Jeugdhulp 2023
Over deze publicatie
In deze rapportage presenteert het CBS de voorlopige cijfers over jeugdhulp in 2023.
Inleiding
Rijk en gemeenten hebben ieder een verantwoordelijkheid voor hulp aan jongeren; gemeenten zijn sinds 2015 verantwoordelijk voor jeugdzorg en het rijk is verantwoordelijk voor het functioneren van het systeem als zodanig, de stelselverantwoordelijkheid. Om gemeenten en rijk daarbij te ondersteunen is in de Jeugdwet een regeling opgenomen over het ontsluiten van beleidsinformatie. De beleidsinformatie gaat over jeugdhulpgebruik en de inzet van jeugdbescherming en jeugdreclassering. Jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen dienen hierover gegevens te verstrekken aan het CBS.
In deze rapportage staan de voorlopige resultaten over jeugdhulp in 2023. De resultaten over jeugdbescherming en jeugdreclassering worden in een aparte rapportage beschreven.
Jeugdhulp is gedefinieerd als de hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet. Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. Het CBS verzamelt bij jeugdhulpverleners alleen gegevens over jeugdhulp die direct aan de jeugdhulpverlener wordt vergoed door de gemeente, de zogenaamde zorg in natura. Gegevens over jeugdhulp die door de cliënt zelf wordt vergoed met een persoonsgebonden budget (PGB), worden aan het CBS verstrekt door de Sociale verzekeringsbank (SVB). Particulier gefinancierde jeugdhulp, waarbij de hulp door de ouders zelf wordt betaald, valt buiten dit onderzoek.
Jongeren met alleen zorg in natura | Jongeren met zorg in natura en PGB | Jongeren met alleen PGB | |
---|---|---|---|
2019 | 410745 | 13920 | 6325 |
2020 | 403680 | 13060 | 6660 |
2021 | 440185 | 12295 | 5985 |
2022 | 448130 | 11430 | 5155 |
2023* | 453830 | 10700 | 4960 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
Uit figuur 0.0.1 blijkt dat in 2023 ruim 469 duizend jongeren jeugdhulp hebben ontvangen. In 97 procent van de gevallen wordt de zorg direct door de gemeente aan de jeugdhulpverlener vergoed. Een klein deel van de jongeren met jeugdhulp, 1 procent, maakte alleen gebruik van een PGB. Het aantal jongeren dat gebruik maakt van een PGB neemt al jaren af.
De in dit rapport gepubliceerde aantallen over 2023 zijn de voorlopige resultaten, weergegeven met een *. Elk jaar blijkt dat het definitieve resultaat iets meer jongeren met jeugdhulp laat zien dan de voorlopige cijfers. Voor 2022 waren er in de definitieve versie 1,7 procent meer jongeren dan in de voorlopige versie. Op grond hiervan verwachten we dat het totaal aantal jongeren met jeugdhulp in 2023 nog met 8 duizend zal toenemen tot 477 duizend jongeren. Dat zou een stijging zijn van 2,7 procent ten opzichte van 2022 en dat zou betekenen dat 1 op elke 9,3 jongere tot en met 22 jaar en 1 op de 7,2 jongeren tot en met 17 jaar jeugdhulp in natura en/of een jeugd-PGB krijgt. De gegevens van de SVB over jeugdhulpontvangers met een PGB bevat geen zorginhoudelijke informatie. Overal waar in het vervolg jeugdhulp staat bedoelen we dan ook de jeugdhulp die is geleverd volgens het zorg in natura-principe.
De afgelopen jaren heeft het CBS enkele wijzigingen doorgevoerd bij het samenstellen van de cijfers. In de bijlage staat een toelichting hoe deze wijzigingen van invloed zijn geweest op de uitkomsten.
1. Jongeren met jeugdhulp
In 2023 kregen 465 duizend jongeren jeugdhulp in natura. In 2022 waren dit er 460 duizend. De meeste jongeren, 96 procent, kregen jeugdhulp zonder verblijf. Dat wil zeggen dat zij niet op de locatie van de jeugdhulpaanbieder overnachtten. Van hen kregen bijna 24 duizend jongeren in 2023 zowel jeugdhulp zonder als jeugdhulp met verblijf. Dit is mogelijk als de zorg gedurende het jaar wijzigt of als de jongere bij de ene jeugdhulpaanbieder verblijft en tegelijkertijd ook hulp zonder verblijf krijgt van een andere jeugdhulpaanbieder.
Column1 | |
---|---|
Zonder verblijf | 422920 |
Zowel zonder als met verblijf | 23745 |
Met verblijf | 17860 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
In 2023 ontvingen de meeste jeugdhulpjongeren, 72 procent, ambulante jeugdhulp op de locatie van de jeugdhulpaanbieder. Er waren in 2023 ruim 7 duizend jongeren meer met deze hulpvorm dan in 2022. Ruim 21 procent van de jongeren met jeugdhulp kreeg deze in het eigen netwerk, 15 procent kreeg jeugdhulp van het wijk- of buurtteam van de gemeente en 7 procent kreeg daghulp op locatie van de jeugdhulpaanbieder. Ook hier geldt dat jongeren in een jaar meerdere hulpvormen kunnen hebben gehad.
2023* (x 1 000) | 2022 (x 1 000) | 2021 (x 1 000) | 2020 (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
Totaal zonder verblijf | 446,665 | 441,875 | 433,98 | 397,68 |
Ambulant | 335,51 | 328,27 | 316,31 | 281,675 |
Netwerk jongere | 99,715 | 99,815 | 96,54 | 83,195 |
Wijkteam | 69,41 | 71,095 | 74,935 | 83,08 |
Daghulp | 35,775 | 34,05 | 32,845 | 30,3 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. Jongeren met meerdere hulpvormen komen meerdere malen in de figuur voor. |
Het aantal jongeren dat door het wijk- of buurtteam van de gemeente wordt geholpen neemt iets af. Gemeenten vertalen zelf de definitie van jeugdhulp uit de jeugdwet naar de praktijksituatie in hun eigen wijkteam. Bij veel wijkteams lopen vraagverheldering, planvorming, doorverwijzing en eventueel hulpverlening in meer of mindere mate door elkaar. Hierdoor is het onderscheid tussen jongeren die wel of niet jeugdhulp van het wijkteam krijgen, en dus bij het CBS moeten worden aangeleverd, soms lastig te maken. Als gevolg hiervan zijn niet alleen de aantallen jongeren met wijkhulp tussen gemeenten moeilijk vergelijkbaar, ook laat de ontwikkeling in de tijd soms een grillig verloop zien.
Bijna 42 duizend jongeren kregen in 2023 jeugdhulp met verblijf. Dat is 9 procent van alle jongeren met jeugdhulp. Hiervan waren 19 duizend jongeren in een pleeggezin opgenomen. Bijna 7 duizend jongeren kregen gezinsgerichte opvang. In 2023 hadden 1 675 jongeren een gesloten plaatsing. Dat waren er 165 minder dan in 2022. 18 duizend jongeren kregen een andere vorm van jeugdhulp met verblijf (figuur 1.0.3).
2023* (x 1 000) | 2022 (x 1 000) | 2021 (x 1 000) | 2020 (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
Totaal met verblijf | 41,605 | 42,11 | 43,77 | 42,47 |
Pleegzorg | 19,42 | 19,585 | 20,86 | 21,21 |
Gezinsgericht | 6,58 | 6,395 | 6,54 | 5,31 |
Gesloten plaatsing | 1,675 | 1,84 | 1,895 | 2,08 |
Overig | 18,19 | 18,51 | 18,97 | 18,135 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. Jongeren met meerdere hulpvormen komen meerdere malen in de figuur voor. |
1.1 10,4 procent van de jongeren ontvangt jeugdhulp
Jeugdhulp is in principe bedoeld voor personen tot 18 jaar. Deze leeftijdsgrens is niet heel hard. Sinds 1 juli 2018 lopen sommige vormen van jeugdhulp zoals pleegzorg standaard door tot 21 jaar. In uitzonderlijke gevallen kan de jeugdhulp worden voortgezet tot de leeftijd van 23 jaar. Van alle 4,5 miljoen jongeren in de leeftijd tot en met 22 jaar kreeg 10,4 procent jeugdhulp in 2023. Als de groep van 18 tot en met 22-jarigen buiten beschouwing gelaten wordt, ontving 13,5 procent van alle jongeren jeugdhulp in deze periode.
Jongens ontvangen vaker jeugdhulp dan meisjes. Dit geldt zowel voor jeugdhulp met verblijf als voor jeugdhulp zonder verblijf. In 2023 kregen 217 duizend meisjes en 248 duizend jongens jeugdhulp. Het aandeel meisjes met jeugdhulp neemt de laatste jaren licht toe, met name bij jeugdhulp zonder verblijf (figuur 1.1.1).
Jongens (%) | Meisjes (%) | |
---|---|---|
Nederland | ||
2023* | 2274395 | 2176580 |
2022 | 2261700 | 2161035 |
2021 | 2259440 | 2156565 |
2020 | 2268090 | 2167645 |
Totaal jeugdhulp | ||
2023* | 247545 | 216985 |
2022 | 247220 | 212335 |
2021 | 247060 | 205420 |
2020 | 232135 | 184605 |
Zonder verblijf | ||
2023* | 238360 | 208305 |
2022 | 238040 | 203835 |
2021 | 237495 | 196485 |
2020 | 222360 | 175320 |
Met verblijf | ||
2023* | 21720 | 19890 |
2022 | 22315 | 19790 |
2021 | 23230 | 20540 |
2020 | 22555 | 19915 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
1.2 Jongeren met verblijf ouder dan jongeren zonder verblijf
De meeste jongeren met jeugdhulp in 2023 hadden een basisschoolleeftijd, 78 duizend van hen waren 4 tot en met 7 jaar oud en 146 duizend waren 8 tot en met 11 jaar. Nederland kende op 1 januari 2023 739 duizend 8 t/m 11-jarigen. Van hen kreeg dus bijna 20 procent jeugdhulp. Van de 1,17 miljoen Nederlandse jongeren van 12-17 jaar kregen er 194 duizend jeugdhulp in 2023. Dat is 16,6 procent.
