Vrijwilligerswerk en welzijn

Technische toelichting

Data

Voor dit rapport is gebruik gemaakt van gegevens uit het onderzoek Sociale samenhang enwelzijn (S&W) 2013/2018. In dit onderzoek is onder meer gevraagd naar de sociale en maatschappelijke participatie van mensen van 15 jaar en ouder, waaronder het verrichten van vrijwilligerswerk. In totaal zijn in 2013/2018 gegevens beschikbaar van iets meer dan 45 duizend personen.

Vrijwilligerswerk

Er is aan respondenten gevraagd of zij in de twaalf maanden voorafgaand aan de enquête vrijwilligerswerk hebben gedaan voor bepaalde organisaties of verenigingen. Daarbij werden dertien typen organisaties of verenigingen onderscheiden. De vraag luidde als volgt: ‘De volgende vragen gaan over vrijwilligerswerk. Sommige mensen doen vrijwilligerswerk voor organisaties of verenigingen. Het kan daarbij gaan om bestuurlijk werk of andere activiteiten. Kunt u bij de volgende organisaties en verenigingen steeds aangeven of u daarvoor in de afgelopen 12 maanden als vrijwilliger bepaald soort werk heeft gedaan? Heeft u in de afgelopen 12 maanden wel eens vrijwilligerswerk gedaan: (1) in het jeugd- en buurthuiswerk of als leider van scouting, (2) op school, zoals bijvoorbeeld hulp op school, de oudercommissie, schoolbestuur, werken in de bibliotheek of als leesouder, (3) in de verzorging of verpleging, zoals bijvoorbeeld bejaardenzorg, kinderopvang, kruiswerk, zieken bezoeken, collecteren voor gezondheidsorganisaties, welfarewerk in het ziekenhuis of assisteren bij stervensbegeleiding, (4) voor een sportvereniging, in het bestuur of bijvoorbeeld werken in de kantine, organisatie, trainen of zaalbeheer, (5) voor culturele verenigingen, zoals bijvoorbeeld een muziek- of toneelvereniging of een tekenclub, (6) voor hobby- of gezelligheidsverenigingen, (7) voor de kerk, moskee of levensbeschouwing, zoals bijvoorbeeld de kerkenraad, parochieraad, moskeevereniging, huisbezoek, of het rondbrengen van blaadjes, (8) voor de vakbond of bedrijfsorganisatie, zoals bijvoorbeeld de ondernemingsraad of personeelsvereniging, (9) voor een politieke partij of actiegroep, (10) op het gebied van sociale hulpverlening, rechtshulp, reclassering of slachtofferhulp, (11) op het gebied van wonen, woonomstandigheden of huurdersbelangen, (12) ten behoeve van de wijk of de buurt of (13) voor organisaties op een ander gebied?’. Daarnaast is voor elke organisatie waarvoor vrijwilligerswerk wordt gedaan een aantal vervolgvragen gesteld: er is gevraagd naar het aantal verschillende organisaties binnen de betreffende soort organisatie (‘Was dat voor één of meer organisaties op het gebied van …..?’), hoeveelheid tijd er aan vrijwilligerswerk besteed wordt (‘Kunt u aangeven hoeveel tijd u ongeveer besteed heeft aan vrijwilligerswerk voor deze organisatie in de afgelopen 12 maanden? U kunt een schatting geven van het gemiddeld aantal uren per week of van het totaal aantal uren per jaar.’), of mensen de afgelopen vier weken vrijwilligerswerk hebben gedaan voor een organisatie (‘Heeft u in de afgelopen vier weken vrijwilligerswerk gedaan voor deze organisatie?’).

Persoonskenmerken en andere kenmerken

Informatie over herkomst, het gestandaardiseerd besteedbaar huishoudensinkomen (ingedeeld in kwartielgroepen) en stedelijkheid van de woongemeente is afkomstig uit registers en is aan de enquêtegegevens gekoppeld. Respondenten is gevraagd naar hun hoogst voltooide opleidingsniveau. Het hoogst voltooide opleidingsniveau bestaat uit de categorieën ‘basisonderwijs’, ’vmbo, mbo1, avo onderbouw’, ‘havo, vwo, mbo’, ‘hbo, wo bachelor’ en ‘wo, master, doctor’. Ook is gevraagd naar de burgerlijke staat van de respondent. Deze bestaat uit vier categorieën: ‘gehuwd’, ‘gescheiden’, ‘verweduwd’ en ‘nooit gehuwd geweest’. Religiositeit is vastgesteld aan de hand van denominatie. Gevraagd is tot welke kerkelijke gezindte of levensbeschouwelijke groepering men zich rekent. De mogelijke antwoordcategorieën waren: Geen, Rooms-Katholiek, Nederlands Hervormd, Gereformeerd, Protestante Kerk Nederland, Islam, Joods, Hindoe, Boeddhist en anders. Betaald werk is vastgesteld met de vraag: ‘Heeft u op dit moment betaald werk? Ook 1 uur per week of een kortere periode telt al mee, evenals freelance werk’.