Jeugdhulp 2020
Over deze publicatie
Overzicht van alle geleverde jeugdhulp in 2020 waarin zowel kenmerken van de jongeren worden beschreven als kenmerken van de geleverde jeugdhulp.
Inleiding
De gemeenten zijn verantwoordelijk voor hulp aan jongeren, dat is vastgelegd in de Jeugdwet (2014). Om de gemeenten bij de uitvoering ervan te ondersteunen is in de Jeugdwet een regeling opgenomen voor het ontsluiten van beleidsinformatie. De beleidsinformatie betreft informatie over jeugdhulpgebruik en de inzet van jeugdbescherming en jeugdreclassering. Jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen dienen hierover gegevens aan het CBS te verstrekken. Ongeveer 95 procent van de jeugdhulpaanbieders heeft aan deze verplichting voldaan. Omdat niet alle jeugdhulpaanbieders gegevens hebben aangeleverd zullen de gepresenteerde cijfers enigszins een onderschatting zijn van de werkelijk verstrekte jeugdhulp1).
In deze rapportage staan de voorlopige2) resultaten over jeugdhulp in 2020. De resultaten over jeugdbescherming en jeugdreclassering worden in een aparte rapportage beschreven.
Jeugdhulp is gedefinieerd als de hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en/of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. Het CBS verzamelt alleen gegevens over jeugdhulp die direct aan de jeugdhulpverlener wordt vergoed door de gemeente, de zogenaamde zorg in natura. Gegevens over jeugdhulp die door de cliënt zelf wordt vergoed met een persoonsgebonden budget (PGB), worden verstrekt door de Sociale verzekeringsbank (SVB). Particuliere jeugdhulp, waarbij de hulp door de ouders zelf wordt betaald, valt buiten dit onderzoek.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020* | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | aantal | 389 925 | 407 245 | 417 765 | 430 990 | 416 665 |
Alleen zorg in natura | % | 92,4 | 94,3 | 94,8 | 95,3 | 95,7 |
Alleen persoonsgebonden budget | % | 2,9 | 1,8 | 1,6 | 1,5 | 1,4 |
Zorg in natura en persoonsgebonden budget | % | 4,7 | 3,8 | 3,5 | 3,2 | 2,8 |
Bron: CBS. 1) Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
Uit tabel 0.0.1 blijkt dat in 2020 bijna 417 duizend jongeren jeugdhulp hebben ontvangen. In 95,7 procent van de gevallen wordt de zorg direct door de gemeente aan de jeugdhulpverlener vergoed. Een klein deel van de jongeren met jeugdhulp, bijna anderhalf procent, maakte alleen gebruik van een PGB. Het aantal jongeren dat gebruik maakt van een PGB neemt de laatste jaren af. Vooral het aantal jongeren dat naast een PGB ook jeugdhulp in natura ontvangt is in 2020 gedaald ten opzichte van 2019.
Voordat de Jeugdwet op 1 januari 2015 van kracht werd, was de jeugdhulp deels gefinancierd op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), de Zorgverzekeringswet (Zvw) en door de provincies. Figuur 0.0.2 toont het aantal jongeren dat jaarlijks vanaf 2011 jeugdhulp heeft ontvangen3).
(x 1 000) | |
---|---|
2020* | 416,665 |
2019 | 430,99 |
2018 | 417,765 |
2017 | 407,245 |
2016 | 389,925 |
2015 | 363,31 |
2014 | 301,345 |
2013 | 346,31 |
2012 | 348,53 |
2011 | 348,02 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. De jaren voor 2015 betreft jeugdhulp uit AWBZ, Zvw en provinciaal gefinancierde jeugdzorg exclusief jeugdbescherming en jeugdreclassering. |
De gegevens van de SVB over jeugdhulpontvangers met een PGB bevat geen zorginhoudelijke informatie. Het vervolg van deze rapportage beschrijft daarom alleen de gegevens die door de jeugdhulpverleners aan het CBS zijn verstrekt. Overal waar in het vervolg jeugdhulp staat bedoelen we dan ook de jeugdhulp die is geleverd volgens het zorg in natura-principe.
2) Jeugdhulpaanbieders hebben de gelegenheid om hun gegevens over 2020 nog tot en met juli 2021 te wijzigen waarna de definitieve resultaten worden vastgesteld. In de afgelopen jaren is gebleken dat de voorlopige resultaten minder dan 1 procent lager waren dan de definitieve resultaten.
3) Voor een beschrijving van de ontwikkelingen 2011-2016 zie: https://www.cbs.nl/nl-nl/achtergrond/2018/10/jeugdzorg-voor-en-na-de-jeugdwet.
1. Jongeren met jeugdhulp
In 2020 kregen bijna 411 duizend jongeren jeugdhulp in natura. In dezelfde periode van 2019 waren dit er 425 duizend, een daling van 3,3 procent. De meeste jongeren, 95,3 procent, kregen jeugdhulp zonder verblijf. Dat wil zeggen dat zij niet op de locatie van de jeugdhulpaanbieder overnachtten. Van hen kregen bijna 23 duizend jongeren in 2020 zowel jeugdhulp zonder als jeugdhulp met verblijf. Dit is mogelijk als de zorg gedurende het jaar wijzigt of als de jongere bij de ene jeugdhulpaanbieder verblijft en tegelijkertijd ook hulp krijgt van een andere jeugdhulpaanbieder.
Column1 | |
---|---|
Zonder verblijf | 368545 |
Zowel zonder als met verblijf | 22760 |
Met verblijf | 19340 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
De meeste jongeren met jeugdhulp in 2020, ruim een op de drie, ontvingen ambulante jeugdhulp op de locatie van de jeugdhulpaanbieder en ruim 19 procent kreeg jeugdhulp van het wijk- of buurtteam van de gemeente. De daling van het aantal jongeren in 2020 ten opzichte van 2019 betreft jeugdhulp uitgevoerd door het wijk- of buurtteam (-5,2 procent), en ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieder (-5,1 procent). Daghulp op locatie van de aanbieder nam met 2,4 procent toe en jeugdhulp in het netwerk van de jongere steeg met 2,6 procent.
2020* (x 1 000) | 2019 (x 1 000) | 2018 (x 1 000) | 2017 (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
Totaal zonder verblijf | 391,305 | 405,71 | 392,035 | 379,79 |
Ambulant | 276,525 | 291,51 | 281,505 | 281,51 |
Netwerk jongere | 81,87 | 79,805 | 73,23 | 58,005 |
Wijkteam | 79,86 | 84,205 | 82,345 | 81,635 |
Daghulp | 29,69 | 29 | 28,16 | 27,33 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. Jongeren met meerdere hulpvormen komen meerdere malen in de figuur voor. |
Ruim 42 duizend jongeren kregen in 2020 jeugdhulp met verblijf. Dat is 10 procent van alle jongeren met jeugdhulp. Hiervan waren bijna 21 duizend jongeren in een pleeggezin opgenomen. Ruim 5 duizend waren ondergebracht in gezinsgerichte opvangen en 2 duizend jongeren hadden een gesloten plaatsing, dat waren er bijna 20 procent minder dan in 2019. Ruim 18 duizend jongeren kregen een andere vorm van jeugdhulp met verblijf (figuur 1.0.3).
2020* (x 1 000) | 2019 (x 1 000) | 2018 (x 1 000) | 2017 (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
Totaal met verblijf | 42,1 | 43,345 | 42,77 | 46,185 |
Pleegzorg | 20,995 | 21,525 | 20,74 | 21,96 |
Gezinsgericht | 5,14 | 5,545 | 6,165 | 5,325 |
Gesloten plaatsing | 2,045 | 2,55 | 2,565 | 2,65 |
Overig | 18,135 | 18,35 | 18,15 | 21,785 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. Jongeren met meerdere hulpvormen komen meerdere malen in de figuur voor. |
1.1 9,3 procent van de Nederlandse jongeren ontvangt jeugdhulp
Jeugdhulp is in principe bedoeld voor personen tot 18 jaar, waarbij sinds 1 juli 2018 sommige vormen van jeugdhulp zoals pleegzorg standaard doorlopen tot 21 jaar. In uitzonderlijke gevallen kan de jeugdhulp worden voortgezet tot de leeftijd van 23 jaar. Van alle ruim 4,4 miljoen jongeren in de leeftijd tot en met 22 jaar kreeg 9,3 procent jeugdhulp in 2020. Als de groep van 18 tot en met 22 jaar buiten beschouwing gelaten wordt, ontving 11,9 procent van alle jongeren jeugdhulp in deze periode.
Totaal aantal jongeren in Nederland (op 1 | Jongeren met jeugdhulp totaal | Jongeren met jeugdhulp zonder verblijf | Jongeren met jeugdhulp met verblijf | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 4 435 735 | 410 645 | 391 305 | 42 100 |
Geslacht | ||||
Jongens | 2 268 090 | 228 910 | 219 025 | 22 295 |
Meisjes | 2 167 645 | 181 735 | 172 280 | 19 805 |
Leeftijd in klassen | ||||
0 tot en met 3 jaar | 686 685 | 27 470 | 25 540 | 3 260 |
4 tot en met 7 jaar | 896 340 | 70 740 | 68 275 | 5 450 |
8 tot en met 11 jaar | 571 655 | 134 220 | 131 015 | 8 595 |
12 tot en met 17 jaar | 1 182 570 | 163 465 | 154 760 | 21 085 |
18 tot en met 22 jaar | 1 098 490 | 14 745 | 11 715 | 3 705 |
(Migratie)achtergrond | ||||
Nederlands | 3 219 500 | 306 270 | 293 505 | 29 280 |
Overig westers | 399 740 | 32 120 | 30 300 | 3 745 |
Niet-westers | 816 500 | 72 255 | 67 495 | 9 075 |
Bron: CBS. 1) Personen van 0 tot en met 22 jaar. Jongeren met meerdere vormen van jeugdhulp komen meerdere malen in de tabel voor. |
1.2 Jongens ontvangen vaker jeugdhulp dan meisjes
Jongens ontvangen vaker jeugdhulp dan meisjes. Dit geldt zowel voor jeugdhulp met verblijf als voor jeugdhulp zonder verblijf. In 2020 kregen bijna 182 duizend meisjes en 229 duizend jongens jeugdhulp. Het aandeel meisjes met jeugdhulp neemt de laatste jaren heel licht toe (figuur 1.2.1).
