Auteur: Hans Schmeets, Jeanet Exel, Anton ten Westenend, Dennis Martens
De Heitjes en de sociale contacten in Heerlen

3. De sociale contacten in Heerlen

We hebben gezien dat in Nederland een duidelijke meerderheid regelmatige sociale contacten onderhoudt met familieleden, met vrienden en goede kennissen, en met buren. Contacten zijn noodzakelijk voor de sociale netwerken in een samenleving, die ontstaan uit personen van de eigen groep zoals de familiekring en de vrienden, als uit personen die niet noodzakelijk tot de eigen zelf gekozen groep behoren, zoals de buren. Dit onderscheid staat ook bekend als ‘bonding’ en ‘bridging’ sociaal kapitaal (Putnam, 2000). En vooral dit overbruggende sociaal kapitaal wordt gezien als een belangrijke voorwaarde voor de sociale cohesie. Waar lange termijn ontwikkelingen geen afname van de contacten met familie en de vriendenkring laten zien, is dit wel duidelijk te zien in het burencontact. Dit is echter minder zichtbaar in een afname van de groep die wekelijks hun buren ziet, spreekt of op een andere wijze daarmee communiceert, maar is vooral toe te schrijven aan de groep die zeer frequent, dagelijks, een burencontact heeft. Een tweede constatering is dat er nauwelijks aanwijzingen zijn dat de Covid-19 pandemie sterke negatieve gevolgen heeft gehad voor de sociale contacten. Hoewel de vriendencontacten licht zijn afgenomen, is er juist bij de burencontacten een groei te zien. Dit kan er op duiden dat minder persoonlijk contact kennelijk gecompenseerd wordt door andere contactvormen, zoals (beeld)bellen of het sturen van berichtjes.
Dergelijke statistieken op basis van het tweede en derde kwartaal 2020 zijn van belang om de cijfers van de gemeente Heerlen te kunnen duiden. Immers, in het kader van het Heitjes-project is in deze periode een apart onderzoek gehouden in de gemeente Heerlen om de sociale samenhang en het welzijn, waaronder de sociale contacten, vast te stellen.

Voordat we op deze bevindingen ingaan, positioneren we Heerlen eerst ten opzichte van 50 andere grotere gemeenten. Daarvoor maken we gebruik van landelijke gegevens die in acht opeenvolgende jaren sinds 2012 zijn verzameld, en waar in totaal 61.200 personen van 15 jaar en ouder hebben meegedaan. Daaruit blijkt dat in Heerlen gemiddeld genomen in de periode 2012-2019 met 82 procent een grote meerderheid minstens een keer per week een contact met een familielid dat niet behoort tot het eigen huishouden. Dit is nagenoeg gelijk aan het landelijke gemiddelde van 83 procent. Op de ranglijst met de minste familiale contacten staat Heerlen op plek 16 van de 51 grotere gemeenten. Heerlen doet het in dit opzicht beter dan bijvoorbeeld de gemeenten Alkmaar, Nieuwegein, Hoorn en Gouda waar minder dan 80 procent een wekelijks contact met hun familie onderhoudt. De gemeenten Sittard-Geleen en Hilversum nemen met 88 procent de kopposities in.

Van de 15-plussers heeft in deze periode gemiddeld 77 procent een wekelijks contact met een vriend, vriendin of goede kennis. In Heerlen is dat met 73 procent een stuk lager, waarmee Heerlen terecht komt op plaats 8 op de ranglijst van de gemeenten met de minste vriendencontacten. In Roosendaal vinden dergelijke contacten met 71 procent het minst vaak plaats, in Meierijstad met 86 procent het meest. Landelijk heeft een kleine meerderheid van 61 procent regelmatig contact met hun buren. In Heerlen is dat met 60 procent ook het geval, waarmee Heerlen op de ranglijst van de 51 grotere gemeenten een middenpositie inneemt. De variatie is iets groter dan de twee andere contactvormen: van 51 procent in Delft tot 69 procent in de gemeente Westland.

De samenstelling van de bevolking in de steden is niet gelijk. Zo is bijvoorbeeld Heerlen vergrijsd en wat lager opgeleid ten opzichte van Utrecht. En aangezien bijvoorbeeld jongeren vaker contact hebben met vrienden, en ouderen vaker met familie en buren, speelt de compositie van de bevolking een rol bij de sociale contacten. Door rekening te houden met de verschillen in onder meer leeftijd en opleidingsniveau is onderzocht of Heerlen dan opschuift op de ranglijsten van de sociale contacten. Het blijkt dan dat het aandeel met een regelmatig familiecontact nagenoeg gelijk blijft: Heerlen neemt dan de positie 15 in waarmee het een positie achteruit gaat. Ook heeft een dergelijke correctie weinig gevolgen voor het vriendencontact: Heerlen verbetert zich op de ranglijst met de minste vriendencontacten van 8 naar 11. En bij het burencontact verandert de positie van 25 naar 21, ofwel een verandering van 60 naar 59 procent. Daarmee kunnen we concluderen dat de sociaal-demografische verschillen qua man/vrouw verdeling, leeftijdsopbouw, en opleidingsniveau slechts een beperkte rol spelen in de sociale contacten in Heerlen.

3.1 Wekelijkse sociale contacten in 51 grote gemeenten, 2012/2019
FamilieVriendenBuren
%
Nederland83,376,861,0
Heerlen81,773,159,9
Alkmaar76,975,661,5
Almere80,375,762,0
Alphen aan den Rijn83,474,963,9
Amersfoort80,573,459,8
Amstelveen86,181,259,4
Amsterdam80,182,853,7
Apeldoorn84,675,664,2
Arnhem82,076,861,9
Assen80,473,562,8
Breda80,680,656,5
Delft83,675,551,2
Deventer84,876,165,0
Dordrecht81,872,662,6
Ede86,478,560,3
Eindhoven83,078,552,4
Emmen82,972,067,2
Enschede83,579,059,9
Gouda78,278,260,6
Groningen83,081,153,5
Haarlem84,278,661,7
Haarlemmermeer81,375,359,4
Helmond83,376,353,7
Hengelo82,572,462,9
Hilversum88,076,262,9
Hoeksche Waard86,172,262,2
Hoorn77,277,761,2
Leeuwarden81,974,963,7
Leiden81,980,653,3
Leidschendam-Voorburg79,871,859,1
Maastricht81,880,754,0
Meierijstad83,985,962,6
Midden-Groningen80,375,661,4
Nieuwegein77,072,959,8
Nijmegen81,680,151,6
Nissewaard86,775,261,0
Oss83,679,963,6
Overige gemeenten84,075,763,2
Purmerend86,576,661,8
Roosendaal85,270,958,4
Rotterdam82,777,259,0
's-Gravenhage80,678,857,3
's-Hertogenbosch86,078,456,9
Sittard-Geleen88,077,459,4
Súdwest Fryslân83,974,267,8
Tilburg85,777,954,4
Utrecht82,983,252,1
Venlo85,979,361,2
Westland84,774,368,6
Zaanstad82,675,065,6
Zoetermeer82,877,557,8
Zwolle79,777,659,2