2. Jeugdhulptrajecten
Wat is een hulptraject?
De cijfers van het CBS over dit onderwerp gaan soms over de (aantallen) jongeren en soms over de (aantallen) jeugdhulptrajecten. Een hulptraject bestaat uit een combinatie van hulpvorm en aanvangsdatum. Een jongere kan per verslagperiode één jeugdhulptraject doorlopen, maar ook meerdere hulptrajecten na elkaar, of meerdere hulptrajecten tegelijkertijd. Omdat een jongere meerdere trajecten kan doorlopen, verschilt het aantal jeugdhulptrajecten van het aantal jongeren dat het CBS rapporteert: het aantal hulptrajecten komt hoger uit.
Als een jongere tegelijkertijd meerdere hulptrajecten doorloopt met dezelfde hulpvorm bij dezelfde jeugdhulpaanbieder, dan worden deze trajecten samengenomen. In de cijfers tellen deze dan mee als één doorlopend hulptraject. Dit gebeurt ook als de aanvangsdatums verschillen: het gaat erom dat de hulptrajecten elkaar overlappen. De aanvangsdatum wordt in dat geval gezien als de datum waarop de hulp voor het eerst is gestart, en de einddatum is de datum waarop de laatste hulp werd beëindigd.
Wat is een hulptraject?
De cijfers van het CBS over dit onderwerp gaan soms over de (aantallen) jongeren en soms over de (aantallen) jeugdhulptrajecten. Een hulptraject bestaat uit een combinatie van hulpvorm en aanvangsdatum. Een jongere kan per verslagperiode één jeugdhulptraject doorlopen, maar ook meerdere hulptrajecten na elkaar, of meerdere hulptrajecten tegelijkertijd. Omdat een jongere meerdere trajecten kan doorlopen, verschilt het aantal jeugdhulptrajecten van het aantal jongeren dat het CBS rapporteert: het aantal hulptrajecten komt hoger uit.
Als een jongere tegelijkertijd meerdere hulptrajecten doorloopt met dezelfde hulpvorm bij dezelfde jeugdhulpaanbieder, dan worden deze trajecten samengenomen. In de cijfers tellen deze dan mee als één doorlopend hulptraject. Dit gebeurt ook als de aanvangsdatums verschillen: het gaat erom dat de hulptrajecten elkaar overlappen. De aanvangsdatum wordt in dat geval gezien als de datum waarop de hulp voor het eerst is gestart, en de einddatum is de datum waarop de laatste hulp werd beëindigd.
2.1 Aantal hulptrajecten in 2020 afgenomen
In 2020 waren bijna 568 duizend jeugdhulptrajecten actief. Dat waren er 25 duizend minder dan in 2019. Het aantal trajecten jeugdhulp door het wijk- of buurtteam daalde met 5,5 procent, de overige jeugdhulp zonder verblijf daalde met 3,9 procent en de jeugdhulp met verblijf daalde met 5,2 procent (figuur 2.1.1). De cijfers over 2020 zijn voorlopige uitkomsten, de ervaring leert dat de voorlopige cijfers een half tot een procent lager liggen dan de definitieve uitkomsten.
2020* (x 1 000) | 2019 (x 1 000) | 2018 (x 1 000) | 2017 (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 567,77 | 592,86 | 570,88 | 558,35 |
Wijk- of buurtteam | 82,04 | 86,85 | 85,415 | 84,4 |
Overig zonder verblijf | 436,01 | 453,575 | 433,315 | 416,765 |
Met verblijf | 49,72 | 52,43 | 52,15 | 57,185 |
1)Trajecten die over meerdere perioden liepen komen meerdere malen in de figuur voor. |
Gedurende 2020 zijn meer jeugdhulptrajecten begonnen dan er zijn beëindigd. Bij aanvang van het jaar waren 321 duizend jeugdhulptrajecten actief en op 31 december waren dat er ruim 352 duizend, een toename van 9,8 procent (tabel 2.1.2).
