Milieu en energie in coronatijd

Er zijn geen milieu-indicatoren op maandbasis. Wel zijn er diverse indicatoren die iets zeggen over de afzet en het verbruik van fossiele brandstoffen. Deze zijn gerelateerd aan diverse emissies, zij het dat deze niet altijd in Nederland plaatsvinden. De enige beschikbare milieu-indicator op kwartaalbasis is de uitstoot van CO2.

De afzet van motorbrandstoffen bevat de verkoop van alle brandstoffen ten behoeve van het wegverkeer, de luchtvaart en de scheepvaart. De gebruikte eenheid is de energetische waarde (Petajoule). Dit geeft een goede indicatie van bijvoorbeeld de hoeveelheid CO2 die vrijkomt bij het verbruik. Dat verbruik hoeft overigens niet in Nederland plaats te vinden. De meeste brandstof wordt verkocht aan de scheepvaart (ruwweg 50 procent) en het wegverkeer (40 procent). De luchtvaart volgt op grote afstand (10 procent). Qua brandstof gaat het vooral om stookolie, diesel, benzine en kerosine.

Daling afzet motorbrandstoffen

In april 2020 vond er een sterke daling plaats in de afzet van motorbrandstoffen. De afzet was toen 22 procent minder dan in april 2019. Zowel het wegverkeer als het luchtverkeer droegen hieraan bij. Relatief was de afname bij de luchtvaart sterker (bijna drie kwart minder brandstofverbruik), maar omdat het wegverkeer veel meer brandstof afneemt, telde de afname hiervan met bijna een derde nog iets zwaarder.

Daling gasverbruik

Aardgas wordt vooral gebruikt voor verwarming van huizen en gebouwen, maar bijvoorbeeld ook voor het opwekken van elektriciteit. Door de grote rol van verwarming is het aardgasverbruik sterk afhankelijk van de jaarlijkse variaties van het weer. Vooral het aantal winterse dagen en de strengheid hiervan doet ertoe. Het verbruik van (binnenlands en buitenlands) aardgas lag in maart 2020 iets en in april en mei 2020 ruim onder dat in 2019. De afnames in april en mei waren zo’n 10 procent lager ten opzichte van een jaar eerder. In hoeverre dit samenhangt met de eerste gedeeltelijke lockdown is niet bekend. Vanaf juli 2021 lag het verbruik van aardgas lager dan in 2019 en 2020. Dankzij de zachte winter van 2022 was het verbruik in de eerste maanden van 2022 ongeveer een kwart lager dan een jaar eerder.

Daling steenkoolverbruik

Het verbruik van steenkool gaat trendmatig omlaag. Dit hangt vooral samen met het verminderd gebruik in elektriciteitscentrales. In 2015 werd nog driekwart van de in Nederland verbruikte steenkool benut voor het opwekken van elektriciteit. In 2019 was dat minder dan 60 procent. De resterende steenkool wordt verbruikt bij de productie van cokes en staal. In geheel 2020, op september na, lag het het steenkoolverbruik per maand onder dat in 2019.Vanaf halverwege 2021 lag het verbruik weer op of boven het niveau van dat in 2019.

CO2-uitstoot

Gecorrigeerd voor weersinvloeden was de uitstoot van CO2 20,5 procent lager in het tweede kwartaal van 2020 dan in dezelfde periode een jaar eerder. De daling van de CO2-emissie hangt samen met het stilvallen van de luchtvaart. De CO2-uitstoot van de transportsector (inclusief luchtvaart) lag in het tweede kwartaal van 2020 ruim 48 procent lager dan een jaar eerder. Vanwege de lockdown werden veel vluchten geschrapt en stond een groot gedeelte van de vloot aan de grond. Ook het wegvervoer heeft fors minder CO2 uitgestoten door de coronacrisis. 

In het tweede kwartaal van 2021 was de CO2-uitstoot gecorrigeerd voor weersinvloeden 9,2 procent hoger dan in het tweede kwartaal van 2020. De transportsector (inclusief luchtvaart) heeft 23,5 procent meer CO2 uitgestoten dan een jaar eerder. Dit komt onder meer door het gedeeltelijke herstel van de luchtvaart. In vergelijking met 2019 was de uitstoot door de luchtvaart nog ongeveer de helft lager.

In de eerste helft van 2022 was de CO2-uitstoot lager dan in dezelfde periode een jaar eerder. Dat komt vooral door minder aardgasverbruik in de industrie, landbouw en de gebouwde omgeving.