3. Reizigerskilometers
In dit hoofdstuk worden reizigerskilometers per jaar gepresenteerd van inwoners van 6 jaar of ouder in particuliere huishoudens in Nederland. De totale vervoersprestatie betreft alle reizigerskilometers van inwoners van Nederland in Nederland inclusief binnenlandse vakanties en serieverplaatsingen maar exclusief (beroepsmatig) wegvervoer met vrachtwagens.
Bij het vergelijken van de cijfers in dit hoofdstuk dient rekening te worden gehouden met het feit dat het aantal kilometers per jaar afhankelijk is van het aantal dagen van het jaar (schrikkeljaren), maar dat dit bijvoorbeeld ook afhankelijk kan zijn van het aantal doordeweekse dagen, weekenddagen en werkdagen in een jaar (zie bijlage B voor een overzicht met de verschillen per jaar).
De vervoersprestatie in tabel 3.1 is uitgesplitst naar vervoerwijze. Zoals gebruikelijk voor de reizigerskilometers zijn de afstanden gebaseerd op de ritinformatie4).
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | verschil 2022 t.o.v. 2021 (%) | verschil 2022 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 218,8 | 152,0* | 168,4* | 186,9* | +11 | -15 |
Personenauto als bestuurder | 108,5 | 79,4* | 85,6* | 92,9* | +9 | -14 |
Personenauto als passagier | 39,0 | 25,8* | 30,2* | 32,7* | +8 | -16 |
Trein | 24,1 | 9,6* | 10,2 | 15,8* | +54 | -35 |
Bus/tram/metro | 6,5 | 2,9* | 3,5* | 5,0* | +46 | -22 |
Fiets | 17,8* | 15,5* | 16,1* | 18,4* | +14 | +3 |
Lopen | 5,2 | 6,6* | 8,2* | 7,2* | -12 | +40 |
Overig | 17,9 | 12,1* | 14,7* | 15,0 | +2 | -16 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. |
Door de covid-19 pandemie en de maatregelen die de regering nam om de gevolgen voor de bevolking en de gezondheidszorg zo gunstig mogelijk te laten verlopen, waren 2020 en 2021 uitzonderlijke jaren. Veel van die maatregelen hadden ook hun weerslag op het verplaatsingsgedrag van de Nederlandse bevolking. In 2022 zijn de meeste maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus SARS-CoV-19 beëindigd; halverwege januari 2022 eindigde een periode met een harde lockdown. Het virus en de bijbehorende maatregelen hadden in 2022 een minder grote uitwerking op de mobiliteit van Nederlandse bevolking dan in de twee jaren daarvoor. 2022 was echter ook het jaar waarin Rusland haar buurland Oekraïne binnenviel (24 februari 2022) en daarmee een oorlog startte die wereldwijd (economische) gevolgen had, zoals hogere brandstofprijzen.
In 2022 bedraagt de totale vervoersprestatie in ODiN 186,9 miljard reizigerskilometers zoals weergegeven in tabel 3.1. Dit is een significante toename van 11 procent ten opzichte van 2021. De totale vervoersprestatie is bijna een zevende minder dan in ODiN 2019 en uit nadere analyse blijkt ook dat verschil significant. Voor de meeste vervoerwijzen geldt dat de totale vervoersprestatie in 2022 significant is toegenomen ten opzichte van 2021. De vervoersprestatie voor de modaliteit ‘lopen’ is daarentegen significant lager dan in 2021 (-12 procent). Ten opzichte van 2019 liggen de vervoersprestaties van bijna alle vervoerwijzen in 2022 significant lager dan in 2019. Uitzondering hierop vormen de vervoersprestaties van fietsen en lopen die in 2022 significant hoger zijn dan in 2019 (3 en 40 procent, respectievelijk).
Het aantal reizigerskilometers afgelegd door autobestuurders van een personenauto in 2022 is in vergelijking met 2021 significant toegenomen met 9 procent tot 92,9 miljard kilometer. Vergeleken met 2019 is het aantal personenautobestuurderskilometers in 2022 significant lager (-14 procent). Het aantal kilometers voor passagiers in een personenauto nam in 2022 eveneens significant toe ten opzichte van 2021. Vergeleken met 2019 zijn de autopassagierskilometers in 2022 significant lager (-16 procent).
Voor het controleren van de plausibiliteit van het aantal personenautobestuurderskilometers door inwoners van Nederland op Nederlands grondgebied uit ODiN 2022, kon alleen een vergelijking worden gemaakt met voorlopige cijfers van het CBS over het aantal kilometers gemaakt met personenauto’s op Nederlands grondgebied in 2022, berekend op basis van kilometerregistraties uit de OKR (Online Kilometer Registratie) van de Dienst Wegverkeer (RDW)(CBS, 2023b). Op basis van die voorlopige cijfers blijkt dat in vergelijking met 2021 het aantal kilometers van Nederlandse plus buitenlandse personenauto’s op Nederlands grondgebied in 2022 is toegenomen met ruim 8 procent (zie paragraaf 7.3). Op basis van beide resultaten van +9 procent (ODiN) én +8 procent (verkeersprestaties) blijkt dat deze elkaar ondersteunen en daarmee de plausibiliteit van het ODiN-resultaat.
