4. Samenvatting en conclusies
4.1 Werkdruk en arbeidstevredenheid bij werknemers in de zorg versus andere bedrijfstakken
Eerder onderzoek (CBS, 2022) laat zien dat de uitstroom van werknemers uit de zorg onder meer samenhangt met de werkdruk die zij ervaren en met hun arbeidstevredenheid. Ontevreden zorgwerknemers veranderen vaker van baan en verlaten de bedrijfstak ook relatief vaak. Hetzelfde onderzoek laat zien dat de samenhang met de werkdruk minder evident is: vooral werknemers die een (te) lage werkdruk ervaren, veranderen van baan. Een (te) hoge werkdruk gaat bij zorgwerknemers daarentegen niet gepaard met meer baanmobiliteit dan bij werknemers die hun werkdruk als goed ervaren, althans niet binnen de termijn van een jaar die in het onderzoek is gehanteerd. Een (langdurig) hoge werkdruk wordt in het algemeen wel beschouwd als een risico voor de gezondheid en daarmee voor de inzetbaarheid van werkenden (Van den Heuvel, 2021). Het monitoren en analyseren van werkdruk en arbeidstevredenheid in de zorg, als factoren die een rol spelen bij de uitstroom van werknemers, is van belang gezien de beleidsdoelstelling om personeelstekorten in de zorg terug te dringen en zorgmedewerkers voor de bedrijfstak te behouden.
In dit artikel is allereerst de vraag beantwoord in hoeverre de werkdruk en arbeidstevredenheid van werknemers in de zorg verschilt van die in andere bedrijfstakken en of de zorg hierin een ongunstiger ontwikkeling heeft laten zien. Afgemeten aan de combinatie van hoge taakeisen en lage autonomie scoort de zorg relatief hoog op het percentage werknemers met stressvol werk. Dat hangt vooral samen met de aard van de werkzaamheden, in het bijzonder met de grotere emotionele belasting van het werk. De ontwikkeling van het percentage werknemers met stressvol werk was in de zorg ook iets ongunstiger dan gemiddeld in andere bedrijfstakken: het lag in de afgelopen paar jaar op een iets hoger niveau dan in het midden van het vorige decennium. Toch zijn zorgwerknemers al met al iets tevredener met hun werk dan gemiddeld, maar de hogere psychosociale arbeidsbelasting gaat wel gepaard met minder arbeidstevredenheid. Zij zijn vooral minder tevreden over werktijden, salaris en thuiswerken. Tevredener tonen zij zich over de mogelijkheid om in deeltijd te werken, de leermogelijkheden en de inhoud van het werk.
4.2 Werkdruk en arbeidstevredenheid binnen zorg en welzijn
Een vergelijking van de werkdruk en arbeidstevredenheid in de zorg als geheel met andere bedrijfstakken doet geen recht aan de verschillen die er bestaan tussen zorgwerknemers in uiteenlopende branches binnen de zorg. Daarom is in dit artikel ook de vraag beantwoord in hoeverre de werkdruk en arbeidstevredenheid van werknemers verschilt tussen branches in de zorg en welzijn. Bovendien is nagegaan met welke kenmerken van het werk deze verschillen samenhangen, of branches een uiteenlopende ontwikkeling laten zien en hoe werkgevers aankijken tegen de werkdruk.
Tussen branches in de zorg en welzijn loopt het percentage werknemers met stressvol werk flink uiteen. Zo was eind 2021 het percentage bij werknemers in ziekenhuizen en overige medisch specialistische zorg en ook bij werknemers in de huisartsenzorg en gezondheidscentra ruim drie keer zo hoog als bij werknemers in het sociaal werk.
Deze verschillen hangen onder meer samen met verschillen in emotionele belasting en ook met de ervaren ondersteuning door de organisatie. Desgevraagd rapporteren vooral werknemers in de kinderopvang dat ze een (veel) te hoge werkdruk hebben. De ervaren werkdruk van werknemers in de zorg en welzijn is in 2022 verder toegenomen ten opzichte van het vierde kwartaal 2020, met name in de kinderopvang en in de overige zorg en welzijn.
Ook de tevredenheid van werknemers met het werk loopt tussen branches uiteen. Werknemers in huisartsenzorg en gezondheidscentra en in het sociaal werk waren het vaakst tevreden. In de kinderopvang en in de verpleging, verzorging en thuiszorg waren werknemers daarentegen in mindere mate tevreden. De verschillen in tevredenheid hangen deels samen met verschillen die er tussen branches zijn in de mate van stressvol werk, de emotionele belasting van het werk en de ervaren ondersteuning vanuit de leidinggevende en organisatie. Recent, tussen het tweede kwartaal van 2021 en 2022, is de tevredenheid met het werk in de zorg en welzijn afgenomen. De daling was relatief sterk in de kinderopvang en in de verpleging, verzorging en thuiszorg.
4.3 Aanbevelingen voor vervolgonderzoek
Een nadere analyse van de relatie van werkdruk en arbeidstevredenheid met uitstroom uit de zorg viel buiten het kader van dit artikel. De eerdere analyse van het CBS (2022) biedt hiervoor overigens wel een bruikbaar uitgangspunt.
In aanvulling daarop kan in vervolgonderzoek worden nagegaan in hoeverre factoren die bijdragen aan baanmobiliteit, zoals werkdruk en arbeidstevredenheid, binnen de zorg een sterkere of juist een minder sterke rol spelen dan daarbuiten. Daarbij kan dan tevens worden onderzocht of werknemers met stressvol werk vaker van baan veranderen en of daarbij, bijvoorbeeld vanwege de verwachte grotere autonomie, wordt gekozen voor een baan als zelfstandige in de zorg.
Verder zou in toekomstige analyses ook onderzocht kunnen worden in hoeverre het soort beroep dat door werknemers in de zorg en welzijn wordt uitgeoefend een rol speelt in relatie tot stressvol werk en tevredenheid met het werk. Als aanvulling hierop zou dan ook meegenomen kunnen worden of werknemers cliëntgebonden werkzaamheden verrichten of niet.