Extra uitvraag Bijzondere Bijstand 2023

4. Conclusie extra uitvraag bijzondere bijstand

Van de 417 aan gemeentelijke eenheden toegestuurde vragenlijsten over de uitgaven aan bijzondere bijstand in 2023 is 76 procent ingevuld teruggestuurd. Dit komt overeen met een respons van 81 procent voor de 342 Nederlandse gemeenten. 

Op basis van deze uitvraag zijn ramingen gemaakt voor de uitgaven aan bijzondere bijstand in 2023. Nederlandse gemeenten hebben hieraan in totaal 1,7 miljard euro (ongeveer 1 688 miljoen) uitgegeven in 2023. Dit bedrag is inclusief projectmatige verstrekkingen en betalingen in natura. Het in 2023 uitgegeven bedrag is bijna 285 miljoen euro minder dan in 2022, toen de gemeenten bijna 2 miljard (ongeveer 1 972 miljoen) euro uitgaven aan bijzondere bijstand. Deze daling is voor een groot deel vermoedelijk toe te schrijven aan een vermindering in uitgaven voor de energietoeslag.
De uitgaven aan bijzondere bijstand in 2023 zijn onderverdeeld in dertien clusters. Voor twaalf van de dertien clusters kon voor non-respons worden geïmputeerd en een onzekerheidsmarge worden berekend. Net als in 2022 werd in 2023 het grootste bedrag uitgegeven aan het cluster voor Directe levensbehoeften (a): ruim 1,1 miljard euro. Daarna werd het meest uitgegeven aan het cluster Financiële transacties (f): bijna 191 miljoen euro. Het cluster f was tot en met 2021 altijd het cluster waaraan het grootste bedrag werd uitgegeven. Het bedrag was in 2023 vergelijkbaar met het bedrag in 2022 (ruim 198 miljoen euro). 

De verstrekkingen in het kader van de landelijke energietoeslag zijn in de Bijstandsuitkeringenstatistiek (BUS) voor een groot deel onder de bijzondere bijstand geregistreerd. Zoals voorgeschreven, hebben de meeste gemeenten deze kosten ondergebracht onder cluster a, en zo niet, hebben zij hiervoor gecorrigeerd in de enquête. Omdat een groot deel van de energietoeslag is geregistreerd onder de bijzondere bijstand onder cluster a, verklaart dit het grote aandeel van dit cluster in 2023, net zoals in 2022 het geval was. 

Kosten in het kader van beschermingsbewind en woninginrichting zijn ook dit jaar als aparte categorie opgenomen in de extra uitvraag. In 2023 hebben gemeenten in totaal bijna 172 miljoen euro uitgegeven aan beschermingsbewind en ruim 57 miljoen euro aan woninginrichting. De meeste gemeentelijke eenheden rekenen de uitgaven in het kader van beschermingsbewind in de BUS onder het cluster Financiële transacties (f). Uitgaven met betrekking tot woninginrichting werden door het overgrote deel van de gemeentelijke eenheden bij het cluster Voorzieningen voor wonen (c) ingedeeld.