Het aantal treinreizigerskilometers is in 2022 significant gewijzigd ten opzichte van 2021. Uit ODiN blijkt dat het aantal reizigerskilometers met de trein is toegenomen van 10,2 miljard in 2021 naar 15,8 miljard in 2022. Een toename van 54 procent. Ten opzichte van de 24,1 miljard reizigerskilometers in 2019 is het aantal treinreizigerskilometers in 2022 35 procent lager. De grootste treinvervoerder, de Nederlandse Spoorwegen (NS), rapporteert letterlijk in het jaarverslag over 2022: “In 2022 maakten reizigers 13,3 miljard kilometers met de trein (2021: 9 miljard)” (NS, 2023). Uit een NS-tabel over duurzame prestaties blijkt dat het aantal reizigerskilometers in 2019 18,9 miljard bedroeg, in 2020 8,3 miljard, in 2021 8,6 miljard en in 2022 13,3 miljard). Uit deze NS-cijfers is te berekenen dat in 2022 het aantal reizigerskilometers met de trein is toegenomen met 54 procent ten opzichte van 2021. In vergelijking met 2019 is het aantal treinreizigerskilometers in 2020 volgens de NS 29 procent lager. Deze tendens komt in grote mate overeen met de ODiN-resultaten.
Uit de ODiN-cijfers blijkt dat het aantal reizigerskilometers met bus, tram en metro met 46 procent (significant) toenam van 3,5 miljard kilometer in 2021 naar 5 miljard in 2022. Daarmee lag het aantal reizigerskilometers met deze vervoerwijzen bijna een kwart onder het niveau van 2019.
In de OV-klantenbarometer (CROW, 2023) wordt vermeld dat het aantal OV-reizigers dat bij het veldwerk is geteld, per rit in 2021 59 procent is van de bezetting in 2019. In 2022 kwam dit uit op 74 procent van de bezetting in 2019 (zie ook paragraaf 7.6.2.) Dit zijn cijfers over het gehele OV. Hoewel niet 1-op-1 vergelijkbaar met de resultaten uit ODiN in reizigerskilometers, kan uit de gegevens van de OV-klantenbarometer worden opgemaakt dat er in 2022 door meer personen is gereisd met het OV en dat het percentage reizigers in 2022 ongeveer een kwart lager is dan in 2019. Deze tendens wijst in dezelfde richting als de resultaten uit ODiN.
‘In 2022 27 procent minder ingecheckt in openbaar vervoer dan voor corona’, kopte het CBS (CBS, 2023a). Uit nieuwe cijfers over inchecktransacties bij trein, bus, tram en metro, samengesteld door het CBS en Translink blijkt dat in 2022 966 miljoen keer werd ingecheckt in het openbaar vervoer, hetgeen een toename is van 40 procent vergeleken met 2021 (zie ook paragraaf 7.6.4). Nu is het aantal inchecktransacties niet 1-op-1 vergelijkbaar met de reizigerskilometers en registreert Translink niet het complete OV, maar het geeft wel aan dat er vaker gereisd is in 2022 met het openbaar vervoer.
Het totale aantal reizigerskilometers op de fiets nam van 2021 naar 2022 significant toe met 2,3 miljard (14 procent). Enige ondersteuning voor een toename van het aantal reizigerskilometers op de fiets volgt uit resultaten van het Landelijk Reizigersonderzoek 2022 (IenW, 2023). Voor dit onderzoek onder Nederlanders van 18 jaar of ouder, zijn van begin oktober 2022 tot en met begin november 2022 data verzameld. Uit het rapport van het Landelijk Reizigersonderzoek opgesteld in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat blijkt dat volgens de deelnemers aan het onderzoek het aantal fietsritten in het woon-werkverkeer met ruim 2 miljoen per week is toegenomen ten opzichte van 2021 (zie paragraaf 7.5 voor meer informatie over dit onderzoek).
Uit de gegevens van ODiN 2022 blijkt dat ten opzichte van 2019 de vervoersprestatie op de fiets ook significant verschilt. Het aantal van 18,4 miljard reizigerskilometers op de fiets in 2022 is significant hoger (3 procent) dan in 2019 (17,8 miljard kilometer).
De vervoersprestatie van lopen is in 2022 significant verminderd met 1 miljard reizigerskilometers (-12 procent) in vergelijking met 2021. Ten opzichte van 2019 is het aantal reizigerskilometers te voet in 2022 2 miljard hoger (40 procent), dat is significant.
Als laatste volgt de totale vervoersprestatie van ‘overige vervoerwijzen’. Uit de gegevens van 2022 blijkt dat deze niet significant is gewijzigd ten opzichte van 2021, maar wel ten opzichte van 2019. Het aantal reizigerskilometers met het totaal aan ‘overige vervoerwijzen’ waaronder bestelauto’s, brom-, snor- en motorfietsen, invalidevoertuigen, steps, skeelers en dergelijke, is in 2022 ongeveer een zesde deel lager dan in 2019.
