1. Inleiding
Segregatie is een belangrijk maatschappelijk thema. Het beschrijft in hoeverre mensen gescheiden van elkaar leven. Sociale groepen zijn en waren er altijd: mensen die op elkaar lijken zoeken elkaar op. Sterke segregatie in een maatschappij wordt echter als ongunstig gezien: het kan ‘sociale bubbels’ bevorderen, sociale mobiliteit tegenwerken en polarisatieprocessen versterken (Musterd & Ostendorf, 2009). Dit artikel gaat over segregatie op basis van herkomst in de periode 2009-2020, waarbij de mate waarin mensen van verschillende herkomstgroepen gescheiden van elkaar leven onderzocht wordt.
In 2009 bestond de Nederlandse bevolking voor bijna 20 procent uit mensen met een herkomst buiten Nederland (zie kader), in 2020 was dit ruim 24 procent (CBS Statline, 2022a). Volgens de prognose van het CBS blijft het aantal mensen in Nederland met een herkomst buiten Nederland groeien (CBS, 2023a). De toename in het aantal inwoners met een herkomst buiten Nederland zou kunnen betekenen dat mensen van verschillende herkomstgroepen elkaar vaker tegenkomen in het dagelijks leven. Toch is dit niet vanzelfsprekend. Mensen komen vaak in groepen terecht met mensen met dezelfde herkomst als zijzelf.
Er zijn veel mogelijke redenen waarom mensen veel personen met eenzelfde herkomst in hun netwerk hebben. Allereerst hebben familieleden in veel gevallen dezelfde herkomst (zie kader). Ook kunnen sociaaleconomische factoren een belangrijke rol spelen in het ontstaan van segregatie. Tussen herkomstgroepen bestaan verschillen in gemiddelde sociaaleconomische positie en gemiddeld onderwijsniveau (CBS, 2022a). Mensen met een lagere sociaaleconomische positie wonen vaak in buurten met goedkopere huizen en doen werk dat minder goed betaald wordt en waar vaak geen hoge opleiding voor nodig is. Kinderen uit gezinnen met een lagere sociaaleconomische positie zitten gemiddeld vaker op een lager onderwijsniveau dan kinderen met een hogere sociaaleconomische positie (Aalders et al., 2020; Chmielewski, 2019). Dit kan allemaal indirect leiden tot segregatie tussen herkomstgroepen. Als laatste kan ook een voorkeur voor de eigen herkomstgroep een rol spelen, bijvoorbeeld bij de keuze voor een partner of woonbuurt (Van Gent, Das & Musterd, 2019).
Dit artikel onderzoekt de mate van herkomstsegregatie tussen 2009 en 2020 in het netwerk van inwoners met een Nederlandse herkomst of een herkomst uit een van de tien andere grootste herkomstgroepen: Duitsland, Turkije, Marokko, Indonesië, Suriname, Polen, België, Nederlandse Cariben (Aruba, Curaçao, Sint-Maarten, Bonaire, Sint Eustatius, Saba), Verenigd Koninkrijk en China. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen (in het buitenland geboren) migranten en de (in Nederland geboren) tweede generatie. De onderzoeksvragen zijn:
- Wat zijn de verschillen in herkomstsegregatie tussen de verschillende herkomstgroepen?
- Hoe heeft de segregatie zich tussen 2009 en 2020 ontwikkeld?
- Wat is de relatie tussen segregatie en sociaaleconomische en demografische achtergrondkenmerken?