Beginstand (1 januari 2020) | Instroom | Uitstroom | Eindstand (31 december 2020) | Actief in 20202) | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal aantal jeugdhulptrajecten | 321 135 | 246 635 | 215 285 | 352 485 | 567 770 |
Totaal zonder verblijf | 288 150 | 229 900 | 199 330 | 318 720 | 518 050 |
waarvan | |||||
Wijk- of buurtteam | 49 290 | 32 755 | 34 475 | 47 570 | 82 040 |
Ambulant | 175 545 | 140 100 | 119 230 | 196 415 | 315 645 |
Daghulp | 18 405 | 13 230 | 10 455 | 21 175 | 31 630 |
Netwerk jongere | 44 910 | 43 820 | 35 175 | 53 560 | 88 730 |
Totaal met verblijf | 32 985 | 16 730 | 15 955 | 33 765 | 49 720 |
waarvan | |||||
Pleegzorg | 18 165 | 3 680 | 4 105 | 17 740 | 21 845 |
Gezinsgericht | 3 525 | 1 745 | 1 645 | 3 625 | 5 270 |
Gesloten plaatsing | 930 | 1 425 | 1 555 | 800 | 2 355 |
Overig met verblijf3) | 10 370 | 9 880 | 8 655 | 11 595 | 20 250 |
Bron: CBS. 1) Jeugdhulptrajecten van personen van 0 tot en met 22 jaar. 2) Jeugdhulptrajecten die op enig moment tijdens 2020 liepen. 3) Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing. |
In totaal zijn bijna 568 duizend hulptrajecten actief geweest, deze trajecten liepen op enig moment tijdens 2020. Daarvan betrof het 518 duizend keer een hulptraject zonder verblijf, hiervan zijn bijna 230 duizend trajecten in 2020 begonnen en ruim 199 duizend beëindigd. Van de actieve jeugdhulptrajecten uitgevoerd door het wijk- of buurtteam van de gemeente zijn er in 2020 minder gestart, bijna 33 duizend, dan beëindigd, ruim 34 duizend.
Er waren in 2020 bijna 50 duizend jeugdhulptrajecten met verblijf. Het aantal actieve trajecten pleegzorg en gesloten plaatsing was lager op 31 december dan op 1 januari. Bij de andere vormen van jeugdhulp met verblijf nam dit toe.
De relatieve uitstroom, dat wil zeggen de uitstroom ten opzichte van het totale aantal actieve hulptrajecten, is het grootst bij gesloten plaatsing. Van alle trajecten die in 2020 actief waren, is 61 procent in dit jaar afgesloten.
2017 | 2018 | 2019 | 2020* | ||
---|---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulptrajecten | aantal | 295 535 | 335 695 | 281 810 | 246 635 |
Totaal zonder verblijf | % | 91,8 | 93,3 | 93,1 | 93,2 |
waarvan | |||||
Wijk- of buurtteam | % | 14,3 | 11,7 | 13,5 | 13,3 |
Ambulant | % | 59,6 | 61,9 | 58,8 | 56,8 |
Daghulp | % | 5,3 | 5,1 | 5,1 | 5,4 |
Netwerk jongere | % | 12,8 | 14,5 | 15,7 | 17,8 |
Totaal met verblijf | % | 8,2 | 6,7 | 6,9 | 6,8 |
waarvan | |||||
Pleegzorg | % | 1,9 | 1,6 | 1,4 | 1,5 |
Gezinsgericht | % | 0,9 | 0,9 | 0,9 | 0,7 |
Gesloten plaatsing | % | 0,8 | 0,7 | 0,7 | 0,6 |
Overig met verblijf2) | % | 4,6 | 3,5 | 3,8 | 4,0 |
Bron: CBS. 1) Jeugdhulptrajecten van personen van 0 tot en met 22 jaar. 2) Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing. |
In 2020 zijn bijna 247 duizend nieuwe jeugdhulptrajecten gestart. Dat is een daling van 12,5 procent ten opzichte van 2019. De oorzaak van deze daling lijkt deels te liggen in de uitbraak van corona vanaf maart 2020. In figuren 2.1.4 en 2.1.5 is de in- en uitstroom van het aantal jeugdhulptrajecten zonder verblijf per maand weergegeven. Voor de maanden april en mei 2020 is een opvallende daling van 30 procent van de instroom en van 20-25 procent van de uitstroom zichtbaar ten opzichte van 2019. In de maanden erna was er nagenoeg geen verschil meer tussen beide jaren.
