Aardgasverbruik glastuinbouw in Nederland

2. Databronnen, definities en populatieafbakening

2.1 Databronnen 

Voor dit rapport zijn verschillende databronnen gebruikt. Hieronder volgt een beschrijving van deze bronnen.

TOP10NL van de Basisregistratie Topografie (BRT)
De TOP10NL maakt deel uit van de Basisregistratie Topografie (BRT) van het Kadaster en is een topografische objectgerichte kaart waarop o.a. gebouwen zoals kassen worden getoond. Deze kaarten zijn beschikbaar op schaalniveau 1 op 10 000 en 1 op 25 000, waarvan de schaal van 1 op 10 000 het hoogste detailniveau heeft. De objecten zijn op basis van luchtfoto’s, panoramafoto’s en met informatie van externe bronnen digitaal ingetekend. Een TOP10NL-bestand wordt ongeveer een tot twee jaar na de luchtopnames gepubliceerd.

De BRT bevat de variabele type gebouw waarmee gebouwen worden ingedeeld in een van de categorieën. Voor dit onderzoek is de categorie “kas, warenhuis” van belang. Een “kas, warenhuis” in het BRT is namelijk gedefinieerd als een voornamelijk uit glas opgebouwde overbouwing van de grond ten behoeve van landbouw.

Meer informatie is te vinden bij het Kadaster:
https://www.kadaster.nl/zakelijk/registraties/basisregistraties/brt
https://www.kadaster.nl/zakelijk/producten/geo-informatie/topnl

Percelen (contouren) van de Basisregistratie Kadaster (BRK)
De Basisregistratie Kadaster (BRK) van het Kadaster bevat een geografische dataset met percelen die de kadastrale grenzen en de grootte van het perceel weergeven.

Meer informatie is te vinden bij het Kadaster.

Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG)
De Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) wordt ingewonnen door gemeentes en beheerd door het Kadaster. Uit de BAG zijn de geografische eenheden verblijfsobject, nummeraanduiding en pand gebruikt (zie paragraaf 2.2 voor de definities). 

Het doel van de basisregistraties is dat de overheid efficiënt kan opereren en burgers en bedrijven maar een keer om bepaalde data hoeft te vragen (Digitale Overheid, z.d.). Ook het register van bedrijven van de Kamer van Koophandel is een basisregistratie.

Gecombineerde Opgave (GO)
Jaarlijks vraagt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) gegevens uit aan agrarische bedrijven waaronder de glastuinbouwbedrijven: de Gecombineerde Opgave (GO). In de GO worden gegevens voor verschillende doeleinden in één digitaal formulier ingevuld. Een belangrijk onderdeel van de opgave is de Landbouwtelling (LBT). De LBT beschrijft de structuur van de Nederlandse agrarische sector. Daarnaast worden in de GO ook gegevens doorgegeven voor verschillende regelingen (onder andere subsidies, emissieberekeningen). Per kaslocatie (adres) wordt door de glastuinder het geteelde gewas en de teeltoppervlakte (in m2) opgegeven. Met ingang van 2022 ontvangt RVO de gegevens van glastuinders per kaslocatie. Voorheen werden deze gegevens opgegeven op basis van het hoofdvestigingsadres van het bedrijf.

Het uitvragen van gegevens voor het CO2-sectorsysteem maakt onderdeel uit van de GO. Alle tuinders met een minimale bedrijfsomvang die niet deelnemen aan het European Trading System (ETS), moeten deelnemen aan het CO2-sectorsysteem. Glastuinders geven daarvoor jaarlijks de European Article Number-codes (EAN-codes) van hun gasaansluitingen en bijbehorend gasverbruik door aan RVO. Ook de inkoop van warmte uit aardgas die nog niet meetelt in ETS of bij een andere tuinder moet door tuinders worden opgegeven. Hier is namelijk ook (indirect) aardgasverbruik en/of CO2-emissie aan verbonden die aan de glastuinbouwsector moet worden toegerekend. 

Meer informatie over het sectorsysteem is te vinden op de website.

Algemeen Bedrijvenregister (ABR)
In het Algemeen Bedrijvenregister (ABR) van het CBS worden bedrijven en instellingen, met hun identificatie- en structuurgegevens, vastgesteld en geregistreerd in voor statistisch onderzoek geschikte eenheden. Het register is mede gebaseerd op het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (KVK). In het register zijn bedrijven ingedeeld in de Standaard Bedrijfsindeling (SBI). 

De volgende sectoren zijn van belang:
01132 Teelt van groenten onder glas
01192 Teelt van snijbloemen en snijheesters onder glas
01252 Teelt van aardbeien onder glas
01254 Teelt van houtig klein fruit onder glas
01303 Teelt van perkplanten onder glas
01304 Teelt van potplanten onder glas

Historisch vallen sommige glastuinbouwbedrijven in de ruimere indeling 0130 Teelt van sierplanten (zoals bedrijven met boomkwekerij onder glas en uitgangsmateriaal onder glas).

