Vrijwilligerswerk 2019

1. Inleiding

Op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), zijn in 2019 in samenspraak met de Nederlandse Organisatie Vrijwilligerswerk (NOV) drie onderwerpen over vrijwilligerswerk toegevoegd aan het onderzoek Sociale samenhang en Welzijn 2019 (S&W). Dit betreft een aanvulling op het reguliere deel in S&W op basis waarvan informatie over het aandeel vrijwilligers in 13 soorten organisaties is verzameld.

Uit het reguliere vragenblok over vrijwilligerswerk blijkt dat in de periode 2012-2018 gemiddeld 48,9 procent van de Nederlandse bevolking van 15 jaar of ouder aangaf zich minstens één keer per jaar als vrijwilliger ingezet te hebben voor een organisatie of vereniging. 3 op de 10 zeiden de afgelopen vier weken nog als vrijwilliger actief te zijn geweest. De meeste vrijwilligers zetten zich in voor sportverenigingen, scholen, verzorging, jeugdwerk en levensbeschouwelijke organisaties. Vrijwilligers worden vooral aangetroffen onder hoger opgeleiden en 35- tot 45-jarigen. Gemiddeld besteedden vrijwilligers in de periode 2012-2018 4,5 uur per week aan vrijwilligerswerk.

Het onderzoek is ook in 2019 uitgevoerd, waarbij naast het reguliere deel de volgende drie aspecten van vrijwilligers worden belicht: de motieven om vrijwilligerswerk te gaan doen, wat vrijwilligers belangrijk vinden dat de organisatie regelt voor vrijwilligers en vergoedingen voor vrijwilligerswerk. Tevens zijn vier vragen over Maatschappelijk Diensttijd gesteld. Deze worden in een ander rapport uitgebreid behandeld. In dit rapport worden de resultaten van Maatschappelijk Diensttijd kort toegelicht.

In dit rapport staat het verrichten van vrijwilligerswerk door de Nederlandse bevolking van 15 jaar of ouder in 2019 centraal. Het doel van dit rapport is om de resultaten van het reguliere deel en daarnaast de toegevoegde vrijwilligersvragen te beschrijven.