Jongens (%) | Meisjes (%) | |
---|---|---|
Nederland | ||
2020* | 51 | 49 |
2019 | 51 | 49 |
2018 | 51 | 49 |
2017 | 51 | 49 |
Totaal jeugdhulp | ||
2020* | 56 | 44 |
2019 | 56 | 44 |
2018 | 57 | 43 |
2017 | 57 | 43 |
Zonder verblijf | ||
2020* | 56 | 44 |
2019 | 57 | 43 |
2018 | 57 | 43 |
2017 | 58 | 42 |
Met verblijf | ||
2020* | 53 | 47 |
2019 | 54 | 46 |
2018 | 54 | 46 |
2017 | 54 | 46 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
1.3 Jeugdhulpjongeren met verblijf ouder dan jongeren zonder verblijf
Bijna 40 procent van alle jongeren met jeugdhulp was tussen 12 en 17 jaar oud, 163 duizend in 2020. Dat komt overeen met 13,8 procent van alle kinderen in Nederland in deze leeftijdsklasse. Een derde van alle jeugdhulpjongeren, 134 duizend jongeren, was tussen 8 en 11 jaar. Dat is ruim 23 procent van alle Nederlandse jongeren in deze leeftijdscategorie.
Er is een groot verschil in leeftijd per hulpvorm. Van de jongeren met jeugdhulp zonder verblijf was ruim 57 procent jonger dan 12 jaar, bij jeugdhulp met verblijf was 41 procent jonger dan 12 jaar. Het aandeel jongeren van 18 jaar en ouder met jeugdhulp met verblijf is toegenomen van 4,5 procent in 2017 naar 8,8 procent in 2020. Vooral het aantal jongeren met pleegzorg nam in deze leeftijdscategorie sterk toe, van 470 in 2017, naar 1 785 in 2020.
0-3 jaar (%) | 4-7 jaar (%) | 8-11 jaar (%) | 12-17 jaar (%) | 18 jaar en ouder (%) | |
---|---|---|---|---|---|
Nederland | |||||
2020* | 21 | 21 | 23 | 35 | 0 |
2019 | 20 | 21 | 22 | 36 | 0 |
2018 | 20 | 21 | 22 | 36 | 0 |
2017 | 20 | 22 | 22 | 36 | 0 |
Totaal jeugdhulp | |||||
2020* | 7 | 17 | 33 | 40 | 4 |
2019 | 7 | 18 | 33 | 40 | 3 |
2018 | 7 | 18 | 32 | 40 | 3 |
2017 | 7 | 18 | 32 | 40 | 3 |
Zonder verblijf | |||||
2020* | 7 | 17 | 33 | 40 | 3 |
2019 | 7 | 18 | 33 | 39 | 3 |
2018 | 7 | 18 | 33 | 39 | 3 |
2017 | 7 | 18 | 33 | 40 | 3 |
Met verblijf | |||||
2020* | 8 | 13 | 20 | 50 | 9 |
2019 | 8 | 13 | 21 | 52 | 7 |
2018 | 9 | 14 | 21 | 52 | 5 |
2017 | 8 | 14 | 21 | 52 | 5 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. Bij Nederland is de leeftijdscategorie 18 jaar en ouder weggelaten omdat slechts een klein deel van deze jongeren jeugdhulp ontvangt. |
1.4 Jeugdhulpjongeren hebben net zo vaak een migratieachtergrond als jongeren zonder jeugdhulp
Van de 411 duizend jongeren met jeugdhulp in 2020 hadden bijna 306 duizend (74,6 procent) een Nederlandse achtergrond, 72 duizend (17,6 procent) een niet-westerse en 32 duizend (7,8 procent) een westerse migratieachtergrond. Met migratieachtergrond wordt bedoeld dat minstens een van de ouders van de jongere in het buitenland is geboren. De jeugdhulpjongeren vormen op dit punt een redelijke afspiegeling van alle jongeren in Nederland. Van hen heeft 72,6 procent een Nederlandse achtergrond en heeft 18,4 procent een niet-westerse en 9 procent een westerse migratieachtergrond.
Jongeren die in 2020 jeugdhulp met verblijf ontvingen, hadden relatief vaker een migratieachtergrond dan jongeren met jeugdhulp zonder verblijf. Van hen had 21,6 procent een niet-westerse en 8,9 procent een westerse migratieachtergrond.
Nederlands (%) | Overig westers (%) | Niet-westers (%) | |
---|---|---|---|
Nederland | |||
2020* | 72,6 | 9 | 18,4 |
2019 | 73,2 | 8,7 | 18,1 |
2018 | 73,7 | 8,4 | 17,8 |
2017 | 74,3 | 8,2 | 17,5 |
Totaal jeugdhulp | |||
2020* | 74,6 | 7,8 | 17,6 |
2019 | 74,8 | 7,7 | 17,5 |
2018 | 75 | 7,5 | 17,5 |
2017 | 75,3 | 7,3 | 17,3 |
Zonder verblijf | |||
2020* | 75 | 7,7 | 17,2 |
2019 | 75,2 | 7,6 | 17,2 |
2018 | 75,4 | 7,4 | 17,1 |
2017 | 75,8 | 7,3 | 17 |
Met verblijf | |||
2020* | 69,5 | 8,9 | 21,6 |
2019 | 69,7 | 8,8 | 21,5 |
2018 | 69,2 | 8,6 | 22,2 |
2017 | 69,3 | 8,5 | 22,3 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
1.5 Elf procent jeugdhulpontvangers ook in jeugdbescherming of jeugdreclassering
Bijna 89 procent van de jongeren met jeugdhulp in 2020 ontving daarnaast geen andere vorm van jeugdzorg. Bijna 7,7 procent van de jongeren kreeg naast jeugdhulp ook jeugdbescherming en duizend van hen kregen naast jeugdhulp en jeugdbescherming ook jeugdreclassering (tabel 1.5.1). Bij ruim 4 duizend jongeren was naast jeugdhulp ook een jeugdreclasseringsmaatregel van kracht (1 procent).
Jongeren kunnen pas vanaf 12 jaar een jeugdreclasseringsmaatregel opgelegd krijgen en jeugdbescherming houdt op zodra de jongere de leeftijd van achttien jaar bereikt.
Totaal aantal jongeren | 0 tot en met 3 | 4 tot en met 7 | 8 tot en met 11 | 12 tot en met 17 | 18 tot en met 22 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Alleen jeugdhulp | 374 905 | 23 805 | 64 585 | 125 775 | 147 035 | 13 700 |
Alleen jeugdbescherming | 8 485 | 1 580 | 1 875 | 2 025 | 3 010 | |
Alleen jeugdreclassering | 3 975 | 1 685 | 2 285 | |||
Jeugdhulp en -bescherming | 31 380 | 3 665 | 6 160 | 8 445 | 13 115 | |
Jeugdhulp en -reclassering | 3 355 | 2 315 | 1 040 | |||
Jeugdbescherming en -reclassering | 180 | 180 | ||||
Jeugdhulp en -bescherming en -reclassering | 1 005 | 1 005 | ||||
Bron: CBS. 1) Jongeren die in 2020 jeugdhulp, jeugdbescherming of jeugdreclassering hadden. |
Het aandeel jongeren met jeugdhulp in combinatie met de andere vormen van jeugdzorg is in 2020 toegenomen in vergelijking met 2019. De verschillen zijn echter heel klein.
2017 | 2018 | 2019 | 2020* | ||
---|---|---|---|---|---|
Totaal jongeren met jeugdzorg | aantal | 412 265 | 423 390 | 437 345 | 423 285 |
Alleen jeugdhulp | % | 88,3 | 88,7 | 88,8 | 88,6 |
Alleen jeugdbescherming | % | 1,8 | 1,8 | 1,9 | 2,0 |
Alleen jeugdreclassering | % | 1,2 | 1,1 | 1,0 | 0,9 |
Jeugdhulp en -bescherming | % | 7,4 | 7,3 | 7,2 | 7,4 |
Jeugdhulp en -reclassering | % | 1,0 | 0,8 | 0,8 | 0,8 |
Jeugdbescherming en -reclassering | % | 0,1 | 0,1 | 0,0 | 0,0 |
Jeugdhulp en -bescherming en -reclassering | % | 0,3 | 0,3 | 0,3 | 0,2 |
Bron: CBS. |
1.6 Hoogste aandeel jeugdhulp in Utrecht en Limburg
Van de in totaal 411 duizend jongeren met jeugdhulp in 2020 woonden er bijna 90 duizend in Zuid-Holland1). Zeeland had het kleinste aantal, ruim 9 duizend Zeeuwse jongeren ontvingen jeugdhulp. De meeste jongeren in jeugdhulp kwamen uit Amsterdam (20 duizend), Den Haag (15 duizend), Rotterdam en Utrecht (beide ruim 12 duizend). Echter, wanneer we kijken naar het aandeel van de jongeren met jeugdhulp ten opzichte van alle jongeren in de gemeente, dan blijkt dat in de jeugdregio’s Zuid-Limburg, Utrecht Stad, en Midden-Limburg Oost meer dan 15 procent van de jongeren tot 18 jaar jeugdhulp kreeg (zie figuur 1.6.3). De jeugdregio’s Midden-Limburg West, en Utrecht Stad hadden het hoogste percentage jongeren van 18 jaar en ouder met jeugdhulp, namelijk ruim 4 procent.
