Auteur: Giovanni D’Agostino, Sandra Martinez Böhme, Hans Schmeets
Politieke participatie van sociaaleconomische groepen

2. Data en Methode

De gegevens om de ontwikkelingen in de politieke participatie vast te stellen, zijn gebaseerd op het CBS-onderzoek Sociale Samenhang en Welzijn (SSW). Dit onderzoek is uitgevoerd in de periode 2012-2022 onder ruim 86 duizend personen van 15 jaar of ouder1). De vragen over politieke participatie hebben betrekking op de volwassen bevolking (n = 83 667). Naast het stemmen bij de meest recente verkiezingen voor de Tweede Kamer, is de deelname aan politieke acties vastgesteld (zie onderstaande overzichtstabel). De activiteiten 1 tot en met 4 worden beschouwd als conventionele politieke activiteiten; de activiteiten 5 tot en met 8 als onconventionele activiteiten. De indeling in conventioneel en onconventioneel is mede gebaseerd op een principale factoranalyse met een scheve rotatie (nadere informatie is beschikbaar).

In 2022 is de vraag ingekort en is er een aantal andere wijzigingen doorgevoerd bij de negen actievormen. Dit betekent dat de gegevens van 2022 niet optimaal vergelijkbaar zijn met die van voorgaande jaren. In dit artikel wordt daarom de vraag naar het benaderen van de media bij de vergelijking tussen de bevolkingsgroepen buiten beschouwing gelaten. Naast sociaal-demografische kenmerken wordt ook de politieke interesse gerelateerd aan de politieke participatie (zie Technische Toelichting).

Overzichtstabel vraagformuleringen deelname aan politieke acties, 2012-2021 en 2022
2012-20212022
Er zijn verschillende manieren om iets politiek aan de orde te stellen of invloed uit te oefenen op politici of de overheid. Heeft u in de afgelopen 5 jaar
Er zijn verschillende manieren om invloed uit te oefenen op politici of op de overheid. Heeft u in de afgelopen 5 jaar
1Een politieke partij of organisatie ingeschakeldEen politieke partij of organisatie benaderd
2De radio, televisie of krant ingeschakeldDe media benaderd om invloed uit te oefenen
3Meegedaan aan een door de overheid georganiseerde inspraakbijeenkomst, hoorzitting of discussiebijeenkomstMeegedaan aan inspraakbijeenkomst of debat georganiseerd door de overheid, zoals de gemeente
4Contact opgenomen met een politicus of ambtenaarContact opgenomen met een politicus of ambtenaar
5Meegedaan aan een actiegroepMeegedaan aan een actiegroep
6Meegedaan aan een protestactie, protestmars of demonstratieMeegedaan aan een protestactie, protestmars of demonstratie
7Meegedaan aan een handtekeningenactieMeegedaan aan een handtekeningenactie op papier of via internet
8Via internet, e-mail of SMS meegedaan aan een politieke discussie of actieMeegedaan aan een politieke discussie of actie via internet, zoals via sociale media of e-mail
9Iets anders gedaan om iets politiek aan de orde te stellen of invloed uit te oefenen op politici of de overheidIets anders gedaan om invloed uit te oefenen op politici of op de overheid

Voor het SSW worden op maandbasis landelijke steekproeven getrokken. De dataverzameling vindt plaats via een ‘sequentieel mixed-mode’ ontwerp. Aan de SSW-onderzoeken zijn registerdata, die onder andere door de belastingdienst zijn verzameld, toegevoegd. Op basis daarvan is een zesdeling gemaakt, bestaande uit werknemers, zelfstandigen, mensen met een sociale uitkering (werkloos, bijstand, ziekte, arbeidsongeschikt), mensen met een pensioenuitkering, studenten (met en zonder bijbaan) en de restgroep zonder inkomen. Deze laatste groep bestaat vooral uit vrouwen in de leeftijd van 45 tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd, die niet werkzaam zijn. De groep die zelf geen inkomen genereert, leeft echter niet noodzakelijk in armoede, aangezien het bijbehorende gemiddelde gestandaardiseerde huishoudensinkomen boven het tweede inkomenskwartiel ligt. Veelal hebben deze personen een partner waar ze financieel afhankelijk van zijn, mede aangezien bijna 80 procent getrouwd is. Verder is de groep studenten gemiddeld jonger en de groep pensioengerechtigden gemiddeld ouder. Met deze verschillen in samenstelling van de zes sociaaleconomische groepen wordt bij de interpretatie van de resultaten rekening gehouden.

2.1 Samenstelling sociaaleconomische groepen, 2012/2022
WerknemerZelfstandigSociale uitkeringPensioen uitkeringStudentZonder inkomenTotaal
Aantal respondentenTotaal39 0286 6685 94020 1375 2762 80779 856
Leeftijd gemiddeld in jaren42,447,048,073,121,249,148,9
Onderwijsniveau (hoogst behaald)1=basisonderwijs tot 5 = unversitair 3,43,42,62,63,02,83,1
Besteedbaar huishoudensinkomen kwartielgroepen 1= eerste tot 4 = vierde 3,02,91,92,52,32,22,7
%
Geslachtvrouw48,338,552,354,550,285,450,7
Burgerlijke staatgehuwd49,961,339,761,41,978,949,9
Burgerlijke staatgescheiden9,08,820,910,50,23,99,5
Burgerlijke staatweduwe/weduwnaar0,90,81,723,00,00,25,9
Burgerlijke staatongehuwd40,229,137,85,197,917,034,7
Herkomst buitenland (1e en 2e generatie) 21,020,735,514,728,633,421,8

Om ontwikkelingen in de politieke participatie vast te stellen worden jaarcijfers gepresenteerd over de deelname aan verkiezingen voor de Tweede Kamer en de deelname aan politieke acties. Zowel de afzonderlijke acties als de samengestelde scores over de deelname aan alle acties, de conventionele en de onconventionele vormen, worden gepresenteerd. Met een toets op gemiddelden is zowel voor de afzonderlijke acties als de samengestelde vormen nagegaan of de periode 2012 tot en met 2019 afwijkt van de periode vanaf 2020.

De zes sociaaleconomische groepen worden op deze aspecten met elkaar vergeleken. Om rekening te houden met verschillen in de samenstelling van de zes groepen zijn logistische regressies toegepast. Dit is gebeurd voor: de deelname aan stemmen, wel/geen politieke actie, en wel/geen deelname aan een conventionele en onconventionele actievorm. Daarmee dient de grootste groep, de werknemers, als referentie. In de tabellen is opgenomen in welke mate de kansverhoudingen (odds ratio’s) statistisch significant verschillen ten opzichte van de referentiegroep. Met aanvullende analyses is onderzocht welke groepen zich ten opzichte van elkaar onderscheiden. Tevens is een aantal robuustheidsanalyses uitgevoerd, waarbij vooral is nagegaan is of andere indelingen van de demografische en sociaaleconomische kenmerken gevolgen heeft voor de resultaten. Dit bleek maar nauwelijks tot afwijkende resultaten op te leveren en heeft geen gevolgen voor de interpretaties.

1) Zie: https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/methoden/onderzoeksomschrijvingen/korte-onderzoeksbeschrijvingen/sociale-samenhang-en-welzijn.