8. Achtergrondgegevens
8.1 Populatie
De populatie van dit onderzoek bestaat uit alle banen van vier uur of meer per maand, van werknemers woonachtig in Nederland vanaf 15 tot en met 64 jaar. Het peilmoment is de laatste vrijdag van september 2020. Een persoon kan meer dan één baan hebben op het peilmoment en telt dan meer dan één keer mee in de onderzoekspopulatie. De populatie is opgesplitst in banen bij de overheid en banen in het bedrijfsleven. Deze twee subpopulaties zijn apart onderzocht.
8.2 Bronnen
Enquête Beroepsbevolking (EBB)
De EBB is een doorlopende enquête onder personen van 15 jaar en ouder die in Nederland wonen, met uitzonderingen van personen in inrichtingen, instellingen en tehuizen (de institutionele bevolking). Het doel van de EBB is om inzicht te krijgen van de relatie tussen mens en arbeidsmarkt. Gegevens worden vastgesteld op het moment van enquêteren.
De EBB is een steekproef waarop elk jaar ongeveer 90 duizend personen responderen. Een deel van deze 90 duizend personen valt buiten het bereik van dit onderzoek omdat zij geen baan hebben. Om voldoende massa te krijgen voor het onderzoek zijn twee jaargangen en twee kwartalen van de EBB (2019-2021 II) gebruikt. Het kan voorkomen dat een persoon meerdere banen heeft. In dat geval zijn de gegevens van een persoon uit de EBB gekoppeld aan meerdere banen.
De EBB is een roterend panelonderzoek. Gedurende een periode van een jaar worden respondenten met tussenpozen van 3 maanden in totaal 5 keer benaderd om deel te nemen aan het onderzoek (de eerste peiling) en de vervolgpeilingen (in totaal 4).
De ophooggewichten die beschikbaar zijn in de EBB, hogen op naar de populatie personen van 15 jaar en ouder in Nederland in het betreffende jaar. Om de EBB-bestanden per jaargang gezamenlijk op te kunnen hogen naar de populatie banen van werknemers in 2020 zijn de EBB-gewichten aangepast (zie paragraaf 9.1). Hiervoor is gebruik gemaakt van dezelfde herwegingsmethode als in het eerder loonverschillen onderzoek (zie De Mooij et al. (2010), Geerdinck et al. (2012), Verschuren et al. (2014), Muller et al. (2016, 2018) en Malkaoui et al. (2020).
De volgende persoonskenmerken uit de EBB zijn gebruikt voor dit onderzoek: handicap of chronische ziekte, onderwijsrichting, opleidingsniveau, beroepsniveau, beroepsrichting, regio van de werkgemeente, het aantal jaar dat iemand gewerkt heeft in zijn huidige baan van meer dan 12 uur en of iemand een leidinggevende functie heeft.
Stelsel van Sociaal-statistische Bestanden (SSB)
Het SSB is een stelsel van registers en enquêtes, die op persoonsniveau aan elkaar zijn gekoppeld. De data uit het SSB hebben betrekking op verschillende sociaaleconomische onderwerpen, zoals banen, uitkeringen, woningen en onderwijs.
De doelpopulatie van het SSB bestaat uit alle personen die in Nederland wonen, en personen die niet in Nederland wonen maar in Nederland werken of een uitkering dan wel pensioen vanuit Nederland ontvangen.
Voor dit onderzoek zijn gegevens over de volgende onderwerpen uit het SSB gebruikt:
- Banen (2020): De baangegevens zijn ontleend aan de Polisadministratie van het UWV.
- Demografische gegevens gebaseerd op de Basisregistratie Personen (BRP) waaronder: geslacht, leeftijd, migratieachtergrond en generatie, huishoudenspositie, het hebben van kinderen en of iemand een partner heeft. Het vaststellen van persoonsgegevens sluit aan bij het peilmoment van de banen (25 september 2020).
- Persoonlijk inkomen van personen. Hieruit wordt het inkomen van de partner bepaald.
Algemeen Bedrijven Register (ABR)
In het Algemeen Bedrijven Register (ABR) worden bedrijven en instellingen met hun identificatie- en structuurgegevens geregistreerd. Op basis van dit bestand wordt vastgesteld welke bedrijven tot één onderneming behoren, om uiteindelijk informatie over de winstgevendheid te verkrijgen.
