2. Opvattingen over klimaatverandering
Het tegengaan van klimaatverandering staat nationaal en internationaal hoog op de maatschappelijke en politieke agenda. Er zijn ambitieuze klimaatdoelen gesteld om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen met belangrijke gevolgen voor de manier waarop we wonen, werken en leven. In dit hoofdstuk staat centraal hoe burgers tegen klimaatverandering aankijken. Realiseren zij zich dat het klimaat verandert en in hoeverre zien zij dit als een probleem? In welke mate maken zij zich er zorgen over? Ook is beschreven in welke mate burgers waarde hechten aan het klimaatbeleid van de overheid. Alle cijfers zijn afkomstig uit het onderzoek Belevingen.
2.1 Bewustzijn en oorzaak van klimaatverandering
Is het klimaat aan het veranderen?
Meer dan 9 op de 10 Nederlanders van 18 jaar of ouder (94 procent) denken dat het klimaat aan het veranderen is; van hen geeft 68 procent aan dat dit zeker het geval is en 26 procent denkt dat dit waarschijnlijk zo is (zie bijlagetabel 2a). Twee procent denkt dat er waarschijnlijk geen sprake is van klimaatverandering en één procent gelooft er zeker niet in. Verder zegt 2 procent niet te weten of het klimaat verandert.
Wie of wat is de oorzaak: mens of natuur?
Zes op de tien denken dat de klimaatverandering volledig (12 procent) of vooral (48 procent) door de mens veroorzaakt wordt. Ruim een kwart (27 procent) geeft aan dat de mens en de natuur hierin een even grote rol hebben. Vijf procent denkt dat vooral de natuur de oorzaak is van klimaatverandering, en één procent schrijft de klimaatverandering volledig toe aan de natuur.
Personen van 18 jaar of ouder | |
---|---|
Helemaal door de mens | 11,9 |
Vooral door de mens | 47,7 |
Evenveel door de mens als door de natuur | 26,8 |
Vooral door de natuur | 4,7 |
Helemaal door de natuur | 1 |
Weet niet waar oorzaak ligt | 1,9 |
Geen antwoord | 0,3 |
Gelooft niet in klimaatverandering of weet het niet | 5,7 |
Kan de mens de klimaatverandering tegenhouden?
Driekwart van de 18-plussers denkt dat de mens de klimaatverandering tegen kan houden: 11 procent denkt dat de mens deze volledig kan stoppen, 64 procent denkt dat de mens hier deels iets tegen kan doen. 15 procent daarentegen denkt dat de mens de klimaatverandering niet kan stoppen.
Personen van 18 jaar of ouder | |
---|---|
Klimaatverandering kan volledig tegengehouden worden door de mens | 11,1 |
Klimaatverandering kan deels tegengehouden worden door de mens | 63,5 |
Klimaatverandering kan niet tegengehouden worden door de mens | 14,8 |
Weet niet of de mens klimaatverandering kan tegenhouden | 4,5 |
Geen antwoord | 0,3 |
Gelooft niet in klimaatverandering of weet het niet | 5,7 |
2.2 Probleembesef en bezorgdheid rond klimaatverandering
Klimaatverandering als groot probleem gezien
De meesten zien klimaatverandering als een groot probleem, voor nu en meer nog voor de toekomst: 62 procent vindt klimaatverandering op dit moment een groot probleem; 76 procent denkt dat de klimaatverandering in de toekomst een groot probleem zal zijn (zie bijlagetabel 2a).
Veel zorgen over klimaatverandering
Passend bij het grote probleembesef maken veel mensen zich zorgen over de gevolgen van de klimaatverandering voor toekomstige generaties: 31 procent maakt zich hierover veel zorgen en 45 procent maakt zich enige zorgen.
Personen van 18 jaar of ouder | |
---|---|
Veel zorgen | 31,2 |
Enige zorgen | 44,7 |
Niet zo veel zorgen | 13,0 |
Geen zorgen | 4,9 |
Geen antwoord | 0,5 |
Gelooft niet in klimaatverandering of weet het niet | 5,7 |
2.3 Opvattingen over klimaatbeleid van overheid
Nederlander hecht groot belang aan klimaatbeleid
Ruim 8 op de 10 Nederlanders van 18 jaar of ouder vinden het (heel) belangrijk dat de overheid zich richt op klimaatbeleid (zie bijlagetabel 2b). Ongeveer 1 op de 10 vindt een bemoeienis van de overheid met het klimaat niet belangrijk, maar ook niet onbelangrijk. Vier procent vindt het (heel) onbelangrijk. Dit zijn naar verhouding vaak personen die niet geloven dat het klimaat verandert.
