Auteur: Rudi Bakker
Jeugdhulp 2020

2. Jeugdhulptrajecten

Wat is een hulptraject?

De cijfers van het CBS over dit onderwerp gaan soms over de (aantallen) jongeren en soms over de (aantallen) jeugdhulptrajecten. Een hulptraject bestaat uit een combinatie van hulpvorm en aanvangsdatum. Een jongere kan per verslagperiode één jeugdhulptraject doorlopen, maar ook meerdere hulptrajecten na elkaar, of meerdere hulptrajecten tegelijkertijd. Omdat een jongere meerdere trajecten kan doorlopen, verschilt het aantal jeugdhulptrajecten van het aantal jongeren dat het CBS rapporteert: het aantal hulptrajecten komt hoger uit.
Als een jongere tegelijkertijd meerdere hulptrajecten doorloopt met dezelfde hulpvorm bij dezelfde jeugdhulpaanbieder, dan worden deze trajecten samengenomen. In de cijfers tellen deze dan mee als één doorlopend hulptraject. Dit gebeurt ook als de aanvangsdatums verschillen: het gaat erom dat de hulptrajecten elkaar overlappen. De aanvangsdatum wordt in dat geval gezien als de datum waarop de hulp voor het eerst is gestart, en de einddatum is de datum waarop de laatste hulp werd beëindigd.

2.1 Aantal hulptrajecten in 2020 afgenomen

In 2020 waren bijna 568 duizend jeugdhulptrajecten actief. Dat waren er 25 duizend minder dan in 2019. Het aantal trajecten jeugdhulp door het wijk- of buurtteam daalde met 5,5 procent, de overige jeugdhulp zonder verblijf daalde met 3,9 procent en de jeugdhulp met verblijf daalde met 5,2 procent (figuur 2.1.1). De cijfers over 2020 zijn voorlopige uitkomsten, de ervaring leert dat de voorlopige cijfers een half tot een procent lager liggen dan de definitieve uitkomsten.

2.1.1 Jeugdhulptrajecten1)
 2020* (x 1 000)2019 (x 1 000)2018 (x 1 000)2017 (x 1 000)
Totaal
jeugdhulp
567,77592,86570,88558,35
Wijk- of
buurtteam
82,0486,8585,41584,4
Overig
zonder
verblijf
436,01453,575433,315416,765
Met
verblijf
49,7252,4352,1557,185
1)Trajecten die over meerdere perioden liepen komen meerdere malen in de figuur voor.

Gedurende 2020 zijn meer jeugdhulptrajecten begonnen dan er zijn beëindigd. Bij aanvang van het jaar waren 321 duizend jeugdhulptrajecten actief en op 31 december waren dat er ruim 352 duizend, een toename van 9,8 procent (tabel 2.1.2).

2.1.2 Stromen van jeugdhulptrajecten, naar hulpvorm, 2020*1)
Beginstand (1 januari 2020)InstroomUitstroomEindstand (31 december 2020)Actief in 20202)
Totaal aantal jeugdhulptrajecten321 135246 635215 285352 485567 770
Totaal zonder verblijf288 150229 900199 330318 720518 050
waarvan
Wijk- of buurtteam49 29032 75534 47547 57082 040
Ambulant175 545140 100119 230196 415315 645
Daghulp18 40513 23010 45521 17531 630
Netwerk jongere44 91043 82035 17553 56088 730
Totaal met verblijf32 98516 73015 95533 76549 720
waarvan
Pleegzorg18 1653 6804 10517 74021 845
Gezinsgericht3 5251 7451 6453 6255 270
Gesloten plaatsing 9301 4251 555 8002 355
Overig met verblijf3)10 3709 8808 65511 59520 250
Bron: CBS.
1) Jeugdhulptrajecten van personen van 0 tot en met 22 jaar.
2) Jeugdhulptrajecten die op enig moment tijdens 2020 liepen.
3) Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing.

