Auteur: Rudi Bakker
Jeugdhulp 2020

Inleiding

In deze rapportage presenteert het CBS de voorlopige cijfers over jeugdhulp in 2020.

De gemeenten zijn verantwoordelijk voor hulp aan jongeren, dat is vastgelegd in de Jeugdwet (2014). Om de gemeenten bij de uitvoering ervan te ondersteunen is in de Jeugdwet een regeling opgenomen voor het ontsluiten van beleidsinformatie. De beleidsinformatie betreft informatie over jeugdhulpgebruik en de inzet van jeugdbescherming en jeugdreclassering. Jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen dienen hierover gegevens aan het CBS te verstrekken. Ongeveer 95 procent van de jeugdhulpaanbieders heeft aan deze verplichting voldaan. Omdat niet alle jeugdhulpaanbieders gegevens hebben aangeleverd zullen de gepresenteerde cijfers enigszins een onderschatting zijn van de werkelijk verstrekte jeugdhulp1).

In deze rapportage staan de voorlopige2) resultaten over jeugdhulp in 2020. De resultaten over jeugdbescherming en jeugdreclassering worden in een aparte rapportage beschreven.

Jeugdhulp is gedefinieerd als de hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en/of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. Het CBS verzamelt alleen gegevens over jeugdhulp die direct aan de jeugdhulpverlener wordt vergoed door de gemeente, de zogenaamde zorg in natura. Gegevens over jeugdhulp die door de cliënt zelf wordt vergoed met een persoonsgebonden budget (PGB), worden verstrekt door de Sociale verzekeringsbank (SVB). Particuliere jeugdhulp, waarbij de hulp door de ouders zelf wordt betaald, valt buiten dit onderzoek.

0.0.1 Jongeren met jeugdhulp naar financieringsvorm1)
20162017201820192020*
Totaalaantal389 925407 245417 765430 990416 665
Alleen zorg in natura%92,494,394,895,395,7
Alleen persoonsgebonden budget%2,91,81,61,51,4
Zorg in natura en persoonsgebonden budget%4,73,83,53,22,8
Bron: CBS.
1) Personen van 0 tot en met 22 jaar.

Uit tabel 0.0.1 blijkt dat in 2020 bijna 417 duizend jongeren jeugdhulp hebben ontvangen. In 95,7 procent van de gevallen wordt de zorg direct door de gemeente aan de jeugdhulpverlener vergoed. Een klein deel van de jongeren met jeugdhulp, bijna anderhalf procent, maakte alleen gebruik van een PGB. Het aantal jongeren dat gebruik maakt van een PGB neemt de laatste jaren af. Vooral het aantal jongeren dat naast een PGB ook jeugdhulp in natura ontvangt is in 2020 gedaald ten opzichte van 2019.

Voordat de Jeugdwet op 1 januari 2015 van kracht werd, was de jeugdhulp deels gefinancierd op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), de Zorgverzekeringswet (Zvw) en door de provincies. Figuur 0.0.2 toont het aantal jongeren dat jaarlijks vanaf 2011 jeugdhulp heeft ontvangen3).

0.0.2 Jongeren met jeugdhulp1)
  (x 1 000)
2020*416,665
2019430,99
2018417,765
2017407,245
2016389,925
2015363,31
2014301,345
2013346,31
2012348,53
2011348,02
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. De jaren voor 2015 betreft jeugdhulp uit AWBZ, Zvw en provinciaal gefinancierde jeugdzorg exclusief jeugdbescherming en jeugdreclassering.

De gegevens van de SVB over jeugdhulpontvangers met een PGB bevat geen zorginhoudelijke informatie. Het vervolg van deze rapportage beschrijft daarom alleen de gegevens die door de jeugdhulpverleners aan het CBS zijn verstrekt. Overal waar in het vervolg jeugdhulp staat bedoelen we dan ook de jeugdhulp die is geleverd volgens het zorg in natura-principe.

1) Alle grote jeugdhulpaanbieders, met meer dan 250 cliënten, hebben gegevens over 2020 aangeleverd. De kleinere jeugdhulpaanbieders zonder opgave ontbreken in de resultaten. Naar verwachting zal de aldus ontstane onderschatting hooguit enkele procenten bedragen. Hierbij wordt uitgegaan van het aantal bij het CBS bekende jeugdhulpaanbieders. Nieuwe jeugdhulpaanbieders worden geacht zich bij het CBS aan te melden. Hierdoor is de gehanteerde lijst van jeugdhulpaanbieders mogelijk incompleet.
2) Jeugdhulpaanbieders hebben de gelegenheid om hun gegevens over 2020 nog tot en met juli 2021 te wijzigen waarna de definitieve resultaten worden vastgesteld. In de afgelopen jaren is gebleken dat de voorlopige resultaten minder dan 1 procent lager waren dan de definitieve resultaten.
3) Voor een beschrijving van de ontwikkelingen 2011-2016 zie: https://www.cbs.nl/nl-nl/achtergrond/2018/10/jeugdzorg-voor-en-na-de-jeugdwet.