Gemeente_naam | aandeelJH (%) |
---|---|
's-Gravenhage | 13,24 |
's-Hertogenbosch | 11,14 |
AaenHunze | 12,23 |
Aalsmeer | 7,4 |
Aalten | 10,85 |
Achtkarspelen | 11,62 |
Alblasserdam | 12,26 |
Albrandswaard | 6,92 |
Alkmaar | 12,49 |
Almelo | 13,36 |
Almere | 11,57 |
Alphen-Chaam | 8,8 |
AlphenaandenRijn | 15,68 |
Altena | 10,19 |
Ameland | 7,18 |
Amersfoort | 10,71 |
Amstelveen | 9,28 |
Amsterdam | 12,65 |
Apeldoorn | 11,63 |
Appingedam | 13,54 |
Arnhem | 12,18 |
Assen | 16,75 |
Asten | 8,24 |
Baarle-Nassau | 7,6 |
Baarn | 10,18 |
Barendrecht | 8,49 |
Barneveld | 10,05 |
Beek | 15,57 |
Beekdaelen | 14,92 |
Beemster | 8,65 |
Beesel | 14,84 |
Bergeijk | 10,92 |
Bergen(L.) | 10,49 |
Bergen(NH.) | 9,63 |
BergenDal | 11,35 |
BergenopZoom | 13,41 |
Berkelland | 10,85 |
Bernheze | 11,76 |
Best | 10,88 |
Beuningen | 13,46 |
Beverwijk | 12,69 |
Bladel | 9,83 |
Blaricum | 8,53 |
Bloemendaal | 8,49 |
Bodegraven-Reeuwijk | 11,93 |
Boekel | 9,42 |
Borger-Odoorn | 12,73 |
Borne | 10,1 |
Borsele | 12,87 |
Boxmeer | 12,11 |
Boxtel | 10,65 |
Breda | 10,92 |
Brielle | 8,13 |
Bronckhorst | 11,6 |
Brummen | 11,62 |
Brunssum | 15,54 |
Bunnik | 8,68 |
Bunschoten | 11,23 |
Buren | 11,12 |
CapelleaandenIJssel | 12,78 |
Castricum | 8,99 |
Coevorden | 10,79 |
Cranendonck | 9,65 |
Cuijk | 11,45 |
Culemborg | 9,62 |
Dalfsen | 9,92 |
Dantumadiel | 10,61 |
DeBilt | 8,91 |
DeFryskeMarren | 9,19 |
Delft | 15,32 |
Delfzijl | 14,03 |
DenHelder | 16,46 |
DeRondeVenen | 7,46 |
Deurne | 10,66 |
Deventer | 11,16 |
DeWolden | 10,76 |
Diemen | 8,83 |
Dinkelland | 8,46 |
Doesburg | 14,66 |
Doetinchem | 13,26 |
Dongen | 14,32 |
Dordrecht | 13,84 |
Drechterland | 8,6 |
Drimmelen | 10,14 |
Dronten | 10,34 |
Druten | 11,61 |
Duiven | 12,86 |
Echt-Susteren | 16,2 |
Edam-Volendam | 7 |
Ede | 10,33 |
Eemnes | 11,33 |
Eersel | 10,29 |
Eijsden-Margraten | 12,9 |
Eindhoven | 9,35 |
Elburg | 8,46 |
Emmen | 14,08 |
Enkhuizen | 12,41 |
Enschede | 12,78 |
Epe | 10,04 |
Ermelo | 12 |
Etten-Leur | 11,37 |
Geertruidenberg | 15,44 |
Geldrop-Mierlo | 12,04 |
Gemert-Bakel | 7,97 |
Gennep | 11,85 |
GilzeenRijen | 12,72 |
Goeree-Overflakkee | 8,95 |
Goes | 14,38 |
Goirle | 11,86 |
GooiseMeren | 9,71 |
Gorinchem | 12,95 |
Gouda | 15,07 |
Grave | 12,42 |
Groningen | 12,64 |
Gulpen-Wittem | 12,64 |
Haaksbergen | 10,39 |
Haaren | 9,78 |
Haarlem | 9,74 |
Haarlemmermeer | 11,84 |
Halderberge | 10,41 |
Hardenberg | 11,83 |
Harderwijk | 11,21 |
Hardinxveld-Giessendam | 9,97 |
Harlingen | 10,2 |
Hattem | 8,89 |
Heemskerk | 11,73 |
Heemstede | 8,28 |
Heerde | 18,72 |
Heerenveen | 11,62 |
Heerhugowaard | 12,94 |
Heerlen | 16,91 |
Heeze-Leende | 9,43 |
Heiloo | 9,9 |
Hellendoorn | 9,64 |
Hellevoetsluis | 9,87 |
Helmond | 9,43 |
Hendrik-Ido-Ambacht | 12,69 |
Hengelo | 12,29 |
HetHogeland | 13,76 |
Heumen | 10,2 |
Heusden | 13,96 |
Hillegom | 15,7 |
Hilvarenbeek | 10,68 |
Hilversum | 10,71 |
HoekscheWaard | 11,81 |
HofvanTwente | 10,56 |
HollandsKroon | 13,89 |
Hoogeveen | 13,47 |
Hoorn | 12,52 |
HorstaandeMaas | 12,02 |
Houten | 10,08 |
Huizen | 11,07 |
Hulst | 12,96 |
IJsselstein | 11,87 |
KaagenBraassem | 15,16 |
Kampen | 10,66 |
Kapelle | 11,95 |
Katwijk | 12,74 |
Kerkrade | 16,66 |
Koggenland | 10,93 |
KrimpenaandenIJssel | 16,16 |
Krimpenerwaard | 10,21 |
Laarbeek | 7,54 |
Landerd | 10,33 |
Landgraaf | 15,71 |
Landsmeer | 9,93 |
Langedijk | 10,53 |
Lansingerland | 9,28 |
Laren | 8,62 |
Leeuwarden | 14,9 |
Leiden | 15,94 |
Leiderdorp | 14,27 |
Leidschendam-Voorburg | 10,85 |
Lelystad | 12,51 |
Leudal | 15,42 |
Leusden | 9,97 |
Lingewaard | 11,58 |
Lisse | 14,2 |
Lochem | 9,79 |
LoonopZand | 12,8 |
Lopik | 9,56 |
Loppersum | 12,16 |
Losser | 10,83 |
Maasdriel | 11,57 |
Maasgouw | 13,64 |
Maassluis | 8,03 |
Maastricht | 16,75 |
Medemblik | 10,77 |
Meerssen | 15,58 |
Meierijstad | 10,08 |
Meppel | 13,52 |
Middelburg | 12,02 |
Midden-Delfland | 7,71 |
Midden-Drenthe | 13,14 |
Midden-Groningen | 14,66 |
MillenSintHubert | 9,27 |
Moerdijk | 13,27 |
Molenlanden | 12,11 |
Montferland | 13,04 |
Montfoort | 6,96 |
MookenMiddelaar | 9,58 |
Neder-Betuwe | 8,31 |
Nederweert | 13,35 |
Nieuwegein | 11,72 |
Nieuwkoop | 12,08 |
Nijkerk | 10,16 |
Nijmegen | 11,79 |
Nissewaard | 13,66 |
Noardeast-Fryslân | 10,94 |
Noord-Beveland | 11,99 |
Noordenveld | 11,51 |
Noordoostpolder | 10,26 |
Noordwijk | 14,69 |
Nuenen,GerwenenNederwetten | 7,83 |
Nunspeet | 8,26 |
Oegstgeest | 12,29 |
Oirschot | 10,09 |
Oisterwijk | 12,36 |
Oldambt | 16,51 |
Oldebroek | 9,09 |
Oldenzaal | 10,31 |
Olst-Wijhe | 10,07 |
Ommen | 10,86 |
Oosterhout | 11,35 |
OostGelre | 13,84 |
Ooststellingwerf | 12,05 |
Oostzaan | 8,43 |
Opmeer | 9,19 |
Opsterland | 10,21 |
Oss | 13,75 |
OudeIJsselstreek | 13,73 |
Ouder-Amstel | 9,27 |
Oudewater | 9,4 |
Overbetuwe | 12,42 |
Papendrecht | 14,34 |
PeelenMaas | 9,28 |
Pekela | 15,99 |
Pijnacker-Nootdorp | 11,19 |
Purmerend | 10,6 |
Putten | 11,79 |
Raalte | 6,53 |
Reimerswaal | 12,02 |
Renkum | 14,33 |
Renswoude | 8,2 |
Reusel-DeMierden | 8,59 |
Rheden | 14,86 |
Rhenen | 7,89 |
Ridderkerk | 8,75 |
Rijssen-Holten | 11,09 |
Rijswijk | 11,76 |
Roerdalen | 16,31 |
Roermond | 15,01 |
Roosendaal | 12,87 |
Rotterdam | 9,31 |
Rozendaal | 9,67 |
Rucphen | 12,98 |
Schagen | 11,17 |
Scherpenzeel | 9,87 |
Schiedam | 6,93 |
Schiermonnikoog | 12,3 |
Schouwen-Duiveland | 11,25 |
Simpelveld | 12,74 |
Sint-Michielsgestel | 9,75 |
SintAnthonis | 8,91 |
Sittard-Geleen | 17,35 |
Sliedrecht | 14,64 |
Sluis | 11,24 |
Smallingerland | 13,83 |
Soest | 10,68 |
Someren | 7,31 |
SonenBreugel | 7,49 |
Stadskanaal | 12,91 |
Staphorst | 5,87 |
StedeBroec | 13,01 |
Steenbergen | 11,84 |
Steenwijkerland | 10,93 |
Stein | 15,05 |
StichtseVecht | 9,13 |
Súdwest-Fryslân | 10,86 |
Terneuzen | 16,36 |
Terschelling | 10,73 |
Texel | 10,9 |
Teylingen | 14,54 |
Tholen | 11,8 |
Tiel | 19,54 |
Tilburg | 13,69 |
Tubbergen | 8,27 |
Twenterand | 11,38 |
Tynaarlo | 11,32 |
Tytsjerksteradiel | 10,23 |