Steun voor verdergaand klimaatbeleid
Ongeveer 4 op de 10 vinden dat het klimaatbeleid van de overheid niet ver genoeg gaat; een kwart vindt van wel. Het aandeel Nederlanders dat voor een intensiever klimaatbeleid is, is dus groter dan het deel dat het voldoende vindt zo. De meeste mensen (60 procent) vinden de aandacht voor klimaatverandering niet overdreven. Ook hieruit blijkt dat veel mensen het een belangrijk probleem vinden. Ruim 1 op de 5 daarentegen vindt de aandacht voor het klimaat wel overdreven. Een vergelijkbaar deel denkt dat de invloed van Nederland op de klimaatverandering zo beperkt is, dat het niet uitmaakt wat we doen of laten (zie bijlagetabel 2b).
2.3.1 Opvattingen over klimaatbeleid en -aandacht, 2020 (Helemaal) eens (% personen van 18 jaar of ouder) Niet eens, niet oneens (% personen van 18 jaar of ouder) (Helemaal) oneens (% personen van 18 jaar of ouder) Weet niet (% personen van 18 jaar of ouder) Geen antwoord (% personen van 18 jaar of ouder) Het klimaatbeleid van de overheid gaat niet ver genoeg. 41,6 24,1 25,2 6,4 2,7 De aandacht voor klimaatverandering is overdreven. 22,2 14,4 59,6 2,3 1,6 Nederland moet alleen een streng klimaatbeleid voeren als grotere landen, zoals China en Amerika, dit ook doen. 35,2 13,0 46,3 3,6 1,9
(Helemaal) eens (% personen van 18 jaar of ouder) | Niet eens, niet oneens (% personen van 18 jaar of ouder) | (Helemaal) oneens (% personen van 18 jaar of ouder) | Weet niet (% personen van 18 jaar of ouder) | Geen antwoord (% personen van 18 jaar of ouder) | |
---|---|---|---|---|---|
Het klimaatbeleid van de overheid gaat niet ver genoeg. | 41,6 | 24,1 | 25,2 | 6,4 | 2,7 |
De aandacht voor klimaatverandering is overdreven. | 22,2 | 14,4 | 59,6 | 2,3 | 1,6 |
Nederland moet alleen een streng klimaatbeleid voeren als grotere landen, zoals China en Amerika, dit ook doen. | 35,2 | 13,0 | 46,3 | 3,6 | 1,9 |
Desnoods ook klimaatbeleid door Nederland zonder grote landen
Met de stelling dat Nederland alleen een streng klimaatbeleid moet voeren als grote landen zoals China en Amerika dit ook doen, is 35 procent het (helemaal) eens. Bijna de helft (46 procent) is het daar (helemaal) mee oneens, voornamelijk omdat zij van mening zijn dat alle beetjes helpen, dat we onze eigen verantwoordelijkheid moeten nemen en dat er niets gebeurt als alle landen zo denken. Ook wordt regelmatig aangegeven dat we het goede voorbeeld moeten geven, waardoor andere landen dit hopelijk zullen volgen. Daarnaast zeggen enkelen dat een streng klimaatbeleid innovatie op het gebied van duurzame technologie bevordert, wat kansen brengt voor het bedrijfsleven en een positieve stimulans geeft aan de economie. Personen die niet geloven in klimaatverandering geven daarentegen vaak aan dat de overheid helemaal geen klimaatbeleid moet voeren.
Helft Nederlanders bezorgd over kosten klimaatbeleid
Twee derde van de bevolking van 18 jaar en ouder (66 procent) denkt dat het klimaatbeleid van de overheid burgers veel geld zal kosten. Van deze groep maakt drie kwart zich hier ook zorgen over. Dat is de helft van alle Nederlanders van 18 jaar of ouder; 18 procent heeft veel zorgen en 31 procent enige zorgen.
