Jeugdbescherming en jeugdreclassering 1e halfjaar 2024

1. Jeugdbescherming

Op 30 juni 2024 waren er ruim 26 duizend lopende jeugdbeschermingsmaatregelen. In meer dan twee derde van de gevallen betrof het een vorm van ondertoezichtstelling (OTS). Bij 32 procent van alle maatregelen ging het om een voogdijmaatregel, al dan niet voorlopig of tijdelijk (tabel 1.0.1).

In de eerste helft van 2024 daalde het totaal aantal jeugdbeschermingsmaatregelen. Op 30 juni 2024 waren er 2 procent minder maatregelen actief dan aan het begin van het jaar. 

1.0.1 Jeugdbeschermingsmaatregelen, per type maatregel, 1e halfjaar 2024*
Beginstand (1-1-2024)InstroomUitstroomEindstand (30-6-2024)1)
Totaal26 9204 3904 87526 435
Ondertoezichtstelling17 9753 3403 57517 740
Voorlopige ondertoezichtstelling290620630275
Voogdij8 4153005308 185
Voorlopige en tijdelijke voogdij245130140235
Bron: CBS.
1) Maatregelen met een einddatum van 30 juni tellen niet mee in de eindstand.

1.1 Meer maatregelen beëindigd dan gestart

Het aantal gestarte jeugdbeschermingstrajecten lag in de eerste helft van 2024 1,5 procent lager dan in de eerste helft van 2023 (figuur 1.1.1). In de eerste helft van 2024 nam het aantal beëindigde trajecten af met ruim 13 procent. Bij zowel de ondertoezichtstellingen als voogdij was er sprake van een daling bij de uitstroom. Bij de ondertoezichtstellingen was sprake van een lichte stijging in de instroom. Daarnaast waren er meer ondertoezichtstellingen en voogdijmaatregelen beëindigd dan gestart.

1.1.1 Instroom en uitstroom jeugdbescherming¹⁾²⁾
MaatregelUitstroom (maatregelen)Instroom (maatregelen)
Totaal
1e hj 2024*-48754390
1e hj 2023-56154460
1e hj 2022-61604565
1e hj 2021-61806020
1e hj 2020-56555880
1e hj 2019-60606470
1e hj 2018-58206100
1e hj 2017-61156395
1e hj 2016-66506215
OTS
1e hj 2024*-35753340
1e hj 2023-40503275
1e hj 2022-46703335
1e hj 2021-44554445
1e hj 2020-38554355
1e hj 2019-42754730
1e hj 2018-41254435
1e hj 2017-44704565
1e hj 2016-50504115
Voogdij
1e hj 2024*-530300
1e hj 2023-655380
1e hj 2022-660470
1e hj 2021-740615
1e hj 2020-675530
1e hj 2019-735690
1e hj 2018-725670
1e hj 2017-715915
1e hj 2016-7151160
¹⁾ Exclusief voorlopige ondertoezichtstellingen. ²⁾ Exclusief voorlopige voogdij en tijdelijke voogdij.

In het eerste halfjaar van 2024 namen het aantal gestarte en het aantal beëindigde voorlopige ondertoezichtstellingen af ten opzichte van een jaar eerder (figuur 1.1.2). Daarnaast werden in het eerste halfjaar van 2024 iets meer voorlopige ondertoezichtstellingen en voorlopige- en tijdelijke voogdijmaatregelen beëindigd dan gestart. 

1.1.2 Instroom en uitstroom jeugdbescherming
MaatregelUitstroom (maatregelen)Instroom (maatregelen)
Vrl. OTS
1e hj 2024*-630620
1e hj 2023-765670
1e hj 2022-695620
1e hj 2021-830820
1e hj 2020-950845
1e hj 2019-880865
1e hj 2018-835860
1e hj 2017-785760
1e hj 2016-705775
Vrl. en tijd. voogdij
1e hj 2024*-140130
1e hj 2023-145135
1e hj 2022-135135
1e hj 2021-155140
1e hj 2020-160140
1e hj 2019-175190
1e hj 2018-135135
1e hj 2017-150155
1e hj 2016-180170

1.2 Minder jongeren met ondertoezichtstelling 

Op 30 juni 2024 stonden 17 775 jongeren onder toezicht. Dit zijn er minder dan op 31 december 2023, toen het ging om 18 640 jongeren (figuur 1.2.1). Nadat het aantal jongeren met ondertoezichtstelling is gestegen in de periode 2016 tot en met 2020, is sinds 2021 sprake van een daling. In het eerste halfjaar van 2024 zette deze daling door. Het gaat hier uitsluitend om de reguliere ondertoezichtstellingen. De voorlopige ondertoezichtstellingen zijn buiten beschouwing gelaten.

1.2.1 Jongeren met jeugdbescherming op peildatum¹⁾²⁾³⁾
DatumVoogdij (x 1 000)Ondertoezichtstelling (x 1 000)
20055,03523,98
20065,2126,38
20075,4629,605
20085,7932,145
20096,3833,17
20106,9532,565
20117,44531,5
20127,53531,105
20138,4328,145
20148,8625,32
20159,20521,395
20169,75520,085
20179,93520,38
20189,9420,77
20199,83521,645
20209,81522,715
20219,63522,53
20229,30520,635
20238,7118,64
1e hj 2024*8,1917,775
¹⁾ Personen met voogdij of ondertoezichtstelling op peildatum, exclusief voorlopige voogdij, tijdelijke voogdij en voorlopige ondertoezichtstellingen. ²⁾ Voor de jaren 2005 t/m 2023 wordt gekeken naar peildatum 31 december en voor 2024 naar peildatum 30 juni. ³⁾ Door invoering van de Jeugdwet treedt in 2015 een methodebreuk op.

1.3 Aantal jongeren met voogdij neemt verder af

Op 30 juni 2024 gold voor 8 190 jongeren een voogdijmaatregel. Sinds 2017 lag dit aantal redelijk constant rond de 9,9 duizend, maar sinds 2021 nam dit af (figuur 1.2.1). In het eerste halfjaar van 2024 zette deze daling door. Het betreft hier uitsluitend de reguliere voogdij. Voorlopige en tijdelijke voogdij zijn buiten beschouwing gelaten.