Uden | 11,95 |
Uitgeest | 8,67 |
Uithoorn | 10,75 |
Urk | 6,62 |
Utrecht | 15,84 |
UtrechtseHeuvelrug | 9,78 |
Vaals | 12,07 |
ValkenburgaandeGeul | 17,12 |
Valkenswaard | 10,68 |
Veendam | 17,31 |
Veenendaal | 15,68 |
Veere | 9,13 |
Veldhoven | 11,53 |
Velsen | 13,47 |
Venlo | 12,81 |
Venray | 12,12 |
Vijfheerenlanden | 8,9 |
Vlaardingen | 7,95 |
Vlieland | 8,44 |
Vlissingen | 14,03 |
Voerendaal | 9,02 |
Voorschoten | 11,44 |
Voorst | 10,25 |
Vught | 10,52 |
Waadhoeke | 9,75 |
Waalre | 10,42 |
Waalwijk | 14,8 |
Waddinxveen | 9,74 |
Wageningen | 12,92 |
Wassenaar | 10,32 |
Waterland | 8,48 |
Weert | 14,08 |
Weesp | 8,66 |
WestBetuwe | 9,2 |
Westerkwartier | 11,47 |
Westerveld | 12,6 |
Westervoort | 15,72 |
Westerwolde | 10,78 |
Westland | 11,03 |
WestMaasenWaal | 11,16 |
Weststellingwerf | 11,23 |
Westvoorne | 6,9 |
Wierden | 8,84 |
Wijchen | 11,55 |
Wijdemeren | 9,58 |
WijkbijDuurstede | 12,56 |
Winterswijk | 12,92 |
Woensdrecht | 10,03 |
Woerden | 8,79 |
Wormerland | 7,82 |
Woudenberg | 9,92 |
Zaanstad | 14,34 |
Zaltbommel | 15,07 |
Zandvoort | 9,85 |
Zeewolde | 12,71 |
Zeist | 11,72 |
Zevenaar | 14,04 |
Zoetermeer | 13,21 |
Zoeterwoude | 12,38 |
Zuidplas | 10,88 |
Zundert | 7,95 |
Zutphen | 13,68 |
Zwartewaterland | 9,21 |
Zwijndrecht | 16,27 |
Zwolle | 11,64 |
Gemeente_naam | aandeelJH (%) |
---|---|
's-Gravenhage | 0,99 |
's-Hertogenbosch | 0,77 |
AaenHunze | 3,86 |
Aalsmeer | 0,84 |
Aalten | 1,44 |
Achtkarspelen | 0,95 |
Alblasserdam | 0 |
Albrandswaard | 0,62 |
Alkmaar | 1,67 |
Almelo | 1,72 |
Almere | 1,28 |
Alphen-Chaam | 0 |
AlphenaandenRijn | 1,87 |
Altena | 0,32 |
Ameland | 0 |
Amersfoort | 1,01 |
Amstelveen | 0,93 |
Amsterdam | 2,28 |
Apeldoorn | 0,95 |
Appingedam | 2,61 |
Arnhem | 1,2 |
Assen | 4,74 |
Asten | 0 |
Baarle-Nassau | 0 |
Baarn | 1,38 |
Barendrecht | 0,44 |
Barneveld | 0,74 |
Beek | 0 |
Beekdaelen | 0 |
Beemster | 0 |
Beesel | 1,34 |
Bergeijk | 2,7 |
Bergen(L.) | 0 |
Bergen(NH.) | 0,57 |
BergenDal | 0,67 |
BergenopZoom | 1,19 |
Berkelland | 0,77 |
Bernheze | 0 |
Best | 2,59 |
Beuningen | 0,74 |
Beverwijk | 1,19 |
Bladel | 2,02 |
Blaricum | 0 |
Bloemendaal | 0,99 |
Bodegraven-Reeuwijk | 0,52 |
Boekel | 0 |
Borger-Odoorn | 3,75 |
Borne | 0 |
Borsele | 0 |
Boxmeer | 0,5 |
Boxtel | 0,74 |
Breda | 0,63 |
Brielle | 0 |
Bronckhorst | 1,11 |
Brummen | 0,95 |
Brunssum | 1,25 |
Bunnik | 1,25 |
Bunschoten | 0 |
Buren | 1,23 |
CapelleaandenIJssel | 1,5 |
Castricum | 0,65 |
Coevorden | 2,66 |
Cranendonck | 3,7 |
Cuijk | 0 |
Culemborg | 0,6 |
Dalfsen | 0,74 |
Dantumadiel | 0,94 |
DeBilt | 0,89 |
DeFryskeMarren | 0,74 |
Delft | 1,02 |
Delfzijl | 1,56 |
DenHelder | 1,87 |
DeRondeVenen | 0,6 |
Deurne | 0,46 |
Deventer | 0,74 |
DeWolden | 2,88 |
Diemen | 0,84 |
Dinkelland | 0,62 |
Doesburg | 0 |
Doetinchem | 1,21 |
Dongen | 0 |
Dordrecht | 1,28 |
Drechterland | 0,85 |
Drimmelen | 0,65 |
Dronten | 0,66 |
Druten | 0 |
Duiven | 1,18 |
Echt-Susteren | 2,2 |
Edam-Volendam | 0,57 |
Ede | 0,85 |
Eemnes | 0 |
Eersel | 2,54 |
Eijsden-Margraten | 0,87 |
Eindhoven | 2,35 |
Elburg | 0,62 |
Emmen | 3,28 |
Enkhuizen | 0,83 |
Enschede | 0,92 |
Epe | 1,07 |
Ermelo | 1,45 |
Etten-Leur | 0,9 |
Geertruidenberg | 0,87 |
Geldrop-Mierlo | 1,73 |
Gemert-Bakel | 0 |
Gennep | 0,93 |
GilzeenRijen | 0 |
Goeree-Overflakkee | 0,49 |
Goes | 0,72 |
Goirle | 1,06 |
GooiseMeren | 0,88 |
Gorinchem | 0,93 |
Gouda | 0,92 |
Grave | 1,1 |
Groningen | 1,1 |
Gulpen-Wittem | 0 |
Haaksbergen | 0,69 |
Haaren | 0 |
Haarlem | 1,86 |
Haarlemmermeer | 1,18 |
Halderberge | 0,98 |
Hardenberg | 0,94 |
Harderwijk | 0,62 |
Hardinxveld-Giessendam | 1,98 |
Harlingen | 0,99 |
Hattem | 0 |
Heemskerk | 1,01 |
Heemstede | 1,8 |
Heerde | 4,46 |
Heerenveen | 0,81 |
Heerhugowaard | 1,27 |
Heerlen | 0,97 |
Heeze-Leende | 1,93 |
Heiloo | 1,34 |
Hellendoorn | 0,38 |
Hellevoetsluis | 0,67 |
Helmond | 0,78 |
Hendrik-Ido-Ambacht | 0 |
Hengelo | 0,79 |
HetHogeland | 1,94 |
Heumen | 0 |
Heusden | 0,78 |
Hillegom | 0,68 |
Hilvarenbeek | 0 |
Hilversum | 0,83 |
HoekscheWaard | 0,49 |
HofvanTwente | 0,54 |
HollandsKroon | 1,5 |
Hoogeveen | 4,2 |
Hoorn | 1,87 |
HorstaandeMaas | 0,68 |
Houten | 1,38 |
Huizen | 1,22 |
Hulst | 0 |
IJsselstein | 1,06 |
KaagenBraassem | 2,69 |
Kampen | 1,21 |
Kapelle | 0 |
Katwijk | 0,98 |
Kerkrade | 1,27 |
Koggenland | 1,4 |
KrimpenaandenIJssel | 1,23 |
Krimpenerwaard | 0,51 |
Laarbeek | 0 |
Landerd | 0 |
Landgraaf | 2,27 |
Landsmeer | 1,85 |
Langedijk | 1,28 |
Lansingerland | 0,89 |
Laren | 0 |
Leeuwarden | 1,09 |
Leiden | 0,67 |
Leiderdorp | 1,14 |
Leidschendam-Voorburg | 1,05 |
Lelystad | 1,13 |
Leudal | 4,67 |
Leusden | 0 |
Lingewaard | 0,84 |
Lisse | 1,39 |
Lochem | 0,92 |
LoonopZand | 0,8 |
Lopik | 1,22 |
Loppersum | 1,89 |
Losser | 0 |
Maasdriel | 0,53 |
Maasgouw | 4,07 |
Maassluis | 1,05 |
Maastricht | 0,39 |
Medemblik | 1,08 |
Meerssen | 0 |
Meierijstad | 0,53 |
Meppel | 5,02 |
Middelburg | 1,17 |
Midden-Delfland | 1,31 |
Midden-Drenthe | 3,57 |
Midden-Groningen | 2,34 |
MillenSintHubert | 0 |
Moerdijk | 0,92 |
Molenlanden | 0,92 |
Montferland | 0,85 |
Montfoort | 0 |
MookenMiddelaar | 0 |
Neder-Betuwe | 1,2 |
Nederweert | 3,09 |
Nieuwegein | 1,39 |
Nieuwkoop | 0 |
Nijkerk | 0,65 |
Nijmegen | 0,58 |
Nissewaard | 2,63 |
Noardeast-Fryslân | 1 |
Noord-Beveland | 0 |
Noordenveld | 2,58 |
Noordoostpolder | 0,85 |
Noordwijk | 1,65 |
Nuenen,GerwenenNederwetten | 3,72 |
Nunspeet | 0,79 |
Oegstgeest | 0,84 |
Oirschot | 1,63 |
Oisterwijk | 0 |
Oldambt | 1,71 |
Oldebroek | 0,55 |
Oldenzaal | 0,92 |
Olst-Wijhe | 0 |
Ommen | 1,19 |
Oosterhout | 0,68 |
OostGelre | 1,4 |
Ooststellingwerf | 1,01 |
Oostzaan | 1,67 |
Opmeer | 0 |
Opsterland | 1,53 |
Oss | 0,5 |
OudeIJsselstreek | 0,66 |
Ouder-Amstel | 1,3 |
Oudewater | 0 |
Overbetuwe | 0,76 |
Papendrecht | 1,09 |
PeelenMaas | 1,15 |
Pekela | 1,87 |
Pijnacker-Nootdorp | 0,85 |
Purmerend | 0,91 |
Putten | 1,34 |
Raalte | 0,81 |
Reimerswaal | 1,26 |
Renkum | 0,89 |
Renswoude | 0 |