Voor meer informatie over het ABR zie.

Voor meer informatie over de SBI zie.

Centraal Aansluitingenregister (CAR) en Allocatie, Reconciliatie en Meetdata (C-ARM)
Het Centraal Aansluitingenregister (CAR) en het C-ARM bevat adres- en leveringsgegevens van alle gas- en elektriciteitsaansluitingen in Nederland. Het CAR en het C-ARM worden beheerd door Energie Data Services Nederland (EDSN). Het CBS ontvangt jaarlijks afslagen van het CAR en het C-ARM en maakt hiervan zowel landelijke als regionale statistieken. In het CAR wordt niet aangeven welke activiteit plaats vindt achter de aansluiting. Door koppeling met diverse informatiebronnen wijst het CBS aan elke aansluiting een activiteit toe zoals verder beschreven in Hoofdstuk 4. In deze registers wordt data over energie vastgelegd in hoeveelheden die gebruikt worden voor verrekening. Dat wil zeggen dat de fysieke gemeten hoeveelheden gecorrigeerd zijn voor de calorische waarde bij het meetpunt welke afhankelijk kan zijn van temperatuur.

Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)
Een aantal tuinders nemen deel aan het ETS. De CO2-emissies van deze tuinders worden geregistreerd door de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) en daarom zijn zij uitgesloten van het CO2-sectorsysteem. 

Alle Nederlandse ETS-deelnemers in 2021 zijn openbaar en te vinden op de website.

2.2 Definities

Verblijfsobject (VBO)
Een verblijfsobject (VBO; gehanteerd in de BAG) is een zelfstandige ruimte voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden. Geografisch is een VBO een punt met een x- en een y-coördinaat, wat zich binnen een pand bevindt. Verblijfsobjecten krijgen van de gemeente een functie, bijvoorbeeld woonfunctie, industriefunctie, kantoorfunctie, winkelfunctie.

Nummeraanduiding
De nummeraanduiding (gehanteerd in de BAG) is de door het bevoegde gemeentelijke orgaan toegewezen aanduiding van een verblijfsobject, standplaats of ligplaats en bestaat uit een huisnummer, huisletter en huisnummertoevoeging.

Pand
Een pand (gehanteerd in de BAG) is een bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid: een gebouw dat betreedbaar en afsluitbaar is. Geografisch gezien zijn panden ingetekende, tweedimensionale vlakken, ook polygonen genoemd. Panden hebben dus een oppervlakte. Panden kunnen een of meerdere verblijfsobjecten bevatten, maar komen ook voor zonder verblijfsobject(en), zoals schuren en kassen.

Kas
Een kas is een type gebouw bedoeld voor het telen van groenten, fruit, bloemen, boomkwekerijgewassen en vaste planten onder glas. Een kas komt vaak overeen met een pand uit de BAG, waarvan ongeveer 85 procent zonder verblijfsobject(en) en nummeraanduiding(en).

Kas, warenhuis
Een “kas, warenhuis” in de BRT is een voornamelijk uit glas opgebouwde overbouwing van de grond ten behoeve van landbouw.

Kaslocatie
Een kaslocatie is het adres waarop kassen aanwezig zijn waar (mogelijk) glastuinbouwactiviteiten plaatsvinden. Op één locatie kunnen meerdere kassen aanwezig zijn. 

Bedrijf
Een bedrijf is in dit onderzoek de rapporterende eenheid in de GO. Bedrijven kunnen een of meerdere kaslocaties opgeven in de GO.

Grijs glas
Grijs glas is de verzamelnaam van de fysieke glaspanden uit TOP10NL die niet gekoppeld zijn aan een specifieke bestemming zoals glastuinbouwlocaties uit de GO of tuincentra, caravanopslag e.d. van het ABR.

Aansluiting
Aardgas- en elektriciteitsaansluitingen zijn de (meet)punten waarop energie wordt uitgewisseld tussen het openbaar net van de netbeheerders en de gebruiker. Vanuit de glastuinbouw gezien kan het gaan om inkoop van energie van het openbaar net of teruglevering van energie aan het openbare net. Op één adres kunnen meerdere aansluitingen aanwezig zijn. Gegevens over aansluitingen worden vastgelegd in het CAR en C-ARM, welke beide beheerd worden door EDSN in opdracht van de netbeheerders.

EAN-code
Het European Article Number (EAN) is de 18-cijferige code die wordt gebruikt voor het identificeren van aansluitingen op het openbare net.

Clusters voor energievoorziening
Een netwerk van gebouwen die buiten het openbaar net om energie uitwisselen, met een gecentraliseerde datavastlegging. Een clusternetwerk verzorgt de levering van energie voor meerdere kaslocaties.