1.4 Voogdijtrajecten meestal langer dan drie jaar

Van de beëindigde reguliere voogdijmaatregelen in het eerste halfjaar van 2024 duurde bijna 79 procent drie jaar of langer (figuur 1.4.1). De meeste reguliere ondertoezichtstellingen duurden één tot drie jaar. Voorlopige ondertoezichtstellingen duurden vrijwel altijd korter dan 3 maanden; dit is officieel ook de maximale duur van een voorlopige OTS. Daarna dient deze ofwel te worden beëindigd ofwel te worden omgezet in een reguliere OTS. De meeste voorlopige voogdijmaatregelen duren minder dan een half jaar. Tijdelijke voogdij duurde meestal een jaar of langer, hoewel dit gaat om kleine aantallen. Dit is een maatregel die wordt toegepast als gevolg van een gezagsvacuüm, bijvoorbeeld als de ouders langdurig in het buitenland verblijven of als zij minderjarig zijn. 

1.4.1 Duur van beëindigde jeugdbeschermingsmaatregelen in het 1e halfjaar van 2024*
 0 tot 3 maanden (%)3 tot 6 maanden (%)6 tot 12 maanden (%)12 tot 36 maanden (%)36 maanden of langer (%)
Totaal14,4415,836,529,3
OTS0,93,619,947,428,2
Vrl. OTS98,61,4
Voogdij2,14,314,778,8
Vrl. voogdij36,733,330
Tijd. voogdij¹⁾
¹⁾ De aantallen per categorie zijn zodanig klein dat deze vanuit privacy-overwegingen niet gepubliceerd worden.

De gemiddelde duur van de beëindigde reguliere voogdijmaatregelen was met 2 371 dagen, langer dan die van de reguliere ondertoezichtstellingen (964 dagen). Sinds 2021 nam ook de gemiddelde duur van de reguliere ondertoezichtstellingen toe, na een jarenlange daling (figuur 1.4.2). De gemiddelde duur van de tijdelijke voogdijtrajecten fluctueert over de jaren, dit komt mede doordat het om een zeer klein aantal beëindigde trajecten gaat per halfjaar. Het ging in het eerste halfjaar van 2024 maar om 15 beëindigde tijdelijke voogdijtrajecten.

1.4.2 Gemiddelde duur beëindigde maatregelen¹⁾
Maatregel1e hj 2024* (dagen)1e hj 2023 (dagen)1e hj 2022 (dagen)1e hj 2021 (dagen)1e hj 2020 (dagen)1e hj 2019 (dagen)1e hj 2018 (dagen)1e hj 2017 (dagen)1e hj 2016 (dagen)
Totaal9649349148998188748739591062
OTS9379098588437998618839971128
Vrl. OTS757875757373737475
Voogdij237124092303227521252050183518471784
Vrl. voogdij164137149138125131195132139
Tijd. voogdij160320961798184814092210155717741342
¹⁾ Jeugdbeschermingsmaatregelen beëindigd in het eerste halfjaar.

1.5 Meeste maatregelen beëindigd volgens plan of bereiken meerderjarigheid

In het eerste halfjaar van 2024 werden 4 875 jeugdbeschermingsmaatregelen beëindigd, waarvan 4 205 ondertoezichtstellingen en 670 voogdijmaatregelen. De meeste ondertoezichtstellingen werden in het eerste halfjaar van 2024 – in lijn met eerdere jaren – beëindigd volgens plan (figuur 1.5.1). Sinds 2020 is er een stijging te zien in het aandeel maatregelen dat wordt beëindigd volgens plan. Het aandeel voorlopige ondertoezichtstellingen dat overging in een reguliere ondertoezichtstelling, dat beëindigd werd vanwege een gezagsbeëindigende maatregel, of vanwege een tussentijdse opheffing nam in het eerste halfjaar van 2024 iets af ten opzichte van het eerste halfjaar van 2023 (figuur 1.5.1). 

1.5.1 Reden beëindiging ondertoezichtstelling¹⁾²⁾
Reden beeindiging OTS1e hj 2024* (%)1e hj 2023 (%)1e hj 2022 (%)1e hj 2021 (%)1e hj 2020 (%)1e hj 2019 (%)1e hj 2018 (%)1e hj 2017 (%)1e hj 2016 (%)
Beëindiging volgens plan70,66665,359,758,6
VOTS naar OTS12,413,311,313,617
Bereiken meerderjarigheid9,210,41113,213,1
Gezagsbeëindigende maatregel4,95,86,69,38,37,19,613,718,3
Tussentijdse opheffing34,45,84,233,43,63,73,3
Niet verlengd0,4
Overlijden jeugdige
¹⁾ Ondertoezichtstellingen en voorlopige ondertoezichtstellingen, beëindigd in het eerste halfjaar. ²⁾ Voor de redenen 'bereiken meerderjarigheid', 'beëindiging volgens plan', 'VOTS naar OTS' en 'niet verlengd' zijn er over de jaren 2016 t/m 2019 geen betrouwbare cijfers.

De meest voorkomende reden voor het beëindigen van voogdij in het eerste halfjaar van 2024 is – in lijn met eerdere jaren – het bereiken van de meerderjarigheid, hoewel er vanaf het eerste halfjaar van 2022 een daling te zien is in het aandeel voogdijtrajecten met deze reden beëindiging (figuur 1.5.2). Het aandeel voogdijmaatregelen dat beëindigd werd door het herstellen van gezag nam licht toe in het eerste halfjaar van 2024. Het aandeel voogdijtrajecten dat werd beëindigd omdat de voogdij naar de pleegouder ging, veranderde niet veel.

1.5.2 Reden beëindiging voogdij¹⁾
 1e hj 2024* (%)1e hj 2023 (%)1e hj 2022 (%)1e hj 2021 (%)1e hj 2020 (%)1e hj 2019 (%)1e hj 2018 (%)1e hj 2017 (%)1e hj 2016 (%)
Bereiken meerderjarigheid7272,774,271,168,660,869,670,571,3
Herstel gezag21,120,619,218,620,121,514,612,711,8
Voogdij naar pleegouder6,96,76,68,811,217,115,216,216,9
Voogdij naar contactpersoon1,40,60,60
Overlijden jeugdige0,60
¹⁾ Voogdij, tijdelijke voogdij en voorlopige voogdij, beëindigd in het eerste halfjaar.