In totaal zijn bijna 568 duizend hulptrajecten actief geweest, deze trajecten liepen op enig moment tijdens 2020. Daarvan betrof het 518 duizend keer een hulptraject zonder verblijf, hiervan zijn bijna 230 duizend trajecten in 2020 begonnen en ruim 199 duizend beëindigd. Van de actieve jeugdhulptrajecten uitgevoerd door het wijk- of buurtteam van de gemeente zijn er in 2020 minder gestart, bijna 33 duizend, dan beëindigd, ruim 34 duizend.
Er waren in 2020 bijna 50 duizend jeugdhulptrajecten met verblijf. Het aantal actieve trajecten pleegzorg en gesloten plaatsing was lager op 31 december dan op 1 januari. Bij de andere vormen van jeugdhulp met verblijf nam dit toe.

De relatieve uitstroom, dat wil zeggen de uitstroom ten opzichte van het totale aantal actieve hulptrajecten, is het grootst bij gesloten plaatsing. Van alle trajecten die in 2020 actief waren, is 61 procent in dit jaar afgesloten.

2.1.3 Begonnen trajecten jeugdhulp, naar hulpvorm1)
2017201820192020*
Totaal jeugdhulptrajectenaantal295 535335 695281 810246 635
Totaal zonder verblijf%91,893,393,193,2
waarvan
Wijk- of buurtteam%14,311,713,513,3
Ambulant%59,661,958,856,8
Daghulp%5,35,15,15,4
Netwerk jongere%12,814,515,717,8
Totaal met verblijf%8,26,76,96,8
waarvan
Pleegzorg%1,91,61,41,5
Gezinsgericht%0,90,90,90,7
Gesloten plaatsing%0,80,70,70,6
Overig met verblijf2)%4,63,53,84,0
Bron: CBS.
1) Jeugdhulptrajecten van personen van 0 tot en met 22 jaar.
2) Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing.

In 2020 zijn bijna 247 duizend nieuwe jeugdhulptrajecten gestart. Dat is een daling van 12,5 procent ten opzichte van 2019. De oorzaak van deze daling lijkt deels te liggen in de uitbraak van corona vanaf maart 2020. In figuren 2.1.4 en 2.1.5 is de in- en uitstroom van het aantal jeugdhulptrajecten zonder verblijf per maand weergegeven. Voor de maanden april en mei 2020 is een opvallende daling van 30 procent van de instroom en van 20-25 procent van de uitstroom zichtbaar ten opzichte van 2019. In de maanden erna was er nagenoeg geen verschil meer tussen beide jaren.

2.1.4 Instroom jeugdhulp zonder verblijf
 Instroom 2019 (Jeugdhulptrajecten x 1 000)Instroom 2020 (Jeugdhulptrajecten x 1 000)
Jan37,1733,81
Feb23,5620,92
Mrt25,521,92
Apr24,37516,62
Mei23,8116,045
Jun20,10519,71
Jul19,4217,515
Aug15,08514,27
Sep20,64518,925
Okt20,51518,185
Nov18,37518,4
Dec13,8713,58

2.1.5 Uitstroom jeugdhulp zonder verblijf
 Uitstroom 2019 (Jeugdhulptrajecten x 1 000)Uitstroom 2020 (Jeugdhulptrajecten x 1 000)
Jan17,10517,445
Feb16,37516,11
Mrt17,1517,09
Apr17,4213,785
Mei17,6812,755
Jun15,8815,215
Jul24,5220,4
Aug14,7513,115
Sep16,9416,03
Okt18,4817,8
Nov17,06517,08
Dec24,2522,505

Deze ontwikkeling geldt ook voor jeugdhulp met verblijf (figuur 2.1.6 en 2.1.7). In de maanden maart en april was de instroom in 2020 meer dan 20 procent lager dan in 2019 en in mei zelfs 30 procent. De uitstroom daalde vooral in mei (-26 procent) en juni (-35 procent) ten opzichte van 2019.

