Criminaliteit in netwerken van jongeren uit Den Haag Zuidwest

5. Blootstelling in een combinatie van netwerken

Zoals aan het begin van dit artikel vermeld, weten we niet zeker in hoeverre de jongeren daadwerkelijk contact hebben met de personen in hun netwerk en hoe intensief dit contact is. Van de vijf verschillende potentiële netwerken die voor dit onderzoek in beeld zijn gebracht, is het hebben van daadwerkelijk contact nagenoeg zeker bij het huisgenotennetwerk. De volgende analyses nemen daarom het huisgenotennetwerk als uitgangspunt. 

We hebben in het vorige hoofdstuk gezien dat het percentage verdachte huisgenoten hoger is voor verdachte jongeren in vergelijking met niet-verdachte jongeren. Niet iedere jongere met een verdachte huisgenoot is daarentegen zelf verdacht geweest. In dit hoofdstuk brengen we de verschillen tussen jongeren met en zonder verdachte huisgenoten verder in kaart. Dit doen we door het effect te onderzoeken wanneer jongeren niet alleen in hun huisgenotennetwerk, maar ook in andere netwerken worden blootgesteld aan verdachten van high impact crimes. Neemt het percentage verdachte jongeren toe als de blootstelling op meerdere terreinen plaatsvindt en in welke combinatie van netwerken is dit geval? En neemt het percentage dat zelf verdacht is juist af wanneer jongeren alleen thuis in aanraking komen met HIC-verdachten? 

5.1 Jongeren met een verdachte huisgenoot

Ruim één op de tien jongeren uit Zuidwest heeft een HIC-verdachte huisgenoot. Zijn deze jongeren zelf ook vaker verdacht? In de grafieken hieronder laten we zien hoeveel jongeren uit Zuidwest zelf wel of niet verdacht zijn geweest, gegeven de potentiële blootstelling aan verdachten in hun netwerk. 

Jongeren die een verdachte huisgenoot hebben, zijn zelf ook vaker verdacht. Voor de middelste leeftijdsgroep (17 tot 22 jaar) zijn de verschillen het grootst: van de jongeren die geen verdachte huisgenoot hebben, is bijna een op de tien zelf verdacht. Van de jongeren die wél een verdachte huisgenoot hebben, is dit ruim twee keer zo vaak (22 procent).

5.1.1 HIC-verdachte jongeren uit Zuidwest met of zonder HIC-verdachte huisgenoten, 2018
Leeftijd van jongereGeen verdachte huisgenoot (%)Wel verdachte huisgenoot (%)
12 tot 17 jaar3,39,7
17 tot 22 jaar9,522,1
22 tot 27 jaar8,219,3

5.2 Jongeren met een verdachte huisgenoot en klasgenoot

Zoals we zagen, zijn jongeren met een verdachte huisgenoot zelf vaker verdacht geweest van een HIC-misdrijf dan jongeren van wie in het huishouden niemand verdacht is geweest. In de volgende analyses kijken we naar combinaties van netwerken: wat is het effect als jongeren in meerdere sociale omgevingen worden blootgesteld aan high impact crimes? We bekijken hierbij de blootstelling aan high impact crimes in het huisgenotennetwerk enerzijds in combinatie met blootstelling in het klasgenoten-, familie- en collega-netwerk anderzijds. Hierbij moet opgemerkt worden dat alleen jongeren met beide betreffende netwerken in de analyses zijn opgenomen en dat alleen de samenhang tussen blootstelling in verschillende netwerken is onderzocht. Er is geen causaal verband (oorzaak-gevolg) getoetst. Met andere woorden, we weten niet of de jongere in aanraking is gekomen met high impact crimes nadat zijn of haar potentiële contacten dat waren.

Figuur 5.2.1 laat de combinatie tussen de blootstelling aan verdachte huisgenoten en verdachte klasgenoten zien. Deze combinatie resulteert in vier categorieën jongeren per leeftijdsgroep. Voor elke categorie (i.e. één staaf in de grafiek) wordt het percentage jongeren uit Zuidwest getoond dat verdacht is geweest van een HIC-misdrijf. Hierbij zijn de jongeren die geen huisgenoten hebben of niet naar school gaan (zoals de voortijdig schoolverlaters en werkende jongeren) niet meegenomen in de analyses. 