Tabel 3.2 bevat de totale reguliere reizigerskilometers in Nederland van inwoners in particuliere huishoudens in Nederland weergegeven naar verplaatsingsmotief.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | verschil 2022 t.o.v. 2021 (%) | verschil 2022 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 210,9 | 147,0* | 161,2* | 180,9* | +12 | -14 |
Van en naar het werk | 57,0* | 36,4* | 36,3 | 44,3* | +22 | -22 |
Zakelijk en beroepsmatig | 19,2* | 10,9* | 11,4 | 12,4 | +9 | -35 |
Diensten en verzorging | 4,3 | 3,6* | 4,4* | 4,3 | -2 | +1 |
Winkelen en boodschappen doen | 18,3 | 14,7* | 15,3 | 17,1* | +12 | -7 |
Onderwijs of cursus volgen | 12,0 | 6,0* | 6,9* | 9,7* | +40 | -19 |
Visite en logeren | 34,2* | 24,0* | 27,6* | 30,1* | +9 | -12 |
Uitgaan, sport en hobby | 39,2* | 23,7* | 27,8* | 34,1* | +23 | -13 |
Toeren en wandelen | 9,5 | 12,2* | 14,9* | 12,3* | -17 | +29 |
Ander motief | 17,2 | 15,4* | 16,6* | 16,7 | 0 | -3 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. |
Uit de ODiN-gegevens van tabel 3.2 volgt dat het totaal aantal reguliere reizigerskilometers in 2022 significant verschilt met 2021. Ook is er een significant verschil ten opzichte van 2019, blijkt uit aanvullende analyse. Het verschil tussen de totale vervoersprestatie (tabel 3.1) en het totaal aantal reguliere reizigerskilometers bedraagt in 2022 6,0 miljard kilometer (in 2021 was dat 7,1 miljard kilometer). Het verschil tussen beide gegevens is toe te schrijven aan de serieverplaatsingen die bij het berekenen van de totale vervoersprestatie wél worden meegenomen, maar niet bij de reguliere verplaatsingen. Het aantal kilometers aan serieverplaatsingen van 6,0 miljard reizigerskilometers is in 2022 ruim 15 procent lager dan in 2021, en ligt onder het niveau van 2019 toen er bijna 8 miljard kilometer aan serieverplaatsingen werd afgelegd. Aanvullende analyse van de serieverplaatsingen leert dat het aantal reizigerskilometers gereden in bestelauto’s in 2022 significant is afgenomen met ruim een miljard kilometers in vergelijking met 2021 (-33 procent). Aangezien bestelauto’s tijdens serieverplaatsingen veelal gebruikt worden voor het halen en brengen van goederen, ligt deze afname in lijn met andere CBS-onderzoeken waaruit volgt dat de Nederlander in 2022 minder goederen online koopt en dat de omzet van de internetverkopen in 2022 is afgenomen met 5,8 procent in vergelijking met 2021 (CBS, 2022a en CBS, 2022b).
Gelet op de verdeling naar motief in tabel 3.2 blijkt dat voor de motieven ‘Van en naar het werk’, ‘Winkelen en boodschappen doen’, ‘Onderwijs- of cursus volgen’, ‘Visite en logeren’ en uit ‘Uitgaan, sport en hobby’ het aantal reguliere reizigerskilometers in ODiN 2022 significant hoger is dan bij ODiN 2021. Met als motief ‘Toeren en wandelen’ zijn in 2022 significant minder reizigerskilometers afgelegd. Voor alle andere motieven geldt dat het aantal reguliere reizigerskilometers in 2022 niet significant verschilt van 2021.
De overheid heeft in 2020 en 2021 vele maatregelen genomen om de kans op besmetting met en verspreiding van het coronavirus zo veel mogelijk te beperken (Rijksoverheid, z.d.), (RIVM, 2022). Eind 2021 werd een harde lockdown ingevoerd. In december 2021 meldt de Nederlandse regering dat het aantal coronabesmettingen (omikron variant) zeer snel oploopt. Zij kondigt daarop aan dat Nederland vanaf zondag 19 december in een lockdown gaat. De regels die dan gelden luiden: blijf zoveel mogelijk thuis, ook tijdens de feestdagen. Buiten maximaal met 2 personen of 1 huishouden samen zijn (kinderen jonger dan 13 uitgezonderd) en ontvang op 24 tot en met 26 december en tijdens de jaarwisseling maximaal 4 personen (maximaal 2 per dag). Publiek toegankelijke locaties gaan dicht met uitzondering van essentiële winkels en diensten, bibliotheken, banken en overheidsorganisaties. Ook scholen en buitenschoolse opvang (BSO) gaan dicht. Voor kwetsbare leerlingen en kinderen van ouders met een cruciaal beroep zijn er uitzonderingen.
Op 10 januari 2022 worden de regels versoepeld. Basisscholen, middelbare scholen en scholen voor speciaal (voortgezet) onderwijs en de BSO openen weer.