0-3 jaar (%) | 4-7 jaar (%) | 8-11 jaar (%) | 12-17 jaar (%) | 18 en ouder (%) | |
---|---|---|---|---|---|
Nederland | |||||
2023* | 694240 | 708175 | 739350 | 1171330 | 0 |
2022 | 691095 | 707635 | 738655 | 1163460 | 0 |
2021 | 681660 | 708415 | 749500 | 1171650 | 0 |
2020 | 686685 | 711550 | 756440 | 1182570 | 0 |
Totaal jeugdhulp | |||||
2023* | 29625 | 78435 | 146045 | 193995 | 16430 |
2022 | 30670 | 77805 | 145320 | 190140 | 15625 |
2021 | 30525 | 77195 | 146530 | 182925 | 15305 |
2020 | 28495 | 72465 | 136180 | 164985 | 14615 |
Zonder verblijf | |||||
2023* | 27990 | 76540 | 143400 | 186285 | 12450 |
2022 | 28975 | 75870 | 142595 | 182345 | 12090 |
2021 | 28650 | 74990 | 143640 | 174775 | 11925 |
2020 | 26575 | 70060 | 133050 | 156375 | 11620 |
Met verblijf | |||||
2023* | 2955 | 5010 | 8195 | 20705 | 4740 |
2022 | 3140 | 5285 | 8445 | 20985 | 4255 |
2021 | 3430 | 5740 | 9020 | 21515 | 4070 |
2020 | 3300 | 5510 | 8640 | 21330 | 3690 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. Bij Nederland is de leeftijdscategorie 18 jaar en ouder weggelaten omdat slechts een klein deel van deze jongeren jeugdhulp ontvangt. |
Van de jongeren met jeugdhulp zonder verblijf was ruim 55 procent jonger dan 12 jaar, bij jeugdhulp met verblijf was bijna 39 procent jonger dan 12 jaar. Het aandeel jongeren van 18 jaar en ouder met jeugdhulp met verblijf, ten opzichte van alle jongeren met jeugdhulp met verblijf, is toegenomen van 8,7 procent in 2020 naar 11,4 procent in 2023.
1.3 Jeugdhulp hangt samen met kenmerken van ouders en huishouden
Uit CBS-onderzoek1) is gebleken dat bepaalde achtergrondkenmerken van de ouders en het huishouden van de jongere in meer of mindere mate samenhang vertonen met het krijgen van jeugdhulp. Dat wil overigens niet zeggen dat jeugdhulp het gevolg is van deze kenmerken of een combinatie ervan. Van een aantal achtergrondkenmerken2) is in deze paragraaf weergegeven hoe de situatie van jongeren met jeugdhulp afwijkt van de jongeren zonder jeugdhulp.
Ja (%) | Nee (%) | |
---|---|---|
Ouders op hetzelfde adres | ||
Nederland | 3239910 | 1211065 |
Totaal jeugdhulp | 267315 | 182925 |
Zonder verblijf | 264485 | 168460 |
Met verblijf | 9155 | 31695 |
WMO in huishouden | ||
Nederland | 249055 | 4188065 |
Totaal jeugdhulp | 61240 | 387140 |
Zonder verblijf | 55070 | 376940 |
Met verblijf | 14295 | 25135 |
GGZ in huishouden | ||
Nederland | 1084825 | 3352295 |
Totaal jeugdhulp | 201725 | 246655 |
Zonder verblijf | 193325 | 238685 |
Met verblijf | 22430 | 17000 |
Verdachte in huishouden | ||
Nederland | 203670 | 4233445 |
Totaal jeugdhulp | 33375 | 415005 |
Zonder verblijf | 29140 | 402870 |
Met verblijf | 8930 | 30500 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
Bij 73 procent van de Nederlandse jongeren woonden beide juridische ouders in hetzelfde huishouden. Voor jongeren met jeugdhulp zonder verblijf was dit 61 procent en bij jongeren met jeugdhulp met verblijf slechts 22 procent.
Hetzelfde patroon is te zien voor jongeren uit huishoudens waar ook gebruik wordt gemaakt van ondersteuning op grond van de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) of waarin zorgkosten zijn gemaakt voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ) dan wel GGZ-medicatie is voorgeschreven. Bijna 6 procent van alle kinderen in Nederland woont in een huishouden waarin ook gebruik wordt gemaakt van de WMO en 24 procent in een huishouden met GGZ-zorg en/of medicatie. Bij jongeren met jeugdhulp zonder verblijf was dit veel hoger met respectievelijk 13 en 45 procent en bij jongeren met jeugdhulp met verblijf zelfs 36 en 57 procent.
Bijna 5 procent van alle jongeren in Nederland heeft iemand in het huishouden die als verdachte van een misdrijf is aangemerkt. Bij jongeren met jeugdhulp zonder verblijf was dit 7 procent en bij jongeren met jeugdhulp met verblijf 23 procent.
Met jeugdhulp (%) | |
---|---|
Totaal jeugdhulp | |
Totaal | 10,4 |
Laagste kwintiel | 15,7 |
2e kwintiel | 13,4 |
3e kwintiel | 10,7 |
4e kwintiel | 8,5 |
Hoogste kwintiel | 6,6 |
Zonder verblijf | |
Totaal | 10 |
Laagste kwintiel | 14,4 |
2e kwintiel | 12,9 |
3e kwintiel | 10,5 |
4e kwintiel | 8,4 |
Hoogste kwintiel | 6,5 |
Met verblijf | |
Totaal | 0,9 |
Laagste kwintiel | 2,9 |
2e kwintiel | 1,3 |
3e kwintiel | 0,6 |
4e kwintiel | 0,3 |
Hoogste kwintiel | 0,2 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
In Nederland wonen 647 duizend jongeren tot en met 22 jaar in een huishouden3) met een inkomen dat tot de laagste 20 procent van alle huishoudinkomens behoort. Van hen ontving 15,7 procent jeugdhulp in 2023. Het aandeel jongeren met jeugdhulp daalt naarmate het huishoudinkomen hoger is. In de 20 procent rijkste huishoudens kreeg 6,6 procent van de jongeren jeugdhulp.
Van alle 4,2 miljoen Nederlandse jongeren tot en met 22 jaar, waarvan het huishoudinkomen bekend is, kreeg in 2023 0,9 procent jeugdhulp met verblijf. In de 20 procent laagste inkomens kreeg 2,9 procent jeugdhulp met verblijf. Dat is ruim drie keer zo vaak.
Jeugdhulp zonder verblijf (%) | Jeugdhulp met verblijf (%) | |
---|---|---|
Totaal geboren in Nederland | 10,1 | 0,9 |
Nederland | 10 | 0,9 |
Europa (exclusief Nederland) | 6,9 | 1 |
Turkije | 7,6 | 0,5 |
Marokko | 10,1 | 0,6 |
Suriname | 13,6 | 1,9 |
Nederlands-Caribisch gebied | 8,5 | 3,1 |
Indonesië | 9,7 | 0,8 |
Overig Afrika, Azië, Amerika en Oceanië | 10,1 | 1 |
Totaal niet geboren in Nederland | 6,5 | 0,8 |
Europa (exclusief Nederland) | 5,6 | 0,6 |
Turkije | 6,3 | 0,4 |
Marokko | 9,5 | 1 |
Suriname | 8,6 | 2,2 |
Nederlands-Caribisch gebied | 10 | 2 |
Indonesië | 4 | 0,3 |
Overig Afrika, Azië, Amerika en Oceanië | 7 | 0,8 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
Ongeveer 90 procent van de jongeren die in 2023 jeugdhulp kregen, zijn geboren in Nederland. De meeste van hen, 70 procent, hebben ouders die ook in Nederland zijn geboren. Uit figuur 1.3.3 blijkt dat 10 procent van hen jeugdhulp zonder verblijf kreeg in 2023 en bijna 1 procent jeugdhulp met verblijf.
Van in Nederland geboren jongeren met minstens een ouder die in Suriname geboren is, heeft 13,6 procent jeugdhulp zonder verblijf. Bijna twee procent van deze jongeren kregen jeugdhulp met verblijf in 2023. In de groep jongeren die in Nederland zijn geboren met een ouder uit het Nederlands-Caribisch gebied kreeg het grootste aandeel jeugdhulp met verblijf, namelijk 3,1 procent. Dat is ruim vijf keer meer dan bijvoorbeeld bij in Nederland geboren jongeren met een Marokkaanse of Turkse ouder, waarvan een relatief laag aandeel jeugdhulp met verblijf krijgt.
1.4 6 procent jeugdhulpontvangers ook in jeugdbescherming
Bijna 93 procent van de 465 duizend jongeren met jeugdhulp in 2023 ontving alleen jeugdhulp en daarnaast geen andere vorm van jeugdzorg. Van de jongeren met jeugdhulp kreeg ruim 6 procent naast jeugdhulp ook jeugdbescherming en 890 jongeren kregen naast jeugdhulp en jeugdbescherming ook jeugdreclassering (figuur 1.4.1). Bij ruim 3 duizend jongeren was naast jeugdhulp ook een jeugdreclasseringsmaatregel van kracht zonder jeugdbescherming (0,7 procent).
Jongeren tot en met drie jaar die jeugdhulp met verblijf kregen, hadden in 64 procent van de gevallen ook jeugdbescherming. Bij jongeren van 4 tot en met 7 jaar was dit 58 procent en bij jongeren van 8 tot en met 11 jaar 48 procent.
Van de jongeren met jeugdhulp zonder verblijf had bijna 8 procent van de 0 tot en met 3-jarigen ook jeugdbescherming. Van de 4 tot en met 7-jarigen had 6 procent ook jeugdbescherming en van de 8 tot en met 11-jarigen 5 procent.
Jongeren kunnen pas vanaf 12 jaar een jeugdreclasseringsmaatregel opgelegd krijgen en jeugdbescherming houdt op zodra de jongere de leeftijd van achttien jaar bereikt.
