners kan dit wel eens voorkomen. Het verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen op basis van de modelwaarden is in de eerste tien jaar van de periode iets afgenomen en daarna rond de 3,0 jaar gebleven. In Europees Nederland is het verschil tussen mannen en vrouwen in 2023 ook 3,0 jaar. Ook hier was vanaf 1998 een afname te zien in het verschil, maar dit is meer geleidelijk verminderd in de periode.

3.2.2 Levensverwachting bij geboorte in Caribisch Nederland naar geslacht
 Definitief mannen (Jaren)Startpunt mannen (Jaren)Definitief vrouwen (Jaren)Startpunt vrouwen (Jaren)
199875,772,581,285,7
199975,474,980,177,2
200075,272,779,375,9
200175,187,978,779,4
200275,175,378,479,5
200375,274,978,277,6
200475,47378,277
200575,776,478,378,8
200676,17678,680,4
200776,570,47982
200876,976,579,480,6
200977,477,979,980,5
201077,877,180,578,5
201178,375,78179,4
201278,882,581,681,9
201379,28082,283
201479,777,382,781,6
20158078,983,283,8
201680,481,283,687,2
201780,680,583,982
201880,889,184,183,5
201980,879,684,185,1
202080,878,88488,5
202180,681,183,781,6
202280,377,983,280,8
202379,880,882,582,4

3.3 Onzekerheidsmarges

Met behulp van de berekende sterftekansen, de waargenomen bevolkingsaantallen en de methode in Silcocks, Jenner en Reza (2001) kunnen onzekerheidsmarges worden berekend rond de levensverwachting bij geboorte en op iedere leeftijd. De onzekerheidsmarges geven de bandbreedte weer waarbinnen de jaar-op-jaar-variatie in de levensverwachting naar alle waarschijnlijkheid zal liggen.

In grafiek 3.3.1 wordt de levensverwachting weergegeven met de onzekerheidsmarge rondom de levensverwachting van Caribisch Nederland. Wat opvalt is dat de levensverwachting in het Europese deel van Nederland volledig binnen de marge valt van de levensverwachting in Caribisch Nederland. Hieruit kan worden opgemaakt dat de levensverwachting in Caribisch Nederland niet significant verschilt van de levensverwachting in het Europese deel van Nederland. 

3.3.1 Levensverwachting bij geboorte met 95%-betrouwbaarheidsinterval, mannen en vrouwen
 Europees Nederland (Jaren)Caribisch Nederland (Jaren)95%-betrouwbaarheidsinterval (Jaren)
19987878,574,8 - 82,3
19997877,874,1 - 81,5
200078,177,373,6 - 81,0
200178,37773,2 - 80,7
200278,476,873,1 - 80,5
200378,776,873,1 - 80,5
200479,276,973,3 - 80,5
200579,577,173,6 - 80,6
200679,877,474 - 80,9
200780,277,873,9 - 81,7
200880,478,274,4 - 82,1
200980,778,775 - 82,5
201080,879,376,2 - 82,3
201181,179,876,9 - 82,7
20128180,377,5 - 83,1
201381,380,878,0 - 83,6
201481,681,378,5 - 84,1
201581,581,778,9 - 84,5
201681,582,179,3 - 84,8
201781,782,379,6 - 85,1
201881,882,579,8 - 85,2
20198282,579,8 - 85,1
202081,482,479,8 - 84,9
202181,382,179,6 - 84,6
202281,681,779,3 - 84,1
202381,881,178,8 - 83,4

De volledige berekende overlevingstafel voor Caribisch Nederland is te vinden op deze pagina.

4. Conclusies

Hoewel de levensverwachting in Caribisch Nederland in het eerste decennium van de 21ste eeuw een lagere levensverwachting dan in Europees Nederland liet zien, lijkt vanaf 2015 het omgekeerde het geval te zijn. De coronapandemie heeft in Caribisch Nederland niet direct in 2020 tot een daling van de levensverwachting geleid, maar de stijgende trend in de voorgaande periode lijkt wel te zijn afgelopen. Door de grote jaarlijkse variatie in de sterfte- en bevolkingsgegevens is de levensverwachting voor Caribisch Nederland door onzekerheid omgeven. Desondanks kan worden opgemaakt dat de levensverwachting in Caribisch Nederland niet significant verschilt van de levensverwachting in Europees Nederland.

Referenties

Silcocks, P.B.S., D.A. Jenner en R. Reza (2001), Life expectancy as a summary of mortality in a population: statistical considerations and suitability for use by health authorities, Journal of Epidemiology Community Health, 55, p38–43.

Stoeldraijer, L. (2014). Levensverwachting in Caribisch Nederland verschilt weinig met Nederland. Bevolkingstrends, maart 2014.

Stoeldraijer, L. en C. Harmsen (2017). De levensverwachting meet de sterfte. Bevolkingstrends, 2017|04.

Stoeldraijer, L. (2020). Sterfte en levensverwachting in de 21ste eeuw: waarom veranderde de trend rond 2012? Statistische Trends, 25 september 2020.

Stoeldraijer, L. en P. van der Reijden (2021). Levensverwachting in Caribisch Nederland, 1998-2019. Statistische Trends, 6 december 2021.