4. Conclusies en aanbevelingen
4.1 Algemene bevindingen
In deze studie is gekeken of, en hoe, het CBS financiële stromen binnen het energiesysteem in kaart kan brengen. Er is een methode ontwikkeld die op verschillende (sub)ketens binnen dit systeem is getest. Daarvoor is de groep bedrijven binnen een bepaalde keten bepaald, om deze vervolgens te koppelen aan data over investeringen, subsidies, invoer/uitvoer en productie. Met behulp van deze methode kan een overzicht worden gegeven van de verschillende financiële stromen binnen specifieke ketens van het energiesysteem.
Voor deze methode is een overzicht van de bedrijven binnen een bepaalde keten cruciaal. Dit overzicht kan soms verkregen worden via bij het CBS-beschikbare bronnen, of via externe bronnen zoals gegevens van brancheorganisaties. Een andere voorwaarde voor deze methode is dat bekend is, of berekend kan worden, welk deel van de financiële stromen van een bedrijf toegekend kan worden aan de keten in kwestie. Dit is nodig voor bedrijven die meerdere activiteiten ontplooien. Daarnaast is het in verband met herleidbaarheid niet altijd mogelijk om data te publiceren als het aantal bedrijven binnen een bepaalde keten klein is.
Met name voor de ketens biobrandstof en recyclaat kan een vrij volledig beeld geschetst worden van de relevante financiële stromen. Wel is het aantal bedrijven dat biobrandstoffen produceert heel klein, waardoor publicatie van een deel van de beschikbare cijfers in verband met herleidbaarheid niet mogelijk is. Voor elektrolyse en groen gas is deze methodologie (nog) niet geschikt. In het geval van elektrolyse heeft het CBS nu nog geen zicht op de producenten. In het geval van groen gas is onduidelijk bij de verschillende producenten welk deel van hun financiële stromen toe te wijzen is aan activiteiten rondom groen gas, omdat het meestal een secundaire activiteit is.
4.2 Aanbevelingen en mogelijk vervolg
1. Doorontwikkelen methode en update van de cijfers
In een mogelijk vervolg van dit project kunnen de cijfers die nu zijn samengesteld worden geüpdatet met een nieuw jaar en waar mogelijk verder verbeterd en aangevuld. Zoals hierboven beschreven, komen er vanaf 2025 nieuwe cijfers beschikbaar over elektrolyse, zodat er voor deze keten meer cijfers kunnen worden verzameld.
Binnen de ontwikkelde methode is het cruciaal om zowel een overzicht van de bedrijven te hebben, als zicht op welk deel van dat bedrijf toegeschreven kan worden aan de relevante keten. Er is niet altijd goed zicht op dat tweede aspect, bijvoorbeeld wanneer een landbouwbedrijf ook actief is als groen gasproducent.
In een eventueel vervolg van deze haalbaarheidsstudie kan met behulp van aanvullende bronnen onderzocht worden of het bijvoorbeeld mogelijk is om (onderdeel 2b) voor een deel van de groen gasproducenten in kaart te brengen welk gedeelte van hun financiële stromen toegeschreven kan worden aan groen gasproductie. Het zal echter complex blijven, omdat de diversiteit aan bedrijven binnen deze producenten erg groot is.
2. Aanvullende toepassingen
Ten slotte kan deze uitgewerkte methodiek mogelijk ook toegepast worden op de andere (sub-) ketens van het energiesysteem. Voor de volgende ketens binnen het energiesysteem zijn bij het CBS fysieke data beschikbaar, zoals over aantallen warmtepompen en (bijgeplaatst) vermogen2).
- Warmtepompen
- Warmtenetten
- Aardwarmte
Er is echter niet altijd een directe koppeling tussen fysieke data en bedrijven te maken. Er zal per (sub)keten onderzocht moeten worden of een lijst van producenten gemaakt kan worden (op basis van interne of externe bronnen).