Alleen jeugdhulp (%) | Jeugdhulp en jeugdbescherming (%) | Jeugdhulp en jeugdreclassering (%) | Jeugdhulp en jeugdbescherming en jeugdreclassering (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | ||||
0 tot en met 3 jaar | 26535 | 3085 | 0 | 0 |
4 tot en met 7 jaar | 72800 | 5630 | 0 | 0 |
8 tot en met 11 jaar | 138235 | 7805 | 5 | 0 |
12 tot en met 17 jaar | 178220 | 12560 | 2325 | 890 |
18 tot en met 22 jaar | 15440 | 0 | 990 | 0 |
Zonder verblijf | ||||
0 tot en met 3 jaar | 25875 | 2115 | 0 | 0 |
4 tot en met 7 jaar | 71985 | 4555 | 0 | 0 |
8 tot en met 11 jaar | 136890 | 6505 | 5 | 0 |
12 tot en met 17 jaar | 174180 | 9175 | 2205 | 720 |
18 tot en met 22 jaar | 11650 | 0 | 805 | 0 |
Met verblijf | ||||
0 tot en met 3 jaar | 1120 | 1835 | 0 | 0 |
4 tot en met 7 jaar | 2190 | 2825 | 0 | 0 |
8 tot en met 11 jaar | 4325 | 3870 | 0 | 0 |
12 tot en met 17 jaar | 11655 | 8060 | 450 | 540 |
18 tot en met 22 jaar | 4425 | 0 | 315 | 0 |
Het aandeel jongeren met jeugdhulp in combinatie met jeugdbescherming en/of jeugdreclassering neemt de laatste jaren heel geleidelijk af van 9 procent in 2020 naar 7 procent in 2023.
Alleen jeugdhulp (%) | Jeugdhulp en jeugdbescherming (%) | Jeugdhulp en jeugdreclassering (%) | Jeugdhulp en jeugdbescherming en jeugdreclassering (%) | |
---|---|---|---|---|
2023* | 431235 | 29085 | 3320 | 890 |
2022 | 424275 | 31130 | 3225 | 930 |
2021 | 415435 | 32830 | 3285 | 930 |
2020 | 374905 | 31380 | 3355 | 1005 |
1.5 Grote regionale verschillen in aandeel jeugdhulp
Van de in totaal 465 duizend jongeren met jeugdhulp in 2023 woonden er 98 duizend in Zuid-Holland4). Zeeland had het kleinste aantal, ruim 11 duizend Zeeuwse jongeren ontvingen jeugdhulp. De meeste jongeren in jeugdhulp kwamen uit Amsterdam (22 duizend), Den Haag (16 duizend), Rotterdam (13 duizend) en Utrecht (11 duizend). Echter, wanneer wordt gekeken naar het aandeel van de jongeren met jeugdhulp ten opzichte van alle jongeren in de gemeente, dan blijkt dat in de gemeenten Tiel en Veendam meer dan 19 procent van de jongeren tot 18 jaar jeugdhulp kreeg (zie figuur 1.5.1). De gemeenten Nissewaard, Best, Weert en Cranendonck hadden met meer dan 4 procent het hoogste aandeel jongeren van 18 jaar en ouder met jeugdhulp.
Gemeente_naam | aandeelJH (%) |
---|---|
's-Gravenhage | 14,17 |
's-Hertogenbosch | 13,17 |
AaenHunze | 13,91 |
Aalsmeer | 14,67 |
Aalten | 12,96 |
Achtkarspelen | 12,17 |
Alblasserdam | 13,78 |
Albrandswaard | 10,14 |
Alkmaar | 15,8 |
Almelo | 15,23 |
Almere | 13,38 |
Alphen-Chaam | 11,94 |
AlphenaandenRijn | 13,75 |
Altena | 12,32 |
Ameland | 6,74 |
Amersfoort | 15,43 |
Amstelveen | 11,16 |
Amsterdam | 14,09 |
Apeldoorn | 14,93 |
Arnhem | 15,63 |
Assen | 16,99 |
Asten | 10,93 |
Baarle-Nassau | 12,9 |
Baarn | 13,88 |
Barendrecht | 10,44 |
Barneveld | 9,87 |
Beek | 15,48 |
Beekdaelen | 14,5 |
Beesel | 15,57 |
Bergeijk | 10,75 |
Bergen(L.) | 14,53 |
Bergen(NH.) | 12,88 |
BergenDal | 12,74 |
BergenopZoom | 17,78 |
Berkelland | 13,25 |
Bernheze | 14,16 |
Best | 14,62 |
Beuningen | 13,82 |
Beverwijk | 13,25 |
Bladel | 10,24 |
Blaricum | 12,17 |
Bloemendaal | 11,38 |
Bodegraven-Reeuwijk | 12,11 |
Boekel | 11,79 |
Borger-Odoorn | 13,76 |
Borne | 13,12 |
Borsele | 13,54 |
Boxtel | 13,44 |
Breda | 13,77 |
Bronckhorst | 12,88 |
Brummen | 14,42 |
Brunssum | 18,18 |
Bunnik | 13,64 |
Bunschoten | 15,74 |
Buren | 15,75 |
CapelleaandenIJssel | 16,37 |
Castricum | 12,49 |
Coevorden | 11,55 |
Cranendonck | 12,48 |
Culemborg | 13,86 |
Dalfsen | 11,52 |
Dantumadiel | 11,25 |
DeBilt | 14,75 |
DeFryskeMarren | 11,4 |
Delft | 15,99 |
DenHelder | 17,18 |
DeRondeVenen | 10,42 |
Deurne | 10,43 |
Deventer | 11,8 |
DeWolden | 11,59 |
Diemen | 10,04 |
DijkenWaard | 15,4 |
Dinkelland | 9,28 |
Doesburg | 17,09 |
Doetinchem | 12,29 |
Dongen | 15,04 |
Dordrecht | 15,19 |
Drechterland | 10,03 |
Drimmelen | 16,3 |
Dronten | 12,1 |
Druten | 13,63 |
Duiven | 15,99 |
Echt-Susteren | 18,35 |
Edam-Volendam | 8,34 |
Ede | 12,71 |
Eemnes | 13,2 |
Eemsdelta | 13,28 |
Eersel | 10,45 |
Eijsden-Margraten | 11,9 |
Eindhoven | 11,61 |
Elburg | 10,96 |
Emmen | 14,37 |
Enkhuizen | 14,71 |
Enschede | 14,61 |
Epe | 12,94 |
Ermelo | 14,09 |
Etten-Leur | 14,91 |
Geertruidenberg | 17,8 |
Geldrop-Mierlo | 14,25 |
Gemert-Bakel | 9,21 |
Gennep | 15,68 |
GilzeenRijen | 14,7 |
Goeree-Overflakkee | 10,94 |
Goes | 17,96 |
Goirle | 13,18 |
GooiseMeren | 12,94 |
Gorinchem | 14,87 |
Gouda | 14,91 |
Groningen | 14,77 |
Gulpen-Wittem | 13,3 |
Haaksbergen | 10,55 |
Haarlem | 11 |
Haarlemmermeer | 13,28 |
Halderberge | 15,14 |
Hardenberg | 12,99 |
Harderwijk | 15,58 |
Hardinxveld-Giessendam | 9,62 |
Harlingen | 12,62 |
Hattem | 10,29 |
Heemskerk | 13,03 |
Heemstede | 11,87 |
Heerde | 14,63 |
Heerenveen | 13,39 |
Heerlen | 16,64 |
Heeze-Leende | 11,5 |
Heiloo | 13,15 |
Hellendoorn | 11,56 |
Helmond | 12,67 |
Hendrik-Ido-Ambacht | 13,55 |
Hengelo | 14,47 |
HetHogeland | 15,36 |
Heumen | 11,6 |
Heusden | 13,2 |
Hillegom | 16,51 |
Hilvarenbeek | 10,22 |
Hilversum | 13,19 |
HoekscheWaard | 13,05 |
HofvanTwente | 11,16 |
HollandsKroon | 14,6 |
Hoogeveen | 13,78 |
Hoorn | 14,05 |
HorstaandeMaas | 13,45 |
Houten | 12,82 |
Huizen | 13,89 |
Hulst | 15,08 |
IJsselstein | 15,16 |
KaagenBraassem | 12,96 |
Kampen | 13,38 |
Kapelle | 16,56 |
Katwijk | 12,8 |
Kerkrade | 16,82 |
Koggenland | 11,46 |
KrimpenaandenIJssel | 14,84 |
Krimpenerwaard | 11,85 |
Laarbeek | 10,82 |
Landgraaf | 15,15 |
Landsmeer | 12,26 |
LandvanCuijk | 12,9 |
Lansingerland | 11,55 |
Laren | 12,79 |
Leeuwarden | 17,89 |
Leiden | 16,66 |
Leiderdorp | 16,26 |
Leidschendam-Voorburg | 14,29 |
Lelystad | 11,5 |
Leudal | 15,65 |
Leusden | 14,35 |
Lingewaard | 15,66 |
Lisse | 15,65 |
Lochem | 13,03 |
LoonopZand | 13,81 |
Lopik | 10,52 |
Losser | 13,11 |
Maasdriel | 12,59 |
Maasgouw | 14,69 |
Maashorst | 12,41 |
Maassluis | 6,31 |
Maastricht | 16,1 |
Medemblik | 12,37 |
Meerssen | 14,36 |
Meierijstad | 13,05 |
Meppel | 13,38 |
Middelburg | 15,31 |
Midden-Delfland | 10,18 |
Midden-Drenthe | 13,68 |
Midden-Groningen | 17,18 |
Moerdijk | 16,05 |
Molenlanden | 12,74 |
Montferland | 12,63 |
Montfoort | 9,6 |