5.2.1 HIC-verdachte jongeren uit Zuidwest met of zonder HIC-verdachte huisgenoten en klasgenoten, 2018
Leeftijd van jongereklasgenootGeen verdachte huisgenoot (%)Wel verdachte huisgenoot (%)
12 tot 17 jaarGeen verdachte klasgenoot1,84,3
12 tot 17 jaarWel verdachte klasgenoot4,412,7
17 tot 22 jaarGeen verdachte klasgenoot3,911,1
17 tot 22 jaarWel verdachte klasgenoot8,820,0
22 tot 27 jaarGeen verdachte klasgenoot3,611,5
22 tot 27 jaarWel verdachte klasgenoot7,013,2

We zien duidelijk dat jongeren die zowel in het huisgenotennetwerk als in hun klasgenotennetwerk niet worden blootgesteld aan HIC-verdachten, het minst vaak verdacht zijn geweest van een high impact crime (bij alle leeftijdsgroepen onder 5 procent). Bij alle leeftijdsgroepen is te zien dat wanneer jongeren ofwel in het huisgenotennetwerk ofwel in het klasgenotennetwerk worden blootgesteld aan personen die verdacht zijn geweest van een high impact crime, ze zelf ook vaker verdacht zijn geweest. Wanneer schoolgaande jongeren uit Zuidwest in beide netwerken worden blootgesteld aan HIC-verdachten, zijn ze zelf het vaakst ook verdacht geweest. Dit effect is het grootst in de leeftijdsgroep 17 tot 22 jaar, waar van de schoolgaande jongeren uit Zuidwest die zowel thuis als in hun klas worden blootgesteld aan HIC-verdachten, één op de vijf zelf ook in aanraking is geweest met high impact crimes. 

Bij de oudste leeftijdsgroep is dit versterkende effect minder duidelijk. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat 22-plussers die nog naar school gaan vaak op het hoger onderwijs zitten, waar aanraking met high impact crimes minder voorkomt (zie ook figuur 3.2.4).

In bovenstaande analyse hebben we alleen gekeken of er in het netwerk minimaal één verdachte van een high impact crime voorkomt. In het huisgenotennetwerk, dat doorgaans niet heel groot is, is dit plausibel. In het klasgenotennetwerk is de kans dat je die ene verdachte daadwerkelijk kent, uiteraard kleiner, zeker bij bijvoorbeeld grote vmbo-scholen of populaire mbo-opleidingen. Daarom hebben we een verdere uitsplitsing gemaakt naar het aantal verdachte klasgenoten in het netwerk van jongeren. 

5.2.2 HIC-verdachte jongeren uit Zuidwest met of zonder HIC-verdachte huisgenoten en naar aantal verdachte klasgenoten, 2018
klasgenootGeen verdachte huisgenoot (%)Wel verdachte huisgenoot (%)
Geen verdachte klasgenoot2,46,4
1-4 verdachte klasgenoten4,712,9
5-9 verdachte klasgenoten8,617,6
10 of meer verdachte klasgenoten16,826,7

Deze analyse laat zien dat het aantal verdachte klasgenoten samenhangt met de kans dat een schoolgaande jongere zelf ook verdacht is. Hoe meer verdachte klasgenoten jongeren in Zuidwest hebben, hoe hoger het percentage jongeren dat zelf ook verdacht is. Dit patroon is sterker als jongeren ook nog een huisgenoot hebben die verdacht is geweest van een high impact crime. Om een betrouwbare weergave te geven voor deze gedetailleerde uitsplitsing zijn alle leeftijdsgroepen in figuur 5.2.2 samengenomen; de specifieke leeftijdsgroepen laten een zelfde patroon zien.

5.3 Jongeren met een verdachte huisgenoot en familielid

Naast klasgenoten is ook van familieleden (die buiten het eigen huishouden wonen) aan te nemen dat hier in zekere mate contact mee wordt onderhouden. Hier is hetzelfde patroon te zien als bij het klasgenotennetwerk: als jongeren uit Zuidwest in beide netwerken worden blootgesteld aan HIC-verdachten zijn ze zelf ook vaker verdacht van een high impact crime. De groep met de hoogste percentages zijn de jongeren tussen 17 en 22 jaar: ongeveer een kwart van deze jongeren die zowel een verdachte huisgenoot hebben als minimaal één verdacht familielid, is zelf ook verdacht geweest van een high impact crime.