1.6  Daling machtigingen uithuisplaatsing zet door

Met ingang van 2022 ontvangt het CBS van de gecertificeerde instellingen ook informatie over de machtigingen uithuisplaatsing (MUHP) die door de rechter zijn opgelegd. Een MUHP is geen op zichzelf staande maatregel maar gaat altijd samen met een ondertoezichtstelling. Als een kind onder toezicht wordt gesteld, dan blijft het kind meestal thuis wonen. Soms zijn de zorgen over het kind echter zo ernstig dat het beter is als het kind ergens anders gaat wonen en wordt er ook een MUHP opgelegd. Ook als ouders het zelf van belang vinden en het ermee eens zijn dat het kind ergens anders gaat wonen, is er een MUHP nodig. Bij een voogdijmaatregel gaat het kind altijd ergens anders wonen en legt de rechter geen afzonderlijke MUHP op. 

In het eerste halfjaar van 2024 zijn er 7 160 jongeren over wie de rechter een MUHP heeft uitgesproken (tabel 1.6.1). Dit is een daling van bijna 5 procent ten opzichte van het tweede halfjaar van 2023. Bij 6 180 jongeren werd de machtiging uithuisplaatsing opgelegd in combinatie met een reguliere OTS. Bij 905 van hen ging het bij de start van de MUHP om een voorlopige OTS en dus om een spoedmachtiging uithuisplaatsing. Over 1 975 jongeren werd in het eerste halfjaar van 2024 een nieuwe MUHP uitgesproken. Van 2 110 jongeren liep de opgelegde MUHP af in het eerste halfjaar 2024.

Niet alle door de rechter opgelegde machtigingen worden in de praktijk ook ten uitvoer gelegd. Een MUHP vervalt als deze niet binnen drie maanden ten uitvoer wordt gelegd. Het is niet bekend hoeveel machtigingen niet ten uitvoer worden gelegd. In de tabel is wel te zien dat 5 745 jongeren met een MUHP ook jeugdhulp met verblijf ontvingen (5 105 in combinatie met een reguliere OTS;  640 in combinatie met een voorlopige OTS). De verwachting is dat bij deze jongeren allemaal een MUHP is opgelegd die vervolgens ook in de praktijk is uitgevoerd. Bij meer jongeren kan gelden dat een opgelegde MUHP ook daadwerkelijk is uitgevoerd. Jongeren met een MUHP die zonder tussenkomst van een jeugdhulpinstelling of pleegzorgaanbieder op informele basis in het eigen netwerk worden opgevangen, bijvoorbeeld bij opa en oma, blijven namelijk buiten beeld. 

1.6.1 Aantal jongeren met een door de rechter opgelegde machtiging uithuisplaatsing1)2)
1e halfjaar 2024*1e halfjaar 20231e halfjaar 2022
Totaal 7 1607 6608 270
 Waarvan in combinatie met reguliere OTS6 1806 3306 790
  Waarvan in combinatie met jeugdhulp met verblijf5 1055 4655 895
  Waarvan zonder jeugdhulp met verblijf tijdens MUHP1 075860895
Waarvan in combinatie met voorlopige OTS9051 2701 420
  Waarvan in combinatie met jeugdhulp met verblijf6401 0151 205
  Waarvan zonder jeugdhulp met verblijf tijdens MUHP265255215
Instroom
Totaal 1 9752 0702 065
 Waarvan in combinatie met reguliere OTS1 4951 5201 565
  Waarvan in combinatie met jeugdhulp met verblijf1 0301 2301 270
  Waarvan zonder jeugdhulp met verblijf tijdens MUHP465290295
 Waarvan in combinatie met voorlopige OTS450535490
  Waarvan in combinatie met jeugdhulp met verblijf275405390
  Waarvan zonder jeugdhulp met verblijf tijdens MUHP175130100
Uitstroom
Totaal 2 1102 3002 440
 Waarvan in combinatie met reguliere OTS1 5251 6151 820
  Waarvan in combinatie met jeugdhulp met verblijf1 2251 3251 490
  Waarvan zonder jeugdhulp met verblijf tijdens MUHP300290330
 Waarvan in combinatie met voorlopige OTS570675600
  Waarvan in combinatie met jeugdhulp met verblijf390515490
  Waarvan zonder jeugdhulp met verblijf tijdens MUHP180160105
Bron: CBS.
1) Dit betreft alle machtigingen uithuisplaatsingen die op enig moment in de verslagperiode liepen, ongeacht of ze vóór of in die periode gestart zijn en ongeacht of ze in of ná die periode beëindigd zijn.
2) In het geval een jongere in een periode meerdere machtigingen uithuisplaatsingen had met verschillende typen jeugdbescherming, is de jongere meegeteld bij de machtigingen uithuisplaatsing in combinatie met een voorlopige OTS; als er zowel periodes met als periodes zonder jeugdhulp met verblijf waren, is de jongere meegeteld in de groep met jeugdhulp met verblijf.

1.7 Samenloop jeugdbescherming met jeugdreclassering neemt toe

Van alle 0- tot en met 17-jarigen die in de eerste helft van 2024 jeugdbescherming ontvingen, had 2,6 procent in hetzelfde jaar ook een jeugdreclasseringsmaatregel lopen (figuur 1.7.1). Het aandeel jongeren dat in hetzelfde halfjaar jeugdbescherming en jeugdreclassering ontving neemt de afgelopen jaren toe, van 2,1 procent in het eerste halfjaar van 2021 naar 2,6 procent in het eerste halfjaar van 2024. Deze toename is te zien bij zowel de samenloop van ondertoezichtstellingen met jeugdreclassering, als bij de samenloop van voogdij en jeugdreclassering. 

