6. Conclusie
Netwerkanalyses geven een bredere kijk op de sociale omgeving waarin personen zich begeven. Vaak geven statistieken eendimensionaal weer of personen zelf bepaalde kenmerken hebben (zoals het aandeel jongeren in een wijk dat verdacht is geweest van een misdrijf). In een netwerkanalyse kunnen we ook de kenmerken van de personen rondom de doelgroep in kaart brengen en de potentiële blootstelling aan bepaalde fenomenen, zoals armoede, werkloosheid of criminaliteit, nader onderzoeken. Dit onderzoek richtte zich op de potentiële blootstelling aan verdachten van high impact crimes onder jongeren uit Den Haag Zuidwest en heeft de volgende inzichten opgeleverd:
- Met name de wat oudere jongeren (vanaf 17 jaar) uit Zuidwest worden vaker blootgesteld aan verdachten van een high impact crime dan jongeren uit stadsdeel Centrum en uit de rest van Den Haag;
- Jongeren uit Zuidwest komen met name bij hun thuis, in de familie en in de klas in aanraking met verdachten van high impact crimes;
- Niet heel Zuidwest laat dezelfde resultaten zien. In bepaalde buurten speelt blootstelling aan verdachten van high impact crimes meer dan in andere buurten. Hierin zijn ook verschillen te zien tussen verschillende netwerktypen;
- Jongeren uit Zuidwest die zelf niet verdacht zijn geweest van een high impact crime, worden in hun netwerk vaker blootgesteld aan verdachten dan niet-verdachte jongeren uit stadsdeel Centrum of de rest van Den Haag. Jongeren uit Zuidwest tussen 12 en 17 jaar die zelf niet verdacht zijn geweest worden relatief vaak in hun familienetwerk blootgesteld aan high impact crimes; jongeren tussen 17 en 22 jaar in hun klas;
- Jongeren die zelf wel verdacht zijn geweest van een high impact crime, worden in hun netwerk vaker blootgesteld aan verdachten dan jongeren die zelf niet verdacht zijn geweest. Dit is in Zuidwest met name te zien in het huishouden-, familie-, en klasgenotennetwerk. Bij verdachte jongeren zijn weinig verschillen te zien tussen Zuidwest en de rest van Den Haag;
- Jongeren uit Zuidwest die in geen enkel netwerk verdachten van high impact crimes tegenkomen, zijn zelf minder vaak verdacht dan jongeren die in één type netwerk kunnen worden blootgesteld aan verdachten. Jongeren uit Zuidwest die in meerdere netwerken worden blootgesteld aan verdachten van high impact crimes, zijn ook weer vaker zelf HIC-verdachte. Met name jongeren die een verdachte huisgenoot hebben in combinatie met meerdere verdachte klasgenoten of een verdacht familielid, zijn vaker zelf ook verdacht geweest van een high impact crime.
Dit onderzoek is beschrijvend van aard. De resultaten van de analyses laten zien dat er samenhang is tussen het criminele gedrag van jongeren en de aanwezigheid van criminele contacten in hun netwerk, maar er zijn geen causale verbanden (oorzaak-gevolg) getest. Om vragen over de onderliggende causale relatie te kunnen beantwoorden (e.g. hebben jongeren een grotere kans op crimineel gedrag nadat zij in hun netwerk werden blootgesteld aan criminelen? Of zijn er andere redenen waardoor criminaliteit ‘clustert’ binnen bepaalde groepen zonder dat er beïnvloeding plaatsvindt, bijvoorbeeld door selectie-effecten of samenhang met andere kenmerken?), is verdiepend onderzoek nodig.