Statistiek Financiën van niet-financiële ondernemingen (NFO)
De statistiek Financiën van niet-financiële ondernemingen (NFO) bevat informatie over de jaarrekening van alle niet-financiële rechtspersoonlijkheid bezittende ondernemingen in Nederland, die vennootschapsbelastingplichtig zijn. De NFO wordt in dit onderzoek gebruikt om de winst per werkzame persoon vast te stellen.
8.3 Operationalisering
In deze paragraaf wordt toegelicht hoe de belangrijkste begrippen uit het onderzoek zijn geoperationaliseerd.
Gemiddeld uurloon
Het basisloon is gelijk aan het (fiscaal) jaarloon, exclusief bijzondere beloning en overwerkloon, maar inclusief de fiscale waarde van niet in geld uitgekeerde belaste vergoedingen. Het aantal reguliere uren is gelijk aan het totale aantal verloonde uren, exclusief overwerkuren en verlofuren in verband met vakantie, adv en algemeen erkende feestdagen. Van alle banen op 25 september 2020 is het gemiddelde uurloon berekend voor het hele jaar 2020.
Het uurloon is berekend door voor elke baan het jaarloon te nemen en deze te delen door het aantal reguliere uren per jaar. Vervolgens worden de uurlonen per baan rekenkundig gemiddeld. In formule ziet dit er als volgt uit:
\[ \text{Gemiddeld uurloon} = \frac{\sum_{b=1}^n \text{loon}_b / \text{uur}_b}{n} \]
waarbij loonb het totaal verdiende basisloon bij baan b weergeeft en uurb het totaal aantal regulier gewerkte uren in baan b in de periode van het peilmoment. Tot slot staat n voor het aantal banen.
Ongecorrigeerd loonverschil
Het ongecorrigeerde loonverschil is de procentuele afwijking van het rekenkundig gemiddelde uurloon van vrouwen ten opzichte van het rekenkundig gemiddelde uurloon van mannen, berekend als volgt:
$$ \text{Ongecorr. loonverschil} = \frac{\text{gem. uurloon vrouwen} - \text{gem. uurloon mannen}}{\text{gem. uurloon mannen}}\cdot 100 $$Inkomen partner
Van alle personen in de onderzoekspopulatie is bepaald of zij een partner hebben. De inkomensgegevens van de partner zijn vervolgens via het SSB gekoppeld. Het persoonlijk inkomen van de partner omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen bedrijfsvoering, uitkeringen inkomensverzekeringen, uitkeringen sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag) en ontvangen inkomensoverdrachten (alimentatie en dergelijke) verminderd met de betaalde premies voor inkomensverzekeringen.
Winst bedrijf per werkzame persoon
Onder winst wordt het bedrijfsresultaat per ondernemingengroep verstaan. Het bedrijfsresultaat is de netto omzet min de lonen, afschrijvingen en kosten van de omzet plus de baten uit hoofde van investeringspremies, subsidies en dergelijke. De ondernemingengroep bestaat uit ondernemingen die in financieel, organisatorisch en economisch opzicht zodanig verweven zijn dat ze voor de belasting als één onderneming worden aangemerkt. Vervolgens is de winst per werkzame persoon berekend door de winst te delen door het aantal werkzame personen bij de ondernemingengroep.
Percentage vrouwelijke collega’s
Het percentage vrouwelijke collega’s is het aantal vrouwelijke collega’s ten opzichte van het totaal aantal werknemers in een bedrijf, exclusief de werknemer zelf.
8.4 Kwaliteit van de uitkomsten
Onnauwkeurigheid kleine aantallen
Zoals in ieder steekproefonderzoek hebben opgehoogde cijfers, in dit geval over uurlonen en de loonverschillen, een onnauwkeurigheidsmarge. Kleinere steekproeven gaan gepaard met hogere onnauwkeurigheidsmarges. Het samenvoegen en middelen van gegevens uit drie verschillende EBB-jaargangen (zie paragraaf 8.2) heeft de omvang van het onderzoeksbestand vergroot en marges beperkt. Op deze manier werd het mogelijk om een betere schatting te maken van loonverschillen in de populatie.