Het gaat in deze cijfers om alle jongeren die in het eerste halfjaar op enig moment jeugdbescherming ontvingen. Van hen is bepaald voor welk percentage ook een jeugdreclasseringsmaatregel gold in dezelfde periode. 

1.7.1 Samenloop jeugdreclassering naar type jeugdbescherming¹⁾
Samenloop1e hj 2024* (%)1e hj 2023 (%)1e hj 2022 (%)1e hj 2021 (%)1e hj 2020 (%)1e hj 2019 (%)1e hj 2018 (%)1e hj 2017 (%)1e hj 2016 (%)
Jeugdbescherming en jeugdreclassering
% van totaal aantal jongeren met jeugdbescherming2,62,32,22,12,52,82,83,13,3
Ondertoezichtstelling en jeugdreclassering²
% van totaal aantal jongeren met ondertoezichtstelling3,12,72,62,633,33,53,94,1
Voogdij en jeugdreclassering³
% van totaal aantal jongeren met voogdij1,61,31,10,911,21,31,21,31,2
¹⁾ Personen van 0 tot en met 17 jaar met een jeugdbeschermingsmaatregel. ²⁾ Inclusief voorlopige ondertoezichtstellingen. ³⁾ Inclusief tijdelijke voogdij en voorlopige voogdij.

1.8 De meeste jongeren met jeugdbescherming krijgen ook jeugdhulp

In het eerste halfjaar van 2024 ontving 75 procent van de jongeren met een ondertoezichtstelling ook jeugdhulp (figuur 1.8.1). Het aandeel jongeren met een ondertoezichtstelling met daarnaast jeugdhulp zonder verblijf is ten opzichte van het eerste halfjaar van 2023 iets gedaald; van 66 procent naar 63 procent. Het aandeel jongeren dat naast een ondertoezichtstelling ook jeugdhulp met verblijf ontvangt is in de afgelopen jaren redelijk gelijk gebleven, en fluctueert tussen de 31 en 32 procent. In de jaren daarvoor was een gestage daling zichtbaar van ongeveer 40 procent in het eerste halfjaar van 2016 naar 31 procent in het eerste halfjaar van 2020. In deze gevallen krijgen jongeren een ondertoezichtstelling en ontvangen zij jeugdhulp die mede inhoudt dat zij (deels) niet thuis verblijven.

1.8.1 Samenloop ondertoezichtstelling met jeugdhulp¹⁾
Samenloop1e hj 2024* (%)1e hj 2023 (%)1e hj 2022 (%)1e hj 2021 (%)1e hj 2020 (%)1e hj 2019 (%)1e hj 2018 (%)1e hj 2017 (%)1e hj 2016 (%)
Ondertoezichtstelling en jeugdhulp757877767173737370
Ondertoezichtstelling en jeugdhulp zonder verblijf636664625758565549
w.v.
Wijkteam7878101011127
Ambulant394140383334343531
Daghulp687655545
Netwerk jongere323534322727242119
Ondertoezichtstelling en jeugdhulp met verblijf323231323133343739
w.v.
Pleegzorg151516171618192122
Gezinsgericht665544444
Gesloten plaatsing222234444
Overig²⁾131312121112121413
¹⁾ Personen van 0 tot en met 17 jaar met een ondertoezichtstelling én jeugdhulp, als percentage van het totaal aantal jongeren met een ondertoezichtstelling. Jongeren met meerdere jeugdhulpvormen komen meerdere malen in de tabel voor. ²⁾ Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing.

Van alle jongeren die een voogdijmaatregel hadden in het eerste halfjaar van 2024, ontving 93 procent daarnaast ook jeugdhulp (figuur 1.8.2). Het aandeel jongeren dat in het eerste halfjaar van 2024 naast voogdij ook jeugdhulp zonder verblijf kreeg, is ten opzichte van in het eerste halfjaar van 2023 gedaald; van 48 naar 47 procent. In het eerste halfjaar van 2024 ontving 84 procent van de jongeren met voogdij daarbij ook jeugdhulp met verblijf. Dit percentage is lager dan in de jaren daarvoor, waarbij het ging om 88 procent. Niet alle jongeren met voogdij krijgen ook jeugdhulp met verblijf. Hieruit kan afgeleid worden dat er ook jongeren met voogdij zijn die op informele basis (dus zonder tussenkomst van jeugdhulpinstelling en/of pleegzorgaanbieder) in het eigen netwerk worden opgevangen, dus bijvoorbeeld door opa en oma. 

1.8.2 Samenloop voogdij met jeugdhulp¹⁾
Samenloop1e hj 2024* (%)1e hj 2023 (%)1e hj 2022 (%)1e hj 2021 (%)1e hj 2020 (%)1e hj 2019 (%)1e hj 2018 (%)1e hj 2017 (%)1e hj 2016 (%)
Voogdij en jeugdhulp939493938991919290
Voogdij en jeugdhulp zonder verblijf474846454040393935
w.v.
Wijkteam333455552
Ambulant343534332930303128
Daghulp676654443
Netwerk jongere16161413109876
Voogdij en jeugdhulp met verblijf848888888186858786
w.v.
Pleegzorg576163666366656869
Gezinsgericht1616141391011109
Gesloten plaatsing112222222
Overig²⁾192019181515161615
¹⁾ Personen van 0 tot en met 17 jaar met voogdij én jeugdhulp, als percentage van het totaal aantal jongeren met voogdij. Jongeren met meerdere jeugdhulpvormen komen meerdere malen in de tabel voor. ²⁾ Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing.

1.9 Bijna 1 procent van alle jongeren ontvangt jeugdbescherming

Ongeveer 0,8 procent van alle jongeren tot en met 17 jaar ontving op 30 juni 2024 jeugdbescherming. Bij jongeren die jeugdbescherming ontvingen ging het even vaak om jongens als om meisjes. In totaal ontvingen 13 710 jongens en 12 765 meisjes op 30 juni 2024 jeugdbescherming, wat overeenkomt met 0,8 procent van alle jongens en meisjes van 0 tot 18 jaar (tabel 1.9.1).

