4. Conclusies
In 2018 telde Nederland ruim 4,1 miljoen personen van 15 tot 75 jaar zonder werk. Van hen gaf ruim 1,2 miljoen aan door een langdurige ziekte, aandoening of handicap belemmerd te worden bij het verkrijgen van werk. Van hen voelde zich bijna 1 miljoen sterk belemmerd. Sterk-belemmerden zijn vaker lager opgeleid dan niet-werkenden meteen lichte of zonder een belemmering. Onder niet-werkenden met een sterke en lichte arbeidsbelemmering is het aandeel 35- tot 65-jarigen groter dan onder de niet-belemmerden.
Van alle niet-werkenden behoren bijna 2 op de 10 tot het onbenut arbeidspotentieel. Zij hebben geen werk, maar zijn wel op zoek en/of kunnen direct beginnen. Van alle niet-werkenden met een sterke belemmering behoort 8 procent tot het onbenut arbeidspotentieel. Het onbenut potentieel onder de licht- en niet-belemmerden ligt rond de 20 procent. Daarmee bestaat het totale onbenut arbeidspotentieel uit 547 duizend mensen zonder arbeidsbelemmering, 62 duizend met een lichte belemmering en 76 duizend meteen sterke belemmering.