Instroom 2019 (Jeugdhulptrajecten x 1 000) | Instroom 2020 (Jeugdhulptrajecten x 1 000) | |
---|---|---|
Jan | 37,17 | 33,81 |
Feb | 23,56 | 20,92 |
Mrt | 25,5 | 21,92 |
Apr | 24,375 | 16,62 |
Mei | 23,81 | 16,045 |
Jun | 20,105 | 19,71 |
Jul | 19,42 | 17,515 |
Aug | 15,085 | 14,27 |
Sep | 20,645 | 18,925 |
Okt | 20,515 | 18,185 |
Nov | 18,375 | 18,4 |
Dec | 13,87 | 13,58 |
Uitstroom 2019 (Jeugdhulptrajecten x 1 000) | Uitstroom 2020 (Jeugdhulptrajecten x 1 000) | |
---|---|---|
Jan | 17,105 | 17,445 |
Feb | 16,375 | 16,11 |
Mrt | 17,15 | 17,09 |
Apr | 17,42 | 13,785 |
Mei | 17,68 | 12,755 |
Jun | 15,88 | 15,215 |
Jul | 24,52 | 20,4 |
Aug | 14,75 | 13,115 |
Sep | 16,94 | 16,03 |
Okt | 18,48 | 17,8 |
Nov | 17,065 | 17,08 |
Dec | 24,25 | 22,505 |
Deze ontwikkeling geldt ook voor jeugdhulp met verblijf (figuur 2.1.6 en 2.1.7). In de maanden maart en april was de instroom in 2020 meer dan 20 procent lager dan in 2019 en in mei zelfs 30 procent. De uitstroom daalde vooral in mei (-26 procent) en juni (-35 procent) ten opzichte van 2019.
Instroom 2019 (Jeugdhulptrajecten x 1 000) | Instroom 2020 (Jeugdhulptrajecten x 1 000) | |
---|---|---|
Jan | 2,97 | 2,47 |
Feb | 1,58 | 1,36 |
Mrt | 1,64 | 1,3 |
Apr | 1,69 | 1,32 |
Mei | 1,745 | 1,22 |
Jun | 1,51 | 1,395 |
Jul | 1,655 | 1,575 |
Aug | 1,36 | 1,32 |
Sep | 1,415 | 1,285 |
Okt | 1,495 | 1,315 |
Nov | 1,295 | 1,16 |
Dec | 1,03 | 1,01 |
Uitstroom 2019 (Jeugdhulptrajecten x 1 000) | Uitstroom 2020 (Jeugdhulptrajecten x 1 000) | |
---|---|---|
Jan | 1,47 | 1,26 |
Feb | 1,37 | 1,21 |
Mrt | 1,435 | 1,335 |
Apr | 1,46 | 1,2 |
Mei | 1,43 | 1,06 |
Jun | 1,92 | 1,25 |
Jul | 2,01 | 1,79 |
Aug | 1,57 | 1,405 |
Sep | 1,43 | 1,29 |
Okt | 1,54 | 1,35 |
Nov | 1,34 | 1,185 |
Dec | 1,755 | 1,625 |
Van alle nieuwe jeugdhulptrajecten in 2020 was 23 procent herhaald beroep (figuur 2.1.8). Dat wil zeggen dat 23 procent van de jongeren die in 2020 een jeugdhulptraject startten, in de vijf voorafgaande jaren al eerder jeugdhulp had. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt naar het soort jeugdhulp dat eerder is ontvangen. Van de nieuwe trajecten in 2019 was 28,5 procent herhaald beroep. Jeugdhulp uitgevoerd door het wijk- of buurteam van de gemeente kende een toename van het percentage herhaald beroep, van 21,5 procent in 2019 naar 24,3 procent in 2020. Overige jeugdhulp zonder verblijf daalde van 30,1 procent in 2019 naar 23,5 procent in 2020. De begonnen trajecten jeugdhulp met verblijf waren in 2020 voor 14,2 procent herhaald beroep. In 2019 was dan nog 24 procent.