Een verdachte huisgenoot lijkt wat sterker samen te hangen met het zelf verdacht zijn dan een verdacht familielid. Jongeren die alleen een verdachte huisgenoot hebben en geen verdacht familielid zijn vaker zelf verdacht dan jongeren die wel een verdacht familielid hebben en geen verdachte huisgenoot. 

5.3.1 HIC-verdachte jongeren uit Zuidwest met of zonder HIC-verdachte huisgenoten en familieleden, 2018
Leeftijd van jongerefamilieledenGeen verdachte huisgenoot (%)Wel verdachte huisgenoot (%)
12 tot 17 jaarGeen verdacht familielid2,56,3
12 tot 17 jaarWel verdacht familielid4,212,5
17 tot 22 jaarGeen verdacht familielid7,620,1
17 tot 22 jaarWel verdacht familielid13,226,4
22 tot 27 jaarGeen verdacht familielid6,515,4
22 tot 27 jaarWel verdacht familielid13,123,1

5.4 Jongeren met een verdachte huisgenoot en collega

Van de oudste groep jongeren (22 tot 27 jaar) heeft ruim de helft een baan als werknemer, wat betekent dat ze een collega-netwerk hebben. Voor deze groep jongeren is het dan ook relevant om te kijken naar het gecombineerde effect van blootstelling in het huishouden en door collega’s. Jongeren die op zichzelf wonen en geen huisgenoten hebben, zijn niet meegenomen in de analyses. Bij deze leeftijdsgroep komt het daarnaast ook vaker voor dat ze niet meer bij hun ouders wonen, maar met een partner of vrienden. Het huisgenotennetwerk kan dus verschillen in samenstelling. Tot slot moet opgemerkt worden dat het risico van daadwerkelijk contact in het collega-netwerk wat onzekerder is dan bij andere netwerken en dat er gemiddeld genomen meer contacten in het collega-netwerk zitten dan in de andere netwerken (zie ook tabel 2.1.1). Daarom is ervoor gekozen om onderscheid te maken in het aantal collega’s dat verdacht is geweest van een high impact crime.

De samenhang tussen de blootstelling bij de twee gecombineerde netwerken lijkt hier minder sterk. Werkende jongeren zijn vaker zelf verdacht van een HIC-misdrijf wanneer een huisgenoot ook verdacht is geweest van een high impact crime, ongeacht het aantal verdachte collega’s. Dit patroon is te zien totdat een werkende jongere minimaal tien verdachte collega’s heeft. Wanneer werkende jongeren minimaal tien verdachte collega’s hebben, zijn ze zelf ook vaker verdacht, ongeacht of ze een verdachte huisgenoot hebben of niet.

Van de 22- tot 27-jarige werkende jongeren uit Zuidwest die minimaal tien verdachte collega’s én een verdachte huisgenoot hebben, is 20 procent zelf ook betrokken geweest bij een high impact crime. 

5.4.1 HIC-verdachte jongeren (22 tot 27 jaar) uit Zuidwest met of zonder HIC-verdachte huisgenoten en naar aantal verdachte collega's, 2018
collegaGeen verdachte huisgenoot (%)Wel verdachte huisgenoot (%)
Geen verdachte collega4,69,3
1-4 verdachte collega's5,99,9
5-9 verdachte collega's5,311,5
10 of meer verdachte collega's 17,020,0
 

De verschillen tussen wel of geen blootstelling in de combinatie van twee netwerken zijn bij het collega-netwerk minder groot dan de verschillen in de combinaties tussen huisgenoten en klasgenoten of huisgenoten en familieleden. Dit doet vermoeden dat de blootstelling aan HIC-verdachten in het huishouden en daarnaast de extra blootstelling aan verdachte klasgenoten of familie sterker samenhangt met het zelf verdacht zijn dan extra blootstelling aan verdachte collega’s. 

Wat de exacte effecten zijn van potentiële blootstelling in verschillende netwerken en of er mogelijk causaal verband is, zou in verdiepend onderzoek nader uitgezocht moeten worden.