Bijlage J
Herberekening totale vervoersprestatie ODiN 2018-2020
In deze bijlage staat een toelichting over de herberekende resultaten van de totale vervoersprestatie ten opzichte van de resultaten in de initiële rapportages.
In de initiële opleveringen van ODiN 2018, 2019 en 2020 bleken de afgelegde afstanden bij serieverplaatsingen onjuist berekend te zijn. Omdat voorheen in het OViN serieverplaatsingen op een andere wijze werden uitgevraagd dan in ODiN kon de in ODiN berekende afstand niet vergeleken worden met voorgaande OViN-jaren. Daardoor is de fout in de verwerking van serieverplaatsingen niet eerder opgemerkt. Bij de huidige heroplevering van de bestanden is de berekening gecorrigeerd. Dit heeft ertoe geleid dat de waarden van de variabelen AfstS en AfstandSOP voor vrijwel alle serieverplaatsingen gewijzigd zijn. De totale afgelegde afstand van serieverplaatsingen is voor 2018, 2019 en 2020, respectievelijk 6,9, 7,0 en 4,4 miljard reizigerskilometer groter geworden.
De totale vervoersprestatie bestaat uit twee delen, namelijk de reguliere vervoersprestatie (96 tot 97 procent van de totale vervoersprestatie) plus de serieverplaatsingen. De reguliere vervoersprestatie is onveranderd gebleven. De herberekeningen van de serieverplaatsingen hebben dus alleen effect gehad op het (kleine) onderdeel serieverplaatsingen binnen de totale vervoersprestatie. Door de correctie van de serieverplaatsingen is de totale vervoersprestatie per jaar dus gestegen met dezelfde absolute kilometers als hierboven genoemd bij de serieverplaatsingen. De totale vervoersprestatie is daarmee voor 2018 en 2019 nu 3,3 procent hoger en voor 2020 3,0 procent hoger ten opzichte van de resultaten in de initiële rapportages.
In onderstaande tabel J.1 staat de initieel gepubliceerde tabel 3.1 met de oude cijfers van de totale vervoersprestatie zoals opgenomen. Ter vergelijking staat daaronder tabel J.2 met de nieuwe cijfers naar aanleiding van de herberekeningen zoals deze ook in paragraaf 3.1 van deze eindrapportage opgenomen is.
2018 | 2019 | 2020 | verschil 2019 t.o.v. 2018 (%) | verschil 2020 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal | 211,3 | 211,9 | 147,6 | 0 | -30 |
Personenauto als bestuurder | 106,0 | 105,9 | 77,9 | 0 | -26 |
Personenauto als passagier | 38,7 | 39,0 | 25,8 | +1 | -34 |
Trein | 22,6 | 23,9 | 9,5 | +6 | -60 |
Bus/tram/metro | 6,3 | 6,2 | 2,8 | 0 | -54 |
Fiets | 18,4 | 17,6 | 15,4 | -4 | -13 |
Lopen | 5,2 | 5,2 | 6,6 | -1 | +29 |
Overig | 13,9 | 14,1 | 9,5 | +2 | -32 |
2018 | 2019 | 2020 | verschil 2019 t.o.v. 2018 (%) | verschil 2020 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal | 218,1 | 218,8 | 152,0 | 0 | -31 |
Personenauto als bestuurder | 108,8 | 108,5 | 79,4 | 0 | -27 |
Personenauto als passagier | 38,7 | 39,0 | 25,8 | +1 | -34 |
Trein | 22,8 | 24,1 | 9,6 | +6 | -60 |
Bus/tram/metro | 6,5 | 6,5 | 2,9 | 0 | -55 |
Fiets | 18,5 | 17,8 | 15,5 | -4 | -13 |
Lopen | 5,2 | 5,2 | 6,6 | -1 | +28 |
Overig | 17,6 | 17,9 | 12,1 | +2 | -32 |
In onderstaande tabel J.3 zijn de wijzigingen van de totale vervoersprestatie in alle 3 jaren inzichtelijker gemaakt en uitgesplitst naar vervoerwijze. Zowel de oude en nieuwe cijfers worden gepresenteerd als ook het absolute verschil tussen beide1).