Op 15 januari 2022 gaan het MBO (middelbaar beroepsonderwijs), HBO (hoger beroepsonderwijs) en de universiteiten weer open. Diverse activiteiten mogen weer zowel binnen als buiten worden uitgeoefend zoals toneel- of muziekles, sporten. Maar er gelden nog restricties zoals de verplichting een coronatoegangsbewijs te hebben voor deelname. Het houden van sportwedstrijden is enkel toegestaan binnen de eigen club en zonder publiek. Niet essentiële winkels mogen open tot 17.00, noodzakelijke winkels tot 20.00 uur. In winkels is een mondkapje en 1,5 meter afstand houden verplicht. Er mag maximaal 1 bezoeker per 5m² worden ontvangen. Kappers, nagelstudio’s en sekswerkers mogen weer werken tot 17.00 uur. Thuis mag men nu maximaal 4 personen per dag van 13 jaar of ouder ontvangen.
Op 26 januari 2022 mogen restaurants, concertzalen, theaters, bioscopen, musea, dierentuinen en pretparken weer open tussen 05.00 en 22.00 uur. Binnen gelden vaste zitplaatsen. Evenementen (concerten en beurzen) mogen weer binnen en buiten met maximaal 1.250 mensen en vaste zitplaatsen. Grote evenementen mogen alleen buiten plaatsvinden, maar festivals zijn nog niet toegestaan.
Vanaf 15 februari 2022 is bezoek thuis weer mogelijk en mogen mensen de helft van de tijd op kantoor werken. In de maanden daarna verdwijnen stapsgewijs de meeste coronamaatregelen. Op 15 maart worden de coronaregels omgezet in adviezen en zijn er geen coronaregels en adviezen meer om thuis te werken (RIVM, 2023).
Uit de resultaten van ODiN 2022 blijkt dat het totaal aantal reguliere reizigerskilometers afgelegd voor het motief ‘Onderwijs of cursus volgen’ ten opzichte van 2021 significant is toegenomen met 40 procent tot 9,7 miljard. Ook in 2021 zorgden overheidsmaatregelen met betrekking tot het onderwijs ervoor dat onderwijsinstellingen soms fysiek moesten sluiten teneinde besmettingen te voorkomen Dit gold ook voor de kinderopvang en de buitenschoolse opvang (BSO). In 2022 golden dit soort maatregelen in vergelijking met de twee voorafgaande jaren voor een veel kortere periode namelijk alleen tot 15 januari. Voor een deel van het onderwijs gingen zelfs de deuren op 10 januari weer open. In vergelijking met ‘pre-coronajaar’ 2019 ligt het aantal reizigerskilometers voor ‘Onderwijs of cursus volgen’ 19 procent lager.
Het aantal reizigerskilometers ‘Van en naar het werk’ is in vergelijking met 2021 met 22 procent significant toegenomen tot ruim 44 miljard in 2022. Ten opzichte van 2019 is dit significant lager (-22 procent ofwel 12,7 miljard reizigerskilometers minder). Tot 15 februari 2022 was op mensen die op kantoor werkten nog de coronaregel over thuis werken van toepassing. Vanaf 15 februari 2022 mochten mensen de helft van de tijd op kantoor werken. Volgens de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (TNO, 2023) was vanaf 2020 een sterke stijging te zien in het aandeel werknemers dat deels thuis, ofwel hybride werkt. Het aandeel steeg van bijna 37% in 2019 naar ruim 47% in 2020. Sinds de pandemie is het thuiswerken iets afgenomen. In 2022 werkten bijna de helft van de werknemers (45%) soms of meestal thuis. In totaal werkten Nederlanders in 2022 gemiddeld 11 uur per week thuis. Twee jaar daarvoor was dat nog 19 uur (Arboportaal.nl, 2023).
Volgens het Landelijk Reizigersonderzoek waarvan de dataverzameling is uitgevoerd van 10 oktober tot 8 november 2022 wordt er nog steeds thuisgewerkt, maar is dat minder vaak dan in voorgaande jaren. Uit dat onderzoek volgt dat er in 2022 gemiddeld 1,1 dag per week werd thuisgewerkt en dat dit minder was dan in 2021, maar meer dan vóór corona (IenW, 2023, zie ook paragraaf 7.5). Deze resultaten en ook de resultaten op basis van het NEA ondersteunen de plausibiliteit van de gevonden resultaten betreffende de veranderingen van het aantal reizigerskilometers gereisd om ‘Van en naar het werk’ te gaan van ODiN 2022 in vergelijking met ODiN 2021 en ODiN 2019.
In 2022 zijn significant meer reizigerskilometers afgelegd voor ‘Winkelen en boodschappen doen’ namelijk 12 procent meer dan in 2021. Zoals hierboven gemeld werden de openingstijden van niet essentiële winkels op 15 januari 2022 verruimd en een maand later waren er weinig beperkingen meer voor het bezoeken van winkels. Ook de rest van 2022 volgden geen extra beperkingen meer van de reguliere openingstijden. Naast een toename van het aantal reizigerskilometers in ODiN, volgt ook uit de CBS-gegevens over de omzet van de detailhandel dat deze van 2021 naar 2022 is toegenomen met 7,5 procent (CBS, 2022b). In vergelijking met ODiN 2019 zijn er in 2022 significant minder reizigerskilometers afgelegd (-7 procent) om boodschappen te doen en te winkelen. Deze ontwikkeling is ook terug te zien in de omzetgegevens van de detailhandel waaruit volgt dat de omzet in 2022 bijna 19 procent lager is dan in 2019.