2.1.6 Instroom jeugdhulp met verblijf
 Instroom 2019 (Jeugdhulptrajecten x 1 000)Instroom 2020 (Jeugdhulptrajecten x 1 000)
Jan2,972,47
Feb1,581,36
Mrt1,641,3
Apr1,691,32
Mei1,7451,22
Jun1,511,395
Jul1,6551,575
Aug1,361,32
Sep1,4151,285
Okt1,4951,315
Nov1,2951,16
Dec1,031,01

2.1.7 Uitstroom jeugdhulp met verblijf
 Uitstroom 2019 (Jeugdhulptrajecten x 1 000)Uitstroom 2020 (Jeugdhulptrajecten x 1 000)
Jan1,471,26
Feb1,371,21
Mrt1,4351,335
Apr1,461,2
Mei1,431,06
Jun1,921,25
Jul2,011,79
Aug1,571,405
Sep1,431,29
Okt1,541,35
Nov1,341,185
Dec1,7551,625

Van alle nieuwe jeugdhulptrajecten in 2020 was 23 procent herhaald beroep (figuur 2.1.8). Dat wil zeggen dat 23 procent van de jongeren die in 2020 een jeugdhulptraject startten, in de vijf voorafgaande jaren al eerder jeugdhulp had. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt naar het soort jeugdhulp dat eerder is ontvangen. Van de nieuwe trajecten in 2019 was 28,5 procent herhaald beroep. Jeugdhulp uitgevoerd door het wijk- of buurteam van de gemeente kende een toename van het percentage herhaald beroep, van 21,5 procent in 2019 naar 24,3 procent in 2020. Overige jeugdhulp zonder verblijf daalde van 30,1 procent in 2019 naar 23,5 procent in 2020. De begonnen trajecten jeugdhulp met verblijf waren in 2020 voor 14,2 procent herhaald beroep. In 2019 was dan nog 24 procent.

2.1.8 Herhaald beroep1)
 2020* (%)2019 (%)2018 (%)2017 (%)
Totaal
jeugdhulp
2328,523,425,1
Wijk- of
buurtteam
24,321,528,722,8
Overig
zonder
verblijf
23,530,11926,5
Met
verblijf
14,22427,416,2
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode.

Bij 4,1 procent van de 247 duizend trajecten die in 2020 zijn gestart, was sprake van crisis bij aanvang. Dat gold met name bij trajecten jeugdhulp met verblijf. Daar is 19,4 procent van de trajecten gestart met crisis.
De Beleidsinformatie Jeugd is sinds 2018 uitgebreid met de vraag of er sprake was van crisis bij aanvang van het traject. Niet alle jeugdhulpverleners hebben dit gegeven meteen in hun administratie opgenomen. Hierdoor is het lastig om de jaren met elkaar te vergelijken.

2.1.9 Gestart met crisis1)
 2020* (%)2019 (%)2018 (%)
Totaal
jeugdhulp
4,14,33,9
Wijk- of
buurtteam
0,512,6
Overig
zonder
verblijf
3,33,42,8
Met
verblijf
19,421,320,1
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode.

2.2 Jeugdhulp meestal doorverwezen door de huisarts

In 2020 werden de meeste jeugdhulptrajecten gestart na verwijzing door een huisarts (figuur 2.2.1).  In 2019 werden bijna 108 duizend trajecten verwezen door de huisarts, in 2020 waren dat er minder dan 90 duizend. Ten opzichte van 2019 daalde het aandeel jeugdhulptrajecten met verwijzing door een huisarts van 38 naar 36 procent. Ook het aantal verwijzingen door de gemeente daalde, van 90 duizend in 2019 naar 83 duizend in 2020. Het aandeel verwijzingen door de gemeente ten opzichte van alle verwijzingen nam, ondanks deze daling, toe van 32 naar 34 procent.

2.2.1 Verwijzer1)
 2020* (x 1 000)2019 (x 1 000)2018 (x 1 000)2017 (x 1 000)
Huisarts89,68107,59125,365113,535
Gemeentelijke
toegang
82,6790,2596,91585,115
Geen
verwijzer
27,05532,87533,9522,8
Gecertificeerde
instelling
24,724,74526,8526,125
Medisch
specialist
12,49514,2716,6916,915
Jeugdarts7,4958,257,77,065
Justitie1,151,2251,330,93
Onbekend1,3852,626,89523,06
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. Trajecten onder Geen verwijzer betreft vrij toegankelijke jeugdhulp.