MookenMiddelaar | 11,03 |
Neder-Betuwe | 12,7 |
Nederweert | 14,65 |
Nieuwegein | 14,54 |
Nieuwkoop | 12,68 |
Nijkerk | 12,4 |
Nijmegen | 15,99 |
Nissewaard | 14,6 |
Noardeast-Fryslân | 12,38 |
Noord-Beveland | 14,7 |
Noordenveld | 12,21 |
Noordoostpolder | 9,72 |
Noordwijk | 14,94 |
Nuenen,GerwenenNederwetten | 10,34 |
Nunspeet | 11,37 |
Oegstgeest | 14,89 |
Oirschot | 14,6 |
Oisterwijk | 11,34 |
Oldambt | 15,62 |
Oldebroek | 10,69 |
Oldenzaal | 12,2 |
Olst-Wijhe | 11,13 |
Ommen | 12,03 |
Oosterhout | 16,74 |
OostGelre | 14,89 |
Ooststellingwerf | 15,14 |
Oostzaan | 8,32 |
Opmeer | 11,7 |
Opsterland | 11,87 |
Oss | 17,56 |
OudeIJsselstreek | 17,11 |
Ouder-Amstel | 12,03 |
Oudewater | 9,91 |
Overbetuwe | 14,29 |
Papendrecht | 14,72 |
PeelenMaas | 11,5 |
Pekela | 16,12 |
Pijnacker-Nootdorp | 12,62 |
Purmerend | 10,96 |
Putten | 12,33 |
Raalte | 7,27 |
Reimerswaal | 12,86 |
Renkum | 16,7 |
Renswoude | 10,15 |
Reusel-DeMierden | 9,89 |
Rheden | 15,5 |
Rhenen | 11,11 |
Ridderkerk | 11,03 |
Rijssen-Holten | 11,83 |
Rijswijk | 13,55 |
Roerdalen | 15,53 |
Roermond | 15,21 |
Roosendaal | 15,29 |
Rotterdam | 9,92 |
Rozendaal | 12,1 |
Rucphen | 16,54 |
Schagen | 11,94 |
Scherpenzeel | 11,16 |
Schiedam | 6,8 |
Schiermonnikoog | 8,11 |
Schouwen-Duiveland | 13,02 |
Simpelveld | 12,29 |
Sint-Michielsgestel | 10,55 |
Sittard-Geleen | 17,71 |
Sliedrecht | 17,7 |
Sluis | 17,16 |
Smallingerland | 15,22 |
Soest | 14,02 |
Someren | 9,53 |
SonenBreugel | 13,54 |
Stadskanaal | 15,06 |
Staphorst | 6,38 |
StedeBroec | 12,83 |
Steenbergen | 16,16 |
Steenwijkerland | 11,01 |
Stein | 14,64 |
StichtseVecht | 12,04 |
Súdwest-Fryslân | 13,83 |
Terneuzen | 18,6 |
Terschelling | 13,16 |
Texel | 13,49 |
Teylingen | 13,99 |
Tholen | 12,93 |
Tiel | 25,87 |
Tilburg | 14,43 |
Tubbergen | 9,57 |
Twenterand | 13,72 |
Tynaarlo | 12,82 |
Tytsjerksteradiel | 12,96 |
Uitgeest | 11,05 |
Uithoorn | 12,02 |
Urk | 7,46 |
Utrecht | 14,71 |
UtrechtseHeuvelrug | 13,58 |
Vaals | 11,25 |
ValkenburgaandeGeul | 13,02 |
Valkenswaard | 14,55 |
Veendam | 19,48 |
Veenendaal | 12,89 |
Veere | 11,43 |
Veldhoven | 14,24 |
Velsen | 14,95 |
Venlo | 14,1 |
Venray | 13,52 |
Vijfheerenlanden | 11,01 |
Vlaardingen | 7,12 |
Vlieland | 6,25 |
Vlissingen | 17,37 |
Voerendaal | 8,52 |
VoorneaanZee | 9,25 |
Voorschoten | 12,66 |
Voorst | 10,1 |
Vught | 12,35 |
Waadhoeke | 12,95 |
Waalre | 12,63 |
Waalwijk | 13,71 |
Waddinxveen | 11,96 |
Wageningen | 14,12 |
Wassenaar | 11,03 |
Waterland | 11,26 |
Weert | 13,99 |
WestBetuwe | 13,99 |
Westerkwartier | 14,46 |
Westerveld | 12,43 |
Westervoort | 17,25 |
Westerwolde | 12,38 |
Westland | 12,3 |
WestMaasenWaal | 14,95 |
Weststellingwerf | 10,71 |
Wierden | 9,6 |
Wijchen | 14,29 |
Wijdemeren | 12,41 |
WijkbijDuurstede | 15,6 |
Winterswijk | 15,75 |
Woensdrecht | 14,81 |
Woerden | 12,29 |
Wormerland | 8,75 |
Woudenberg | 11,79 |
Zaanstad | 16,03 |
Zaltbommel | 12,91 |
Zandvoort | 10,83 |
Zeewolde | 15,96 |
Zeist | 15,96 |
Zevenaar | 15,77 |
Zoetermeer | 17,78 |
Zoeterwoude | 15,8 |
Zuidplas | 12,99 |
Zundert | 11,64 |
Zutphen | 17,09 |
Zwartewaterland | 8,9 |
Zwijndrecht | 16,78 |
Zwolle | 11,87 |
Gemeente_naam | aandeelJH (%) |
---|---|
's-Gravenhage | 1,13 |
's-Hertogenbosch | 1,28 |
AaenHunze | 1,67 |
Aalsmeer | 0,6 |
Aalten | 1,73 |
Achtkarspelen | 1,05 |
Alblasserdam | 1,51 |
Albrandswaard | 0,56 |
Alkmaar | 1,37 |
Almelo | 1,56 |
Almere | 1,52 |
Alphen-Chaam | 0 |
AlphenaandenRijn | 1,69 |
Altena | 0,76 |
Ameland | 0 |
Amersfoort | 3,5 |
Amstelveen | 1,15 |
Amsterdam | 1,98 |
Apeldoorn | 1,59 |
Arnhem | 1,41 |
Assen | 2,6 |
Asten | 0 |
Baarle-Nassau | 0 |
Baarn | 2,25 |
Barendrecht | 0,44 |
Barneveld | 0,79 |
Beek | 0 |
Beekdaelen | 0,53 |
Beesel | 2 |
Bergeijk | 3,91 |
Bergen(L.) | 0 |
Bergen(NH.) | 0 |
BergenDal | 1,07 |
BergenopZoom | 1,38 |
Berkelland | 0,61 |
Bernheze | 0,52 |
Best | 4,78 |
Beuningen | 1,14 |
Beverwijk | 0,84 |
Bladel | 3,64 |
Blaricum | 1,36 |
Bloemendaal | 1,7 |
Bodegraven-Reeuwijk | 1,48 |
Boekel | 0 |
Borger-Odoorn | 2,29 |
Borne | 1,02 |
Borsele | 1,48 |
Boxtel | 1,55 |
Breda | 0,51 |
Bronckhorst | 0,99 |
Brummen | 1,36 |
Brunssum | 1,27 |
Bunnik | 1,18 |
Bunschoten | 0,7 |
Buren | 2,16 |
CapelleaandenIJssel | 2,23 |
Castricum | 0,86 |
Coevorden | 1,27 |
Cranendonck | 4,19 |
Culemborg | 1,64 |
Dalfsen | 1,03 |
Dantumadiel | 1,24 |
DeBilt | 1,66 |
DeFryskeMarren | 1 |
Delft | 0,98 |
DenHelder | 1,78 |
DeRondeVenen | 0,68 |
Deurne | 0,58 |
Deventer | 0,96 |
DeWolden | 1,15 |
Diemen | 1,17 |
DijkenWaard | 0,7 |
Dinkelland | 0 |
Doesburg | 0 |
Doetinchem | 0,95 |
Dongen | 0,58 |
Dordrecht | 1,43 |
Drechterland | 1,1 |
Drimmelen | 0 |
Dronten | 0,69 |
Druten | 0,87 |
Duiven | 0,7 |
Echt-Susteren | 1,82 |
Edam-Volendam | 0,89 |
Ede | 1,02 |
Eemnes | 1,68 |
Eemsdelta | 2,15 |
Eersel | 1,9 |
Eijsden-Margraten | 0,73 |
Eindhoven | 3,3 |
Elburg | 0,7 |
Emmen | 2,09 |
Enkhuizen | 1,41 |
Enschede | 1,32 |
Epe | 1,05 |
Ermelo | 1,19 |
Etten-Leur | 1,13 |
Geertruidenberg | 0,81 |
Geldrop-Mierlo | 3,12 |
Gemert-Bakel | 0,64 |
Gennep | 0 |
GilzeenRijen | 0,71 |
Goeree-Overflakkee | 0,68 |
Goes | 1,26 |
Goirle | 0 |
GooiseMeren | 1,53 |
Gorinchem | 1,33 |
Gouda | 1,35 |
Groningen | 0,76 |
Gulpen-Wittem | 0 |
Haaksbergen | 1,02 |
Haarlem | 1,93 |
Haarlemmermeer | 1,07 |
Halderberge | 1,46 |
Hardenberg | 1,02 |
Harderwijk | 0,61 |
Hardinxveld-Giessendam | 1,64 |
Harlingen | 1,12 |
Hattem | 0 |
Heemskerk | 1,43 |
Heemstede | 1,4 |
Heerde | 1,02 |
Heerenveen | 1,08 |
Heerlen | 1,16 |
Heeze-Leende | 3,57 |
Heiloo | 0,83 |
Hellendoorn | 0,66 |
Helmond | 1,14 |
Hendrik-Ido-Ambacht | 0,54 |
Hengelo | 1,08 |
HetHogeland | 1,53 |
Heumen | 0 |
Heusden | 1,22 |
Hillegom | 1,48 |
Hilvarenbeek | 0 |
Hilversum | 1,59 |
HoekscheWaard | 0,72 |
HofvanTwente | 0,75 |
HollandsKroon | 1,18 |
Hoogeveen | 2,18 |
Hoorn | 1,5 |
HorstaandeMaas | 0,97 |
Houten | 1,41 |
Huizen | 1,3 |
Hulst | 0,72 |
IJsselstein | 1,74 |
KaagenBraassem | 1,16 |
Kampen | 0,92 |
Kapelle | 0 |
Katwijk | 0,99 |
Kerkrade | 1,27 |
Koggenland | 0,91 |
KrimpenaandenIJssel | 2,04 |
Krimpenerwaard | 1,23 |
Laarbeek | 1,13 |
Landgraaf | 1,31 |