Uit ODiN blijkt dat in 2022 23 procent meer reizigerskilometers zijn gemaakt dan in 2021 om uit te gaan, te sporten of om een hobby uit te oefenen. Dat verschil is significant. In 2022 waren er na de harde lockdown nog voor een deel van het jaar beperkingen met betrekking tot bezoek aan uitgaansgelegenheden, bioscoop- en theatervoorstellingen, sportevenementen, festivals en dergelijke (RIVM, 2023). In het Landelijk Reizigersonderzoek (LRO) wordt gemeld dat het aandeel mensen dat reizen maakt voor bezoek aan familie en vrienden en voor vrijetijdsbesteding in 2022 op hetzelfde niveau gebleven is als in 2021 en nog niet terug is op het niveau van vóór corona. Bij het interpreteren van de deze LRO-resultaten is voorzichtigheid geboden. Gezien de periode waarin de dataverzameling in beide jaren plaatsvond is bij de doorrekening naar jaartotalen aangenomen dat de onderzoeksweek in oktober 2022 representatief is voor het hele jaar 2022. Dat zal waarschijnlijk niet het geval zijn geweest rapporteren de onderzoekers. Voor de 2021 uitkomsten geldt dit eveneens (IenW, 2023 pag. 19). Daarnaast is de onderzoekspopulatie van beide onderzoeken verschillend en zijn er mogelijk ook verschillen tussen de afbakening van de motieven in het ODiN en het LRO. Daarnaast is het moeilijk het aandeel mensen dat reizen maakt (LRO) te vergelijken met het aantal reizigerskilometers (ODiN). Dit alles maakt het lastig een uitspraak te doen of de in het LRO gemelde tendens wel of niet in lijn is met de gevonden toename het aantal reizigerskilometers voor de motieven ’Visite en logeren’ (9 procent) en ‘Uitgaan, sport en hobby’ (23 procent) van 2021 naar 2022 in het ODiN-onderzoek.
In ODiN 2022 blijkt dat er een significant verschil is tussen het aantal reizigerskilometers voor het motief ‘Uitgaan, sport en hobby’ in 2022 in vergelijking met 2019 (-13 procent). Dit lijkt wel meer in lijn met de gevonden richting in het Landelijk Reizigersonderzoek dat het aandeel mensen dat reizen maakt voor vrijetijdsbesteding in 2022 nog niet terug is op het niveau van vóór corona.
De significante toename in ODiN van het aantal reizigerskilometers met 9 procent voor het motief ‘Visite en logeren’ van 2021 naar 2022 was te verwachten. In 2022 waren nog maar een relatief korte periode (tot 15 februari) beperkende regels van kracht omtrent bezoek voor mensen die niet met het coronavirus besmet waren, in vergelijking met 2021 (zie RIVM, 2023). Ondanks de toename van het aantal reizigerskilometers voor dit motief in 2022 is het aantal reizigerskilometers voor ‘Visite en logeren’ ten opzichte van 2019 significant lager (-12 procent).
Het aantal kilometers dat is afgelegd met het motief ‘Zakelijk en beroepsmatig’ in 2022 is niet significant gewijzigd ten opzichte van een jaar eerder. Het aantal zakelijke en beroepsmatige kilometers in 2022 (12,4 miljard kilometer) was 35 procent lager dan in 2019.
Opmerkelijk is dat in 2022 het aantal reizigerskilometers gemaakt voor toeren en wandelen gedaald is met 17 procent. De afgelopen twee jaren was dit aantal reizigerskilometers steeds toegenomen. In 2020 en 2021 was wandelen en ook toeren, vaak een van de weinige dingen die mensen nog konden doen om een ‘frisse neus’ te halen binnen de beperkende maatregelen die er golden om besmettingen met het coronavirus te beperken. Uit de tijdlijn van het RIVM blijkt, dat er veel minder beperkende maatregelen waren in 2022 en Nederland uiteindelijk helemaal ‘van het slot’ ging in maart. Er was daardoor een grotere keuze in activiteiten. Er is een significant verschil tussen het aantal reizigerskilometers afgelegd voor toeren en wandelen in 2022 en 2019. Het aantal reizigerskilometers voor toeren en wandelen is in 2022 zo’n 2,8 miljard hoger (29 procent) dan in 2019. Op dit moment zijn er geen onderzoeken beschikbaar waar dit gevonden resultaat aan kan worden getoetst.
Het aantal reizigerskilometers met het motief ‘Diensten en verzorging’ in 2022 bleef nagenoeg gelijk aan dat van 2021 (verschil is niet significant). Ook het verschil in reizigerskilometers tussen 2022 ten opzichte van 2019 is niet significant voor dit motief.
Ten behoeve van de plausibiliteitsrapportage van dit jaar is onderstaande extra analyse naar maand gemaakt voor resultaten gepresenteerd over de vervoersprestatie in tabel 3.1 en over de reguliere reizigerskilometers in tabel 3.2.