Op 30 juni 2024 waren 12 495 jongeren met jeugdbescherming tussen de 12 en 18 jaar oud, wat neerkomt op bijna 1,1 procent van alle jongeren in deze leeftijd (tabel 1.9.1). Van alle 8- tot 12-jarigen in Nederland ontvingen 6 845 (0,9 procent) jongeren jeugdbescherming. Van alle 4- tot 8-jarigen ontvingen 4 810 (0,7 procent) jongeren jeugdbescherming. De groep 0- tot 4-jarigen was met 2 325 het kleinst; bijna 0,3 procent in deze leeftijdsgroep ontving jeugdbescherming.

1.9.1 Jeugdbescherming naar demografische kenmerken van de jongere,
peildatum 30 juni 2024*1)
Totaal aantal jongeren2)Totaal aantal jongeren met jeugdbeschermingOndertoezichtstellingVoorlopige ondertoezichtstellingVoogdijVoorlopige en tijdelijke voogdij
Totaal3 303 345 26 470 17 775275 8 190235
Geslacht: Jongens1 693 720 13 710 9 295145 4 150115
Geslacht: Meisjes1 609 625 12 765 8 475130 4 035120
Leeftijd: 0 tot 4 jaar 689 015 2 325 1 8756533055
Leeftijd: 4 tot 8 jaar 707 890 4 810 3 63045 1 10030
Leeftijd: 8 tot 12 jaar 734 400 6 845 4 76050 1 99545
Leeftijd: 12 tot 18 jaar1 172 040 12 495 7 505120 4 760110
Bron: CBS.
1) Personen van 0 tot en met 17 jaar.
2) De peildatum voor alle jongeren in Nederland is 1 januari 2024 en komt dus niet overeen met de peildatum voor jongeren met jeugdbescherming (30 juni 2024).

Onder de jongeren met een ondertoezichtstelling is de groep jongeren van 8 tot 12 jaar oud gestegen van bijna 24 procent in 2016 naar bijna 27 procent in het eerste halfjaar van 2024 (figuur 1.9.2). Het aandeel jongeren van 0 tot 4 jaar nam ten opzichte van 2016 af, van 13 procent naar 10,5 procent in het eerste halfjaar van 2024. Bij de voogdijmaatregelen is een stijging van het aandeel jongeren in de oudste leeftijdsgroep (12 tot 18 jaar) te zien, van ruim 52 procent in 2016 naar ruim 58 procent in 2024. In de leeftijdsgroep 0-4 jaar is een daling te zien, van ruim 6 procent in 2016 naar 4 procent in 2024.  

1.9.2 Jongeren naar leeftijd¹⁾²⁾
Jaar0 tot 4 jaar (%)4 tot 8 jaar (%)8 tot 12 jaar (%)12 tot 18 jaar (%)
Nederland
1e hj 2024*20,8621,4322,2335,48
1e hj 202320,9521,3822,3235,35
1e hj 202220,9421,4422,3835,25
1e hj 202120,5921,3922,6435,38
1e hj 202020,5821,3222,6735,44
1e hj 201920,5921,3922,6435,38
1e hj 201820,9421,4422,3835,25
1e hj 201720,9521,3822,3235,35
1e hj 201620,8621,4322,2335,48
OTS
1e hj 2024*10,5620,4426,7742,23
1e hj 20239,942127,4341,63
1e hj 202210,4421,1527,3241,08
1e hj 202111,3621,2927,2340,12
1e hj 202012,1320,8526,8440,18
1e hj 201912,5720,9925,9440,51
1e hj 201812,6620,5725,3441,43
1e hj 201712,7120,0624,6942,53
1e hj 201613,2619,8623,7243,15
Vrl. OTS
1e hj 2024*22,7415,5218,0543,68
1e hj 202315,516,2818,9949,22
1e hj 202234,3620,0811,9733,59
1e hj 202126,2418,2316,8538,67
1e hj 202025,1516,2618,4040,18
1e hj 201923,3212,8316,9146,94
1e hj 201823,1818,1618,1640,50
1e hj 201724,0018,6718,3339,00
1e hj 201623,0315,1618,0843,73
Voogdij
1e hj 2024*4,0413,4624,3658,13
1e hj 20234,5214,4925,0355,95
1e hj 20225,3415,224,0855,38
1e hj 20215,4115,2824,7454,57
1e hj 20205,3014,8924,9554,87
1e hj 20195,7214,6725,3354,28
1e hj 20185,8014,8925,0554,26
1e hj 20176,0914,9925,4553,46
1e hj 20166,3415,7825,4752,42
Vrl. en tijd. voogdij
1e hj 2024*22,3613,518,1445,99
1e hj 202316,8810,9726,1645,99
1e hj 202224,7111,7917,8745,63
1e hj 202121,7711,8118,8247,6
1e hj 202020,0714,7016,4948,75
1e hj 201921,7212,7314,2351,31
1e hj 201823,3817,4118,4140,80
1e hj 201730,5914,1215,8839,41
1e hj 201635,4611,3514,1839,01
¹⁾ Voor het totaal aantal jongeren in Nederland is gekeken naar peildatum 1 januari en voor de jongeren met jeugdbescherming naar peildatum 31 juni. ²⁾ De cijfers over de jaren 2016 t/m 2022 zijn vanwege herstel van een fout bij het berekenen van de aandelen per leeftijdsgroep licht gewijzigd ten opzichte van eerdere edities van deze rapportage.

1.10 Jeugdbescherming hangt samen met kenmerken van ouders en huishouden

Uit CBS-onderzoek1) is gebleken dat bepaalde achtergrondkenmerken van de ouders en het huishouden van de jongere in meer of mindere mate samenhang vertonen met het krijgen van jeugdbescherming. Dat wil overigens niet zeggen dat jeugdbescherming het gevolg is van deze kenmerken of een combinatie ervan. Van een aantal achtergrondkenmerken is in deze paragraaf weergegeven hoe de situatie van jongeren met jeugdbescherming afwijkt van de jongeren zonder jeugdbescherming. 