Landsmeer | 1,74 |
LandvanCuijk | 0,44 |
Lansingerland | 0,89 |
Laren | 0 |
Leeuwarden | 1,86 |
Leiden | 0,67 |
Leiderdorp | 1,77 |
Leidschendam-Voorburg | 0,84 |
Lelystad | 1,22 |
Leudal | 3,87 |
Leusden | 1,45 |
Lingewaard | 1,04 |
Lisse | 1,63 |
Lochem | 0,67 |
LoonopZand | 0,75 |
Lopik | 1,89 |
Losser | 0 |
Maasdriel | 1,1 |
Maasgouw | 2,45 |
Maashorst | 0,55 |
Maassluis | 1,1 |
Maastricht | 0,55 |
Medemblik | 1,14 |
Meerssen | 1 |
Meierijstad | 0,83 |
Meppel | 2,08 |
Middelburg | 1,32 |
Midden-Delfland | 1,31 |
Midden-Drenthe | 1,56 |
Midden-Groningen | 1,82 |
Moerdijk | 1,38 |
Molenlanden | 1,19 |
Montferland | 0,68 |
Montfoort | 1,07 |
MookenMiddelaar | 0 |
Neder-Betuwe | 1,79 |
Nederweert | 3,42 |
Nieuwegein | 2,14 |
Nieuwkoop | 0,61 |
Nijkerk | 0,99 |
Nijmegen | 1,13 |
Nissewaard | 5,04 |
Noardeast-Fryslân | 1,1 |
Noord-Beveland | 0 |
Noordenveld | 1,66 |
Noordoostpolder | 0,87 |
Noordwijk | 1,16 |
Nuenen,GerwenenNederwetten | 3,89 |
Nunspeet | 0,91 |
Oegstgeest | 0,77 |
Oirschot | 2,6 |
Oisterwijk | 0,67 |
Oldambt | 1,73 |
Oldebroek | 0 |
Oldenzaal | 0,44 |
Olst-Wijhe | 0 |
Ommen | 0 |
Oosterhout | 0,85 |
OostGelre | 1,1 |
Ooststellingwerf | 1,27 |
Oostzaan | 0 |
Opmeer | 1,13 |
Opsterland | 0,62 |
Oss | 0,93 |
OudeIJsselstreek | 0,87 |
Ouder-Amstel | 1,89 |
Oudewater | 0 |
Overbetuwe | 1,36 |
Papendrecht | 1,05 |
PeelenMaas | 0,98 |
Pekela | 1,41 |
Pijnacker-Nootdorp | 0,92 |
Purmerend | 1,31 |
Putten | 0 |
Raalte | 0,79 |
Reimerswaal | 1,87 |
Renkum | 0,99 |
Renswoude | 0 |
Reusel-DeMierden | 2,29 |
Rheden | 1,39 |
Rhenen | 1,61 |
Ridderkerk | 1,18 |
Rijssen-Holten | 1,89 |
Rijswijk | 1,19 |
Roerdalen | 2,83 |
Roermond | 2,98 |
Roosendaal | 1,32 |
Rotterdam | 1,95 |
Rozendaal | 0 |
Rucphen | 2,19 |
Schagen | 1,26 |
Scherpenzeel | 1,28 |
Schiedam | 1,19 |
Schiermonnikoog | 0 |
Schouwen-Duiveland | 1,31 |
Simpelveld | 0 |
Sint-Michielsgestel | 0,47 |
Sittard-Geleen | 0,96 |
Sliedrecht | 1,56 |
Sluis | 0 |
Smallingerland | 1,83 |
Soest | 1,78 |
Someren | 0,73 |
SonenBreugel | 3,59 |
Stadskanaal | 1,28 |
Staphorst | 0,59 |
StedeBroec | 1,77 |
Steenbergen | 0,98 |
Steenwijkerland | 1,15 |
Stein | 0,65 |
StichtseVecht | 2 |
Súdwest-Fryslân | 1,46 |
Terneuzen | 1,23 |
Terschelling | 0 |
Texel | 0 |
Teylingen | 1,39 |
Tholen | 1,02 |
Tiel | 3,3 |
Tilburg | 0,67 |
Tubbergen | 0,56 |
Twenterand | 1,01 |
Tynaarlo | 2,02 |
Tytsjerksteradiel | 1,47 |
Uitgeest | 0 |
Uithoorn | 1,62 |
Urk | 0 |
Utrecht | 3,4 |
UtrechtseHeuvelrug | 1,5 |
Vaals | 0 |
ValkenburgaandeGeul | 0 |
Valkenswaard | 3,75 |
Veendam | 2,37 |
Veenendaal | 1,72 |
Veere | 0,88 |
Veldhoven | 3,62 |
Velsen | 1,59 |
Venlo | 1,97 |
Venray | 0,71 |
Vijfheerenlanden | 1,15 |
Vlaardingen | 1,48 |
Vlieland | 0 |
Vlissingen | 1,89 |
Voerendaal | 0 |
VoorneaanZee | 0,88 |
Voorschoten | 0,97 |
Voorst | 1,78 |
Vught | 0,97 |
Waadhoeke | 1,48 |
Waalre | 3,91 |
Waalwijk | 0,7 |
Waddinxveen | 1,25 |
Wageningen | 0,25 |
Wassenaar | 0,65 |
Waterland | 1,32 |
Weert | 4,32 |
WestBetuwe | 1,28 |
Westerkwartier | 1,55 |
Westerveld | 1,17 |
Westervoort | 1,2 |
Westerwolde | 1,47 |
Westland | 1,24 |
WestMaasenWaal | 0 |
Weststellingwerf | 0,72 |
Wierden | 0,77 |
Wijchen | 1,35 |
Wijdemeren | 1,65 |
WijkbijDuurstede | 1,62 |
Winterswijk | 2,07 |
Woensdrecht | 1,42 |
Woerden | 1,33 |
Wormerland | 0,76 |
Woudenberg | 2,58 |
Zaanstad | 3,01 |
Zaltbommel | 1,23 |
Zandvoort | 0 |
Zeewolde | 1,16 |
Zeist | 2,09 |
Zevenaar | 1,33 |
Zoetermeer | 0,87 |
Zoeterwoude | 0 |
Zuidplas | 1,18 |
Zundert | 0,75 |
Zutphen | 1,63 |
Zwartewaterland | 0,87 |
Zwijndrecht | 1,06 |
Zwolle | 0,94 |
Jeugdzorgregios_naam | statcode |
---|---|
Achterhoek | 13,81 |
Alkmaar(Noord-Kennemerland) | 14,64 |
Amsterdam-Amstelland | 13,58 |
CentraalGelderland | 15,52 |
Drenthe | 13,86 |
Eemland | 14,78 |
Flevoland | 12,23 |
FoodValley | 11,92 |
Friesland(Fryslân) | 13,84 |
GooienVechtstreek | 13,08 |
Groningen | 15,15 |
Haaglanden | 14,22 |
Haarlemmermeer | 13,28 |
HollandRijnland | 14,58 |
IJmond(MiddenKennemerland) | 13,96 |
IJsselland | 11,38 |
KopvanNoord-Holland | 14,61 |
Lekstroom | 12,96 |
Midden-Brabant | 13,77 |
Midden-LimburgOost | 15,87 |
Midden-LimburgWest | 14,65 |
MiddenHolland | 12,99 |
MiddenIJssel/OostVeluwe | 14,28 |
Noord-Limburg | 13,67 |
Noord-Veluwe | 12,86 |
NoordoostBrabant | 13,55 |
RijkvanNijmegen | 14,73 |
Rijnmond | 10,39 |
Rivierenland | 15,6 |
Twente | 13,05 |
UtrechtStad | 14,71 |
UtrechtWest | 11,44 |
WestBrabantOost | 14,42 |
WestBrabantWest | 15,69 |
WestFriesland | 12,85 |
Zaanstreek-Waterland | 12,98 |
Zeeland | 15,42 |
Zuid-HollandZuid | 14,32 |
Zuid-Limburg | 15,62 |
ZuidKennemerland | 11,15 |
Zuidoost-Brabant | 12,02 |
ZuidoostUtrecht | 14,87 |
Jeugdzorgregios_naam | statcode |
---|---|
Achterhoek | 1,05 |
Alkmaar(Noord-Kennemerland) | 0,92 |
Amsterdam-Amstelland | 1,83 |
CentraalGelderland | 1,11 |
Drenthe | 1,96 |
Eemland | 2,64 |
Flevoland | 1,21 |
FoodValley | 1,15 |
Friesland(Fryslân) | 1,39 |
GooienVechtstreek | 1,48 |
Groningen | 1,14 |
Haaglanden | 1,06 |
Haarlemmermeer | 1,07 |
HollandRijnland | 1,1 |
IJmond(MiddenKennemerland) | 1,34 |
IJsselland | 0,92 |
KopvanNoord-Holland | 1,35 |
Lekstroom | 1,63 |
Midden-Brabant | 0,69 |
Midden-LimburgOost | 2,6 |
Midden-LimburgWest | 4,01 |
MiddenHolland | 1,3 |
MiddenIJssel/OostVeluwe | 1,39 |
Noord-Limburg | 1,32 |
Noord-Veluwe | 0,71 |
NoordoostBrabant | 0,88 |
RijkvanNijmegen | 1,1 |
Rijnmond | 1,81 |
Rivierenland | 1,75 |
Twente | 1,1 |
UtrechtStad | 3,4 |
UtrechtWest | 1,31 |
WestBrabantOost | 0,61 |
WestBrabantWest | 1,33 |
WestFriesland | 1,31 |
Zaanstreek-Waterland | 2,02 |
Zeeland | 1,26 |
Zuid-HollandZuid | 1,17 |
Zuid-Limburg | 0,79 |
ZuidKennemerland | 1,77 |
Zuidoost-Brabant | 2,77 |
ZuidoostUtrecht | 1,73 |
In relatie tot de bevolkingsomvang van de gemeente, werd de meeste jeugdhulp verleend in gemeenten met 100 tot 150 duizend inwoners (figuur 1.5.5). Van de jongeren tot en met 17 jaar uit die gemeenten ontving 14,6 procent jeugdhulp. Het percentage jongeren van 18 tot en met 22 jaar met jeugdhulp was het hoogst in de vier grote steden met meer dan 250 duizend inwoners.