Doordat in dit onderzoek verschillende bronnen in combinatie met de EBB zijn gebruikt, kunnen sommige uitkomsten verschillen van andere door het CBS gepubliceerde cijfers (zie bijvoorbeeld ‘De arbeidsmarkt in cijfers 2021’ (CBS, 2022a)) en vorige edities van dit onderzoek. In de huidige rapportage ‘Monitor loonverschillen mannen en vrouwen, 2020’ zijn absolute aantallen afgerond op duizendtallen en zijn percentages afgerond op hele procenten.
Gebruik minder recente en meest recente gegevens EBB
Gegevens over onderwijs en beroep zijn in het onderzoeksbestand afkomstig uit drie jaargangen van de EBB, namelijk 2019, 2020 en de eerste helft van 2021. Dat betekent dat gegevens over een baan op 25 september 2020 kunnen zijn verrijkt met gegevens over het onderwijs- en beroepsniveau van bijna twee jaar daarvoor. Vooral bij banen van jongeren kan dit leiden tot een vertekening van de uitkomsten, omdat hun situatie snel kan veranderen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een student met alleen een vwo-diploma en een bijbaantje begin 2020 is geënquêteerd en vervolgens eind 2020 is afgestudeerd en een baan is gaan uitoefenen op wetenschappelijk niveau. Dit leidt tot een onderschatting van het onderwijs- en beroepsniveau van jongeren.
8.5 Wijzigingen in de onderzoeksopzet
Om de vergelijkbaarheid met de onderzoeksresultaten uit vorige edities van dit onderzoek te waarborgen, is ervoor gekozen de onderzoeksopzet, het regressiemodel en het weegmodel zoveel mogelijk gelijk te houden aan het eerder uitgevoerde onderzoek. Toch zijn er enkele aanpassingen ten opzichte van de vorige editie geweest.
Ten eerste heeft in 2021 een groot herontwerp van de EBB plaatsgevonden (CBS, 2021). Tot en met het tweede kwartaal van 2021 is de EBB op de oude manier uitgevoerd, vanaf het derde kwartaal van 2021 is de EBB alleen volgens het nieuwe herontwerp uitgevoerd. Omdat het herontwerp een aantal zeer grote wijzigingen met zich meebracht, is er in deze versie van de Monitor voor gekozen om alleen gebruik te maken van gegevens die verkregen zijn met de oude methode van de EBB. Dit heeft echter als gevolg gehad dat er voor deze monitor niet voor de gebruikelijke drie jaar aan informatie beschikbaar was, maar slechts voor twee jaar en twee kwartalen. Hierdoor is de statistische kracht van de modellen enigszins kleiner dan in de vorige edities van de monitor. Er is echter geen reden om aan te nemen dat de resultaten inhoudelijk anders zijn door het niet kunnen meenemen van de laatste twee kwartalen van 2021. Bij het wel meenemen van de laatste twee kwartalen van 2021 was de kans hierop, vanwege de vele wijzigingen in de onderzoeksopzet, vele malen groter.
Ten tweede wordt er sinds 2022 een nieuwe herkomstindeling gebruikt binnen het CBS (CBS, 2022b). Hierdoor verdwijnt de indeling naar generatie en westers/niet-westers, maar wordt herkomst bepaald op basis van het eigen geboorteland en het geboorteland van de ouders. In dit onderzoek maken we onderscheid tussen de volgende categorieën:
- Nederlandse herkomst
- In Nederland geboren, Europese herkomst
- In het buitenland geboren, Europese herkomst
- In Nederland geboren, buiten-Europese herkomst
- In het buitenland geboren, buiten-Europese herkomst
Tot slot is er voor de analyses van het loonverschil in het bedrijfsleven gebruik gemaakt van een andere indeling van bedrijfsgroottes. Waar voorheen onderscheid werd gemaakt tussen bedrijven met 1-9, 10-99 en 100 of meer werkzame personen, wordt er in deze monitor gebruik gemaakt van een meer gedetailleerde indeling. In deze monitor worden de volgende bedrijfsgroottes onderscheiden:
- 1-9 werkzame personen
- 10-49 werkzame personen
- 50-249 werkzame personen
- 250 of meer werkzame personen