2. Jeugdhulptrajecten
2.1 Kleine groei aantal hulptrajecten in 2023
In 2023 waren ruim 668 duizend jeugdhulptrajecten actief. Dat waren er 5 duizend meer dan in 2022, een toename van 0,7 procent. Het aantal trajecten jeugdhulp door het wijk- of buurtteam nam met ruim 3 procent af, de overige jeugdhulp zonder verblijf nam met 1,5 procent toe en de jeugdhulp met verblijf daalde met 1,4 procent (figuur 2.1.1). De ervaring uit 2022 leert dat het definitieve aantal jeugdhulptrajecten 3 procent hoger lag dan de voorlopige uitkomsten. De hier gepresenteerde voorlopige uitkomsten over 2023 zullen bij de definitieve versie naar verwachting hoger uitkomen en dus nog verder groeien ten opzichte van 2022.
2023* (x 1 000) | 2022 (x 1 000) | 2021 (x 1 000) | 2020 (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 668,185 | 663,32 | 648,56 | 584,545 |
Wijk- of buurtteam | 71,945 | 74,28 | 79,235 | 85,74 |
Overig zonder verblijf | 546,31 | 538,42 | 516,7 | 448,225 |
Met verblijf | 49,93 | 50,625 | 52,63 | 50,575 |
1)Trajecten die over meerdere perioden liepen komen meerdere malen in de figuur voor. |
In 2023 zijn 302 duizend nieuwe jeugdhulptrajecten gestart. Dat is een daling van ruim 5 procent ten opzichte van 2022. Bijna 45 procent van de trajecten die op enig moment in 2023 actief waren, is ook in dat jaar begonnen. In 2022 was 48 procent van alle trajecten ook in dat jaar begonnen.
Het aantal trajecten ambulante jeugdhulp was in 2023 ruim 1,7 procent hoger dan in 2022, maar het aantal nieuw begonnen trajecten daalde van 195 duizend naar 185 duizend (figuur 2.1.2)
In verslagjaar begonnen (x 1 000) | Reeds lopend traject (x 1 000) | |
---|---|---|
Wijkteam | ||
2023* | 32,835 | 39,11 |
2022 | 34,08 | 40,195 |
2021 | 33,445 | 45,79 |
2020 | 35,41 | 50,335 |
Ambulant | ||
2023* | 184,74 | 213,295 |
2022 | 194,88 | 196,425 |
2021 | 188,555 | 186,66 |
2020 | 153,37 | 171,66 |
Daghulp | ||
2023* | 16,015 | 22,635 |
2022 | 16,14 | 20,58 |
2021 | 16,71 | 18,615 |
2020 | 14,845 | 17,635 |
Netwerk jongere | ||
2023* | 51,58 | 58,04 |
2022 | 54,995 | 55,395 |
2021 | 55,62 | 50,54 |
2020 | 46,735 | 43,98 |
1)Trajecten die over meerdere perioden liepen komen meerdere malen in de figuur voor. |
Het aantal trajecten gesloten plaatsing daalde van 2 175 in 2022 naar 1 895 in 2023. Het aantal nieuw begonnen trajecten nam met 245 af.
In verslagjaar begonnen (x 1 000) | Reeds lopend traject (x 1 000) | |
---|---|---|
Pleegzorg | ||
2023* | 3,35 | 16,94 |
2022 | 4,09 | 16,37 |
2021 | 4,395 | 17,635 |
2020 | 4,365 | 17,83 |
Gezinsgericht | ||
2023* | 2,505 | 4,355 |
2022 | 2,685 | 3,985 |
2021 | 2,665 | 4,16 |
2020 | 2,045 | 3,42 |
Gesloten plaatsing | ||
2023* | 1,205 | 0,685 |
2022 | 1,45 | 0,72 |
2021 | 1,41 | 0,795 |
2020 | 1,475 | 0,955 |
Overig | ||
2023* | 10,11 | 10,77 |
2022 | 11,2 | 10,12 |
2021 | 11,29 | 10,28 |
2020 | 10,775 | 9,71 |
1)Trajecten die over meerdere perioden liepen komen meerdere malen in de figuur voor. |
Bij 22,1 procent van de nieuw begonnen jeugdhulptrajecten in 2023 was sprake van herhaald beroep (figuur 2.1.4). Dat wil zeggen dat de jongeren die in deze periode een nieuw jeugdhulptraject startten, in de vijf voorafgaande jaren al eerder jeugdhulp hebben gehad. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt naar het soort jeugdhulp dat eerder is ontvangen.
Het aandeel herhaald beroep van de nieuw begonnen jeugdhulptrajecten was in 2023 ongeveer even hoog als in 2022. Het aandeel herhaald beroep van trajecten jeugdhulp met verblijf nam in dezelfde periode af.