Standaard Opbrengst (SO)
Een economische maat voor de omvang van agrarische bedrijven gebaseerd op de opbrengst die gemiddeld op jaarbasis per gewas of diercategorie wordt behaald. Voor de berekening van de SO van een bedrijf worden sinds 2010 SO-normen gebruikt. Per gewas en diercategorie worden deze vastgesteld. Ze zijn gebaseerd op gemiddelde waarden over een periode van vijf jaar en worden om de drie jaar geactualiseerd. De SO van een bedrijf is de som van de totale SO van alle gewassen en dieren en wordt uitgedrukt in euro's. In de LBT wordt vanaf 2010 een ondergrens gehanteerd van 3000 euro SO. Bij bedrijven met minder dan 3000 euro SO moet men denken aan bijvoorbeeld een bedrijf met maximaal 2 melkkoeien of maximaal 2 are groene paprika.

2.3 Populatieafbakening

Voor bepaling van de CO2-emissie in de glastuinbouwsector is het nodig de sector te definiëren. Zowel het PBL als WEcR hanteren daarvoor de definitie uit de LBT.

2.3.1 Bedrijvenpopulatie actief in de glastuinbouw

De bedrijvenpopulatie in de LBT bestaat uit bedrijven met activiteiten op het gebied van het telen van groenten, fruit, bloemkwekerijgewassen, boomkwekerijgewassen, vaste planten en uitgangsmateriaal voor voedings- en siergewassen (zaad, stekjes, vermeerdering, etc.) onder glas. Tot de LBT-populatie behoren bedrijven die de GO hebben ingevuld en: 

  • ingeschreven zijn in het Handelsregister met een agrarische SBI (011 tot en met 015) én een Standaard Opbrengst van 3 000 euro of meer per jaar voor het hele bedrijf hebben, of;
  • niet ingeschreven zijn in het Handelsregister met een agrarische SBI, maar voldoen aan door het Europees Parlement en de Raad vastgestelde fysieke drempelwaarden per gewas (EU-verordening 2018/1091) én een Standaard Opbrengst van 3 000 euro of meer hebben, of;
  • aangeschreven zijn voor het CO2-sectorsysteem én een Standaard Opbrengst van 3 000 euro of meer hebben.

Beschermde teelt van gewassen, ook wel ‘tuinbouw onder glas’ genoemd, is teelt in kassen bedekt met glas of plastic, of in betreedbare plastic tunnels. Alleen voor aardbeien wordt in de GO het onderscheid gemaakt tussen plastic en glas.

2.3.2 Kassen

Kassen kleiner dan 0,1 hectare zijn niet meegenomen in dit onderzoek. Verondersteld wordt dat kleine kassen (zoals moestuinkassen) merendeels onverwarmd zijn en dus niet significant bijdragen aan de totale CO2-emissies van de glastuinbouw.

2.3.3 Uitsluiten van bollenbroeiers

Daarnaast zijn er kassen en opgaves uit de GO van bollenbroeiers. Deze geven geen areaal op bij RVO maar het aantal kilo’s productie. De kassen van bollenbroeiers worden daarom niet meegenomen bij de bepaling van kassen.

Er is discussie geweest om bollenbroeiers, die vallen onder overige tuinbouw, ook teeltoppervlakte te laten invullen, met als peildatum 15 mei, gelijk aan de overige glastuinbouw. Omdat er sprake is van meerlaagse teeltsystemen bij de bollenbroei komt het teeltoppervlakte niet overeen met de oppervlakte van de kas. Daarnaast loopt het bollenbroeiseizoen van november tot en met april (en in die periode wordt er ook energie verbruikt). Op 15 mei staat bij het grootste deel van de bollenbroeiers de kas leeg. 

2.3.3 Uitsluiten van tuincentra, caravanopslag, e.d. 

Kassen worden niet alleen gebruikt voor agrarische teelt, maar ook voor andere economische activiteiten. Zo zijn tuincentra vaak gevestigd in een kas, of worden kassen bijvoorbeeld gebruikt voor caravanopslag of door onderzoeksinstellingen. Kassen met een niet-agrarische SBI-code (als hoofd- of nevenactiviteit) worden uitgesloten van de doelpopulatie van de LBT.

2.3.4 Energiegegevens

Het doel is om alle aardgasverbruik voor glastuinbouwactiviteiten mee te nemen. Het betreft vooral de leveringen via regionale netbeheerders (zoals geregistreerd in het CAR) en direct via Gasunie Transport Services (GTS). Ook de leveringen van aardgas voor WKK-installaties zijn meegenomen. De (basis)gegevens gaan over verslagjaar 2021.

Indirect aardgas geleverd als warmte aan kassen aangesloten op grote warmtenetten (stadsverwarming) wordt niet meegenomen. In deze gevallen nemen de warmtecentrales al deel aan het ETS en vallen binnen de energiestatistieken onder de energiesector. Daarentegen tellen energiebedrijven die primair gericht zijn op de glastuinbouw en fysiek ook vlakbij glastuinbouwbedrijven staan wel mee bij de glastuinbouw. Zie ook verdere discussie in paragraaf 4.2.2.

Andere energiedragers zoals elektriciteit, biomassa, aardwarmte of aangevoerde warmte zijn niet meegenomen.