3. Arbeidsmarktpositie één jaar later
3.1 Arbeidsmarktpositie één jaar later: alle werknemers
In paragraaf 2 is steeds gekeken naar veranderingen tussen twee opeenvolgende maanden. Daaruit bleek dat de uitstroom in 2020 tussen februari en april hoger en later een tijd lang juist lager was dan in 2018 en 2019. Ook de andere stromen weken in 2020 af van eerdere jaren. De vraag is wat de gevolgen van dit afwijkende beeld zijn voor de positie op de arbeidsmarkt die werknemers een jaar later hebben. Figuur 3.1.1 geeft weer in hoeverre de werknemers van januari een jaar later dezelfde baan hebben, dan wel zijn doorgestroomd of uitgestroomd. Het hierbij gaat steeds om alle werknemers op de laatste vrijdag van januari van een jaar, ongeacht hoe lang ze op dat moment al dezelfde baan hadden. Van de werknemers van januari 2020 had 12,9 procent een jaar later een andere baan. In 2018 en 2019 was dit hoger (respectievelijk 15,4 en 15,1 procent). Het aandeel dat uitstroomde was iets hoger dan in voorgaande jaren (10,4 procent tegen 9,0 procent in 2019 en 8,6 procent in 2018). Het aandeel van de werknemers dat in dezelfde baan is gebleven was eveneens iets hoger (76,7 procent tegen 75,9 procent in 2019 en 76,0 procent in 2018).
Jaar | In dezelfde baan gebleven (%) | Doorgestroomd (%) | Uitgestroomd (%) |
---|---|---|---|
2018 | 76 | 15,4 | 8,6 |
2019 | 75,9 | 15,1 | 9 |
2020 | 76,7 | 12,9 | 10,4 |
3.2 Arbeidsmarktpositie één jaar later naar bedrijfstak
In deze paragraaf wordt de arbeidsdynamiek op jaarbasis gepresenteerd voor werknemers in bedrijfstakken die veel met corona en corona-maatregelen te maken hebben gehad. Een duidelijke afname van het aantal werknemers dat de baan heeft behouden is te vinden in de horeca en in de bedrijfstak cultuur, sport en recreatie. Ook het aandeel werknemers dat een jaar later in een andere baan werkte, nam in deze bedrijfstakken in het eerste coronajaar af. Het aandeel werknemers dat uitstroomde, nam in beide bedrijfstakken toe. De sterkste veranderingen in de arbeidsdynamiek ondervond de horeca. Het aandeel dat in dezelfde baan bleef, daalde hier van 57,1 procent in 2019 naar 49,9 procent. Het aandeel dat doorstroomde daalde van 27,5 naar 25,0 procent, terwijl het aandeel dat uitstroomde steeg van 15,4 naar 25,0 procent.
In de handel steeg het aandeel dat in dezelfde baan bleef, terwijl het aandeel dat een jaar later in een andere baan werkte daalde. In de gezondheids- en welzijnszorg en in de bedrijfstak verhuur en overige zakelijke diensten is het aandeel dat in dezelfde baan bleef nauwelijks veranderd. Wel steeg in de verhuur en overige zakelijke diensten het aandeel werknemers dat uitstroomde en daalde het aandeel dat doorstroomde.
In dezelfde baan gebleven (%) | Doorgestroomd (%) | Uitgestroomd (%) | ||
---|---|---|---|---|
Handel | 2018 | 72,7 | 18,1 | 9,2 |
Handel | 2019 | 72,3 | 17,9 | 9,8 |
Handel | 2020 | 75,4 | 14 | 10,7 |
Horeca | 2018 | 56,3 | 28,9 | 14,8 |
Horeca | 2019 | 57,1 | 27,5 | 15,4 |
Horeca | 2020 | 49,9 | 25 | 25,0 |
Verhuur en overige zakelijke diensten | 2018 | 50,2 | 32 | 17,8 |
Verhuur en overige zakelijke diensten | 2019 | 48 | 32,3 | 19,7 |
Verhuur en overige zakelijke diensten | 2020 | 49,2 | 28,4 | 22,4 |
Gezondheids- en welzijnszorg | 2018 | 81,9 | 12,5 | 5,6 |
Gezondheids- en welzijnszorg | 2019 | 82,2 | 12,2 | 5,6 |
Gezondheids- en welzijnszorg | 2020 | 83,1 | 11 | 6,0 |
Cultuur, sport en recreatie | 2018 | 71,7 | 17,7 | 10,6 |
Cultuur, sport en recreatie | 2019 | 72 | 17,2 | 10,9 |
Cultuur, sport en recreatie | 2020 | 67,2 | 16,3 | 16,5 |
In de figuren 3.2.2 tot en met -4 wordt voor drie bedrijfsklassen waar het aandeel werknemers dat in dezelfde baan bleef, is afgenomen, aangegeven in welke andere bedrijfsklassen de doorstromers terecht zijn gekomen. Werknemers die in januari 2020 in de logiesvertrekking (een bedrijfsklasse binnen de horeca) werkten en een jaar later een andere baan hadden, werkten vaker dan in eerdere jaren in een baan in de detailhandel (exclusief de autobranche) of in de bedrijfsklasse arbeidsbemiddeling, uitzendbureaus en personeelsbeheer. Onder laatstgenoemde bedrijfsklasse vallen ook uitzendbanen waarvan het feitelijke werk in andere sectoren wordt verricht. In vergelijking met eerdere jaren vonden weinig mensen een andere baan in de logiesverstrekking of bij eet- en drinkgelegenheden (een andere bedrijfsklasse binnen de horeca).