In grafiek 3.3 is de totale vervoersprestatie van 2018 tot en met 2022 per maand in beeld gebracht. De totale vervoersprestatie (zie ook tabel 3.1) is de som van het aantal reguliere reizigerskilometers en de kilometers van serieverplaatsingen. Uit de grafiek is af te leiden dat het patroon van de vervoersprestaties per maand over het hele jaar voor de jaren 2018 en 2019 grote overeenkomsten vertonen. Het niveau van beide jaren komt sterk overeen. De grootste verschillen komen voor in maanden augustus en november. In augustus en november was vervoersprestatie in 2019 7 procent hoger dan in 2018. Of deze verschillen significant zijn, is niet berekend.
maand | 2018 (mld km) | 2019 (mld km) | 2020 (mld km) | 2021 (mld km) | 2022 (mld km) |
---|---|---|---|---|---|
januari | 18,5 | 17,7 | 16,7 | 9,8 | 12,4 |
februari | 16,5 | 16,3 | 16,2 | 9,8 | 12,7 |
maart | 18,2 | 17,5 | 11,8 | 12,2 | 16,1 |
april | 18,9 | 18,2 | 7,1 | 12,9 | 15,4 |
mei | 19,3 | 19,0 | 10,4 | 14,7 | 16,8 |
juni | 18,5 | 18,9 | 12,4 | 14,8 | 16,0 |
juli | 18,8 | 18,0 | 15,5 | 16,0 | 15,4 |
augustus | 17,4 | 18,7 | 14,5 | 16,8 | 16,2 |
september | 18,5 | 19,2 | 14,2 | 16,4 | 16,2 |
oktober | 19,1 | 18,9 | 11,9 | 17,3 | 16,6 |
november | 17,6 | 18,9 | 11,2 | 14,5 | 16,7 |
december | 16,8 | 17,7 | 10,2 | 13,1 | 16,2 |
De vervoersprestaties van de maanden januari en februari 2020 lopen tot en met februari relatief gelijk op met die in dezelfde maanden van 2018 en 2019. Na februari 2020 neemt de vervoersprestatie fors af. In maart 2020 kondigde de overheid een “intelligente” lockdown af; ze nam maatregelen met als doel verspreiding van het coronavirus te beperken (RIVM, 2022). Maart 2020 is de vervoersprestatie bijna een derde lager dan in dezelfde maand in 2019. In april 2020 is de vervoersprestatie in vergelijking met dezelfde maand in 2019 bijna twee derde lager. Vanaf mei 2020 worden enkele maatregelen versoepeld: meeste contactberoepen zijn weer mogelijk en basisscholen en kinderdagverblijven mogen weer open. In juni kunnen scholen voor voortgezet onderwijs gedeeltelijk open en mag ook de horeca weer open. Vanaf mei 2020 neemt de vervoersprestatie dan ook weer toe. In mei is de vervoersprestatie 45 procent lager dan in mei 2019 en in juni 34 procent lager dan in juni 2019 en deze neemt toe totdat het verschil in juli 2020 14 procent is vergeleken met juli 2019. In juli 2020 vindt er verdere versoepeling van de maatregelen plaats. Na juli 2020 neemt de vervoersprestatie weer af. Mogelijk is dat een combinatie van seizoensinvloeden zoals de vakantie en geleidelijke aanscherping van coronamaatregelen. Dit is niet verder onderzocht. In september 2020 is de vervoersprestatie ruim een kwart lager dan in september 2019. In oktober 2020 kondigde de overheid een gedeeltelijke lockdown af en op 14 december een lockdown met meer beperkende maatregelen. Vanaf oktober 2020 wordt het verschil in vervoersprestatie tussen dezelfde maanden in 2019 weer groter. De vervoersprestatie in oktober is 37 procent lager, in november 40 procent lager en in december 42 procent lager.
Gelet op de tijdlijnen van 2020 en 2021 in grafiek 3.3, is zichtbaar dat de vervoersprestatie van de maanden januari en februari 2021 fors lager ligt dan die van januari 2018, 2019 en 2020. Het verschil met 2020 in die maanden is rond de -40 procent. In januari 2021 werd aan de reeds geldende maatregelen ook een avondklok toegevoegd. Vanaf 1 maart 2021 volgen er weer wat versoepelingen. In maart 2021 neemt de vervoersprestatie toe tot 4 procent boven het niveau van maart 2020. In april ligt de vervoersprestatie van 2021 82 procent boven het niveau van april 2020. Een van de redenen daarvoor is dat in april 2020 de vervoersprestatie op een dieptepunt was. Toen gold de “intelligente lockdown”. Het verschil met april 2019 is dan -29 procent. Tot juli 2021 vinden er weer versoepelingen van maatregelen plaats (zie RIVM, 2022). Het niveau van de vervoersprestatie van de maanden mei en juni ligt dan ook hoger dan dat in 2020 in dezelfde maanden. In juli 2021 is de vervoersprestatie ruim een tiende lager dan in juli 2019. Na oktober 2021 worden de overheidsmaatregelen weer aangescherpt bijvoorbeeld met: “werk minimaal de helft van de tijd thuis” tot “ga alleen naar het werk als het moet”, sporten zonder publiek etc. Op 19 december 2021 volgt weer een lockdown. Ofschoon de totale vervoersprestatie ook in de maanden november en december hoger is dan in dezelfde maanden in 2020 toen ook daar strenge maatregelen en een lockdown golden was er toch een verschil in het pakket van maatregelen in die jaren. De vervoersprestatie in november en december 2021 was toch bijna 30 procent hoger dan in 2020, maar ongeveer een kwart lager dan in 2019.