2023* (%) | 2022 (%) | 2021 (%) | 2020 (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 22,1 | 22,3 | 23,1 | 23,6 |
Wijk- of buurtteam | 22,4 | 23,5 | 22,8 | 24,5 |
Overig zonder verblijf | 22,7 | 22,7 | 23,8 | 24,1 |
Met verblijf | 13,8 | 15,3 | 14,5 | 15,8 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. |
Bij 3,5 procent van de 302 duizend trajecten die in 2023 zijn gestart, was sprake van crisis bij aanvang. Dat gold met name bij trajecten jeugdhulp met verblijf. Daarvan is ruim 21 procent gestart met crisis. Bij 29 procent van de nieuw aangevangen trajecten gesloten plaatsing in 2023 was sprake van crisis. In 2022 was dit bijna 26 procent. Bij pleegzorg nam het percentage gestart met crisis toe van 13 procent in 2022 naar 18 procent in 2023 en bij gezinsgerichte jeugdhulp met verblijf steeg het aandeel met crisis gestarte trajecten van 12 procent in 2022 naar 16 procent in 2023. Of er sprake is van crisis is gebaseerd op het oordeel van de jeugdhulpprofessional.
2023* (%) | 2022 (%) | 2021 (%) | 2020 (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 3,5 | 3,1 | 3,7 | 3,7 |
Wijk- of buurtteam | 0,3 | 0,5 | 0,7 | 0,6 |
Overig zonder verblijf | 2,7 | 2,4 | 3,1 | 3 |
Met verblijf | 21,3 | 17,3 | 16,7 | 17,4 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. |
2.2 Meeste jeugdhulp doorverwezen door de huisarts
In 2023 werd bijna 38 procent van de jeugdhulptrajecten gestart na verwijzing door een huisarts en 31 procent via een gemeentelijke toegang. Uitgesplitst naar hulpvorm blijkt dat de huisarts bijna 40 procent van de in 2023 nieuw begonnen trajecten jeugdhulp zonder verblijf heeft verwezen (figuur 2.2.1) en 6 procent van de nieuw begonnen trajecten jeugdhulp met verblijf (figuur 2.2.2).
2023* (%) | 2022 (%) | 2021 (%) | 2020 (%) | |
---|---|---|---|---|
Huisarts | 39,52 | 39,74 | 39,7 | 38,41 |
Gemeentelijke toegang | 30,63 | 30,87 | 30,93 | 33,54 |
Geen verwijzer | 15,45 | 15,06 | 14,6 | 11,25 |
Gecertificeerde instelling | 5,69 | 5,91 | 6,18 | 7,7 |
Medisch specialist | 4,5 | 4,52 | 4,8 | 5,07 |
Jeugdarts | 3,86 | 3,49 | 3,14 | 3,2 |
Rechter, Officier van Justitie, functionaris Justitiële jeugdinrichting | 0,34 | 0,34 | 0,46 | 0,45 |
Onbekend | 0,03 | 0,08 | 0,19 | 0,39 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. Trajecten onder Geen verwijzer betreft vrij toegankelijke jeugdhulp. |
Vanaf 2021 zijn alle trajecten met de hulpvorm uitgevoerd door het wijk- of buurtteam ondergebracht in de categorie ‘geen verwijzer’. Dit betreft jeugdhulptrajecten waarvoor geen verwijzing nodig is, de zogenaamde vrij toegankelijke jeugdhulp. Wijkhulp is immers per definitie vrij toegankelijk. Wel kan het zo zijn dat bijvoorbeeld de huisarts de jongere of diens ouders heeft geadviseerd om contact op te nemen met het wijkteam, maar dit is formeel gezien geen verwijzing. Bij de aantallen over 2020 is een deel van de wijkhulptrajecten nog geclassificeerd met de verwijzer zoals die door de wijkteams is aangeleverd, veelal gemeentelijke toegang, gecertificeerde instelling of huisarts. Dit kan enige vertekening in deze categorieën geven.
De meeste Jeugdhulp met verblijf wordt doorverwezen via de gemeente (46 procent) en door Gecertificeerde Instellingen (34 procent).
2023* (%) | 2022 (%) | 2021 (%) | 2020 (%) | |
---|---|---|---|---|
Gemeentelijke toegang | 45,62 | 44,02 | 45,57 | 42,78 |
Gecertificeerde instelling | 34,33 | 36,37 | 35,32 | 39,78 |
Medisch specialist | 6,78 | 6,15 | 4,93 | 5,41 |
Huisarts | 5,65 | 5,37 | 5,6 | 6,66 |
Rechter, Officier van Justitie, functionaris Justitiële jeugdinrichting | 0,98 | 0,76 | 0,72 | 0,58 |
Jeugdarts | 0,38 | 0,47 | 0,4 | 0,31 |
Onbekend | 6,25 | 6,85 | 7,46 | 4,48 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. |
2.3 Jeugdhulptrajecten duren meestal korter dan een jaar
Van de trajecten die in 2023 zijn afgesloten, duurde 32 procent korter dan zes maanden en 62 procent duurde korter dan een jaar.
Na de methodewijziging van 2020 (zie bijlage) worden definitieve cijfers pas vastgesteld wanneer ook de gegevens over het eerste halfjaar van het volgende verslagjaar beschikbaar zijn. Trajecten die in het tweede halfjaar van 2023 zijn aangeleverd zonder einddatum en die ontbreken in het eerste halfjaar van 2024 worden door het CBS alsnog voorzien van een einddatum in het tweede halfjaar op basis van de gemiddelde duur van de trajecten waarvan wel een einddatum is aangeleverd.
