1. Inleiding
In 2022 heeft het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) het CBS de opdracht gegeven om een jaarlijks te herhalen Monitor Energiearmoede te ontwikkelen, met als basis het onderzoek van TNO (2021). Voor het onderzoek heeft het CBS de indicatoren van TNO overgenomen en verder ontwikkeld (in bijlage A worden de verschillen toegelicht). In deze longread worden resultaten van het onderzoek gepresenteerd op basis van de energiearmoede in 2019 en 2020. Dit zijn de jaren waarvoor de energiearmoede bepaald kan worden op basis van nu beschikbare gegevens over de situatie van huishoudens aangaande hun energieverbruik, inkomenssituatie en woningkwaliteit. Vanwege de huidige hoge energieprijzen is er veel behoefte aan meer actuele cijfers over energiearmoede. Daarom maakt TNO een inschatting van de energiearmoede per eind 2022 op basis van de microdata voor 2020, waarbij rekening gehouden wordt met de energieprijzen en de financiële compensatiemaatregelen uit 2022 en een naar verwachting lager energieverbruik ten opzichte van 2020 in reactie op de hoge energieprijzen (TNO, 2023).
In hoofdstuk 2 worden de indicatoren voor energiearmoede toegelicht. In hoofdstuk 3 wordt voor de totale populatie huishoudens in de monitor het percentage van de verschillende vormen van energiearmoede toegelicht, en wordt ingegaan op de overlap tussen de indicatoren. Vervolgens gaat hoofdstuk 4 dieper in op de achtergrondkenmerken van huishoudens met energiearmoede.