Huishoudensprognose 2021-2070: Groei aantal huishoudens houdt aan

5. Verschillen met de vorige prognose en onzekerheid

De Huishoudensprognose beoogt de meest waarschijnlijke toekomstige ontwikkelingen te beschrijven. Elke drie jaar wordt een nieuwe prognose gemaakt en de voorgaande bijgesteld. De bijstellingen kunnen het gevolg zijn van een afwijkende ontwikkeling van de waarnemingen ten opzichte van de laatste prognose of van nieuwe inzichten. In deze paragraaf wordt op de onzekerheid in de prognose ingegaan en worden de verschillen in uitkomsten met de prognose uit 2018 kort besproken.

De onzekerheden in de prognosecijfers zijn groot. Zo veronderstelt de prognose dat het huidige gedrag op het gebied van relatievorming- en ontbinding, uit huis gaan en kinderen krijgen blijft zoals het in het recente verleden was. Dit is uiteraard niet zeker. Bij de huidige prognose is het bijvoorbeeld de vraag of de recente daling in de terugkeer naar het ouderlijk huis bij jongeren inderdaad structureel is, zoals verondersteld, of toch weer op zal lopen. Ook de onzekerheid in de demografische ontwikkelingen werkt door in de huishoudenssamenstelling. Een sterker dan veronderstelde stijging van de levensverwachting zou tot meer ouderen en dus meer alleenstaanden kunnen leiden, en meer immigratie tot meer twintigers en jonge dertigers, die vaak alleenstaand zijn of samenwonend zonder kinderen. Voor de bevolking in instellingen is een belangrijke bron van onzekerheid hoe de ouderenzorg in de toekomst wordt ingericht en of mogelijke nieuwe woonvormen onder het kopje particuliere of institutionele huishoudens gaan vallen. Ook is het mogelijk dat corona een meer permanente impact heeft op de bevolkings- en huishoudensontwikkeling.

Om inzicht te geven in de mate van onzekerheid van de cijfers zijn prognose-intervallen bepaald. Op grond van veronderstellingen over onder meer de onzekerheid van ontwikkelingen in het moment waarop jongeren het ouderlijk huis verlaten en veranderingen in het percentage alleenstaanden, kan de mate van onzekerheid van toekomstige ontwikkelingen worden gekwantificeerd (Alders, 2001). Daartoe zijn duizend varianten van de prognose doorgerekend, elk met een andere combinatie van verwachtingen als uitgangspunt. Uit de uitkomsten zijn 67-procent en 95-procent prognose-intervallen afgeleid. Het 67-procent prognose-interval kan geïnterpreteerd worden als het bereik waarbinnen de uiteindelijke cijfers waarschijnlijk liggen, het 95-procent prognose-interval als het bereik waarbinnen ze zeer waarschijnlijk liggen.

De Huishoudensprognose 2021-2070 voorziet een groei van het aantal huishoudens tot 9,1 miljoen rond 2045, gevolgd door een iets minder snelle verdere toename tot 9,8 miljoen in 2070. Wanneer de onzekerheidsintervallen in ogenschouw worden genomen, dan is de conclusie dat tot de jaren 2040 een verdere toename van het aantal huishoudens erg waarschijnlijk is. In de jaren daarna is verdere groei nog steeds waarschijnlijk, maar kunnen er ook periodes met een afnemend aantal huishoudens zijn.

Het aantal huishoudens neemt meer toe dan in de Huishoudensprognose 2018-2060 werd verondersteld. Een belangrijke reden daarvoor is dat de voorziene bevolkingsgroei groter is dan ten tijde van de vorige prognose. In de Kernprognose 2021-2070, die de basis vormt voor de huidige Huishoudensprognose, wordt een bevolkingsgroei voorzien van 17,5 miljoen in 2021 naar 20 miljoen in 2060 en 20,6 miljoen in 2070. De Kernprognose 2018-2060, waar de Huishoudensprognose 2018-2060 consistent mee was, ging uit van een groei tot 18,6 miljoen inwoners in 2060. Het verschil in het aantal huishoudens met de vorige prognose valt binnen het 67-procent prognose-interval.