De inzet van jeugdbescherming hangt samen met huishoudkenmerken2) van de jongere (figuur 1.10.1). Bij 77 procent van de Nederlandse jongeren woonden beide juridische ouders in hetzelfde huishouden. Voor jongeren met jeugdbescherming was dit 10,5 procent. Eenzelfde patroon is te zien voor kinderen uit huishoudens waar ook gebruik wordt gemaakt van ondersteuning op grond van de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) of waarin zorgkosten zijn gemaakt voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ) dan wel GGZ-medicatie is voorgeschreven. Bijna vijf procent van alle kinderen in Nederland had te maken met WMO-gebruik in het huishouden, en ruim 22 procent met GGZ-zorg en/of medicatie. Bij jongeren met jeugdbescherming was dit respectievelijk 34 en 49 procent. Daarnaast werd bij bijna 5 procent van alle jongeren in Nederland iemand in het huishouden als verdachte van een misdrijf aangemerkt. Bij jongeren met jeugdbescherming was dit bijna 30 procent (figuur 1.10.1).

1.10.1 Jeugdbescherming naar huishoudkenmerken¹⁾
JaarJa (%)Nee (%)
Ouders op hetzelfde adres
Nederland2558425744920
Totaal jeugdbescherming315526755
Ondertoezichtstelling²235518930
Voogdij³8007825
WMO in huishouden
Nederland1573903141905
Totaal jeugdbescherming996019275
Ondertoezichtstelling²647014725
Voogdij³34954550
GGZ in huishouden
Nederland7404302558865
Totaal jeugdbescherming1432514910
Ondertoezichtstelling²1025510935
Voogdij³40703975
Verdachte in huishouden
Nederland1576653141625
Totaal jeugdbescherming872520515
Ondertoezichtstelling²583015360
Voogdij³28955150
¹⁾ Personen van 0 tot en met 17 jaar. ²⁾ Inclusief voorlopige ondertoezichtstellingen. ³⁾ Inclusief voorlopige voogdij en tijdelijke voogdij.

Ook het huishoudinkomen3) hangt samen met de inzet van jeugdbescherming (figuur 1.10.2). In Nederland woonden in 2024 506 duizend jongeren tot en met 17 jaar in een huishouden met een inkomen dat tot de laagste 20 procent behoort. Van hen ontving 3,1 procent jeugdbescherming. Het aandeel jongeren met jeugdbescherming daalt naarmate het huishoudinkomen hoger is. In de 20 procent rijkste huishoudens ontving 0,1 procent jeugdbescherming. 

1.10.2 Jeugdbescherming naar huishoudinkomen¹⁾
JaarMet jeugdbescherming (%)
Totaal jeugdbescherming
Totaal0,9
Laagste kwintiel3,1
2e kwintiel1,2
3e kwintiel0,4
4e kwintiel0,2
Hoogste kwintiel0,1
Ondertoezichtstelling²⁾
Totaal0,6
Laagste kwintiel2,3
2e kwintiel0,9
3e kwintiel0,3
4e kwintiel0,2
Hoogste kwintiel0,1
Voogdij³⁾
Totaal0,3
Laagste kwintiel0,9
2e kwintiel0,3
3e kwintiel0,1
4e kwintiel0
Hoogste kwintiel0
¹⁾ Personen van 0 tot en met 17 jaar. ²⁾ Inclusief voorlopige ondertoezichtstellingen. ³⁾ Inclusief tijdelijke voogdij en voorlopige voogdij.

Daarnaast vertoont de herkomst van de jongere samenhang met de inzet van jeugdbescherming (figuur 1.10.3). Van zowel jongeren die in Nederland zijn geboren als jongeren die niet in Nederland zijn geboren, heeft 0,9 procent jeugdbescherming. Bij jongeren met een herkomst uit Turkije en Indonesië is minder vaak sprake van jeugdbescherming dan het landelijke gemiddelde, ongeacht of ze geboren zijn Nederland. Bij jongeren met een herkomst uit Suriname en het Nederlands-Caribisch gebied is relatief vaker sprake van jeugdbescherming, ongeacht of ze geboren zijn in Nederland. Jongeren met een ouder uit Marokko die zelf geboren zijn in Nederland hebben minder vaak jeugdbescherming (0,7 procent), dan jongeren die in Marokko geboren zijn (1,3 procent).

1.10.3. Jeugdbescherming naar herkomst¹⁾
 Jeugdbescherming (%)
Totaal geboren in Nederland0,9
Nederland0,9
Europa (exclusief Nederland)1
Turkije0,5
Marokko0,7
Suriname1,8
Nederlands-Caribisch gebied2,7
Indonesië0,7
Overig Afrika, Azië, Amerika en Oceanië1,1
Totaal niet geboren in Nederland0,9
Europa (exclusief Nederland)0,9
Turkije0,5
Marokko1,3
Suriname1,5
Nederlands-Caribisch gebied2,4
Indonesië0,4
Overig Afrika, Azië, Amerika en Oceanië0,8
¹⁾ Personen van 0 tot en met 17 jaar.

1.11 Jeugdbescherming vooral in Friesland, Twente en Limburg

De vijf jeugdregio’s met het grootste aandeel jeugdbescherming waren Friesland, Twente, Midden-Limburg Oost, Zeeland en Zuid-Limburg. De laagst scorende regio’s liggen in het zuiden van Noord-Holland en Food Valley (figuur 1.11.1 en tabel 1.11.2).

1.11.1 Jeugdbescherming bij 0 t/m 17-jarigen naar jeugdregio, 30 juni 2024*¹⁾
Jeugdzorgregios_naamaandeelJB (%)
Groningen1,07
Friesland(Fryslân)1,16
KopvanNoord-Holland1,12
Drenthe0,85
WestFriesland0,8
Alkmaar(Noord-Kennemerland)0,85
IJsselland0,94
Flevoland0,95
Zaanstreek-Waterland0,55
IJmond(MiddenKennemerland)0,9
ZuidKennemerland0,45
Noord-Veluwe0,81
Amsterdam-Amstelland0,49
Twente1,16
Haarlemmermeer0,34
GooienVechtstreek0,56
MiddenIJssel/OostVeluwe0,88
HollandRijnland0,63
UtrechtWest0,62
Eemland0,62
FoodValley0,52
UtrechtStad0,64
ZuidoostUtrecht0,66
Haaglanden0,65
Achterhoek0,8
Lekstroom0,79
MiddenHolland0,87
CentraalGelderland0,83
Rijnmond0,87
Rivierenland0,71
Zuid-HollandZuid0,77
RijkvanNijmegen0,79
NoordoostBrabant0,8
WestBrabantOost0,59
Midden-Brabant(HartvanBrabant)0,76
WestBrabantWest0,84
Noord-Limburg1,08
Zeeland1,14
Zuidoost-Brabant0,67
Zuid-Limburg1,13
Midden-LimburgOost1,16
Midden-LimburgWest1,04
¹⁾ De peildatum van het totale aantal jongeren is 1 januari 2024 en komt dus niet overeen met de peildatum van het aantal jongeren met jeugdbescherming (30 juni 2024).