Hierdoor is besloten om bij de presentatie van de voorlopige cijfers het aantal afgesloten trajecten niet te presenteren, omdat dit aantal nog te onbetrouwbaar is. De gemiddelde duur en de reden beëindiging van trajecten waarvan nu al bekend is dat ze afgesloten zijn, wordt wel weergegeven. De definitieve uitkomsten zullen naar verwachting niet wezenlijk afwijken van het beeld uit de voorlopige uitkomsten.
0 tot 3 maanden (%) | 3 tot 6 maanden (%) | 6 tot 12 maanden (%) | 12 tot 36 maanden (%) | langer dan 36 maanden (%) | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal | 47990 | 48490 | 91940 | 93420 | 19225 |
Zonder verblijf | 42920 | 46105 | 88315 | 89315 | 16445 |
waarvan | |||||
Wijkteam | 8765 | 6645 | 9105 | 9565 | 3140 |
Ambulant | 24430 | 29805 | 56550 | 58400 | 9815 |
Daghulp | 1440 | 2045 | 5305 | 5525 | 1375 |
Netwerk jongere | 8280 | 7610 | 17355 | 15825 | 2115 |
Met verblijf | 5070 | 2385 | 3625 | 4105 | 2780 |
waarvan | |||||
Pleegzorg | 540 | 350 | 520 | 900 | 1710 |
Gezinsgericht | 415 | 285 | 550 | 720 | 375 |
Gesloten plaatsing | 560 | 220 | 260 | 155 | 25 |
Overig | 3555 | 1525 | 2295 | 2330 | 670 |
Een in 2023 afgesloten jeugdhulptraject duurde gemiddeld 417 dagen (figuur 2.3.2). Dat is 26 dagen langer dan een gemiddeld afgesloten traject in 2022. Trajecten met de hulpvorm gesloten plaatsing duren met gemiddeld 191 dagen het kortst. Afgesloten pleegzorgtrajecten duurden het langst, gemiddeld 1 368 dagen. In 2022 duurde een gemiddeld pleegzorgtraject nog 428 dagen korter. De grote fluctuatie van de gemiddelde duur van afgesloten pleegzorgtrajecten is te verklaren doordat dit soms zeer langdurige trajecten zijn, die van grote invloed zijn op de gemiddelde waarde. Zo waren er in 2023 380 jongeren die langer dan 10 jaar pleegzorg kregen tegen 225 in 2022.
De gemiddelde duur van jeugdhulptrajecten zonder verblijf nam in 2023 ten opzichte van 2022 toe met 21 dagen. De gemiddelde duur van wijkhulp steeg met 7 dagen, ambulante trajecten met 25 dagen, daghulp steeg met gemiddeld 41 dagen en afgesloten trajecten jeugdhulp in het netwerk van de jongere steeg met gemiddeld 12 dagen.
2023* (dagen) | 2022 (dagen) | 2021 (dagen) | 2020 (dagen) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 417 | 391 | 415 | 405 |
Zonder verblijf | 406 | 385 | 400 | 398 |
waarvan | ||||
Wijkteam | 403 | 396 | 469 | 419 |
Ambulant | 408 | 383 | 392 | 399 |
Daghulp | 489 | 448 | 417 | 442 |
Netwerk jongere | 377 | 365 | 359 | 363 |
Met verblijf | 599 | 481 | 620 | 498 |
waarvan | ||||
Pleegzorg | 1368 | 940 | 1322 | 1046 |
Gezinsgericht | 600 | 512 | 483 | 476 |
Gesloten plaatsing | 191 | 178 | 199 | 204 |
Overig | 349 | 310 | 323 | 310 |
2.4 Jeugdhulptraject meestal volgens plan beëindigd
Van alle jeugdhulptrajecten die in 2023 met een bekende reden5) werden afgesloten, werd 81 procent beëindigd volgens plan (figuur 2.4.1). Naast beëindiging volgens plan werd 12 procent van de trajecten voortijdig afgesloten in overeenstemming tussen cliënt en aanbieder. De overige werden eenzijdig beëindiging door de jeugdige (3,2 procent) of door de aanbieder (1,5 procent) of er was sprake van externe omstandigheden (2,6 procent).
2023* (%) | 2022 (%) | 2021 (%) | 2020 (%) | |
---|---|---|---|---|
Beëindigd volgens plan | 80,9 | 80,7 | 81 | 81,3 |
Voortijdig in over- eenstemming | 11,8 | 11,9 | 11,5 | 10,8 |
Voortijdig door cliënt | 3,2 | 3,3 | 3,2 | 3,5 |
Voortijdig wegens externe omstandigheden | 2,6 | 2,5 | 3 | 2,8 |
Voortijdig door aanbieder | 1,5 | 1,5 | 1,3 | 1,5 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn beëindigd in de verslagperiode en waarvan de reden beëindiging bekend is. |