Welzijn
Waarschuwing: informatie mogelijk verouderd
Deze pagina wordt vanaf 1 september 2023 niet langer geactualiseerd.
Het onderzoek Sociale Samenhang en Welzijn geeft cijfers over samenleving en welzijn op jaarbasis. Vanwege de coronacrisis zijn van een aantal indicatoren uit dit onderzoek cijfers gemaakt op kwartaalbasis.
Vertrouwen in andere mensen
Het aandeel in de bevolking van 15 jaar of ouder dat de stelling onderschrijft dat de meeste mensen over het algemeen te vertrouwen zijn, is indicatief voor de sociale cohesie in een samenleving. Door een ingrijpende gebeurtenis in de samenleving zoals de coronapandemie kan dit sociale vertrouwen zowel af- als toenemen. Dat is in 2020 niet gebeurd. In alle vier de kwartalen gaf ruim 6 van de 10 personen aan vertrouwen in de medemens te hebben. Dat was ook zo in 2019. Het vertrouwen in andere mensen nam in 2021 licht toe.
Vertrouwen in de Tweede Kamer
In het tweede kwartaal van 2020 steeg het vertrouwen in de Tweede Kamer naar 58 procent. In het eerste kwartaal was dit nog 44 procent. Een dergelijke sterke stijging is in voorgaande jaren niet voorgekomen. Het vertrouwen in de Tweede Kamer nam in de loop van 2021 af.
Vertrouwen in andere mensen (% personen van 15 jaar of ouder) | Vertrouwen in de Tweede Kamer (% personen van 15 jaar of ouder) | |
---|---|---|
2020 1e kwartaal | 63 | 43,7 |
2020 2e kwartaal | 62,9 | 58,3 |
2020 3e kwartaal | 63,2 | 52,4 |
2020 4e kwartaal | 63 | 58,3 |
2021 1e kwartaal | 64,9 | 53,3 |
2021 2e kwartaal | 65,9 | 41 |
2021 3e kwartaal | 67,3 | 39,9 |
2021 4e kwartaal | 67,2 | 35,3 |
Vrijwilligerswerk
Het aandeel 15-plussers dat aangeeft in de vier weken voorafgaand aan het onderzoek vrijwilligerswerk te verrichten, viel in het tweede kwartaal van 2020 terug naar 16 procent. In het eerste kwartaal was dit nog 29 procent. Een dergelijke terugval is in de jaren daarvoor niet voorgekomen. Het percentage schommelde voorheen jaarlijks tussen de 30 en 31. De afname viel samen met de lockdown in het tweede kwartaal, waarbij ook verenigingen hun deuren moesten sluiten. In de loop van 2021 nam het percentage vrijwilligers weer toe en in het vierde kwartaal van 2021 was het met 26 procent bijna terug op het niveau van voor corona.
Groep met minder dan wekelijks contact
Tijdens de lockdown in het tweede kwartaal van 2020 moest face-to-face contact met anderen zoveel mogelijk vermeden worden. De richtlijnen voorzagen in zo veel mogelijk thuis werken, geen café- of restaurantbezoek, en niet meer op bezoek in het verpleegtehuis. Het percentage mensen van 15 jaar of ouder met minder dan wekelijks contact met vrienden, familie of buren bleef gedurende 2020 en 2021 echter redelijk stabiel (4-5 procent). De rest van de mensen had minimaal wekelijks contact met een of meerdere van deze groepen.
Wel zijn alle vormen van contact hierbij meegenomen. Denkbaar is dat mensen hun face-to-face contacten deels hebben vervangen door andere contacten zoals bellen of een berichtje sturen via sociale media. Met de beschikbare gegevens kon dit niet worden onderzocht. Ontwikkelingen bij de afzonderlijke contactgroepen (familie, vrienden, buren) in dagelijkse en/of wekelijkse contacten zijn niet onderzocht. Tussen deze groepen zouden er verschuivingen kunnen zijn. Evenmin is ingegaan op de sociale contacten van specifieke bevolkingsgroepen.
Vrijwilligerswerk afgelopen 4 weken (% personen van 15 jaar of ouder) | Minder dan wekelijks contact (% personen van 15 jaar of ouder) | |
---|---|---|
2020 1e kwartaal | 28,6 | 4,9 |
2020 2e kwartaal | 15,6 | 4,2 |
2020 3e kwartaal | 17,4 | 4,6 |
2020 4e kwartaal | 22 | 4,8 |
2021 1e kwartaal | 19,3 | 4,8 |
2021 2e kwartaal | 21 | 5,5 |
2021 3e kwartaal | 22,9 | 4,1 |
2021 4e kwartaal | 26,1 | 5 |