Onderweg in Nederland (ODiN) 2018-2020

2. Ongewogen responsinformatie

In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de ongewogen responsinformatie van ODiN 2020. Dit onderzoeksjaar van ODiN omvat niet alleen het landelijk onderzoek met een responseis van 45 000 respondenten, maar ook de responsen van de vier meerwerkopdrachten die zijn uitgevoerd:

  • Het meerwerk Noordvleugel in opdracht van de Vervoerregio Amsterdam dat wordt uitgevoerd in de Metropoolregio Amsterdam plus de gemeenten Zeewolde en Dronten. De responseis voor dit meerwerk is 2 000 respondenten.
  • Het meerwerk MRDH in en in opdracht van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag waarvan de responseis 5 529 personen betreft.
  • Het meerwerk SPL in opdracht van de Stadsregio Parkstad Limburg dat wordt uitgevoerd in alle zeven gemeenten van de gelijknamige regio met een responseis van 741 respondenten.
  • Het meerwerk Utrecht in opdracht van de Provincie Utrecht en de Gemeente Utrecht dat wordt uitgevoerd in alle gemeenten van de provincie met een responseis van 3 924 personen.

2.1 Responsaantallen

Het databestand van ODiN 2020 bevat 62 940 respondenten. In tabel 2.1.1 is te zien hoe deze verdeeld zijn over de steekproeven ten behoeve van de meerwerkregio's en is de vergelijking met de responsaantallen van voorgaande jaren te zien.

2.1.1 Responsaantallen in opgeleverde bestanden naar steekproef per jaar
ODiN 2018ODiN 2019ODiN 2020
Totaal57 26053 38062 940
Landelijke steekproef54 58945 32049 087
Steekproef Noordvleugel2 6712 1662 307
Steekproef MRDH-5 8946 371
Steekproef SPL--797
Steekproef Utrecht--4 378

2.2 Aandeel correcties

De belangrijkste correctie die met het oog op de plausibiliteit wordt uitgevoerd op het ODiN-bestand is de correctie op basis van geconstateerde extreme snelheden. Om te hoge en te lage ritsnelheden (rekening houdend met de ritvervoerwijze) te corrigeren zijn regels opgesteld die de gerespondeerde ritafstand en/of ritreisduur aanpassen. In ODiN 2020 gebeurde dit bij 6,0 procent van alle reguliere ritten. In 2,9 procent van de ritten ging het om correcties vanwege een te hoge snelheid en in 3,1 procent van de ritten betrof het een correctie vanwege een te lage snelheid. Zie tabel 2.2.1 voor de percentages gecorrigeerde ritten van 2018 tot en met 2020.

2.2.1 Percentage gecorrigeerde ritten in opgeleverde bestanden per jaar
ODiN 2018ODiN 2019ODiN 2020
Totaal6,45,86,0
Correctie van een te hoge snelheid3,22,82,9
Correctie van een te lage snelheid3,23,03,1

2.3 Uitval niet-bruikbare responsen

De responsen die uit het veldwerk komen worden getoetst op bruikbaarheid. Dit gebeurt op verschillende momenten in het verwerkingsproces. Responsen worden verwijderd bij het ontbreken van essentiële informatie en bij inconsistenties van gegevens die niet op een aannemelijke wijze gecorrigeerd kunnen worden. Ook gevallen waarbij de respondent duidelijk niet serieus heeft ingevuld of waarbij de respondent de vragen overduidelijk foutief geïnterpreteerd heeft, worden - indien gesignaleerd - verwijderd.

In tabel 2.3.1.wordt het aantal responsen en de uitval gepresenteerd voor ODiN 2018 tot en met 2020. Uit die tabel volgt dat voor ODiN 2020 63 510 responsen uit het veldwerk werden opgehaald. De uitval in het verwerkingsproces bedroeg 570 responsen. In het databestand van 2020 zijn daarmee uiteindelijk 62 940 respondenten aanwezig.

2.3.1 Aantal responsen en uitval in verwerkingsproces per jaar
ODiN 2018ODiN 2019ODiN 2020
Responsen uit veldwerk58 32753 84963 510
Uitval1 067 469 570
Responsen in het databestand57 26053 38062 940