0 tot en met 17 jaar (%) | 18 tot en met 22 jaar (%) | |
---|---|---|
Totaal Nederland | 13,5 | 1,4 |
Gemeenten met: | ||
Minder dan 5.000 inwoners | 10 | 0,7 |
5.000 tot 10.000 inwoners | 12,2 | 1 |
10.000 tot 20.000 inwoners | 12,2 | 1,3 |
20.000 tot 50.000 inwoners | 13,4 | 1,3 |
50.000 tot 100.000 inwoners | 13,5 | 1,4 |
100.000 tot 150.000 inwoners | 14,6 | 1,2 |
150.000 tot 250.000 inwoners | 14,1 | 1,5 |
250.000 inwoners of meer | 13,1 | 2 |
2) Voor alle huishoudkenmerken is de meest recent beschikbare informatie gebruikt. Voor ouders in het hetzelfde huishouden is dit de situatie op 1 januari 2023. WMO in huishouden is gebaseerd op twee databronnen over de ondersteuning in 2022 op grond van de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO); de combinatie van deze bronnen is zo goed als volledig, alleen in enkele gemeenten ontbreekt de WMO waarvoor geen eigen bijdrage via CAK is betaald. GGZ in huishouden is een combinatie van of personen in het huishouden zorgkosten voor GGZ hebben gemaakt (2021) en of personen in het huishouden medicatie gebruikten vanwege psychische problemen (2022). Voor verdachte in het huishouden is gekeken of personen in het huishouden in de periode 2018-2022 zijn geregistreerd als verdachte, ongeacht het type misdrijf.
3) Gegevens over huishoudinkomen betreft de stand op 1 januari 2022. Dat is de meest recente datum waarop dit kenmerk beschikbaar is.
4) Volgens het woonplaatsbeginsel. Zie.
2. Jeugdhulptrajecten
2.1 Kleine groei aantal hulptrajecten in 2023
In 2023 waren ruim 668 duizend jeugdhulptrajecten actief. Dat waren er 5 duizend meer dan in 2022, een toename van 0,7 procent. Het aantal trajecten jeugdhulp door het wijk- of buurtteam nam met ruim 3 procent af, de overige jeugdhulp zonder verblijf nam met 1,5 procent toe en de jeugdhulp met verblijf daalde met 1,4 procent (figuur 2.1.1). De ervaring uit 2022 leert dat het definitieve aantal jeugdhulptrajecten 3 procent hoger lag dan de voorlopige uitkomsten. De hier gepresenteerde voorlopige uitkomsten over 2023 zullen bij de definitieve versie naar verwachting hoger uitkomen en dus nog verder groeien ten opzichte van 2022.
2023* (x 1 000) | 2022 (x 1 000) | 2021 (x 1 000) | 2020 (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 668,185 | 663,32 | 648,56 | 584,545 |
Wijk- of buurtteam | 71,945 | 74,28 | 79,235 | 85,74 |
Overig zonder verblijf | 546,31 | 538,42 | 516,7 | 448,225 |
Met verblijf | 49,93 | 50,625 | 52,63 | 50,575 |
1)Trajecten die over meerdere perioden liepen komen meerdere malen in de figuur voor. |
In 2023 zijn 302 duizend nieuwe jeugdhulptrajecten gestart. Dat is een daling van ruim 5 procent ten opzichte van 2022. Bijna 45 procent van de trajecten die op enig moment in 2023 actief waren, is ook in dat jaar begonnen. In 2022 was 48 procent van alle trajecten ook in dat jaar begonnen.
Het aantal trajecten ambulante jeugdhulp was in 2023 ruim 1,7 procent hoger dan in 2022, maar het aantal nieuw begonnen trajecten daalde van 195 duizend naar 185 duizend (figuur 2.1.2)
In verslagjaar begonnen (x 1 000) | Reeds lopend traject (x 1 000) | |
---|---|---|
Wijkteam | ||
2023* | 32,835 | 39,11 |
2022 | 34,08 | 40,195 |
2021 | 33,445 | 45,79 |
2020 | 35,41 | 50,335 |
Ambulant | ||
2023* | 184,74 | 213,295 |
2022 | 194,88 | 196,425 |
2021 | 188,555 | 186,66 |
2020 | 153,37 | 171,66 |
Daghulp | ||
2023* | 16,015 | 22,635 |
2022 | 16,14 | 20,58 |
2021 | 16,71 | 18,615 |
2020 | 14,845 | 17,635 |
Netwerk jongere | ||
2023* | 51,58 | 58,04 |
2022 | 54,995 | 55,395 |
2021 | 55,62 | 50,54 |
2020 | 46,735 | 43,98 |
1)Trajecten die over meerdere perioden liepen komen meerdere malen in de figuur voor. |
Het aantal trajecten gesloten plaatsing daalde van 2 175 in 2022 naar 1 895 in 2023. Het aantal nieuw begonnen trajecten nam met 245 af.
In verslagjaar begonnen (x 1 000) | Reeds lopend traject (x 1 000) | |
---|---|---|
Pleegzorg | ||
2023* | 3,35 | 16,94 |
2022 | 4,09 | 16,37 |
2021 | 4,395 | 17,635 |
2020 | 4,365 | 17,83 |
Gezinsgericht | ||
2023* | 2,505 | 4,355 |
2022 | 2,685 | 3,985 |
2021 | 2,665 | 4,16 |
2020 | 2,045 | 3,42 |
Gesloten plaatsing | ||
2023* | 1,205 | 0,685 |
2022 | 1,45 | 0,72 |
2021 | 1,41 | 0,795 |
2020 | 1,475 | 0,955 |
Overig | ||
2023* | 10,11 | 10,77 |
2022 | 11,2 | 10,12 |
2021 | 11,29 | 10,28 |
2020 | 10,775 | 9,71 |
1)Trajecten die over meerdere perioden liepen komen meerdere malen in de figuur voor. |
Bij 22,1 procent van de nieuw begonnen jeugdhulptrajecten in 2023 was sprake van herhaald beroep (figuur 2.1.4). Dat wil zeggen dat de jongeren die in deze periode een nieuw jeugdhulptraject startten, in de vijf voorafgaande jaren al eerder jeugdhulp hebben gehad. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt naar het soort jeugdhulp dat eerder is ontvangen.
Het aandeel herhaald beroep van de nieuw begonnen jeugdhulptrajecten was in 2023 ongeveer even hoog als in 2022. Het aandeel herhaald beroep van trajecten jeugdhulp met verblijf nam in dezelfde periode af.
2023* (%) | 2022 (%) | 2021 (%) | 2020 (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 22,1 | 22,3 | 23,1 | 23,6 |
Wijk- of buurtteam | 22,4 | 23,5 | 22,8 | 24,5 |
Overig zonder verblijf | 22,7 | 22,7 | 23,8 | 24,1 |
Met verblijf | 13,8 | 15,3 | 14,5 | 15,8 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. |
Bij 3,5 procent van de 302 duizend trajecten die in 2023 zijn gestart, was sprake van crisis bij aanvang. Dat gold met name bij trajecten jeugdhulp met verblijf. Daarvan is ruim 21 procent gestart met crisis. Bij 29 procent van de nieuw aangevangen trajecten gesloten plaatsing in 2023 was sprake van crisis. In 2022 was dit bijna 26 procent. Bij pleegzorg nam het percentage gestart met crisis toe van 13 procent in 2022 naar 18 procent in 2023 en bij gezinsgerichte jeugdhulp met verblijf steeg het aandeel met crisis gestarte trajecten van 12 procent in 2022 naar 16 procent in 2023. Of er sprake is van crisis is gebaseerd op het oordeel van de jeugdhulpprofessional.
2023* (%) | 2022 (%) | 2021 (%) | 2020 (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 3,5 | 3,1 | 3,7 | 3,7 |
Wijk- of buurtteam | 0,3 | 0,5 | 0,7 | 0,6 |
Overig zonder verblijf | 2,7 | 2,4 | 3,1 | 3 |
Met verblijf | 21,3 | 17,3 | 16,7 | 17,4 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. |
2.2 Meeste jeugdhulp doorverwezen door de huisarts
In 2023 werd bijna 38 procent van de jeugdhulptrajecten gestart na verwijzing door een huisarts en 31 procent via een gemeentelijke toegang. Uitgesplitst naar hulpvorm blijkt dat de huisarts bijna 40 procent van de in 2023 nieuw begonnen trajecten jeugdhulp zonder verblijf heeft verwezen (figuur 2.2.1) en 6 procent van de nieuw begonnen trajecten jeugdhulp met verblijf (figuur 2.2.2).
2023* (%) | 2022 (%) | 2021 (%) | 2020 (%) | |
---|---|---|---|---|
Huisarts | 39,52 | 39,74 | 39,7 | 38,41 |
Gemeentelijke toegang | 30,63 | 30,87 | 30,93 | 33,54 |
Geen verwijzer | 15,45 | 15,06 | 14,6 | 11,25 |
Gecertificeerde instelling | 5,69 | 5,91 | 6,18 | 7,7 |
Medisch specialist | 4,5 | 4,52 | 4,8 | 5,07 |
Jeugdarts | 3,86 | 3,49 | 3,14 | 3,2 |
Rechter, Officier van Justitie, functionaris Justitiële jeugdinrichting | 0,34 | 0,34 | 0,46 | 0,45 |
Onbekend | 0,03 | 0,08 | 0,19 | 0,39 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. Trajecten onder Geen verwijzer betreft vrij toegankelijke jeugdhulp. |
Vanaf 2021 zijn alle trajecten met de hulpvorm uitgevoerd door het wijk- of buurtteam ondergebracht in de categorie ‘geen verwijzer’. Dit betreft jeugdhulptrajecten waarvoor geen verwijzing nodig is, de zogenaamde vrij toegankelijke jeugdhulp. Wijkhulp is immers per definitie vrij toegankelijk. Wel kan het zo zijn dat bijvoorbeeld de huisarts de jongere of diens ouders heeft geadviseerd om contact op te nemen met het wijkteam, maar dit is formeel gezien geen verwijzing. Bij de aantallen over 2020 is een deel van de wijkhulptrajecten nog geclassificeerd met de verwijzer zoals die door de wijkteams is aangeleverd, veelal gemeentelijke toegang, gecertificeerde instelling of huisarts. Dit kan enige vertekening in deze categorieën geven.
De meeste Jeugdhulp met verblijf wordt doorverwezen via de gemeente (46 procent) en door Gecertificeerde Instellingen (34 procent).