Reusel-DeMierden | 2,11 |
Rheden | 1,41 |
Rhenen | 0 |
Ridderkerk | 0,81 |
Rijssen-Holten | 0,64 |
Rijswijk | 0,82 |
Roerdalen | 3,7 |
Roermond | 4,9 |
Roosendaal | 1,13 |
Rotterdam | 2,02 |
Rozendaal | 0 |
Rucphen | 1,93 |
Schagen | 1,24 |
Scherpenzeel | 0 |
Schiedam | 1,02 |
Schiermonnikoog | 0 |
Schouwen-Duiveland | 0,76 |
Simpelveld | 0 |
Sint-Michielsgestel | 0 |
SintAnthonis | 0 |
Sittard-Geleen | 0,95 |
Sliedrecht | 1,06 |
Sluis | 0,77 |
Smallingerland | 2,03 |
Soest | 0,83 |
Someren | 0,71 |
SonenBreugel | 2,88 |
Stadskanaal | 2,19 |
Staphorst | 0,85 |
StedeBroec | 1,3 |
Steenbergen | 0,61 |
Steenwijkerland | 1,55 |
Stein | 0 |
StichtseVecht | 0,85 |
Súdwest-Fryslân | 1,53 |
Terneuzen | 1,37 |
Terschelling | 0 |
Texel | 1,8 |
Teylingen | 1,84 |
Tholen | 0 |
Tiel | 1,4 |
Tilburg | 0,67 |
Tubbergen | 0,52 |
Twenterand | 0,75 |
Tynaarlo | 2,22 |
Tytsjerksteradiel | 1,03 |
Uden | 0,57 |
Uitgeest | 1,23 |
Uithoorn | 1,39 |
Urk | 0 |
Utrecht | 4,09 |
UtrechtseHeuvelrug | 1,47 |
Vaals | 0 |
ValkenburgaandeGeul | 0 |
Valkenswaard | 2,95 |
Veendam | 1,86 |
Veenendaal | 1,29 |
Veere | 0 |
Veldhoven | 2,35 |
Velsen | 1,34 |
Venlo | 1,55 |
Venray | 0,65 |
Vijfheerenlanden | 0,73 |
Vlaardingen | 1,28 |
Vlieland | 0 |
Vlissingen | 1,1 |
Voerendaal | 0 |
Voorschoten | 0,87 |
Voorst | 1,08 |
Vught | 0 |
Waadhoeke | 0,95 |
Waalre | 1,82 |
Waalwijk | 0,61 |
Waddinxveen | 0 |
Wageningen | 0,28 |
Wassenaar | 0,61 |
Waterland | 0 |
Weert | 4,81 |
Weesp | 0 |
WestBetuwe | 0,63 |
Westerkwartier | 1,94 |
Westerveld | 3,48 |
Westervoort | 1,39 |
Westerwolde | 1,46 |
Westland | 1,04 |
WestMaasenWaal | 0,98 |
Weststellingwerf | 1,18 |
Westvoorne | 0 |
Wierden | 0,7 |
Wijchen | 0,53 |
Wijdemeren | 0 |
WijkbijDuurstede | 1,14 |
Winterswijk | 1,38 |
Woensdrecht | 0 |
Woerden | 0,81 |
Wormerland | 0,76 |
Woudenberg | 1,59 |
Zaanstad | 3,18 |
Zaltbommel | 3,19 |
Zandvoort | 1,64 |
Zeewolde | 1,11 |
Zeist | 1,92 |
Zevenaar | 1,06 |
Zoetermeer | 0,84 |
Zoeterwoude | 0 |
Zuidplas | 0,65 |
Zundert | 1,08 |
Zutphen | 1,41 |
Zwartewaterland | 0,64 |
Zwijndrecht | 1,02 |
Zwolle | 1,16 |
Jeugdzorgregios_naam | statcode |
---|---|
Achterhoek | 12,55 |
Alkmaar(Noord-Kennemerland) | 11,37 |
Amsterdam-Amstelland | 11,89 |
Arnhem | 12,92 |
Drenthe | 13,34 |
Eemland | 10,61 |
Flevoland | 11,18 |
FoodValley | 11,13 |
Friesland(Fryslân) | 11,68 |
GooienVechtstreek | 10,07 |
Groningen | 13,37 |
Haaglanden | 12,6 |
Haarlemmermeer | 11,84 |
HollandRijnland | 14,57 |
IJmond(MiddenKennemerland) | 12,8 |
IJsselland | 10,55 |
KopvanNoord-Holland | 13,72 |
Lekstroom | 10,45 |
Midden-Brabant | 13,3 |
Midden-LimburgOost | 15,25 |
Midden-LimburgWest | 14,41 |
MiddenHolland | 11,98 |
MiddenIJssel/OostVeluwe | 11,78 |
Nijmegen | 11,7 |
Noord-Limburg | 11,95 |
Noord-Veluwe | 10,23 |
NoordoostBrabant | 11,27 |
Rijnmond | 9,54 |
Rivierenland | 12,1 |
Twente | 11,38 |
UtrechtStad | 15,84 |
UtrechtWest | 8,5 |
WestBrabantOost | 11,08 |
WestBrabantWest | 12,08 |
WestFriesland | 11,47 |
Zaanstreek-Waterland | 11,6 |
Zeeland | 12,87 |
Zuid-HollandZuid | 13,18 |
Zuid-Limburg | 15,88 |
ZuidKennemerland | 9,42 |
Zuidoost-Brabant | 9,63 |
ZuidoostUtrecht | 10,49 |
Jeugdzorgregios_naam | statcode |
---|---|
Achterhoek | 1,08 |
Alkmaar(Noord-Kennemerland) | 1,27 |
Amsterdam-Amstelland | 2,03 |
Arnhem | 0,97 |
Drenthe | 3,65 |
Eemland | 0,9 |
Flevoland | 1,08 |
FoodValley | 0,84 |
Friesland(Fryslân) | 1,15 |
GooienVechtstreek | 0,84 |
Groningen | 1,43 |
Haaglanden | 0,97 |
Haarlemmermeer | 1,18 |
HollandRijnland | 1,2 |
IJmond(MiddenKennemerland) | 1,22 |
IJsselland | 0,99 |
KopvanNoord-Holland | 1,57 |
Lekstroom | 1,15 |
Midden-Brabant | 0,63 |
Midden-LimburgOost | 3,97 |
Midden-LimburgWest | 4,47 |
MiddenHolland | 0,65 |
MiddenIJssel/OostVeluwe | 1,19 |
Nijmegen | 0,58 |
Noord-Limburg | 1,11 |
Noord-Veluwe | 0,87 |
NoordoostBrabant | 0,53 |
Rijnmond | 1,61 |
Rivierenland | 1,22 |
Twente | 0,86 |
UtrechtStad | 4,09 |
UtrechtWest | 0,74 |
WestBrabantOost | 0,61 |
WestBrabantWest | 1,06 |
WestFriesland | 1,35 |
Zaanstreek-Waterland | 1,94 |
Zeeland | 0,86 |
Zuid-HollandZuid | 0,95 |
Zuid-Limburg | 0,73 |
ZuidKennemerland | 1,75 |
Zuidoost-Brabant | 1,93 |
ZuidoostUtrecht | 1,46 |
In relatie tot de bevolkingsomvang van de gemeente, werd de meeste jeugdhulp verleend in gemeenten met 100 tot 150 duizend inwoners en in de vier grote steden met meer dan 250 duizend inwoners (tabel 1.6.5). Van de jongeren tot en met 17 jaar uit die gemeenten ontving 12-13 procent jeugdhulp. In de categorie jongeren van 18 tot en met 22 jaar werd in de steden met meer dan 250 duizend inwoners jeugdhulp geleverd aan meer dan 2 procent van deze jongeren.
% van het totale aantal personen van 0 tot en met 17 jaar | % van het totale aantal personen van 18 tot en met 22 jaar | |
---|---|---|
Totaal Nederland | 11,86 | 1,34 |
Gemeenten met minder dan 5 000 inwoners | 9,26 | 0,36 |
Gemeenten met 5 000 tot 10 000 inwoners | 10,24 | 0,85 |
Gemeenten met 10 000 tot 20 000 inwoners | 10,41 | 1,16 |
Gemeenten met 20 000 tot 50 000 inwoners | 11,59 | 1,12 |
Gemeenten met 50 000 tot 100 000 inwoners | 11,90 | 1,33 |
Gemeenten met 100 000 tot 150 000 inwoners | 13,34 | 1,13 |
Gemeenten met 150 000 tot 250 000 inwoners | 11,70 | 1,21 |
Gemeenten met 250 000 inwoners of meer | 12,38 | 2,22 |
Bron: CBS. |
2. Jeugdhulptrajecten
Wat is een hulptraject?
De cijfers van het CBS over dit onderwerp gaan soms over de (aantallen) jongeren en soms over de (aantallen) jeugdhulptrajecten. Een hulptraject bestaat uit een combinatie van hulpvorm en aanvangsdatum. Een jongere kan per verslagperiode één jeugdhulptraject doorlopen, maar ook meerdere hulptrajecten na elkaar, of meerdere hulptrajecten tegelijkertijd. Omdat een jongere meerdere trajecten kan doorlopen, verschilt het aantal jeugdhulptrajecten van het aantal jongeren dat het CBS rapporteert: het aantal hulptrajecten komt hoger uit.