Personen van 18 jaar of ouder | |
---|---|
Veel zorgen | 18,4 |
Enige zorgen | 31,2 |
Niet zo veel zorgen | 12,3 |
Geen zorgen | 3,8 |
Geen antwoord | 0,5 |
Denkt niet dat klimaatbeleid burgers veel geld gaat kosten | 8,8 |
Weet niet of klimaatbeleid burgers veel geld gaat kosten | 25,1 |
2.4 Verschillen in opvattingen over klimaatverandering tussen bevolkingsgroepen
Vooral opleidingsniveau van belang voor opvattingen over klimaatverandering
Bijna alle hoogopgeleiden (97 procent) denken dat het klimaat aan het veranderen is, tegen 91 procent van de laagopgeleiden (zie maatwerktabel). Zij bestempelen de klimaatverandering ook vaker als een groot probleem, op dit moment maar ook in de toekomst, en maken zich vaker zorgen over de gevolgen ervan voor toekomstige generaties. In lijn hiermee hechten hoogopgeleiden meer belang aan (verdergaand) klimaatbeleid van de overheid dan laagopgeleiden. Laagopgeleiden daarentegen vinden de aandacht voor klimaatverandering naar verhouding vaak overdreven, en denken vaker dat de invloed van Nederland op klimaatverandering zo gering is dat het niet uitmaakt wat we doen of laten. Daarnaast verwachten ze vaker dat klimaatbeleid burgers veel geld gaat kosten en maakt een groter deel zich daar veel zorgen om.
Een groot probleem (% personen van 18 jaar of ouder) | Een klein probleem (% personen van 18 jaar of ouder) | Geen probleem (% personen van 18 jaar of ouder) | Weigert (% personen van 18 jaar of ouder) | Gelooft niet in klimaatverandering of weet het niet (% personen van 18 jaar of ouder) | |
---|---|---|---|---|---|
Laagopgeleiden | 66,7 | 15,1 | 6,0 | 2,9 | 9,4 |
Middelbaar opgeleiden | 73,1 | 15,4 | 3,7 | 1,8 | 6,0 |
Hoogopgeleiden | 85,1 | 9,3 | 1,7 | 1,1 | 2,7 |
Vrouwen zien klimaatverandering vaker als groot probleem dan mannen
Hoewel het percentage dat denkt dat het klimaat verandert niet verschilt tussen mannen en vrouwen, zien vrouwen deze verandering wel vaker als een groot probleem, zowel op dit moment als in de toekomst (zie maatwerktabel). Ze geven ook vaker aan klimaatbeleid (heel) belangrijk te vinden. Mannen vinden de aandacht voor klimaatverandering vaker overdreven dan vrouwen (27 tegen 18 procent). Ook denken mannen relatief vaak dat de invloed van Nederland beperkt is, waardoor het volgens hen niet uitmaakt wat we doen of laten. Ruim 70 procent van de mannen denkt dat het klimaatbeleid van de overheid burgers veel geld zal kosten, tegen 61 procent van de vrouwen. Mannen maken zich hier ook vaker zorgen om.
In stad klimaatverandering als groter probleem en met meer zorg gezien dan op platteland
Stedelingen denken even vaak als mensen op het platteland dat het klimaat aan het veranderen is (zie maatwerktabel). De mate waarin deze klimaatverandering als een probleem wordt gezien en de bezorgdheid daarover verschillen daarentegen wel naar stedelijkheid. Zeventig procent van de bewoners van zeer sterk stedelijke gemeenten ziet klimaatverandering op dit moment als een groot probleem en 82 procent van hen is van mening dat klimaatverandering in de toekomst een groot probleem zal zijn. Bij bewoners van minder stedelijke gemeenten is dit respectievelijk 59 en 72 procent.
Ook het percentage dat zich veel zorgen maakt over de gevolgen van klimaatverandering voor toekomstige generaties is in de stad hoger dan op het platteland. Stedelingen geven dan ook vaker aan het belangrijk te vinden dat de overheid zich met klimaatbeleid bezighoudt en dat het klimaatbeleid op dit moment nog niet ver genoeg gaat. Bewoners van niet-stedelijke gemeenten vinden relatief vaak dat de klimaataandacht overdreven is en zijn sceptisch over de invloed van Nederland op de klimaatverandering. Ze maken zich ook vaker zorgen over de kosten van het klimaatbeleid voor burgers.
