5. Conclusies
— Onder werkenden is het mediane persoonlijke inkomen het hoogst onder de zmp’ers met 48,6 duizend euro, daarna komen de werknemers (35,2 duizend euro) en de zzp’ers (28,0 duizend).
— Het inkomen van werkenden bleef redelijk stabiel in de periode 2007–2017, ondanks de economische crisis vanaf eind 2008 tot en met 2014.
— Het inkomen van de zmp’ers had van de werkenden het meest te lijden onder de crisis,met als dieptepunt 2013.
— Sinds 2014 gaat de koopkracht van een meerderheid van de werknemers, zzp’ers en zmp’ers er op vooruit.
— Onder werkenden hebben veertigers en (doorwerkende) ouderen die onlangs de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt het hoogste mediane persoonlijk inkomen. Het gaat bij die laatsten maar om een kleine groep.
— Het inkomen van mannen en vrouwen loopt uit elkaar vanaf de leeftijd van 25 jaar door het hogere aandeel deeltijdwerkers onder vrouwen.
— De hoogte van het inkomen hangt sterk samen met het opleidingsniveau.
— Werkenden hebben de hoogste inkomens in de provincies Noord- en Zuid-Holland en Utrecht, en rond Eindhoven, Groningen en Maastricht. Wel is sinds 2007 de inkomensachterstand in het noorden en de grensregio’s met de westelijke regio’s kleiner geworden.
— Van de gemeenten is het doorsnee-inkomen het hoogst in Rozendaal en Bloemendaal,en het laagst in Schiermonnikoog, Vlieland en Ameland.
— In dit artikel is vermogen buiten beschouwing gelaten. Een verhandeling over het vermogen van (werkende) huishoudens volgt wanneer actuele cijfers beschikbaar komen.