Als een jongere tegelijkertijd meerdere hulptrajecten doorloopt met dezelfde hulpvorm bij dezelfde jeugdhulpaanbieder, dan worden deze trajecten samengenomen. In de cijfers tellen deze dan mee als één doorlopend hulptraject. Dit gebeurt ook als de aanvangsdatums verschillen: het gaat erom dat de hulptrajecten elkaar overlappen. De aanvangsdatum wordt in dat geval gezien als de datum waarop de hulp voor het eerst is gestart, en de einddatum is de datum waarop de laatste hulp werd beëindigd.
Wat is een hulptraject?
De cijfers van het CBS over dit onderwerp gaan soms over de (aantallen) jongeren en soms over de (aantallen) jeugdhulptrajecten. Een hulptraject bestaat uit een combinatie van hulpvorm en aanvangsdatum. Een jongere kan per verslagperiode één jeugdhulptraject doorlopen, maar ook meerdere hulptrajecten na elkaar, of meerdere hulptrajecten tegelijkertijd. Omdat een jongere meerdere trajecten kan doorlopen, verschilt het aantal jeugdhulptrajecten van het aantal jongeren dat het CBS rapporteert: het aantal hulptrajecten komt hoger uit.
Als een jongere tegelijkertijd meerdere hulptrajecten doorloopt met dezelfde hulpvorm bij dezelfde jeugdhulpaanbieder, dan worden deze trajecten samengenomen. In de cijfers tellen deze dan mee als één doorlopend hulptraject. Dit gebeurt ook als de aanvangsdatums verschillen: het gaat erom dat de hulptrajecten elkaar overlappen. De aanvangsdatum wordt in dat geval gezien als de datum waarop de hulp voor het eerst is gestart, en de einddatum is de datum waarop de laatste hulp werd beëindigd.
2.1 Aantal hulptrajecten in 2020 afgenomen
In 2020 waren bijna 568 duizend jeugdhulptrajecten actief. Dat waren er 25 duizend minder dan in 2019. Het aantal trajecten jeugdhulp door het wijk- of buurtteam daalde met 5,5 procent, de overige jeugdhulp zonder verblijf daalde met 3,9 procent en de jeugdhulp met verblijf daalde met 5,2 procent (figuur 2.1.1). De cijfers over 2020 zijn voorlopige uitkomsten, de ervaring leert dat de voorlopige cijfers een half tot een procent lager liggen dan de definitieve uitkomsten.
2020* (x 1 000) | 2019 (x 1 000) | 2018 (x 1 000) | 2017 (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 567,77 | 592,86 | 570,88 | 558,35 |
Wijk- of buurtteam | 82,04 | 86,85 | 85,415 | 84,4 |
Overig zonder verblijf | 436,01 | 453,575 | 433,315 | 416,765 |
Met verblijf | 49,72 | 52,43 | 52,15 | 57,185 |
1)Trajecten die over meerdere perioden liepen komen meerdere malen in de figuur voor. |
Gedurende 2020 zijn meer jeugdhulptrajecten begonnen dan er zijn beëindigd. Bij aanvang van het jaar waren 321 duizend jeugdhulptrajecten actief en op 31 december waren dat er ruim 352 duizend, een toename van 9,8 procent (tabel 2.1.2).
Beginstand (1 januari 2020) | Instroom | Uitstroom | Eindstand (31 december 2020) | Actief in 20202) | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal aantal jeugdhulptrajecten | 321 135 | 246 635 | 215 285 | 352 485 | 567 770 |
Totaal zonder verblijf | 288 150 | 229 900 | 199 330 | 318 720 | 518 050 |
waarvan | |||||
Wijk- of buurtteam | 49 290 | 32 755 | 34 475 | 47 570 | 82 040 |
Ambulant | 175 545 | 140 100 | 119 230 | 196 415 | 315 645 |
Daghulp | 18 405 | 13 230 | 10 455 | 21 175 | 31 630 |
Netwerk jongere | 44 910 | 43 820 | 35 175 | 53 560 | 88 730 |
Totaal met verblijf | 32 985 | 16 730 | 15 955 | 33 765 | 49 720 |
waarvan | |||||
Pleegzorg | 18 165 | 3 680 | 4 105 | 17 740 | 21 845 |
Gezinsgericht | 3 525 | 1 745 | 1 645 | 3 625 | 5 270 |
Gesloten plaatsing | 930 | 1 425 | 1 555 | 800 | 2 355 |
Overig met verblijf3) | 10 370 | 9 880 | 8 655 | 11 595 | 20 250 |
Bron: CBS. 1) Jeugdhulptrajecten van personen van 0 tot en met 22 jaar. 2) Jeugdhulptrajecten die op enig moment tijdens 2020 liepen. 3) Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing. |
In totaal zijn bijna 568 duizend hulptrajecten actief geweest, deze trajecten liepen op enig moment tijdens 2020. Daarvan betrof het 518 duizend keer een hulptraject zonder verblijf, hiervan zijn bijna 230 duizend trajecten in 2020 begonnen en ruim 199 duizend beëindigd. Van de actieve jeugdhulptrajecten uitgevoerd door het wijk- of buurtteam van de gemeente zijn er in 2020 minder gestart, bijna 33 duizend, dan beëindigd, ruim 34 duizend.
Er waren in 2020 bijna 50 duizend jeugdhulptrajecten met verblijf. Het aantal actieve trajecten pleegzorg en gesloten plaatsing was lager op 31 december dan op 1 januari. Bij de andere vormen van jeugdhulp met verblijf nam dit toe.
De relatieve uitstroom, dat wil zeggen de uitstroom ten opzichte van het totale aantal actieve hulptrajecten, is het grootst bij gesloten plaatsing. Van alle trajecten die in 2020 actief waren, is 61 procent in dit jaar afgesloten.
2017 | 2018 | 2019 | 2020* | ||
---|---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulptrajecten | aantal | 295 535 | 335 695 | 281 810 | 246 635 |
Totaal zonder verblijf | % | 91,8 | 93,3 | 93,1 | 93,2 |
waarvan | |||||
Wijk- of buurtteam | % | 14,3 | 11,7 | 13,5 | 13,3 |
Ambulant | % | 59,6 | 61,9 | 58,8 | 56,8 |
Daghulp | % | 5,3 | 5,1 | 5,1 | 5,4 |
Netwerk jongere | % | 12,8 | 14,5 | 15,7 | 17,8 |
Totaal met verblijf | % | 8,2 | 6,7 | 6,9 | 6,8 |
waarvan | |||||
Pleegzorg | % | 1,9 | 1,6 | 1,4 | 1,5 |
Gezinsgericht | % | 0,9 | 0,9 | 0,9 | 0,7 |
Gesloten plaatsing | % | 0,8 | 0,7 | 0,7 | 0,6 |
Overig met verblijf2) | % | 4,6 | 3,5 | 3,8 | 4,0 |
Bron: CBS. 1) Jeugdhulptrajecten van personen van 0 tot en met 22 jaar. 2) Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing. |
In 2020 zijn bijna 247 duizend nieuwe jeugdhulptrajecten gestart. Dat is een daling van 12,5 procent ten opzichte van 2019. De oorzaak van deze daling lijkt deels te liggen in de uitbraak van corona vanaf maart 2020. In figuren 2.1.4 en 2.1.5 is de in- en uitstroom van het aantal jeugdhulptrajecten zonder verblijf per maand weergegeven. Voor de maanden april en mei 2020 is een opvallende daling van 30 procent van de instroom en van 20-25 procent van de uitstroom zichtbaar ten opzichte van 2019. In de maanden erna was er nagenoeg geen verschil meer tussen beide jaren.
Instroom 2019 (Jeugdhulptrajecten x 1 000) | Instroom 2020 (Jeugdhulptrajecten x 1 000) | |
---|---|---|
Jan | 37,17 | 33,81 |
Feb | 23,56 | 20,92 |
Mrt | 25,5 | 21,92 |
Apr | 24,375 | 16,62 |
Mei | 23,81 | 16,045 |
Jun | 20,105 | 19,71 |
Jul | 19,42 | 17,515 |
Aug | 15,085 | 14,27 |
Sep | 20,645 | 18,925 |
Okt | 20,515 | 18,185 |
Nov | 18,375 | 18,4 |
Dec | 13,87 | 13,58 |
Uitstroom 2019 (Jeugdhulptrajecten x 1 000) | Uitstroom 2020 (Jeugdhulptrajecten x 1 000) | |
---|---|---|
Jan | 17,105 | 17,445 |
Feb | 16,375 | 16,11 |
Mrt | 17,15 | 17,09 |
Apr | 17,42 | 13,785 |
Mei | 17,68 | 12,755 |
Jun | 15,88 | 15,215 |
Jul | 24,52 | 20,4 |
Aug | 14,75 | 13,115 |
Sep | 16,94 | 16,03 |
Okt | 18,48 | 17,8 |
Nov | 17,065 | 17,08 |
Dec | 24,25 | 22,505 |
Deze ontwikkeling geldt ook voor jeugdhulp met verblijf (figuur 2.1.6 en 2.1.7). In de maanden maart en april was de instroom in 2020 meer dan 20 procent lager dan in 2019 en in mei zelfs 30 procent. De uitstroom daalde vooral in mei (-26 procent) en juni (-35 procent) ten opzichte van 2019.