2020* (%) | 2019 (%) | 2018 (%) | 2017 (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 23 | 28,5 | 23,4 | 25,1 |
Wijk- of buurtteam | 24,3 | 21,5 | 28,7 | 22,8 |
Overig zonder verblijf | 23,5 | 30,1 | 19 | 26,5 |
Met verblijf | 14,2 | 24 | 27,4 | 16,2 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. |
Bij 4,1 procent van de 247 duizend trajecten die in 2020 zijn gestart, was sprake van crisis bij aanvang. Dat gold met name bij trajecten jeugdhulp met verblijf. Daar is 19,4 procent van de trajecten gestart met crisis.
De Beleidsinformatie Jeugd is sinds 2018 uitgebreid met de vraag of er sprake was van crisis bij aanvang van het traject. Niet alle jeugdhulpverleners hebben dit gegeven meteen in hun administratie opgenomen. Hierdoor is het lastig om de jaren met elkaar te vergelijken.
2020* (%) | 2019 (%) | 2018 (%) | |
---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 4,1 | 4,3 | 3,9 |
Wijk- of buurtteam | 0,5 | 1 | 2,6 |
Overig zonder verblijf | 3,3 | 3,4 | 2,8 |
Met verblijf | 19,4 | 21,3 | 20,1 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. |
2.2 Jeugdhulp meestal doorverwezen door de huisarts
In 2020 werden de meeste jeugdhulptrajecten gestart na verwijzing door een huisarts (figuur 2.2.1). In 2019 werden bijna 108 duizend trajecten verwezen door de huisarts, in 2020 waren dat er minder dan 90 duizend. Ten opzichte van 2019 daalde het aandeel jeugdhulptrajecten met verwijzing door een huisarts van 38 naar 36 procent. Ook het aantal verwijzingen door de gemeente daalde, van 90 duizend in 2019 naar 83 duizend in 2020. Het aandeel verwijzingen door de gemeente ten opzichte van alle verwijzingen nam, ondanks deze daling, toe van 32 naar 34 procent.
2020* (x 1 000) | 2019 (x 1 000) | 2018 (x 1 000) | 2017 (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
Huisarts | 89,68 | 107,59 | 125,365 | 113,535 |
Gemeentelijke toegang | 82,67 | 90,25 | 96,915 | 85,115 |
Geen verwijzer | 27,055 | 32,875 | 33,95 | 22,8 |
Gecertificeerde instelling | 24,7 | 24,745 | 26,85 | 26,125 |
Medisch specialist | 12,495 | 14,27 | 16,69 | 16,915 |
Jeugdarts | 7,495 | 8,25 | 7,7 | 7,065 |
Justitie | 1,15 | 1,225 | 1,33 | 0,93 |
Onbekend | 1,385 | 2,6 | 26,895 | 23,06 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. Trajecten onder Geen verwijzer betreft vrij toegankelijke jeugdhulp. |
Er waren ruim 27 duizend jeugdhulptrajecten zonder verwijzer. Dit zijn jeugdhulptrajecten waarvoor geen verwijzing nodig is, de zogenaamde vrij toegankelijke jeugdhulp. De gemeente bepaalt zelf welke jeugdhulp vrij toegankelijk is. Dat kan dus per gemeente anders zijn.
Verbeteringen in de registratie hebben ertoe geleid dat het aantal trajecten met onbekende verwijzer sterk is gedaald. Deze categorie is bedoeld voor trajecten die voor 1 januari 2015 zijn begonnen en waarvan de verwijzer niet meer te achterhalen was, maar werd door sommige jeugdhulpaanbieders ook gebruikt voor trajecten met een latere aanvangsdatum.
2.3 Jeugdhulptrajecten duren meestal korter dan een jaar
Van alle 215 duizend jeugdhulptrajecten die in 2020 zijn beëindigd (de uitstroom, zie tabel 2.1.2), hebben er 38 duizend korter dan drie maanden geduurd (17,7 procent). Bijna 64 procent van de afgesloten jeugdhulptrajecten duurde korter dan een jaar.
