3. Respons
In 2019 waren er 355 gemeenten in Nederland. Daarvan hebben er 287 gerespondeerd. Dit komt overeen met een respons van 81 procent. In het onderzoek over 2018 was de respons 73 procent.
3.1 Representativiteit van de respons
Om te kunnen vaststellen of de responderende gemeenten representatief zijn voor heel Nederland, is voor een aantal achtergrondkenmerken bekeken in hoeverre de verdeling van deze gemeenten overeenkomt met de verdeling van alle Nederlandse gemeenten. Gekozen is voor de kenmerken die als hulpvariabele zijn gebruikt in de imputatie-analyse (zie paragraaf 2.2):
- Gemeentegrootteklasse;
- Het totale aantal vorderingen wegens schending van de inlichtingenplicht (ontstaansgrondcodes 51 tot en met 56 in de BDFS), met een datum besluit in 2019;
- Het aandeel personen met een migratieachtergrond;
- De bevolkingsdichtheid.
3.1.1 Gemeentegrootteklasse
De grootteklasse van een gemeente wordt bepaald op basis van het aantal inwoners. De gemeenten zijn ingedeeld in acht grootteklassen:
- Minder dan 5 000 inwoners
- 5 000 tot 10 000 inwoners
- 10 000 tot 20 000 inwoners
- 20 000 tot 50 000 inwoners
- 50 000 tot 100 000 inwoners
- 100 000 tot 150 000 inwoners
- 150 000 tot 250 000 inwoners
- 250 000 inwoners of meer
De respons per grootteklasse varieerde tussen de 75 en 100 procent. De laagste respons werd waargenomen bij de gemeenten met 5 tot 10 duizend inwoners en bij de gemeenten met 250 duizend inwoners of meer. De laatste klasse betreft de G4-gemeenten; drie van de vier hebben gerespondeerd. In grootteklasse 6, de gemeenten met 100 tot 150 duizend inwoners, was de respons 100 procent.
In figuur 3.1.1.1 is te zien dat de relatieve verdeling van de responderende gemeenten over de grootteklassen nagenoeg overeenkomt met de relatieve verdeling van alle gemeenten over deze klassen. Dit betekent dat de responderende gemeenten qua inwonertal representatief zijn voor alle gemeenten van Nederland.
Aantal inwoners | Respons (n=287) (%) | Totaal (n=355) (%) |
---|---|---|
minder dan 5 000 | 1,4 | 1,4 |
5 000 tot 10 000 | 2,1 | 2,3 |
10 000 tot 20 000 | 19,2 | 19,2 |
20 000 tot 50 000 | 50,5 | 52,4 |
50 000 tot 100 000 | 16,4 | 15,8 |
100 000 tot 150 000 | 5,2 | 4,2 |
150 000 tot 250 000 | 4,2 | 3,7 |
250 000 of meer | 1 | 1,1 |
3.1.2 Aantal vorderingen
Het totale aantal vorderingen wegens schending van de inlichtingenplicht (ontstaansgrondcodes 51 tot en met 56 in de BDFS), met een datum besluit in 2019, loopt per gemeente uiteen van nul tot meer dan tien duizend. Ten behoeve van de representativiteitsanalyse is een indeling in klassen gemaakt. Deze indeling is te zien in figuur 3.1.2.1.
De figuur toont dat er in de verdeling van het totale aantal vorderingen geen grote verschillen bestaan tussen de gemeenten die respondeerden en alle Nederlandse gemeenten. Dat betekent dat ook wat betreft het aantal vorderingen de responderende gemeenten representatief zijn voor alle gemeenten van Nederland.
Aantal vorderingen code 51 t/m 56 | Respons (n=287) (%) | Totaal (n=355) (%) |
---|---|---|
0 | 0,4 | 0,9 |
maximaal 10 | 6,4 | 6 |
11 - 50 | 18,8 | 20,7 |
51 - 100 | 19,9 | 19,3 |
101 - 200 | 21,3 | 20,7 |
201 - 500 | 15,2 | 17,2 |
501 - 1 000 | 7,8 | 6,3 |
meer dan 1 000 | 10,3 | 8,9 |
3.1.3 Aandeel personen met migratieachtergrond
Per gemeente varieert het aandeel inwoners met een migratieachtergrond tussen de 4 en 55 procent. Ook bij dit kenmerk is voor de representativiteitsanalyse een indeling in klassen gemaakt, van minder dan 5 tot meer dan 25 procent.
Figuur 3.1.3.1 laat zien dat de responderende gemeenten ook representatief zijn voor alle gemeenten van Nederland op het aandeel personen met een migratieachtergrond. Bij enkele klassen bestaan weliswaar kleine verschillen, maar deze verschillen zijn statistisch niet significant.