Volgen we de tijdlijnen van 2022 en 2021, dan valt op dat in alle maanden van beide jaren de vervoersprestatie lager is dan in dezelfde maanden in 2019. In de maanden maart en december van 2022 is het verschil in vervoersprestatie het kleinst, namelijk rond 8 á 9 procent lager dan in dezelfde dagen in 2019. Of dit verschil statistisch significant is, is niet berekend. Het verschil is het grootst in de eerste twee maanden. In januari en februari 2022 is de totale vervoersprestatie respectievelijk bijna een derde en bijna een kwart lager dan in 2019 (-29 procent en -22 procent). In januari en in een deel van februari 2022 gold ook een lockdown. Ook in begin 2021 was er in die periode een lockdown. Het exacte pakket aan maatregelen waaruit beide lockdowns bestonden was overigens niet hetzelfde. De vervoersprestatie tijdens de lockdown in 2022 was hoger dan 2021. Vanaf maart 2022 is de vervoersprestatie in 2022 relatief stabiel en in de zomermaanden juli en augustus liggen de vervoersprestaties van de jaren 2020, 2021 en 2022 relatief dicht bij elkaar. In die periode golden er relatief weinig beperkende maatregelen of zelfs bijna geen mobiliteitsbeperkende maatregelen zoals in 2022. Het verschil in vervoersprestatie tussen juli 2019 en juli 2022 is -14 procent. In beide jaren zijn er op dat moment geen of nauwelijks nog maatregelen die de mobiliteit beperken.
Het totaal aantal reguliere reizigerskilometers is de totale vervoersprestatie minus de kilometers afgelegd tijdens serieverplaatsingen. In de eerder gepresenteerde tabel 3.2 is het aantal reguliere reizigerskilometers uitgesplitst naar motief. Voor het motief ‘Van en naar het werk’ zijn ook de verschillen per maand in de opeenvolgende jaren in kaart gebracht (grafiek 3.4). In de jaren 2020 en 2021 zijn tal van overheidsmaatregelen ter voorkoming van de verspreiding van coronavirussen genomen en met name maatregelen die betrekking hebben op werken.
maand | 2018 (mld km) | 2019 (mld km) | 2020 (mld km) | 2021 (mld km) | 2022 (mld km) |
---|---|---|---|---|---|
januari | 5,7 | 4,8 | 4,6 | 2,6 | 3,2 |
februari | 5,2 | 4,5 | 4,3 | 2,3 | 3,4 |
maart | 5,1 | 4,6 | 3,7 | 3,2 | 4,5 |
april | 5,0 | 4,9 | 1,9 | 3,0 | 3,4 |
mei | 5,2 | 5,1 | 2,3 | 2,8 | 3,8 |
juni | 5,3 | 4,3 | 3,0 | 3,2 | 3,8 |
juli | 5,5 | 4,9 | 3,0 | 3,3 | 3,3 |
augustus | 4,4 | 4,1 | 2,6 | 2,6 | 3,2 |
september | 4,7 | 4,7 | 3,2 | 3,5 | 3,9 |
oktober | 5,4 | 5,4 | 3,0 | 3,4 | 3,9 |
november | 5,2 | 5,2 | 2,6 | 3,5 | 4,1 |
december | 4,8 | 4,5 | 2,2 | 2,9 | 3,8 |
Op 12 maart 2020 werden mensen opgeroepen om zoveel mogelijk thuis te werken. Deze maatregel was vooral van toepassing voor mensen wier werk het zich leende om thuis te werken zoals veel kantoorpersoneel. Andere werkenden voor wie het werk op de werklocatie noodzakelijk was, zoals verplegend personeel of winkelpersoneel moesten toch hun gang naar het werk blijven maken. In januari en februari 2020 zijn er bescheiden verschillen (-4 procent, significantie niet berekend) met een jaar eerder in het aantal gereisde reguliere reizigerskilometers van en naar het werk. In maart 2020, als eerder genoemde maatregelen van start gaan, neemt het aantal reizigerskilometers af met een vijfde vergeleken met dezelfde maand in 2019. In de maanden april en mei 2020 ligt het aantal kilometers meer dan de helft lager (respectievelijk -62 procent en -54 procent) dan in dezelfde maanden in 2019. In de periode juni tot en met augustus 2020 worden de overheidsmaatregelen geleidelijk minder streng en volgen er versoepelingen van de openstelling van scholen. Ook het uitoefenen van contactberoepen is weer mogelijk en de horeca mag de deuren openen. Er worden geen specifieke versoepelingen aangekondigd voor bijvoorbeeld kantoorpersoneel dat thuis kan werken. De reizigerskilometers om van en naar het werk te gaan, nemen weliswaar toe ten opzichte van het dieptepunt in april maar liggen in die maanden een kwart tot een derde lager dan in dezelfde periode een jaar eerder. In augustus 2020 is het aantal reizigerskilometers van en naar het werk 37 procent minder dan in augustus 2019. In september 2020 is het aantal kilometers een derde minder dan in september 2019. In het laatste kwartaal van het jaar neemt het aantal reizigerskilometers gestaag af en wordt het verschil met 2019 groter. In november en december 2020 gingen er verzwarende maatregelen gelden en ging de overheid op 14 december over tot het uitroepen van een lockdown. Dat betekende onder andere sluiting van niet-essentiële winkels, sluiting van (sport)scholen en mensen werden gevraagd zoveel mogelijk thuis te blijven. Het aantal reizigerskilometers van en naar het werk neemt daarna in november en december 2020 af totdat het nog maar de helft bedraagt van het aantal kilometers gereisd van en naar het werk in november en december 2019.