1.11.2 Jeugdregio's met de hoogste en laagste aandelen jongeren met jeugdbescherming, peildatum 30 juni 2024*1)
% van het totale aantal personen van 0 tot en met 17 jaar2)
Hoogste aandelenMidden-Limburg Oost1,16
Hoogste aandelenFriesland (Fryslân)1,16
Hoogste aandelenTwente1,16
Hoogste aandelenZeeland1,14
Hoogste aandelenZuid-Limburg1,13
Laagste aandelenHaarlemmermeer0,34
Laagste aandelenZuid-Kennemerland0,45
Laagste aandelenAmsterdam-Amstelland0,49
Laagste aandelenFood Valley0,52
Laagste aandelenZaanstreek-Waterland0,55
Bron: CBS.
1) Personen van 0 tot en met 17 jaar met jeugdbescherming.
2) De peildatum van het totale aantal jongeren is 1 januari 2024 en komt dus niet overeen met de peildatum van het aantal jongeren met jeugdbescherming (30 juni 2024).

In de gemeenten Heerlen, Oldambt, Pekela, Den Helder en Kerkrade kwamen met 1,8 procent of meer relatief veel jongeren met jeugdbescherming voor (zie figuur 1.11.3 voor het aandeel per gemeente)4).

1.11.3 Jeugdbescherming bij 0 t/m 17-jarigen naar gemeente, 30 juni 2024*¹⁾
Gemeente_naamJeugdbescherming (%)
Groningen1,01
Almere0,93
Stadskanaal1,34
Veendam1,69
Zeewolde1,32
Achtkarspelen0,89
Ameland0,15
Harlingen1,07
Heerenveen1
Leeuwarden1,47
Ooststellingwerf1,4
Opsterland0,69
Schiermonnikoog0
Smallingerland1,67
Terschelling0,28
Vlieland0
Weststellingwerf1,23
Assen0,73
Coevorden0,91
Emmen1,27
Hoogeveen0,82
Meppel0,9
Almelo1,66
Borne0,63
Dalfsen0,49
Deventer1,16
Enschede1,66
Haaksbergen0,69
Hardenberg0,79
Hellendoorn0,44
Hengelo(O.)1,45
Kampen0,87
Losser0,99
Noordoostpolder0,68
Oldenzaal1,01
Ommen0,43
Raalte0,93
Staphorst0,73
Tubbergen0,71
Urk0,42
Wierden0,37
Zwolle1,14
Aalten0,43
Apeldoorn0,98
Arnhem0,94
Barneveld0,44
Beuningen0,45
Brummen0,87
Buren0,93
Culemborg0,55
Doesburg1,78
Doetinchem0,94
Druten0,65
Duiven0,81
Ede0,48
Elburg0,56
Epe0,76
Ermelo1,02
Harderwijk0,77
Hattem0,64
Heerde0,49
Heumen0,13
Lochem0,52
Maasdriel0,7
Nijkerk0,43
Nijmegen0,88
Oldebroek0,67
Putten0,91
Renkum1,13
Rheden0,94
Rozendaal0
Scherpenzeel0,08
Tiel1,36
Voorst0,8
Wageningen0,39
Westervoort0,79
Winterswijk0,7
Wijchen0,83
Zaltbommel0,39
Zevenaar1,01
Zutphen1,15
Nunspeet0,59
Dronten0,88
Amersfoort0,63
Baarn0,7
DeBilt0,67
Bunnik0,43
Bunschoten1,06
Eemnes0,57
Houten0,62
Leusden0,37
Lopik0,69
Montfoort0,39
Renswoude0,28
Rhenen0,6
Soest0,51
Utrecht0,64
Veenendaal0,81
Woudenberg0,59
WijkbijDuurstede0,74
IJsselstein0,68
Zeist0,67
Nieuwegein1,07
Aalsmeer0,44
Alkmaar1,15
Amstelveen0,28
Amsterdam0,53
Bergen(NH.)0,6
Beverwijk0,87
Blaricum0,1
Bloemendaal0,23
Castricum0,34
Diemen0,29
Edam-Volendam0,41
Enkhuizen0,63
Haarlem0,51
Haarlemmermeer0,34
Heemskerk0,78
Heemstede0,22
Heiloo0,24
DenHelder1,82
Hilversum0,61
Hoorn0,76
Huizen0,71
Landsmeer0,37
Laren(NH.)0,23
Medemblik1,19
Oostzaan0,22
Opmeer0,59
Ouder-Amstel0,21
Purmerend0,56
Schagen0,67
Texel0,61
Uitgeest0,43
Uithoorn0,46
Velsen0,99
Zandvoort0,67
Zaanstad0,66
Alblasserdam0,67
AlphenaandenRijn0,58
Barendrecht0,49
Drechterland0,62
CapelleaandenIJssel0,72
Delft0,97
Dordrecht1,04
Gorinchem0,94
Gouda1,29
's-Gravenhage0,75
Hardinxveld-Giessendam0,69
Hendrik-Ido-Ambacht0,38
StedeBroec1,08
Hillegom0,58
Katwijk0,68
KrimpenaandenIJssel0,53
Leiden0,87
Leiderdorp0,4
Lisse0,68
Maassluis0,6
Nieuwkoop0,71
Noordwijk0,5
Oegstgeest0,49
Oudewater0,3
Papendrecht1,01
Ridderkerk0,76
Rotterdam1,05
Rijswijk(ZH.)0,67
Schiedam0,78
Sliedrecht0,84
Albrandswaard0,45
Vlaardingen1,05
Voorschoten0,39
Waddinxveen0,77
Wassenaar0,29
Woerden0,72
Zoetermeer0,77
Zoeterwoude0,45
Zwijndrecht1,1
Borsele1,03
Goes1,1
WestMaasenWaal0,7
Hulst1,76
Kapelle1,1
Middelburg(Z.)1,06
Reimerswaal0,59
Terneuzen1,46
Tholen1,17
Veere0,62
Vlissingen1,55
DeRondeVenen0,78
