2. Gecorrigeerde loonverschillen
In 2020 was het gecorrigeerde loonverschil tussen mannen en vrouwen 6 procent in het bedrijfsleven en 3 procent bij de overheid. Hierbij is gecorrigeerd voor diverse verschillen tussen mannen en vrouwen in achtergrondkenmerken die van invloed zijn op uurlonen. De gecorrigeerde loonverschillen zijn afgenomen sinds 2008. In vergelijking met 2018 is het gecorrigeerde loonverschil zowel in het bedrijfsleven als bij de overheid iets afgenomen.
Loonverschillen tussen mannen en vrouwen zijn niet per definitie het gevolg van een ongelijke behandeling. De hoogte van uurlonen wordt beïnvloed door allerlei factoren die samenhangen met de waarde van arbeid, zoals de bedrijfstak waarin iemand werkzaam is en de hoogte van iemands functieniveau en opleidingsniveau. Wanneer mannen bijvoorbeeld meer werkervaring hebben dan vrouwen en vaker werkzaam zijn in bedrijfstakken waar meer loon wordt uitgekeerd, dan zou het begrijpelijk zijn dat mannen gemiddeld meer verdienen dan vrouwen.
Bij de berekening van het gecorrigeerde loonverschil is getracht uurlonen te vergelijken tussen mannen en vrouwen met vergelijkbare achtergrondkenmerken en vergelijkbare banen. Het gecorrigeerde loonverschil is berekend met behulp van meervoudige regressieanalyse (zie paragraaf 9.2). In deze analyse is gekeken in welke mate geslacht nog een rol speelt in de verloning van werknemers wanneer er rekening wordt gehouden met diverse factoren waarvan bekend is dat ze invloed hebben op de hoogte van lonen, zoals opleiding, leidinggeven en bedrijfstak. Om de invloed van extreem hoge uurlonen op de resultaten te verminderen zijn net als in de vorige edities van dit onderzoek log-getransformeerde uurlonen gebruikt voor de berekening van het gecorrigeerde loonverschil.
Zowel internationaal als nationaal is al veelvuldig onderzoek gedaan naar loonverschillen tussen mannen en vrouwen. Een overzicht van eerder onderzoek is te vinden in het rapport ‘Gelijk loon voor gelijk werk?, 2014’ op www.cbs.nl. In het huidige onderzoek zijn de loonverschillen tussen mannen en vrouwen gecorrigeerd voor de volgende factoren:
- Kenmerken van de werknemer: leeftijd, herkomst, opleidingsniveau, onderwijsrichting, aantal jaren in dienst bij huidige werkgever, arbeidshandicap, huishoudenssituatie, inkomen partner, woonregio;
- Kenmerken van de werkgever: bedrijfstak, aantal werknemers in de organisatie, percentage vrouwelijke collega’s, winstgevendheid van het bedrijf;
- Kenmerken van de baan: beroepsniveau, beroepsrichting, contract voor bepaalde/onbepaalde tijd, voltijd/deeltijd, soort arbeidsrelatie, leidinggevende functie, managementfunctie.
Na correctie voor verschillen tussen mannen en vrouwen in bovenstaande kenmerken verdienden vrouwen in 2020 nog 6 procent minder in het bedrijfsleven en 3 procent minder bij de overheid.
Ontwikkeling in het gecorrigeerde loonverschil
Bij de berekening van de gecorrigeerde en ongecorrigeerde loonverschillen wordt in dit onderzoek mede gebruik gemaakt van enquêtegegevens (zie paragraaf 9.1). Dit betekent dat er rekening gehouden moet worden met onzekerheidsmarges rondom de uitkomsten. Kleine verschillen tussen opeenvolgende jaren kunnen op toeval berusten. De verschillen tussen 2020 en 2018 zijn, net zoals tussen de meeste andere jaren in de reeks, voor de overheid en het bedrijfsleven niet statistisch significant. Om inzicht te krijgen in ontwikkelingen in loonverschillen tussen mannen en vrouwen is het belangrijk om naar trends over meerdere jaren te kijken.
Bedrijfsleven (%) | Overheid (%) | Trendlijn bedrijfsleven (%) | Trendlijn overheid (%) | |
---|---|---|---|---|
2008 | -9 | -7 | -8,7 | -6,5 |
2010 | -8 | -6 | -8,3 | -5,9 |
2012 | -8 | -4 | -7,9 | -5,4 |
2014 | -7 | -5 | -7,4 | -4,9 |
2016 | -7 | -5 | -7 | -4,3 |
2018 | -7 | -4 | -6,6 | -3,8 |
2020 | -6 | -3 | -6,1 | -3,3 |
Om de ontwikkeling sinds 2008 te onderzoeken zijn in figuur 2.1 lineaire (rechtlijnige) trendlijnen toegevoegd. Deze trendlijnen zijn statistisch significant. Dit toont aan dat er bij de overheid en het bedrijfsleven sprake is van een dalende trend sinds 2008.
Hoofdstukken 3, 4 en 5 gaan in op de vraag hoe belangrijke kenmerken van de werknemer, van de werkgever en van de baan samenhangen met de verloning van mannen en vrouwen. In hoofdstuk 6 worden de verschillende kenmerken in samenhang besproken. Hierbij wordt ingegaan op de vraag in welke mate de factoren positief of negatief bijdragen aan de verklaring van loonverschillen in het bedrijfsleven. Hoofdstuk 7 laat zien hoe het gecorrigeerde loonverschil varieert per loonsegment.