Artsen beïnvloeden ruim helft overlijdens
Het Sterfgevallenonderzoek is uitgevoerd op basis van een steekproef onder overledenen in de periode augustus–november 2015. De betrokken behandelaars hebben een vragenlijst ingevuld over medische beslissingen rond het levenseinde. Het kan dan gaan om pijn- of symptoombestrijding, het niet instellen of staken van de behandeling, of het toedienen van middelen met het uitdrukkelijke doel het overlijden te bespoedigen. Bij 9 op de 10 beslissingen waarbij een middel werd toegediend, was sprake van euthanasie. Wanneer de arts had aangegeven meerdere beslissingen te hebben genomen, is het sterfgeval ingedeeld naar de meest ingrijpende beslissing.
Aantal | |
---|---|
Niet-instellen of staken behandeling | 25.7 |
Pijn- en symptoombestrijding | 52.6 |
Toedienen middel | 7.3 |
Geen beslissing levenseinde | 61.6 |
6 op de 10 beslissingen voor pijn- en symptoombestrijding
Daar waar artsen een beslissing namen rond het levenseinde kozen zij in ruim 6 op de 10 gevallen voor pijn- en symptoombestrijding. Van 71 procent van de patiënten werd het leven volgens de arts daardoor niet bekort, bij 3 procent van de overledenen bekortte de arts het leven met een week of meer.
Meer dan een half jaar | 1 tot 6 maanden | 1 tot 4 weken | 1 tot 7 dagen | Minder dan 24 uur | Geen bekorting | |
---|---|---|---|---|---|---|
Niet-instellen of staken behandeling | 2 | 5 | 9 | 23 | 20 | 41 |
Pijn- en symptoombestrijding | 0 | 1 | 2 | 12 | 14 | 71 |
Toedienen middel | 8 | 18 | 34 | 26 | 7 | 7 |
Euthanasie vooral bij patiënten met kanker
Twee derde van de patiënten die stierven door het toedienen van een middel met het uitdrukkelijke doel het overlijden te bespoedigen, in veruit de meeste gevallen euthanasie, leed aan kanker. Personen die een middel kregen toegediend, waren jonger dan degenen bij wie artsen geen beslissing, of een andere medische beslissing rond het levenseinde namen. Ook werd hun leven sterker bekort dan bij andere overledenen. In 6 op de 10 gevallen schatte de behandelende arts in dat het middel het leven met een week of meer bekortte.
Overige/onbekende doodsoorzaken | Hart- en vaatziekten excl. CVA | Ziekten ademhalingsorganen | Ziekten zenuwstelsel incl.CVA | Kwaadaardige nieuwvormingen (kanker) | |
---|---|---|---|---|---|
Niet-instellen of staken behandeling | 35 | 18 | 9 | 16 | 22 |
Pijn- en symptoombestrijding | 27 | 12 | 8 | 12 | 41 |
Toedienen middel | 15 | 5 | 7 | 10 | 64 |
Geen beslissing levenseinde | 31 | 30 | 9 | 10 | 20 |
Behandeling vooral gestaakt of niet ingesteld bij 80-plussers
Wanneer artsen besloten tot het niet instellen of staken van de behandeling was dat in 58 procent van de gevallen bij patiënten van 80 jaar of ouder. De behandelende artsen schatten in dat het leven van ruim de helft van de patiënten werd bekort, maar meestal ging het om een bekorting van minder dan een week. In relatief weinig gevallen leed de patiënt aan kanker, maar relatief vaak aan een ziekte van het zenuwstelsel.
80 jaar of ouder | 65 tot 80 jaar | 17 tot 65 jaar | 0 tot 17 jaar | |
---|---|---|---|---|
Niet-instellen of staken behandeling | 58 | 32 | 9 | 1 |
Pijn- en symptoombestrijding | 58 | 29 | 13 | 0 |
Toedienen middel | 36 | 41 | 23 | 0 |
Geen beslissing levenseinde | 51 | 30 | 18 | 1 |
Tegelijkertijd met dit bericht presenteren de medische centra van de Vrije Universiteit en de Erasmus Universiteit hun onderzoek over medische beslissingen rond het levenseinde.
Bronnen
- StatLine - Overledenen naar med. beslissing rond levenseinde, leeftijd en geslacht
- StatLine - Overledenen naar med. beslissing rond levenseinde, leeftijd en behandelaar
- StatLine - Overledenen naar med. beslissing rond levenseinde, leeftijd en doodsoorzaak
- StatLine - Overledenen naar med. beslissing rond levenseinde, leeftijd en bekorting levensduur