Instroom 2019 (Jeugdhulptrajecten x 1 000) | Instroom 2020 (Jeugdhulptrajecten x 1 000) | |
---|---|---|
Jan | 2,97 | 2,47 |
Feb | 1,58 | 1,36 |
Mrt | 1,64 | 1,3 |
Apr | 1,69 | 1,32 |
Mei | 1,745 | 1,22 |
Jun | 1,51 | 1,395 |
Jul | 1,655 | 1,575 |
Aug | 1,36 | 1,32 |
Sep | 1,415 | 1,285 |
Okt | 1,495 | 1,315 |
Nov | 1,295 | 1,16 |
Dec | 1,03 | 1,01 |
Uitstroom 2019 (Jeugdhulptrajecten x 1 000) | Uitstroom 2020 (Jeugdhulptrajecten x 1 000) | |
---|---|---|
Jan | 1,47 | 1,26 |
Feb | 1,37 | 1,21 |
Mrt | 1,435 | 1,335 |
Apr | 1,46 | 1,2 |
Mei | 1,43 | 1,06 |
Jun | 1,92 | 1,25 |
Jul | 2,01 | 1,79 |
Aug | 1,57 | 1,405 |
Sep | 1,43 | 1,29 |
Okt | 1,54 | 1,35 |
Nov | 1,34 | 1,185 |
Dec | 1,755 | 1,625 |
Van alle nieuwe jeugdhulptrajecten in 2020 was 23 procent herhaald beroep (figuur 2.1.8). Dat wil zeggen dat 23 procent van de jongeren die in 2020 een jeugdhulptraject startten, in de vijf voorafgaande jaren al eerder jeugdhulp had. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt naar het soort jeugdhulp dat eerder is ontvangen. Van de nieuwe trajecten in 2019 was 28,5 procent herhaald beroep. Jeugdhulp uitgevoerd door het wijk- of buurteam van de gemeente kende een toename van het percentage herhaald beroep, van 21,5 procent in 2019 naar 24,3 procent in 2020. Overige jeugdhulp zonder verblijf daalde van 30,1 procent in 2019 naar 23,5 procent in 2020. De begonnen trajecten jeugdhulp met verblijf waren in 2020 voor 14,2 procent herhaald beroep. In 2019 was dan nog 24 procent.
2020* (%) | 2019 (%) | 2018 (%) | 2017 (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 23 | 28,5 | 23,4 | 25,1 |
Wijk- of buurtteam | 24,3 | 21,5 | 28,7 | 22,8 |
Overig zonder verblijf | 23,5 | 30,1 | 19 | 26,5 |
Met verblijf | 14,2 | 24 | 27,4 | 16,2 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. |
Bij 4,1 procent van de 247 duizend trajecten die in 2020 zijn gestart, was sprake van crisis bij aanvang. Dat gold met name bij trajecten jeugdhulp met verblijf. Daar is 19,4 procent van de trajecten gestart met crisis.
De Beleidsinformatie Jeugd is sinds 2018 uitgebreid met de vraag of er sprake was van crisis bij aanvang van het traject. Niet alle jeugdhulpverleners hebben dit gegeven meteen in hun administratie opgenomen. Hierdoor is het lastig om de jaren met elkaar te vergelijken.
2020* (%) | 2019 (%) | 2018 (%) | |
---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 4,1 | 4,3 | 3,9 |
Wijk- of buurtteam | 0,5 | 1 | 2,6 |
Overig zonder verblijf | 3,3 | 3,4 | 2,8 |
Met verblijf | 19,4 | 21,3 | 20,1 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. |
2.2 Jeugdhulp meestal doorverwezen door de huisarts
In 2020 werden de meeste jeugdhulptrajecten gestart na verwijzing door een huisarts (figuur 2.2.1). In 2019 werden bijna 108 duizend trajecten verwezen door de huisarts, in 2020 waren dat er minder dan 90 duizend. Ten opzichte van 2019 daalde het aandeel jeugdhulptrajecten met verwijzing door een huisarts van 38 naar 36 procent. Ook het aantal verwijzingen door de gemeente daalde, van 90 duizend in 2019 naar 83 duizend in 2020. Het aandeel verwijzingen door de gemeente ten opzichte van alle verwijzingen nam, ondanks deze daling, toe van 32 naar 34 procent.
2020* (x 1 000) | 2019 (x 1 000) | 2018 (x 1 000) | 2017 (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
Huisarts | 89,68 | 107,59 | 125,365 | 113,535 |
Gemeentelijke toegang | 82,67 | 90,25 | 96,915 | 85,115 |
Geen verwijzer | 27,055 | 32,875 | 33,95 | 22,8 |
Gecertificeerde instelling | 24,7 | 24,745 | 26,85 | 26,125 |
Medisch specialist | 12,495 | 14,27 | 16,69 | 16,915 |
Jeugdarts | 7,495 | 8,25 | 7,7 | 7,065 |
Justitie | 1,15 | 1,225 | 1,33 | 0,93 |
Onbekend | 1,385 | 2,6 | 26,895 | 23,06 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. Trajecten onder Geen verwijzer betreft vrij toegankelijke jeugdhulp. |
Er waren ruim 27 duizend jeugdhulptrajecten zonder verwijzer. Dit zijn jeugdhulptrajecten waarvoor geen verwijzing nodig is, de zogenaamde vrij toegankelijke jeugdhulp. De gemeente bepaalt zelf welke jeugdhulp vrij toegankelijk is. Dat kan dus per gemeente anders zijn.
Verbeteringen in de registratie hebben ertoe geleid dat het aantal trajecten met onbekende verwijzer sterk is gedaald. Deze categorie is bedoeld voor trajecten die voor 1 januari 2015 zijn begonnen en waarvan de verwijzer niet meer te achterhalen was, maar werd door sommige jeugdhulpaanbieders ook gebruikt voor trajecten met een latere aanvangsdatum.
2.3 Jeugdhulptrajecten duren meestal korter dan een jaar
Van alle 215 duizend jeugdhulptrajecten die in 2020 zijn beëindigd (de uitstroom, zie tabel 2.1.2), hebben er 38 duizend korter dan drie maanden geduurd (17,7 procent). Bijna 64 procent van de afgesloten jeugdhulptrajecten duurde korter dan een jaar.
0 tot 3 maanden | 3 tot 6 maanden | 6 tot 12 maanden | 12 tot 36 maanden | langer dan 36 maanden | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal aantal jeugdhulptrajecten | 38 155 | 34 285 | 64 875 | 67 230 | 10 750 |
Totaal zonder verblijf | 33 245 | 32 055 | 61 465 | 63 400 | 9 165 |
waarvan | |||||
Wijk- of buurtteam | 7 105 | 5 830 | 8 175 | 10 545 | 2 815 |
Ambulant | 18 220 | 19 175 | 37 965 | 39 335 | 4 540 |
Daghulp | 1 370 | 1 540 | 3 900 | 3 050 | 595 |
Netwerk jongere | 6 550 | 5 510 | 11 420 | 10 475 | 1 220 |
Totaal met verblijf | 4 910 | 2 230 | 3 405 | 3 830 | 1 580 |
waarvan | |||||
Pleegzorg | 680 | 430 | 700 | 1 205 | 1 090 |
Gezinsgericht | 345 | 240 | 435 | 465 | 160 |
Gesloten plaatsing | 535 | 345 | 415 | 255 | . |
Overig met verblijf2) | 3 345 | 1 210 | 1 860 | 1 905 | 330 |
Bron: CBS. 1) Jeugdhulptrajecten van personen van 0 tot en met 22 jaar, die zijn beëindigd in 2020. 2) Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing. |
Een in 2020 afgesloten jeugdhulptraject duurde gemiddeld 391 dagen. Dat is 31 dagen langer dan de afgesloten trajecten in 2019. Trajecten met gesloten plaatsing duren met gemiddeld 208 dagen in 2020 het kortst. Pleegzorgtrajecten duurden gemiddeld bijna tweeënhalf keer zo lang als een gemiddeld traject, namelijk 971 dagen (tabel 2.3.2).
2017 | 2018 | 2019 | 2020* | ||
---|---|---|---|---|---|
Afgesloten jeugdhulptrajecten | aantal | 261 415 | 212 045 | 236 345 | 215 285 |
Totaal jeugdhulp | dagen | 318 | 337 | 360 | 391 |
Totaal zonder verblijf | dagen | 310 | 331 | 356 | 385 |
waarvan | |||||
Wijk- of buurtteam | dagen | 320 | 365 | 368 | 410 |
Ambulant | dagen | 318 | 335 | 365 | 384 |
Daghulp | dagen | 317 | 320 | 350 | 411 |
Netwerk jongere | dagen | 252 | 282 | 312 | 355 |
Totaal met verblijf | dagen | 407 | 399 | 405 | 476 |
waarvan | |||||
Pleegzorg | dagen | 795 | 764 | 853 | 971 |
Gezinsgericht | dagen | 374 | 402 | 400 | 467 |
Gesloten plaatsing | dagen | 174 | 166 | 185 | 208 |
Overig met verblijf2) | dagen | 285 | 261 | 258 | 291 |
Bron: CBS. 1) Jeugdhulptrajecten van personen van 0 tot en met 22 jaar, die zijn beëindigd in de verslagperiode. 2) Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing. |
2.4 Jeugdhulptraject vaak volgens plan beëindigd
Van alle jeugdhulptrajecten die in 2020 werden afgesloten, werden bijna 177 duizend beëindigd volgens plan. Dit komt overeen met 82,2 procent van de afgesloten trajecten (figuur 2.4.1). Naast het beëindigen volgens plan werd 9,4 procent van de trajecten voortijdig afgesloten in overeenstemming tussen cliënt en aanbieder. Eenzijdige beëindiging door de jeugdige of door de aanbieder kwam veel minder vaak voor: respectievelijk in 3,4 en 1,5 procent van de gevallen. Het aandeel wegens externe omstandigheden afgesloten trajecten steeg van 3,2 procent in 2019 naar 3,5 procent in 2020.
