5. Samenvatting
Dit methodologische rapport is geschreven door het CBS, in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Het beschrijft het onderzoek gedaan naar MDT jongeren via het al lopende onderzoek Sociale Samenhang en Welzijn. Het doel van het onderzoek was om de verschillen in de steekproef tussen jongeren die wél en jongeren die niet hebben meegedaan aan MDT in kaart te brengen. Het unieke aan dit onderzoek is nog niet eerder zo direct MDT’ers zijn vergeleken met leeftijdgenoten die geen MDT-traject gevolgd hebben.
Kantar Public leverde 3875 personen aan het CBS voor de steekproef, waarvan er na verwerking uiteindelijk 1711 personen overbleven die bruikbaar waren voor bevraging. Daarvan hebben uiteindelijk 618 personen de vragenlijst Sociale Samenhang en Welzijn (editie 2022) volledig ingevuld. De referentiegroep bestaat uit 1048 personen die expliciet hebben aangegeven (nog) geen MDT-traject te hebben gevolgd.
Allereerst werd de steekproefuitzet MDT’ers gekoppeld aan de Stapelingsmonitor (2020). Zo werd meer info vergaard over kansenongelijkheid rondom inkomen, onderwijs, jeugdzorg en justitie. Daarna werd de responsgroep MDT’ers (n=618) vergeleken met de referentiegroep (n=1048) voor verschillende variabelen in sociale samenhang. Hieruit komt naar voren dat MDT’ers uit de steekproef vaker dan de referentiegroep wekelijks contact met anderen die een andere leeftijd hebben of een andere herkomst. Ook zijn deze MDT’ers vaker lid van een vereniging en deden zij vaker vrijwilligerswerk. Kanttekening bij deze laatste bevinding is dat bij deze vraagstelling niet expliciet is uitgesplitst naar vrijwilligerswerk naast een MDT-traject. MDT’ers vinden het vaker dan de referentiegroep belangrijk om zich in te zetten voor een ander en/of voor de samenleving. Er zijn geen verschillen gevonden tussen de steekproef MDT’ers en de referentiegroep naar geluk, tevredenheid en (frequentie van) sociale contacten.
Leeftijd en geslacht zijn gerelateerd aan het wel of niet meedoen aan MDT. Vrouwen doen vaker mee dan mannen, en de kans op het meedoen aan MDT neemt af naarmate leeftijd stijgt. Daarnaast is het meedoen aan MDT gerelateerd aan sterke talentontwikkeling.
Ook werden MDT’ers gevraagd naar de effecten van MDT. Hierbij gaf 61 procent aan dat MDT een positief effect had op hun motivatie om zich in te zetten voor de maatschappij. 29 procent gaf aan dat MDT een positief effect had op hun opleiding of het vinden van een baan. Vanwege de routing in de vragenlijst, in combinatie met de vermoedelijk nog lage naamsbekendheid van MDT, hebben slechts 319 (vraag 1) en 310 (vraag 2) MDT’ers deze vragen ingevuld.
Dit onderzoek schetst een beeld van de overeenkomsten en verschillen van MDT’ers in de steekproef versus de referentiegroep. Vanwege de kleine steekproefomvang en onzekerheden in de registerdata, is het niet mogelijk om uitspraken te doen en conclusies te trekken over de volledige groep MDT’ers in Nederland. Voor de volgende editie wordt gekeken naar alternatieve formulering om de doorstroom/respons over MDT effecten te verhogen.