0 tot 3 maanden | 3 tot 6 maanden | 6 tot 12 maanden | 12 tot 36 maanden | langer dan 36 maanden | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal aantal jeugdhulptrajecten | 38 155 | 34 285 | 64 875 | 67 230 | 10 750 |
Totaal zonder verblijf | 33 245 | 32 055 | 61 465 | 63 400 | 9 165 |
waarvan | |||||
Wijk- of buurtteam | 7 105 | 5 830 | 8 175 | 10 545 | 2 815 |
Ambulant | 18 220 | 19 175 | 37 965 | 39 335 | 4 540 |
Daghulp | 1 370 | 1 540 | 3 900 | 3 050 | 595 |
Netwerk jongere | 6 550 | 5 510 | 11 420 | 10 475 | 1 220 |
Totaal met verblijf | 4 910 | 2 230 | 3 405 | 3 830 | 1 580 |
waarvan | |||||
Pleegzorg | 680 | 430 | 700 | 1 205 | 1 090 |
Gezinsgericht | 345 | 240 | 435 | 465 | 160 |
Gesloten plaatsing | 535 | 345 | 415 | 255 | . |
Overig met verblijf2) | 3 345 | 1 210 | 1 860 | 1 905 | 330 |
Bron: CBS. 1) Jeugdhulptrajecten van personen van 0 tot en met 22 jaar, die zijn beëindigd in 2020. 2) Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing. |
Een in 2020 afgesloten jeugdhulptraject duurde gemiddeld 391 dagen. Dat is 31 dagen langer dan de afgesloten trajecten in 2019. Trajecten met gesloten plaatsing duren met gemiddeld 208 dagen in 2020 het kortst. Pleegzorgtrajecten duurden gemiddeld bijna tweeënhalf keer zo lang als een gemiddeld traject, namelijk 971 dagen (tabel 2.3.2).
2017 | 2018 | 2019 | 2020* | ||
---|---|---|---|---|---|
Afgesloten jeugdhulptrajecten | aantal | 261 415 | 212 045 | 236 345 | 215 285 |
Totaal jeugdhulp | dagen | 318 | 337 | 360 | 391 |
Totaal zonder verblijf | dagen | 310 | 331 | 356 | 385 |
waarvan | |||||
Wijk- of buurtteam | dagen | 320 | 365 | 368 | 410 |
Ambulant | dagen | 318 | 335 | 365 | 384 |
Daghulp | dagen | 317 | 320 | 350 | 411 |
Netwerk jongere | dagen | 252 | 282 | 312 | 355 |
Totaal met verblijf | dagen | 407 | 399 | 405 | 476 |
waarvan | |||||
Pleegzorg | dagen | 795 | 764 | 853 | 971 |
Gezinsgericht | dagen | 374 | 402 | 400 | 467 |
Gesloten plaatsing | dagen | 174 | 166 | 185 | 208 |
Overig met verblijf2) | dagen | 285 | 261 | 258 | 291 |
Bron: CBS. 1) Jeugdhulptrajecten van personen van 0 tot en met 22 jaar, die zijn beëindigd in de verslagperiode. 2) Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing. |
2.4 Jeugdhulptraject vaak volgens plan beëindigd
Van alle jeugdhulptrajecten die in 2020 werden afgesloten, werden bijna 177 duizend beëindigd volgens plan. Dit komt overeen met 82,2 procent van de afgesloten trajecten (figuur 2.4.1). Naast het beëindigen volgens plan werd 9,4 procent van de trajecten voortijdig afgesloten in overeenstemming tussen cliënt en aanbieder. Eenzijdige beëindiging door de jeugdige of door de aanbieder kwam veel minder vaak voor: respectievelijk in 3,4 en 1,5 procent van de gevallen. Het aandeel wegens externe omstandigheden afgesloten trajecten steeg van 3,2 procent in 2019 naar 3,5 procent in 2020.
2020* (%) | 2019 (%) | 2018 (%) | 2017 (%) | |
---|---|---|---|---|
Beëindigd volgens plan | 82,2 | 80,2 | 80,8 | 76,8 |
Voortijdig in over- eenstemming | 9,4 | 11,4 | 10,3 | 9,2 |
Voortijdig wegens externe omstandigheden | 3,5 | 3,2 | 3,3 | 8,6 |
Voortijdig door cliënt | 3,4 | 3,5 | 3,8 | 3,4 |
Voortijdig door aanbieder | 1,5 | 1,6 | 1,8 | 1,8 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn beëindigd in de verslagperiode. |