2018 oud | 2019 oud | 2020 oud | 2018 nieuw | 2019 nieuw | 2020 nieuw | verschil 2018 nieuw t.o.v. oud | verschil 2019 nieuw t.o.v. oud | verschil 2020 nieuw t.o.v. oud | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 211,3 | 211,9 | 147,6 | 218,1 | 218,8 | 152,0 | 6,9 | 7,0 | 4,4 |
Personenauto - bestuurder | 106,0 | 105,9 | 77,9 | 108,8 | 108,5 | 79,4 | 2,8 | 2,6 | 1,5 |
Personenauto - passagier | 38,7 | 39,0 | 25,8 | 38,7 | 39,0 | 25,8 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Trein | 22,6 | 23,9 | 9,5 | 22,8 | 24,1 | 9,6 | 0,2 | 0,2 | 0,2 |
Bus/tram/metro | 6,3 | 6,2 | 2,8 | 6,5 | 6,5 | 2,9 | 0,1 | 0,2 | 0,1 |
Fiets | 18,4 | 17,6 | 15,4 | 18,5 | 17,8 | 15,5 | 0,1 | 0,1 | 0,1 |
Lopen | 5,2 | 5,2 | 6,6 | 5,2 | 5,2 | 6,6 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Overige vervoerwijze | 13,9 | 14,1 | 9,5 | 17,6 | 17,9 | 12,1 | 3,7 | 3,8 | 2,5 |
waarvan: | |||||||||
Bestelauto | 8,1 | 8,9 | 6,1 | 11,0 | 11,9 | 8,2 | 2,9 | 3,0 | 2,1 |
Taxi/taxibusje | 0,7 | 0,6 | 0,3 | 1,3 | 1,3 | 0,6 | 0,6 | 0,7 | 0,3 |
Anders | 5,2 | 4,5 | 3,2 | 5,3 | 4,7 | 3,3 | 0,1 | 0,1 | 0,1 |
Enkel de wijzigingen van de serieverplaatsingen hebben de wijzigingen in de totale vervoersprestatie veroorzaakt. In tabel J.4 staan specifiek de wijzigingen van de serieverplaatsingen in alle 3 jaren1). Het totaal van de serieverplaatsingen is na de herberekening voor het jaar 2018 6,9 miljard hoger geworden, voor de jaren 2019 en 2020 respectievelijk 7,0 miljard en 4,4 miljard hoger geworden. Daar waar te weinig waarnemingen beschikbaar zijn, is in de tabel een punt gepresenteerd.
2018 oud | 2019 oud | 2020 oud | 2018 nieuw | 2019 nieuw | 2020 nieuw | verschil 2018 nieuw t.o.v. oud | verschil 2019 nieuw t.o.v. oud | verschil 2020 nieuw t.o.v. oud | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 0,9 | 1,0 | 0,7 | 7,8 | 8,0 | 5,1 | 6,9 | 7,0 | 4,4 |
Personenauto - bestuurder | 0,4 | 0,3 | 0,3 | 3,2 | 2,9 | 1,8 | 2,8 | 2,6 | 1,5 |
Trein | . | . | . | . | . | . | . | . | . |
Bus/tram/metro | . | . | . | . | . | . | . | . | . |
Fiets | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 |
Lopen | . | . | . | . | . | . | . | . | . |
Overige vervoerwijze | 0,5 | 0,6 | 0,4 | 4,1 | 4,4 | 2,9 | 3,7 | 3,8 | 2,5 |
waarvan: | |||||||||
Bestelauto | 0,4 | 0,5 | 0,3 | 3,3 | 3,5 | 2,4 | 2,9 | 3,0 | 2,1 |
Taxi/taxibusje | 0,1 | . | . | 0,7 | . | . | 0,6 | . | . |
Anders | . | . | . | . | . | . | . | . | . |
Uitgesplitst naar vervoerwijze geldt voor alle drie de jaren dat ten gevolge van de herberekening vooral de afgelegde afstand met ’overige vervoerwijzen’ en met de personenauto als bestuurder hoger is geworden. Bij welke vervoerwijzen is de toename van de kilometers door de herberekening vooral terecht gekomen? Uit een berekening van de modal split van het verschil in serieverplaatsingskilometers (oude versus nieuwe berekening) blijkt dat zowel in 2018, 2019 en 2020 meer dan de helft van de totale toename aan serieverplaatsingskilometers terecht is gekomen bij de ‘overige vervoerwijzen’ (respectievelijk, 53, 54 en 58 procent). Bij de personenauto als bestuurder is eveneens na de herberekening een groot deel van het verschil in serieverplaatsingskilometers bij gekomen namelijk voor 2018, 2019 en 2020 achtereenvolgens 40, 38 en 35 procent van het totaal van de verhoging van de kilometers aan serieverplaatsingen.
Opvallend is dat na de herberekening vooral extra kilometers bij de serieverplaatsingen met ‘overige vervoerwijzen’ zijn terechtgekomen. Daarom is nagegaan bij welke van de vervoerwijzen die behoren tot de categorie ‘overige vervoerwijzen’ dit is gebeurd. Het verschil in kilometers tussen de oude en de nieuwe berekening aan ‘overige vervoerwijzen’ bedraagt in 2018 3,7 miljard kilometer. Daarvan is het grootste deel 2,9 miljard (79 procent) terecht gekomen bij de bestelauto, 17 procent bij de categorie taxi/taxibusje en de rest bij overige voertuigen die onder ‘overige vervoerwijzen’ vallen. Bij de jaren 2019 en 2020 is een vergelijkbaar patroon geconstateerd. Gezien de aard van de wijziging is dat plausibel.