5.1 Aantal huishoudens
 WaarnemingPrognose 2020-2070Prognose 2021-2070Prognose-interval (95%)Prognose-interval (67%)
1970
19714,002
19724,105
19734,201
19744,295
19754,392
19764,497
19774,59
19784,689
19794,792
19804,904
19815,023
19825,132
19835,232
19845,33
19855,43
19865,539
19875,649
19885,763
19895,872
19905,978
19916,091
19926,198
19936,291
19946,378
19956,469
19966,518
19976,581
19986,656
19996,745
20006,801
20016,867
20026,934
20036,996
20047,049
20057,091
20067,146
20077,191
20087,242
20097,313
20107,386
20117,444
20127,513
20137,569
20147,59
20157,665
20167,721
20177,794
20187,858
20197,9257,938
20207,9988,007
20218,0438,069
20228,1218,1238,1217,967 – 8,3048,042 – 8,214
20238,1778,2137,98 – 8,4748,096 – 8,342
20248,2288,2967,999 – 8,6198,146 – 8,455
20258,2778,3648,013 – 8,7398,195 – 8,551
20268,3248,4298,026 – 8,8578,231 – 8,637
20278,3698,4918,035 – 8,9578,273 – 8,731
20288,4118,558,047 – 9,0648,307 – 8,815
20298,4518,6068,058 – 9,1738,336 – 8,89
20308,4878,6598,08 – 9,2678,368 – 8,966
20318,5218,7088,095 – 9,3568,399 – 9,04
20328,5528,7558,113 – 9,4498,417 – 9,105
20338,588,7988,106 – 9,5458,438 – 9,17
20348,6048,8398,102 – 9,6298,459 – 9,233
20358,6278,8768,103 – 9,7058,481 – 9,296
20368,6468,9118,116 – 9,7738,5 – 9,355
20378,6628,9438,113 – 9,8368,514 – 9,392
20388,6768,9738,092 – 9,9158,52 – 9,442
20398,6889,08,085 – 9,9998,527 – 9,49
20408,6989,0268,059 – 10,0488,534 – 9,535
20418,7089,058,049 – 10,1098,54 – 9,572
20428,7169,0738,037 – 10,178,551 – 9,605
20438,7239,0968,031 – 10,2488,551 – 9,649
20448,739,1188,031 – 10,2988,548 – 9,689
20458,7379,148,02 – 10,3638,556 – 9,742
20468,7449,1628,01 – 10,4248,552 – 9,777
20478,7529,1847,992 – 10,4898,559 – 9,826
20488,769,2077,979 – 10,5628,564 – 9,877
20498,7689,2317,952 – 10,6348,581 – 9,923
20508,7769,2547,944 – 10,6928,59 – 9,957
20518,7849,2787,941 – 10,7378,599 – 9,999
20528,7929,3027,938 – 10,7948,602 – 10,036
20538,7999,3277,922 – 10,8538,611 – 10,068
20548,8069,3517,912 – 10,928,624 – 10,108
20558,8139,3757,898 – 10,9848,629 – 10,144
20568,8199,47,895 – 11,0638,628 – 10,184
20578,8259,4247,891 – 11,1198,632 – 10,23
20588,8329,4497,882 – 11,1868,633 – 10,266
20598,8389,4747,887 – 11,2578,638 – 10,317
20608,8449,4997,877 – 11,3428,655 – 10,358
20619,5247,88 – 11,4348,666 – 10,409
20629,557,888 – 11,4958,677 – 10,446
20639,5767,873 – 11,5428,689 – 10,491
20649,6037,876 – 11,598,69 – 10,538
20659,6317,892 – 11,6278,705 – 10,586
20669,667,859 – 11,6888,726 – 10,639
20679,6897,862 – 11,7258,732 – 10,68
20689,7197,896 – 11,7838,733 – 10,729
20699,7517,89 – 11,8578,736 – 10,765
20709,7827,89 – 11,9418,765 – 10,809

De samenstelling naar type van de huishoudens in 2060 verschilt weinig in de nieuwe prognose vergeleken met die uit 2018: 43 procent van de huishoudens bestaat uit één persoon en 49 procent wordt gevormd door een paar, waarvan ongeveer de helft thuiswonende kinderen heeft. Het aandeel eenoudergezinnen ligt volgens de nieuwe prognose iets hoger: op krap 8 procent tegen ruim 7 procent volgens de prognose uit 2018. De verschillen in aandelen van de verschillende huishoudenstypen vallen ruim binnen de 67-procent prognose-intervallen uit 2018.

5.2 Aandeel huishoudens naar type in 2060
 prognose 2018-2060 (%)prognose 2021-2070 (%)
Eenpersoonshuishoudens43,042,5
Paren zonder thuiswonende kinderen25,025,6
Paren met thuiswonende kinderen24,123,6
Eenoudergezinnen7,47,8

Het aantal instellingsbewoners in 2060 wordt door de nieuwe prognose op 425 duizend geschat, beduidend hoger dan volgens de prognose uit 2018 (316 duizend). De bijgestelde schatting ligt in de buurt van de rand van het 67-procent prognose-interval uit 2018 (180 duizend tot 460 duizend). Bij alle leeftijden worden meer instellingsbewoners verwacht. Bij de hogere leeftijden komt de stijging vooral doordat de verwachting voor de kans dat personen naar een instelling gaat vanwege het aanhoudend hogere niveau sinds 2017 is verhoogd. Bij de lage en middelbare leeftijd komt het doordat de verwachting voor de kans dat iemand weer een instelling verlaat is verlaagd. Ook de naar boven bijgestelde verwachting voor de algemene bevolkingsgroei en voor de instroom van asielmigranten ten opzichte van de prognose uit 2018 dragen aan de stijging bij.

Het aantal thuiswonende kinderen in 2060 ligt volgens de nieuwe prognose op 5,1 miljoen, 253 duizend hoger dan volgens de prognose uit 2018. Dit verschil is, net als de verschillen bij de aantallen huishoudens, terug te voeren op de hogere bevolkingsgroei volgens de nieuwe prognose, die het gevolg is van naar boven bijgestelde verwachtingen voor de immigratie. Het verschil valt binnen het 67-procent prognose-interval uit 2018 (4,2 miljoen tot 5,5 miljoen).