2023* (%) | 2022 (%) | 2021 (%) | 2020 (%) | |
---|---|---|---|---|
Gemeentelijke toegang | 45,62 | 44,02 | 45,57 | 42,78 |
Gecertificeerde instelling | 34,33 | 36,37 | 35,32 | 39,78 |
Medisch specialist | 6,78 | 6,15 | 4,93 | 5,41 |
Huisarts | 5,65 | 5,37 | 5,6 | 6,66 |
Rechter, Officier van Justitie, functionaris Justitiële jeugdinrichting | 0,98 | 0,76 | 0,72 | 0,58 |
Jeugdarts | 0,38 | 0,47 | 0,4 | 0,31 |
Onbekend | 6,25 | 6,85 | 7,46 | 4,48 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. |
2.3 Jeugdhulptrajecten duren meestal korter dan een jaar
Van de trajecten die in 2023 zijn afgesloten, duurde 32 procent korter dan zes maanden en 62 procent duurde korter dan een jaar.
Na de methodewijziging van 2020 (zie bijlage) worden definitieve cijfers pas vastgesteld wanneer ook de gegevens over het eerste halfjaar van het volgende verslagjaar beschikbaar zijn. Trajecten die in het tweede halfjaar van 2023 zijn aangeleverd zonder einddatum en die ontbreken in het eerste halfjaar van 2024 worden door het CBS alsnog voorzien van een einddatum in het tweede halfjaar op basis van de gemiddelde duur van de trajecten waarvan wel een einddatum is aangeleverd.
Hierdoor is besloten om bij de presentatie van de voorlopige cijfers het aantal afgesloten trajecten niet te presenteren, omdat dit aantal nog te onbetrouwbaar is. De gemiddelde duur en de reden beëindiging van trajecten waarvan nu al bekend is dat ze afgesloten zijn, wordt wel weergegeven. De definitieve uitkomsten zullen naar verwachting niet wezenlijk afwijken van het beeld uit de voorlopige uitkomsten.
0 tot 3 maanden (%) | 3 tot 6 maanden (%) | 6 tot 12 maanden (%) | 12 tot 36 maanden (%) | langer dan 36 maanden (%) | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal | 47990 | 48490 | 91940 | 93420 | 19225 |
Zonder verblijf | 42920 | 46105 | 88315 | 89315 | 16445 |
waarvan | |||||
Wijkteam | 8765 | 6645 | 9105 | 9565 | 3140 |
Ambulant | 24430 | 29805 | 56550 | 58400 | 9815 |
Daghulp | 1440 | 2045 | 5305 | 5525 | 1375 |
Netwerk jongere | 8280 | 7610 | 17355 | 15825 | 2115 |
Met verblijf | 5070 | 2385 | 3625 | 4105 | 2780 |
waarvan | |||||
Pleegzorg | 540 | 350 | 520 | 900 | 1710 |
Gezinsgericht | 415 | 285 | 550 | 720 | 375 |
Gesloten plaatsing | 560 | 220 | 260 | 155 | 25 |
Overig | 3555 | 1525 | 2295 | 2330 | 670 |
Een in 2023 afgesloten jeugdhulptraject duurde gemiddeld 417 dagen (figuur 2.3.2). Dat is 26 dagen langer dan een gemiddeld afgesloten traject in 2022. Trajecten met de hulpvorm gesloten plaatsing duren met gemiddeld 191 dagen het kortst. Afgesloten pleegzorgtrajecten duurden het langst, gemiddeld 1 368 dagen. In 2022 duurde een gemiddeld pleegzorgtraject nog 428 dagen korter. De grote fluctuatie van de gemiddelde duur van afgesloten pleegzorgtrajecten is te verklaren doordat dit soms zeer langdurige trajecten zijn, die van grote invloed zijn op de gemiddelde waarde. Zo waren er in 2023 380 jongeren die langer dan 10 jaar pleegzorg kregen tegen 225 in 2022.
De gemiddelde duur van jeugdhulptrajecten zonder verblijf nam in 2023 ten opzichte van 2022 toe met 21 dagen. De gemiddelde duur van wijkhulp steeg met 7 dagen, ambulante trajecten met 25 dagen, daghulp steeg met gemiddeld 41 dagen en afgesloten trajecten jeugdhulp in het netwerk van de jongere steeg met gemiddeld 12 dagen.
2023* (dagen) | 2022 (dagen) | 2021 (dagen) | 2020 (dagen) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 417 | 391 | 415 | 405 |
Zonder verblijf | 406 | 385 | 400 | 398 |
waarvan | ||||
Wijkteam | 403 | 396 | 469 | 419 |
Ambulant | 408 | 383 | 392 | 399 |
Daghulp | 489 | 448 | 417 | 442 |
Netwerk jongere | 377 | 365 | 359 | 363 |
Met verblijf | 599 | 481 | 620 | 498 |
waarvan | ||||
Pleegzorg | 1368 | 940 | 1322 | 1046 |
Gezinsgericht | 600 | 512 | 483 | 476 |
Gesloten plaatsing | 191 | 178 | 199 | 204 |
Overig | 349 | 310 | 323 | 310 |
2.4 Jeugdhulptraject meestal volgens plan beëindigd
Van alle jeugdhulptrajecten die in 2023 met een bekende reden5) werden afgesloten, werd 81 procent beëindigd volgens plan (figuur 2.4.1). Naast beëindiging volgens plan werd 12 procent van de trajecten voortijdig afgesloten in overeenstemming tussen cliënt en aanbieder. De overige werden eenzijdig beëindiging door de jeugdige (3,2 procent) of door de aanbieder (1,5 procent) of er was sprake van externe omstandigheden (2,6 procent).
2023* (%) | 2022 (%) | 2021 (%) | 2020 (%) | |
---|---|---|---|---|
Beëindigd volgens plan | 80,9 | 80,7 | 81 | 81,3 |
Voortijdig in over- eenstemming | 11,8 | 11,9 | 11,5 | 10,8 |
Voortijdig door cliënt | 3,2 | 3,3 | 3,2 | 3,5 |
Voortijdig wegens externe omstandigheden | 2,6 | 2,5 | 3 | 2,8 |
Voortijdig door aanbieder | 1,5 | 1,5 | 1,3 | 1,5 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn beëindigd in de verslagperiode en waarvan de reden beëindiging bekend is. |
Meer informatie over jeugdhulp kunt u vinden op de website van het CBS
Onderzoeksbeschrijving Beleidsinformatie Jeugd
Voor een uitgebreide beschrijving van de methodewijzigingen en de gevolgen zie.
Privacy is een groot goed. Ook als je niks te verbergen hebt, heb je heel wat te beschermen. Het CBS is het Statistisch Bureau van Nederland dat onafhankelijk onderzoek uitvoert. Het CBS werkt bij elk onderzoek met strenge eisen om data op een veilige manier te verwerven, te verwerken en te publiceren en is transparant over de manier van werken en de methodieken.
Het CBS verzamelt gegevens van natuurlijke personen, bedrijven en instellingen. Dit is wettelijk vastgelegd in de CBS-wet en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Identificerende persoonskenmerken worden na ontvangst direct gepseudonimiseerd. Hierdoor kan het onderzoek alleen worden uitgevoerd op gegevens met een pseudosleutel. Bij publicatie zorgt het CBS er bovendien voor dat natuurlijke personen of bedrijven niet herkenbaar of herleidbaar zijn. Ook hanteert het CBS diverse maatregelen tegen diefstal, verlies of misbruik van persoonsgegevens. Het CBS levert geen herkenbare gegevens aan derden, ook niet aan andere overheidsinstellingen. Wel kunnen sommige (wetenschappelijke) instellingen onder strenge voorwaarden toegang krijgen tot gegevens met pseudosleutel op persoons- of bedrijfsniveau. Dit noemen we microdata.
Voor meer informatie, zie onze website www.cbs.nl/privacy.
Begrippenlijst
Jeugdhulp
Hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet. Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. De hulp is bedoeld voor kinderen en jongeren tot 18 jaar en kan verlengd worden tot 23 jaar. Als de jongere overnacht bij de jeugdhulpinstelling, het pleeggezin of het gezinshuis, is er sprake van jeugdhulp met verblijf.
De volgende vormen van jeugdhulp worden onderscheiden:
Jeugdhulp zonder verblijf
Hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet, en voor zover deze in natura is geleverd door de zorgaanbieder (dus exclusief PGB). Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. De jongere verblijft thuis, in het eigen gezin. Of anders gezegd, de jongere slaapt thuis. In ieder geval formeel. Het kan zijn dat de jongere bij opa en oma slaapt of bij iemand anders, echter dit is dan niet formeel zo geregeld.
Uitgevoerd door het wijk- of buurtteam - Nagenoeg elke gemeente werkt met de inzet van wijk- of buurtteams. Soms beperken deze teams zich tot het coördineren van de hulp aan de jongere, maar veelal bieden deze teams ook zelf hulp. Het gaat hier om de jeugdhulp die de teams zelf verleend hebben. PGB gefinancierde jeugdhulp is hierin niet meegenomen.
Ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieder - Ambulante jeugdhulp op locatie betreft ambulante hulp of groepsgesprekken op locatie bij de zorgaanbieder of digitaal waarbij in principe één (algemene) expertise tegelijkertijd binnen de hulpverlening wordt ingezet. Het betreft fysieke of digitale face-to-face contacten (groepsgesprekken of individueel) met de jeugdige en/of ouders. De gesprekken duren doorgaans maximaal twee uur. PGB gefinancierde jeugdhulp is hierin niet meegenomen.
Daghulp op locatie van de aanbieder - Bij daghulp is een begeleider of hulpverlener minimaal een dagdeel in de nabije omgeving van de jongere. De hulp kan in een groep of individueel plaatsvinden. Dagbesteding en dagstructurering vallen hier ook onder. Daghulp vindt plaats op de locatie van de zorgaanbieder. Een belangrijk kenmerk van de dagbehandeling is dat een multidisciplinair team voor de dagbehandeling wordt ingezet. Het gaat bijvoorbeeld om een combinatie van fysiotherapie, gedragstherapie en psychotherapie die tijdens de dagbehandeling wordt ingezet. PGB gefinancierde jeugdhulp is hierin niet meegenomen.
Jeugdhulp in het netwerk van de jongere - Jeugdhulp in het netwerk van de jongere vindt plaats bij de jongere thuis, op school of elders in het netwerk van de jongere. In ieder geval niet op locatie bij de zorgaanbieder. De intensiteit kan variëren van een of enkele uren tot 24 uur per dag. Het gaat hier in de regel om interventies, die zich niet alleen op het kind richten, maar ook op de bredere omgeving van het kind (variërend van ouders en bredere familie tot vrienden, buren en leerkracht). PGB gefinancierde jeugdhulp is hierin niet meegenomen.