Het aantal kilometers dat men van en naar het werk reist, bevindt zich in januari en februari 2021 nog steeds op een dieptepunt. Het verschil met januari en februari 2020 is dan respectievelijk -45 en -46 procent. Vanaf 1 maart mogen middelbare scholen en het MBO weer gedeeltelijk open, een deel van de contactberoepen mogen weer starten en (niet-essentiële) winkels mogen op afspraak weer klanten ontvangen. Ten opzichte van februari 2021 neemt het aantal reizigerskilometers voor reizen van en naar het werk weer toe. Het aantal kilometers in maart 2021 is bijna een derde lager (-29 procent) dan in 2019 toen dergelijke maatregelen niet golden. In april ligt het aantal reizigerskilometers van en naar het werk ruim boven dat van april 2020. Dat beeld is echter vertekenend, omdat in 2020 de “intelligente lockdown’ van kracht was waarin mensen werden opgeroepen zoveel mogelijk thuis te werken. In dezelfde periode in 2021 was de situatie wat minder streng maar bereikt het aantal gereisde kilometers van en naar het werk nog niet het niveau van 2019. Het aantal kilometers gereisd voor dit motief ligt in mei 45 procent lager dan in 2019 en in augustus 37 procent lager. Wel ligt in de periode april tot augustus 2021 het aantal reizigerskilometers hoger dan in 2020. In de zomermaand augustus ligt het aantal kilometers in 2020 en 2021 even hoog. Ook in de periode september tot en met december 2021 werd evenals in 2020 een oproep gedaan aan werkenden om thuis te werken als het kan of het aantal dagen op het werk te beperken tot de helft. Echter het aantal kilometers dat in deze maanden in 2021 wordt gereisd om van en naar het werk te gaan, ligt dan een tiende tot een derde hoger dan in dezelfde maanden in 2020, maar ruim een derde lager dan in 2019.
Ook begin 2022 geldt nog steeds de ‘harde lockdown’ die op 19 december 2021 was ingegaan. Vanaf 15 februari 2022 mogen mensen (weer) de helft van de tijd op kantoor werken. In januari 2022 is het aantal reizigerskilometers met het doel ‘Van en naar het werk’ alleen hoger dan in januari 2021 maar minder dan in januari 2018, 2019 en 2020. Als op 15 februari 2022, de lockdownmaatregelen worden versoepeld, neemt het aantal reizigerskilometers toe tot op nagenoeg hetzelfde niveau als in maart 2019. Op 15 maart worden de coronaregels afgevlakt tot adviezen en zijn er geen coronaregels en adviezen meer om thuis te werken. In januari 2022 worden er al bijna een kwart meer reizigerskilometers afgelegd om van en naar het werk te reizen dan in januari 2021. In februari en maart 2022 zijn dit al respectievelijk 46 en 38 procent meer kilometers dan in dezelfde maanden in 2021. In april 2022 is het aantal reizigerskilometers ondanks het feit dat per 15 maart de coronaregels alleen nog adviezen zijn, afgenomen met 23 procent (-1 miljard reizigerskilometers) in vergelijking met de maand ervoor. Over het eerste kwartaal van 2022 schrijft het CBS dat het ziekteverzuim het hoogst is dat ooit is gemeten (CBS, 2023c). Ook uit een onderzoek door Kantar onder leidinggevenden in opdracht van Nationale Nederlanden blijkt dat een record aantal mensen zich heeft ziekgemeld in het eerste kwartaal van 2022 (Nationale Nederlanden, 2023). In mei neemt het aantal gereisde kilometers van en naar het werk weer toe. In vergelijking met mei 2021 is het aantal reizigerskilometers in 2022 35 procent hoger. In juli is het aantal reizigerskilometers afgelegd met motief ‘Van en naar het werk’, gelijk aan dat van 2021. Na augustus 2022 neemt dit aantal weer toe. Het aantal reizigerskilometers blijft dan hoger dan in 2021 en 2020, maar is in 2022 lager dan in de jaren 2018 en 2019, variërend tussen -15 en -28 procent.