Tytsjerksteradiel0,68
Asten0,39
Baarle-Nassau0,61
BergenopZoom0,77
Best0,3
Boekel0,54
Boxtel0,64
Breda0,61
Deurne0,28
Pekela1,84
Dongen0,27
Eersel0,38
Eindhoven0,91
Etten-Leur0,46
Geertruidenberg0,53
GilzeenRijen0,62
Goirle0,77
Helmond0,91
's-Hertogenbosch0,86
Heusden0,73
Hilvarenbeek0,35
LoonopZand0,49
Nuenen,GerwenenNederwetten0,2
Oirschot0,3
Oisterwijk0,45
Oosterhout0,81
Oss1,05
Rucphen1,16
Sint-Michielsgestel0,57
Someren0,27
SonenBreugel0,44
Steenbergen0,89
Waterland0,21
Tilburg1,02
Valkenswaard1,07
Veldhoven0,49
Vught0,39
Waalre0,33
Waalwijk0,57
Woensdrecht0,61
Zundert0,59
Wormerland0,31
Landgraaf1,22
Beek(L.)0,64
Beesel1,48
Bergen(L.)0,93
Brunssum1,06
Gennep0,85
Heerlen1,99
Kerkrade1,82
Maastricht1,18
Meerssen0,27
MookenMiddelaar0,49
Nederweert0,94
Roermond1,25
Simpelveld1,4
Stein(L.)0,33
Vaals1,06
Venlo1,5
Venray0,92
Voerendaal0,28
Weert1,08
ValkenburgaandeGeul0,72
Lelystad1,42
HorstaandeMaas0,73
OudeIJsselstreek1,17
Teylingen0,64
UtrechtseHeuvelrug0,66
OostGelre0,74
Koggenland0,34
Lansingerland0,17
Leudal1,03
Maasgouw0,8
Gemert-Bakel0,57
Halderberge0,91
Heeze-Leende0,28
Laarbeek0,67
Reusel-DeMierden0,89
Roerdalen1,35
Roosendaal1,09
Schouwen-Duiveland0,66
AaenHunze0,6
Borger-Odoorn1
DeWolden0,75
Noord-Beveland1,09
Wijdemeren0,46
Noordenveld0,55
Twenterand1,44
Westerveld0,66
Lingewaard0,51
Cranendonck0,74
Steenwijkerland0,96
Moerdijk0,96
Echt-Susteren1,12
Sluis1,31
Drimmelen0,37
Bernheze0,65
Alphen-Chaam0,27
Bergeijk0,42
Bladel0,55
Gulpen-Wittem0,71
Tynaarlo0,41
Midden-Drenthe0,73
Overbetuwe0,58
HofvanTwente0,86
Neder-Betuwe0,68
Rijssen-Holten0,61
Geldrop-Mierlo0,79
Olst-Wijhe0,79
Dinkelland0,6
Westland0,28
Midden-Delfland0,48
Berkelland0,71
Bronckhorst0,83
Sittard-Geleen1,02
KaagenBraassem0,63
Dantumadiel1,08
Zuidplas0,46
PeelenMaas0,66
Oldambt1,87
Zwartewaterland0,78
S�dwest-Frysl�n1,17
Bodegraven-Reeuwijk0,56
Eijsden-Margraten0,57
StichtseVecht0,54
HollandsKroon0,91
Leidschendam-Voorburg0,54
Goeree-Overflakkee0,69
Pijnacker-Nootdorp0,18
Nissewaard1,08
Krimpenerwaard1,01
DeFryskeMarren0,87
GooiseMeren0,61
BergenDal1,02
Meierijstad0,73
Waadhoeke1,17
Westerwolde1,11
Midden-Groningen1,19
Beekdaelen0,55
Montferland0,71
Altena0,44
WestBetuwe0,43
Vijfheerenlanden0,76
HoekscheWaard0,44
HetHogeland0,72
Westerkwartier0,5
Noardeast-Frysl�n1,15
Molenlanden0,51
Eemsdelta1,08
DijkenWaard0,96
LandvanCuijk0,83
Maashorst0,88
VoorneaanZee0,76
¹⁾ De peildatum van het totale aantal jongeren is 1 januari 2024 en komt dus niet overeen met de peildatum van het aantal jongeren met jeugdbescherming (30 juni 2024).

1) Zie: Achtergrondkenmerken van jongeren met jeugdzorg.
2) Voor alle huishoudkenmerken is de meest recent beschikbare informatie gebruikt. Voor ouders in het hetzelfde huishouden is dit de situatie op 31 december 2023. WMO in huishouden is gebaseerd op twee databronnen over de ondersteuning in 2022 op grond van de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO); de combinatie van deze bronnen is zo goed als volledig, alleen in enkele gemeenten ontbreekt de WMO waarvoor geen eigen bijdrage via CAK is betaald. GGZ in huishouden is een combinatie van of personen in het huishouden in het verslagjaar zorgkosten voor GGZ hebben gemaakt (2021) en of personen in het huishouden medicatie gebruikten vanwege psychische problemen (2022). Voor verdachte in het huishouden is gekeken of personen in het huishouden in de periode 2019-2023 zijn geregistreerd als verdachte, ongeacht het type misdrijf.
3) Gegevens over huishoudinkomen betreft de stand op 1 januari 2022. Dat is de meest recente datum waarop dit kenmerk beschikbaar is.
4) Volgens het woonplaatsbeginsel. Zie: VNG, Woonplaatsbeginsel jeugdhulp.