1. Inleiding
Naar aanleiding van het artikel "Invulling praktisch en theoretisch opgeleiden", heeft het ministerie van OCW contact opgenomen met het CBS. Het ministerie is geïnteresseerd in het verder verkennen van de mogelijke alternatieven van de onderwijsniveaus laag-middelbaar-hoog. De huidige terminologie kan in de hand werken dat de ene opleiding minder waard wordt gevonden dan de ander, zoals opleidingen in het mbo. In plaats van het verticale denken in niveaus en een leerladder zou wat het ministerie betreft veel meer horizontaal gedacht moeten worden aan een onderwijswaaier. Daarbij kan het gaan om veranderingen in de naamgeving maar ook in de structuur.
OCW heeft hiervoor een opdracht geformuleerd en bij het CBS geïnformeerd of deze opdracht past bij de expertise van het CBS. Vanwege de rol van het CBS bij de vertaling van internationale classificaties naar de Nederlandse situatie en de gevolgen die een wijziging in indeling en terminologie voor het CBS kan betekenen, had het de voorkeur van het CBS om betrokken te zijn.
De opdracht is opgeknipt in twee stappen. De eerste stap is het in kaart brengen van de huidige situatie en wat de mogelijke gevolgen van eventuele veranderingen zijn voor het CBS. De uitwerking van deze eerste stap is in dit document opgenomen. De tweede stap is het met meer organisaties bespreken van de onderzochte en mogelijk aanvullende alternatieven, hoe die ingepast kunnen worden in de bestaande indelingen en of geleerd kan worden van gelijksoortige verkenningen in andere landen. Voor de tweede stap moet door het ministerie van OCW nog bepaald worden wie daar bij betrokken moet worden en welke organisatie voor de hand ligt om de regie op zich te nemen.
In dit rapport wordt in hoofdstuk 2 een overzicht gegeven van de terminologie die momenteel gebruikt wordt voor de beschrijving van het Nederlandse onderwijssysteem en in hoofdlijnen op welke uitgangspunten die gebaseerd is. Ter vergelijking wordt vervolgens in hoofdstuk 3 het onderwijssysteem van een aantal andere Europese landen beschreven waarbij de nadruk ligt op de organisatie van het beroepsgerichte onderwijs en in hoeverre er een hiërarchie terugkomt in de in die landen gehanteerde terminologie. De door de OECD beschikbaar gestelde mappings van de onderwijssystemen naar de internationale onderwijsindeling, de ISCED, zijn gebruikt om de systemen onderling te kunnen vergelijken. In hoofdstuk 4 zijn mogelijke alternatieven voor het gebruik van de indeling naar laag-middelbaar-hoog opgenomen, inclusief een aantal voor- en nadelen van die alternatieven. In hoofdstuk 5 wordt verkend wat de implementatie van deze alternatieven zou kunnen betekenen voor de output van het CBS. En tot slot wordt in hoofdstuk 6 een aantal aandachtspunten opgenomen die meegenomen kunnen worden in het onderzoek in stap 2.