4. Conclusie
Het huidige rapport geeft informatie over MDT’ers in relatie tot verschillende maatschappelijke aspecten. Dit is het eerste onderzoek in Nederland waarin MDT’ers direct vergeleken worden met niet MDT’ers. Eerdere onderzoeken focusten met name op bereidheid tot deelname aan MDT en naamsbekendheid (CBS, 2022), of keken puur naar (deelname aan) MDT zelf (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2023). Het betreft een methodologisch rapport waarin een effectevaluatie van MDT wordt beschreven. Vanwege de beperkte steekproefomvang en de onzekerheden in de MDT registerdata kunnen geen uitspraken gedaan worden of conclusies worden getrokken voor de gehele groep MDT’-ers in Nederland.
4.1 Bevindingen
De belangrijkste bevindingen uit het onderzoek zijn ten eerste dat MDT’ers uit de steekproef vaker wekelijks contact hadden met mensen die een andere herkomst hebben of waar minstens 5 jaar leeftijdsverschil tussen zit. MDT’ers uit de steekproef zijn ook vaker dan de referentiegroep lid van een vereniging en doen ook vaker vrijwilligerswerk. Deze laatste bevinding gebiedt enige voorzichtigheid aangezien in de vraagstelling niet specifiek is uitgesplitst naar vrijwilligerswerk naast MDT. Ten tweede komt uit het onderzoek naar voren dat leeftijd en geslacht samenhangen met het wel of niet meedoen aan MDT. Vrouwen doen vaker mee dan mannen en het meedoen aan MDT neemt af naarmate leeftijd stijgt. Daarnaast is het meedoen aan MDT significant gerelateerd aan een sterke talentontwikkeling. Ook vinden MDT’ers het vaker dan de referentiegroep belangrijk om je in te zetten voor en ander en voor de samenleving. De groep MDT’ers werd gevraagd naar de effecten van MDT. Hierbij gaf 61 procent aan dat MDT een positief effect had op hun motivatie om zich in te zetten voor de maatschappij. 29 procent gaf aan dat MDT een positief effect had op hun opleiding of het vinden van een baan. De laatste constatering is dat kansarmere jongeren ook meedoen aan MDT-trajecten.
4.2 Beperkingen
Dit onderzoek kent de nodige beperkingen, te beginnen met de lage steekproefomvang. Ondanks extra pogingen om de steekproef te vergroten, waren er slechts 1711 van de 3875 aangeleverde personen bruikbaar voor bevraging. Meer informatie hierover staat beschreven in de onderzoeksdocumentatie. De kleine aantallen beperkten ook de diepgang van de analyses. Er zijn grotere groepen gemaakt om voldoende celvulling te behouden, maar dat beperkt de informatieve waarde.
Daarbij komt dat door onzekerheden in de registerdata, MDT enkel gewogen kan worden naar de steekproef. Hierdoor kunnen geen uitspraken worden gedaan over de totale MDT populatie in Nederland. Bij de MDT groep corrigeert de weging voor de non-respons binnen de steekproef, terwijl de weging in de referentiegroep corrigeert voor de non-respons binnen de populatie. In de bijlagetabel is te zien dat de weging veelal effect heeft op de absolute getallen, maar weinig effect heeft op de verschillen tussen de groepen. Nergens keert de weging het verschil om of verandert het de significantie dusdanig van wel naar niet significant (of andersom).
Een specifieke routing in de SSW vragenlijst heeft geleid tot minder doorstroom van MDT’ers. De intro vraag “heeft u meegedaan aan Maatschappelijke Diensttijd of zou u ooit mee willen doen?” werd maar door 319 van de 618 MDT’ers met “Ik doe al mee of ik heb al meegedaan” beantwoord. Daardoor kregen enkel zij de vervolgvragen over het effect van MDT te zien. Deze introductievraag is nodig om enerzijds het onderwerp MDT te introduceren en anderzijds om MDT’ers uit de referentiegroep te filteren. Maar blijkbaar weten niet alle MDT’ers dat zij een traject van Maatschappelijke Diensttijd hebben gevolgd. De hoge non-respons zegt dus waarschijnlijk iets over de naamsbekendheid van MDT onder MDT’ers. Anderzijds kan het ook zijn dat er nog meer mensen in de referentiegroep mee hebben gedaan aan MDT, die niet via deze weg zijn geëxcludeerd. Voor de volgende editie dient deze vraag te worden herzien en eventueel ook de route worden aangepast, om de respons op deze vraag te verhogen.