Aandeel met migratieachtergrond | Respons (n=287) (%) | Totaal (n=355) (%) |
---|---|---|
minder dan 5% | 1,7 | 1,4 |
5 - 10% | 24,4 | 23,9 |
10 - 15% | 31 | 31 |
15 - 20% | 18,8 | 19,4 |
20 - 25% | 9,1 | 9,3 |
meer dan 25% | 15 | 14,9 |
3.1.4 Bevolkingsdichtheid
De bevolkingsdichtheid wordt gemeten in het aantal inwoners per vierkante kilometer. In Nederland varieert dit aantal per gemeente van 23 tot 6 523. Ook hier is ten behoeve van de representativiteitsanalyse dus een indeling in klassen nodig. Figuur 3.1.4.1 toont deze indeling, en ook hoe de responderende gemeenten en alle Nederlandse gemeenten verdeeld zijn over de klassen van bevolkingsdichtheid.
Opnieuw bestaan er alleen kleine, statistisch niet significante verschillen, waarmee ook op dit kenmerk de respons als representatief voor Nederland beschouwd mag worden.
Inwoners per km2 | Respons (n=287) (%) | Totaal (n=355) (%) |
---|---|---|
maximaal 100 | 4,5 | 5,1 |
101 - 200 | 14,3 | 13,8 |
201 - 300 | 16,4 | 15,8 |
301 - 400 | 8 | 9 |
401 - 500 | 10,1 | 10,1 |
501 - 750 | 11,8 | 11,8 |
751 - 1 000 | 7,7 | 7,3 |
1 001 - 1 500 | 10,8 | 10,4 |
1 501 - 2 000 | 4,9 | 5,1 |
meer dan 2 000 | 11,5 | 11,5 |
3.2 Bruikbare respons
Van de 287 gemeenten die hebben gerespondeerd, zijn er 26 die de enquête in zijn geheel leeg hebben teruggestuurd. Van deze gemeenten is voor het CBS onbekend in hoeverre zij vermogensonderzoeken zijn gestart in 2019. Deze respons is daarom niet-bruikbaar. Deze 26 gemeenten zijn in de analyses behandeld als non-respons. Dit betekent dat de respons van 261 gemeenten bruikbaar is voor verdere analyse. Dit brengt de bruikbare respons op 74 procent. In het onderzoek over 2018 was de bruikbare respons 61 procent.
Deze 261 gemeenten hebben echter niet allemaal alle enquêtevragen beantwoord. Daardoor verschilt de bruikbare respons per vraag. Verder heeft bij elke vraag een relatief groot aantal gemeenten het antwoord '0' gegeven. Om dit inzichtelijk te maken, geeft tabel 3.2.1 per vraag weer wat de bruikbare respons (in aantal gemeenten) is per enquêtevraag en hoeveel van deze gemeenten de betreffende vraag met '0' beantwoordden.
Bruikbare respons | waaronder > 0 | waaronder 0 | ||
---|---|---|---|---|
1. | Aantal gestarte vermogensonderzoeken in het buitenland | 258 | 52 (20%) | 206 (80%) |
2. | Aantal constateringen van overtreding van de inlichtingenplicht1) | 234 | 24 (10%) | 210 (90%) |
3. | Aantal vorderingen wegens overtreding van de inlichtingenplicht1) | 234 | 14 (6%) | 220 (94%) |
4. | Beginschuld van vorderingen2) | 225 | 13 (6%) | 212 (94%) |
5. | Aantal boetes wegens overtreding van de inlichtingenplicht1) | 232 | 7 (3%) | 225 (97%) |
6. | Beginschuld van boetes2) | 223 | 6 (3%) | 217 (97%) |
Bron: CBS 1) Vanwege het verzwijgen van vermogen in het buitenland 2) Wegens overtreding van de inlichtingenplicht, vanwege het verzwijgen van vermogen in het buitenland |
Tabel 3.2.1 laat zien dat de bruikbare respons per vraag varieert van 223 tot 258 gemeenten. Voor zowel de aantallen als de bedragen geldt dat de meeste gemeenten een '0' (nul) hebben opgegeven. Het aandeel gemeenten dat als antwoord '0' gaf, loopt op van 80 procent bij vraag 1 tot 97 procent bij vragen 5 en 6. De opgegeven aantallen (vragen 1 t/m 3 en vraag 5) boven 0 liggen relatief dicht bij elkaar. In de opgegeven bedragen (vraag 4 en 6) boven 0 zit daarentegen relatief wel veel spreiding.
Het beeld van een klein aantal verschillende bedragen met daarbij veel spreiding is zeer vergelijkbaar met het vorige onderzoek. Dit heeft tot gevolg dat er voor de bedragen, net als in het onderzoek over 2018, geen betrouwbaar model kan worden bepaald om de bedragen op te hogen voor de non-respons. In plaats daarvan worden de antwoorden van de responderende gemeenten beschreven (zie hoofdstuk 4).