Een groot probleem (% personen van 18 jaar of ouder) | Een klein probleem (% personen van 18 jaar of ouder) | Geen probleem (% personen van 18 jaar of ouder) | Weigert (% personen van 18 jaar of ouder) | Gelooft niet in klimaatverandering of weet het niet (% personen van 18 jaar of ouder) | |
---|---|---|---|---|---|
Zeer sterk stedelijk | 81,8 | 10,1 | 2,0 | 1,7 | 4,4 |
Sterk stedelijk | 76,3 | 13,9 | 3,2 | 1,4 | 5,2 |
Matig stedelijk | 73,3 | 14,4 | 4,7 | 2,2 | 5,3 |
Weinig stedelijk | 72,3 | 12,7 | 4,8 | 2,2 | 8,1 |
Niet stedelijk | 71,9 | 16,4 | 2,8 | 2,8 | 6,2 |
Drie kwart ouderen verwacht hoge kosten voor burgers van klimaatbeleid
Jongeren geloven vaker dan ouderen in klimaatverandering en zien het vaker als een groot probleem (zie maatwerktabel). Hierbij speelt mee dat jongeren vaker hoogopgeleid zijn. Als hiermee rekening gehouden wordt dan verdwijnen deze leeftijdsverschillen.
Het percentage dat het (heel) belangrijk vindt dat de overheid zich bezighoudt met klimaatbeleid is bij alle leeftijdsgroepen ruim 80 procent. Wel denken ouderen relatief vaak dat dit beleid burgers veel geld gaat kosten en maken zij zich hier vaker veel zorgen om, ook na correctie voor verschillen in opleidingsniveau.
Welvaart hangt weinig samen met klimaatopvattingen
In hun zorgen en opvattingen over klimaatverandering wijken personen in huishoudens met een hoge welvaart weinig af van personen in huishoudens met een lage welvaart1) (zie maatwerktabel).
2.5 Beschouwingen bij opvattingen klimaatverandering
De opvattingen die Nederlanders hebben over klimaatverandering zijn in de afgelopen jaren vaker onderzocht. Door verschillen in opzet en uitvoering zijn de uitkomsten van deze onderzoeken niet zonder meer te vergelijken met de uitkomsten in deze publicatie, maar geconstateerd kan worden dat ze wel in dezelfde richting wijzen. Zo heeft onderzoeksbureau Motivaction in 2019 in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) de ‘Publieksmonitor Klimaat en Energie 2019’ gepubliceerd (Van der Grient, Kamphuis en De Vos, 2019). De cijfers in deze Publieksmonitor laten – net zoals de cijfers in deze publicatie – zien dat een ruime meerderheid van de Nederlanders denkt dat er sprake is van klimaatverandering en dat deze klimaatverandering geheel of gedeeltelijk door de mens veroorzaakt wordt. Ook blijkt uit de Publieksmonitor dat een ruime meerderheid van de Nederlanders zich zorgen maakt over de gevolgen van de klimaatverandering, een uitkomst die ook in dit rapport naar voren komt.
Ook het SCP-onderzoek ‘Op weg naar aardgasvrij wonen’ laat vergelijkbare uitkomsten zien (Scholte, De Kluizenaar, De Wilde, Steenbekkers en Carabain, 2020). Volgens deze studie denkt ruim drie kwart van de Nederlanders dat het klimaat veranderd is en dat dit (in enige mate) het gevolg is van menselijk handelen. Een vergelijkbaar deel zegt in het SCP-onderzoek bezorgd te zijn over de gevolgen van deze klimaatverandering.
De coronacrisis heeft deze bezorgdheid van Nederlanders over de klimaatverandering zeker niet weggenomen. Peilingen van I&O Research gehouden in februari, maart en juni 2020 laten zien dat achtereenvolgens 65, 71 en 70 procent van de Nederlanders zich (veel of enige) zorgen maakt over de klimaatverandering (Driessen, Van Engeland en Kanne, 2020). Het aandeel Nederlanders dat vindt dat de overheid (veel) meer moet doen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen is wel iets gedaald, namelijk van 47 procent in februari 2020 naar 41 procent in zowel maart als juni 2020.
1) Voor toelichting begrip welvaart zie Onderzoeksverantwoording.