Jeugdhulp met verblijf
Hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet. Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. De jongere verblijft in een pleeggezin, gezinshuis, leef- of behandelgroep, gesloten afdeling, GGZ-instelling of soortgelijke locaties waar jeugdhulp geleverd wordt. Of anders gezegd, de jongere slaapt formeel niet thuis in het eigen gezin. Dit betekent dat het hier alleen om de verblijfsvormen gaat waarbij er sprake is van een overnachting. Ook verblijf in logeerhuizen, alleen tijdens weekenden of juist door de week, vallen onder jeugdhulp met verblijf.
Pleegzorg - Vorm van jeugdhulp waarbij een jongere (tijdelijk) wordt opgenomen in een pleeggezin en waarbij pleegkind, pleegouders en eigen ouders worden begeleid door een pleegzorgaanbieder. PGB gefinancierde jeugdhulp is hierin niet meegenomen.
Gezinsgericht - Alle vormen van verblijf die een gezinssituatie benaderen, maar geen pleegzorg zijn. Te denken valt aan gezinshuizen, logeerhuizen en zorgboerderijen waar jongeren overnachten. PGB gefinancierde jeugdhulp is hierin niet meegenomen.
Gesloten plaatsing - De jongere verblijft bij een jeugdhulpaanbieder op basis van een machtiging gesloten jeugdzorg of op basis van een machtiging BOPZ (Wet Bijzondere Opname Psychiatrische Ziekenhuizen, t/m 2019) of machtiging Wvggz (Wet Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg, vanaf 2020). PGB gefinancierde jeugdhulp is hierin niet meegenomen.
Overig verblijf bij een jeugdhulpaanbieder - De jongere verblijft in een accommodatie van de jeugdhulpaanbieder, veelal in een groep met andere jongeren. In feite betreft het alle vormen van verblijf die niet onder een van de voorgaande categorieën vallen. Hieronder vallen ook begeleid wonen en kamertraining. Ook kleinschalige residentiele leef- en behandelgroepen die geen gezinssituatie benaderen, vallen onder deze categorie. PGB gefinancierde jeugdhulp is hierin niet meegenomen.
Herhaald beroep
Een jeugdhulptraject wordt als herhaald beroep gezien, als de desbetreffende jongere in de vijf jaar voorafgaand aan de verslagperiode jeugdhulp heeft ontvangen.
Gestart met crisis
De hulpverlening is aangevangen met het stabiliseren van een crisissituatie. Of de jeugdhulp al dan niet is aangevangen met het stabiliseren van een crisissituatie is het professionele oordeel van de jeugdhulpprofessional. Er is daarmee geen vaste definitie van crisis. Iedere professional heeft een beeld bij het onderscheid crisis-geen crisis.
Gecertificeerde instelling
Gecertificeerde instellingen zijn organisaties die, conform de Jeugdwet, maatregelen van jeugdbescherming en jeugdreclassering uitvoeren. Deze instellingen moeten in het bezit zijn van een certificaat. Daarvoor moeten zij aan een aantal eisen voldoen gericht op het borgen van de kwaliteit van de uitvoering van de jeugdbescherming en jeugdreclassering.
Jeugdbescherming
Een jeugdbeschermingsmaatregel wordt door de rechter dwingend opgelegd. Het doel van de jeugdbeschermingsmaatregel is het opheffen van de bedreiging voor de veiligheid en ontwikkeling van het kind. Een kind of jongere wordt dan 'onder toezicht gesteld' of 'onder voogdij geplaatst'.
Jeugdreclassering
Jeugdreclassering is een combinatie van toezicht en begeleiding voor jongeren vanaf 12 jaar, die voor hun 18e verjaardag met de politie of leerplichtambtenaar in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen. Bij jongvolwassenen in de leeftijd van 18 tot en met 22 jaar kan ook het jeugdstrafrecht toegepast worden op grond van het adolescentenstrafrecht, indien het ontwikkelingsniveau van de dader daartoe aanleiding geeft. De jongere krijgt op maat gesneden begeleiding van een jeugdreclasseringswerker om te voorkomen dat hij of zij opnieuw de fout ingaat. Jeugdreclassering kan worden opgelegd door de kinderrechter of het openbaar ministerie. Jeugdreclassering kan ook op initiatief van de Raad voor de Kinderbescherming in het vrijwillige kader worden opgestart.
Verwijzer
De organisatie of persoon die de jongere en/of zijn/haar ouders heeft verwezen naar de jeugdhulp. Het betreft organisaties of personen die rechtstreeks jongeren en hun ouders op grond van de Jeugdwet kunnen doorverwijzen naar jeugdhulp. De Jeugdwet stelt dat tussen gemeenten en betrokkenen afspraken worden gemaakt over de voorwaarden waaronder en wijze waarop de rechtstreekse verwijzing verloopt.
Gemeentelijke toegang - De jongere is door de gemeente of een gemeentelijke organisatie aangemeld bij een jeugdhulpaanbieder. Hieronder vallen ook de verwijzingen van de politie, Veilig Thuis organisaties en het onderwijs.
Bijlage Methodewijzigingen Beleidsinformatie jeugd
Voor het vaststellen van het jeugdhulpgebruik heeft het CBS vanaf 2020 verschillende verbeteringen doorgevoerd bij de verwerking van de gegevens. Dit betreft een verbeterde methode voor het berekenen van de definitieve cijfers over een verslagjaar en een uitbreiding van de populatie6). In de figuur hieronder is dit schematisch weergegeven.
oude methode (x 1 000) | nieuwe methode (x 1 000) | nieuwe populatie (x 1 000) | verschil voorlopig definitief (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
2023* | 0 | 0 | 469,49 | 7,98 |
2022 | 0 | 0 | 464,715 | 0 |
2021 | 0 | 420,131 | 38,335 | 0 |
2020 | 0 | 423,4 | 0 | 0 |
2019 | 430,99 | 7,02 | 0 | 0 |
2018 | 417,765 | 0 | 0 | 0 |
2017 | 407,245 | 0 | 0 | 0 |
2016 | 389,925 | 0 | 0 | 0 |
2015 | 363,31 | 0 | 0 | 0 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
Nieuwe methode
Vanaf verslagjaar 2020 wordt bij het berekenen van de definitieve cijfers niet meer alleen gebruik gemaakt van de aangeleverde data over het eerste (HJ1) en tweede (HJ2) halfjaar van het verslagjaar, maar ook van de aangeleverde data over het eerste halfjaar van het daaropvolgende verslagjaarjaar (HJ3). Het is namelijk gebleken dat de bestanden over HJ3 soms informatie bevat over het voorafgaande jaar, die niet eerder was aangeleverd.
Deze nieuwe informatie kan verschillende vormen aannemen; er kunnen trajecten van jongeren worden aangeleverd met een begindatum in HJ1 of HJ2 die nooit eerder zijn aangeleverd. Ook kunnen trajecten ontbreken in HJ3 die in HJ2 nog zijn aangeleverd zonder einddatum. Hieruit kan worden opgemaakt dat het traject in HJ2 moet zijn afgerond.
Het gevolg van deze veranderde werkwijze is enerzijds dat de jaarcijfers beter op elkaar aansluiten en anderzijds dat het aantal waargenomen jongeren met jeugdhulp toeneemt. Uit een herberekening van de cijfers over 2019 inclusief de bestanden over het eerste halfjaar van 2020, blijkt dat het totale aantal jongeren met jeugdhulp in 2019 met 1,6 procent kon worden gecorrigeerd.
Nieuwe populatie
Er bestaat geen centraal register van jeugdhulpaanbieders. Bij de aanvang van het onderzoek in 2015 heeft het CBS een lijst van jeugdhulpaanbieders gemaakt op basis van een uitvraag onder alle gemeenten van alle jeugdhulpaanbieders waarmee ze een contract hadden afgesloten voor het leveren van jeugdhulp. In de loop der jaren zijn jeugdhulpaanbieders afgevallen en hebben nieuwe aanbieders zich bij het CBS aangemeld. Er kwamen in de jaren erna steeds meer signalen dat deze lijst niet volledig was. Het CBS heeft daarom in het voorjaar van 2021 de lijst aangevuld met informatie uit het berichtenverkeer, de zogenaamde iJW berichten, tussen gemeenten en jeugdhulpaanbieders in 2019 of 2020. Eerder bij het CBS onbekende aanbieders die met gemeenten berichten uitwisselen over jeugdhulp zijn aan de populatie toegevoegd. Deze ‘nieuwe’ jeugdhulpaanbieders leverden in 2021 jeugdhulp aan 38 duizend jongeren die niet al bij de reeds bekende jeugdhulpaanbieders jeugdhulp ontvingen. Sinds het voorjaar van 2021 voegt het CBS jaarlijks de eventuele nieuw gestarte jeugdhulpaanbieders toe aan de populatie op basis van recente informatie uit het iJW berichtenverkeer, zodat grote trendbreuken zoals tussen 2020 en 2021 vermeden worden. Van de totale populatie jeugdhulpaanbieders heeft elk halfjaar ongeveer 90 procent een bestand aangeleverd7).
Verschil voorlopig-definitief
Tenslotte is in de figuur voor 2023 een prognose opgenomen van het definitieve aantal jongeren met jeugdhulp in deze periode. Elk jaar blijkt dat de definitieve cijfers hoger uitvallen dan de voorlopige cijfers. Voor 2022 kwam het aantal jongeren met jeugdhulp in de definitieve versie 1,7 procent hoger uit dan in de voorlopige versie. Door het aantal jongeren met jeugdhulp in 2023 met dit percentage te verhogen, ontstaat een betere raming. Op basis van deze opgehoogde cijfers verwachten we dat 477 duizend jongeren in 2023 jeugdhulp hebben gehad.
In deze rapportage zijn de aantallen over 2020 volgens de nieuwe methode weergegeven en de jaren 2021, 2022 en 2023 volgens de nieuwe methode en de nieuwe populatie. Dit zijn ook de aantallen zoals het CBS die op StatLine presenteert8).
7) De jeugdhulpaanbieders zonder opgave ontbreken in de resultaten. Dit betreft overwegend aanbieders met weinig cliënten. Naar verwachting zal de aldus ontstane onderschatting hooguit enkele procenten bedragen.
8) Zie StatLine.