2020* (%) | 2019 (%) | 2018 (%) | 2017 (%) | |
---|---|---|---|---|
Beëindigd volgens plan | 82,2 | 80,2 | 80,8 | 76,8 |
Voortijdig in over- eenstemming | 9,4 | 11,4 | 10,3 | 9,2 |
Voortijdig wegens externe omstandigheden | 3,5 | 3,2 | 3,3 | 8,6 |
Voortijdig door cliënt | 3,4 | 3,5 | 3,8 | 3,4 |
Voortijdig door aanbieder | 1,5 | 1,6 | 1,8 | 1,8 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn beëindigd in de verslagperiode. |
Meer informatie
Onderzoeksbeschrijving Beleidsinformatie Jeugd
https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/methoden/onderzoeksomschrijvingen/korte-onderzoeksbeschrijvingen/beleidsinformatie-jeugd
Tabellen Jeugdzorg na 1-1-2015
https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/navigatieScherm/thema?themaNr=82337
Privacy is een groot goed. Ook als je niks te verbergen hebt, heb je heel wat te beschermen. Het CBS is het Statistisch Bureau van Nederland dat onafhankelijk onderzoek uitvoert. Het CBS werkt bij elk onderzoek met strenge eisen om data op een veilige manier te verwerven, te verwerken en te publiceren en is transparant over de manier van werken en de methodieken.
Het CBS verzamelt gegevens van natuurlijke personen, bedrijven en instellingen. Dit is wettelijk vastgelegd in de CBS-wet en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Identificerende persoonskenmerken worden na ontvangst direct gepseudonimiseerd. Hierdoor kan het onderzoek alleen worden uitgevoerd op gegevens met een pseudosleutel. Bij publicatie zorgt het CBS er bovendien voor dat natuurlijke personen of bedrijven niet herkenbaar of herleidbaar zijn. Ook hanteert het CBS diverse maatregelen tegen diefstal, verlies of misbruik van persoonsgegevens. Het CBS levert geen herkenbare gegevens aan derden, ook niet aan andere overheidsinstellingen. Wel kunnen sommige (wetenschappelijke) instellingen onder strenge voorwaarden toegang krijgen tot gegevens met pseudosleutel op persoons- of bedrijfsniveau. Dit noemen we microdata.
Voor meer informatie, zie onze website: www.cbs.nl/privacy.
Begrippenlijst
Jeugdhulp
Conform artikel 1.1 van de Jeugdwet is jeugdhulp:
- ondersteuning van en hulp en zorg, niet zijnde preventie, aan jongeren en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, of opvoedingsproblemen van ouders;
- het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van jongeren met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem en die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, en
- het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij jongeren met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een somatische of psychiatrische aandoening of beperking, die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, met dien verstande dat de leeftijdgrens van achttien jaar niet geldt voor jeugdhulp in het kader van jeugdstrafrecht;
In de Jeugdwet zijn randvoorwaarden en kwaliteitseisen opgenomen waaraan de jeugdhulp en/of jeugdhulpaanbieders moeten voldoen, zoals dossiervorming, een plan (hulpverleningsplan, behandelplan) en bewaking en beheersing van de kwaliteit. Voor de jeugdhulp waarover aan het CBS gerapporteerd moet worden gelden al deze randvoorwaarden en eisen.
Als een jeugdhulpaanbieder een jeugdige (anonieme) adviezen of consulten biedt, ook al is dat voorafgaande aan de start van jeugdhulp, dan geldt dit niet als jeugdhulp waarover gegevens verstrekt moeten worden aan het CBS. Dit geldt tevens voor het verstrekken van folders en overige vormen van informatie.
De volgende vormen van jeugdhulp worden onderscheiden:
Jeugdhulp zonder verblijf
Hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet (2014). Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. De jongere verblijft thuis, in het eigen gezin. Of anders gezegd, de jongere slaapt thuis. In ieder geval formeel. Het kan zijn dat de jongere bij opa en oma slaapt of bij iemand anders, echter dit is dan niet formeel zo geregeld.
Uitgevoerd door het wijk- of buurtteam - Nagenoeg elke gemeente werkt met de inzet van wijk- of buurtteams. Soms beperken deze teams zich tot het coördineren van de hulp aan de jongere, maar veelal bieden deze teams ook zelf hulp. De jeugdhulp die door een wijk- of buurtteam wordt uitgevoerd bevindt zich vaak op de grens tussen het voorkomen van problemen (preventie) en de hulp bij problemen (jeugdhulp). In principe wordt preventie niet tot de jeugdhulp gerekend zoals het CBS daarover rapporteert. Een gemeente mag echter bij de aanlevering van gegevens aan het CBS zelf bepalen welke activiteiten zij tot de jeugdhulp rekent.
Ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieder - Ambulante jeugdhulp op locatie betreft ambulante hulp of groepsgesprekken op het kantoor waarbij in principe één (algemene) expertise tegelijkertijd binnen de hulpverlening wordt ingezet.
Daghulp op locatie van de aanbieder - Bij daghulp is een begeleider of hulpverlener minimaal een dagdeel in de nabije omgeving van de jongere. De hulp kan individueel plaatsvinden, maar ook in een groep. Dagbesteding en dagstructurering vallen hier ook onder. Daghulp vindt plaats op de locatie van de aanbieder. Een belangrijk kenmerk van de dagbehandeling is dat een multidisciplinair team voor de dagbehandeling wordt ingezet. Het gaat bijvoorbeeld om een combinatie van fysiotherapie, gedragstherapie en psychotherapie die tijdens de dagbehandeling wordt ingezet.
Jeugdhulp in het netwerk van de jongere - Jeugdhulp in het netwerk van de jongere vindt plaats bij de jongere thuis, op school of elders in het netwerk van de jongere. In ieder geval niet op locatie bij de aanbieder. De intensiteit kan variëren van één of enkele uren tot 24 uur per dag.
Jeugdhulp met verblijf
Hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet (2014). Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. De jongere verblijft elders. Of anders gezegd, de jongere slaapt formeel niet thuis in het eigen gezin. Dit betekent dat het hier alleen om de verblijfsvormen gaat waarbij er sprake is van een overnachting. Ook verblijf in logeerhuizen, alleen tijdens weekenden of juist door de week, vallen onder jeugdhulp met verblijf.
Pleegzorg - Vorm van jeugdhulp waarbij een jongere (tijdelijk) wordt opgenomen in een pleeggezin en waarbij pleegkind, pleegouders en eigen ouders worden begeleid door een pleegzorgaanbieder.
Gezinsgericht - Alle vormen van verblijf die een gezinssituatie benaderen, maar geen pleegzorg zijn. Te denken valt aan gezinshuizen, logeerhuizen en zorgboerderijen waar overnacht wordt.
Gesloten plaatsing - De jongere verblijft bij een jeugdhulpaanbieder op basis van een machtiging gesloten jeugdzorg of op basis van een machtiging BOPZ (Wet Bijzondere Opname Psychiatrische Ziekenhuizen).
Overig verblijf bij een jeugdhulpaanbieder - De jongere verblijft op de accommodatie van de jeugdhulpaanbieder, veelal in een groep met andere jongeren. In feite betreft het alle vormen van verblijf die niet onder een van de voorgaande categorieën vallen. Hieronder vallen ook begeleid wonen en kamertraining.
Herhaald beroep
Een jeugdhulptraject wordt als herhaald beroep gezien, als de desbetreffende jongere in de vijf jaar voorafgaand aan de verslagperiode jeugdhulp heeft ontvangen.
Gestart met crisis
De hulpverlening is aangevangen met het stabiliseren van een crisissituatie. Of de jeugdhulp al dan niet is aangevangen met het stabiliseren van een crisissituatie is het professionele oordeel van de jeugdhulpprofessional. Er is daarmee geen vaste definitie van crisis. Iedere professional heeft een beeld bij het onderscheid crisis-geen crisis.
Gecertificeerde instelling
Gecertificeerde instellingen zijn organisaties die, conform de Jeugdwet, maatregelen van jeugdbescherming en jeugdreclassering uitvoeren. Deze instellingen moeten in het bezit zijn van een certificaat. Daarvoor moeten zij aan een aantal eisen voldoen gericht op het borgen van de kwaliteit van de uitvoering van de jeugdbescherming en jeugdreclassering.
Jeugdbescherming
Jeugdbescherming is een maatregel die de rechter dwingend oplegt. Dat gebeurt als een gezonde en veilige ontwikkeling van een kind of jeugdige wordt bedreigd en vrijwillige hulp niet of niet voldoende helpt. Een kind of jongere wordt dan 'onder toezicht gesteld' of ‘onder voogdij geplaatst’.
Jeugdreclassering
Jeugdreclassering is een combinatie van begeleiding en controle voor jongeren vanaf 12 jaar, die voor hun 18e verjaardag met de politie of leerplichtambtenaar in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen. Indien de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder de overtreding of het misdrijf is begaan daartoe aanleiding geven, bijvoorbeeld bij jongvolwassenen met een verstandelijke beperking, kan het jeugdstrafrecht eveneens worden toegepast op jongvolwassenen in de leeftijd 18 tot en met 22 jaar. De jongere krijgt op maat gesneden begeleiding van een jeugdreclasseringswerker om te voorkomen dat hij of zij opnieuw de fout ingaat. Jeugdreclassering kan worden opgelegd door de kinderrechter of de officier van Justitie. Jeugdreclassering kan ook op initiatief van de Raad voor de Kinderbescherming in het vrijwillige kader worden opgestart.
Verwijzer
De organisatie of persoon die de jongere en/of zijn/haar ouders heeft verwezen naar de jeugdhulp. Het betreft organisaties of personen die rechtstreeks jongeren en hun ouders op grond van de Jeugdwet kunnen doorverwijzen naar jeugdhulp. De Jeugdwet stelt dat tussen gemeenten en betrokkenen afspraken worden gemaakt over de voorwaarden waaronder en wijze waarop de rechtstreekse verwijzing verloopt.
Gemeentelijke toegang - De jongere is door de gemeente of een gemeentelijke organisatie aangemeld bij een jeugdhulpaanbieder. Hieronder vallen ook de verwijzingen van de politie, Veilig Thuis organisaties en het onderwijs.