Jaar | Logiesverstrekking (%) | Eet- en drinkgelegenheden (%) | Arbeidsbemiddeling (%) | Detailhandel (niet in auto's) (%) | Verpleging, verzorging en begeleiding met overnachting (%) | Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen) (%) | Facility management, reiniging en landschapsverzorging (%) | Maatschappelijke dienstverlening zonder overnachting (%) | Onderwijs (%) | Gezondheidszorg (%) | Overige bedrijfsklassen (%) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 19,8 | 17,9 | 14,4 | 9,1 | 3,6 | 3,1 | 2,6 | 2,4 | 2,2 | 2,2 | 22,8 |
2019 | 18,7 | 18,3 | 12,8 | 9,5 | 3,9 | 3,3 | 3,1 | 2,7 | 2,2 | 2,1 | 23,3 |
2020 | 10,5 | 11,9 | 17,8 | 14 | 4,9 | 4,1 | 3 | 3,6 | 3,1 | 3,2 | 23,9 |
Werknemers die in januari 2020 bij eet- en drinkgelegenheden werkten en een later een andere baan hadden bleven minder vaak dan in 2018 en 2019 binnen de eet- en drinkgelegenheden en gingen ook minder vaak naar logiesverstrekking. Vaker kwamen zij terecht in met name de detailhandel (exclusief de autobranche) en in de gezondheids- en welzijnszorg.
Jaar | Eet- en drinkgelegenheden (%) | Arbeidsbemiddeling, uitzendbureaus en personeelsbeheer (%) | Detailhandel (niet in auto's) (%) | Logiesverstrekking (%) | Verpleging, verzorging en begeleiding met overnachting (%) | Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen) (%) | Onderwijs (%) | Gezondheidszorg (%) | Maatschappelijke dienstverlening zonder overnachting (%) | Facility management, reiniging en landschapsverzorging (%) | Overige bedrijfsklassen (%) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 28,8 | 15,9 | 14,4 | 4,7 | 3,6 | 3,2 | 2,5 | 2,4 | 2,2 | 1,2 | 21,2 |
2019 | 29 | 14,7 | 14,6 | 4,4 | 4,1 | 3,2 | 2,6 | 2,4 | 2,3 | 1,4 | 21,4 |
2020 | 19,2 | 16,4 | 19,3 | 2,2 | 5,4 | 4,1 | 3,2 | 3,3 | 3,1 | 1,5 | 22,2 |
Wie in januari 2020 als werknemer in de sport en recreatie werkte en een jaar later een andere baan had bleef minder vaak dan in voorafgaande jaren in die bedrijfstak werken en maakte vaker de overstap naar met name de detailhandel (exclusief de autobranche) en de gezondheids- en welzijnszorg. Overstappen naar andere werkgevers binnen sport en recreatie kwam juist minder vaak voor.
Jaar | Sport en recreatie (%) | Arbeidsbemiddeling, uitzendbureaus en personeelsbeheer (%) | Detailhandel (niet in auto's) (%) | Onderwijs (%) | Gezondheidszorg (%) | Verpleging, verzorging en begeleiding met overnachting (%) | Maatschappelijke dienstverlening zonder overnachting (%) | Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen) (%) | Overige bedrijfsklassen (%) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 14,9 | 14,2 | 10,3 | 6,2 | 4,6 | 4,4 | 4,1 | 4 | 37,4 |
2019 | 14,8 | 12,8 | 10,3 | 6,3 | 4,5 | 4,5 | 4,4 | 3,6 | 38,8 |
2020 | 11,8 | 13,4 | 13,3 | 6,9 | 5,5 | 5,5 | 4,8 | 4,5 | 34,4 |