Er waren ruim 27 duizend jeugdhulptrajecten zonder verwijzer. Dit zijn jeugdhulptrajecten waarvoor geen verwijzing nodig is, de zogenaamde vrij toegankelijke jeugdhulp. De gemeente bepaalt zelf welke jeugdhulp vrij toegankelijk is. Dat kan dus per gemeente anders zijn. 
Verbeteringen in de registratie hebben ertoe geleid dat het aantal trajecten met onbekende verwijzer sterk is gedaald. Deze categorie is bedoeld voor trajecten die voor 1 januari 2015 zijn begonnen en waarvan de verwijzer niet meer te achterhalen was, maar werd door sommige jeugdhulpaanbieders ook gebruikt voor trajecten met een latere aanvangsdatum.

2.3 Jeugdhulptrajecten duren meestal korter dan een jaar

Van alle 215 duizend jeugdhulptrajecten die in 2020 zijn beëindigd (de uitstroom, zie tabel 2.1.2), hebben er 38 duizend korter dan drie maanden geduurd (17,7 procent). Bijna 64 procent van de afgesloten jeugdhulptrajecten duurde korter dan een jaar.

2.3.1 Doorlooptijd van verleende jeugdhulp, naar hulpvorm, 2020*1)
0 tot 3 maanden3 tot 6 maanden6 tot 12 maanden12 tot 36 maandenlanger dan 36 maanden
Totaal aantal jeugdhulptrajecten38 15534 28564 87567 23010 750
Totaal zonder verblijf33 24532 05561 46563 4009 165
waarvan
Wijk- of buurtteam7 1055 8308 17510 5452 815
Ambulant18 22019 17537 96539 3354 540
Daghulp1 3701 5403 9003 050 595
Netwerk jongere6 5505 51011 42010 4751 220
Totaal met verblijf4 9102 2303 4053 8301 580
waarvan
Pleegzorg 680 430 7001 2051 090
Gezinsgericht 345 240 435 465 160
Gesloten plaatsing 535 345 415 255.
Overig met verblijf2)3 3451 2101 8601 905 330
Bron: CBS.
1) Jeugdhulptrajecten van personen van 0 tot en met 22 jaar, die zijn beëindigd in 2020.
2) Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing.

Een in 2020 afgesloten jeugdhulptraject duurde gemiddeld 391 dagen. Dat is 31 dagen langer dan de afgesloten trajecten in 2019. Trajecten met gesloten plaatsing duren met gemiddeld 208 dagen in 2020 het kortst. Pleegzorgtrajecten duurden gemiddeld bijna tweeënhalf keer zo lang als een gemiddeld traject, namelijk 971 dagen (tabel 2.3.2).

2.3.2 Gemiddelde duur van de verleende jeugdhulp, naar hulpvorm1)
2017201820192020*
Afgesloten jeugdhulptrajectenaantal261 415212 045236 345215 285
Totaal jeugdhulpdagen 318 337 360 391
Totaal zonder verblijfdagen 310 331 356 385
waarvan
Wijk- of buurtteamdagen 320 365 368 410
Ambulantdagen 318 335 365 384
Daghulpdagen 317 320 350 411
Netwerk jongeredagen 252 282 312 355
Totaal met verblijfdagen 407 399 405 476
waarvan
Pleegzorgdagen 795 764 853 971
Gezinsgerichtdagen 374 402 400 467
Gesloten plaatsingdagen 174 166 185 208
Overig met verblijf2)dagen 285 261 258 291
Bron: CBS.
1) Jeugdhulptrajecten van personen van 0 tot en met 22 jaar, die zijn beëindigd in de verslagperiode.
2) Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing.

2.4 Jeugdhulptraject vaak volgens plan beëindigd

Van alle jeugdhulptrajecten die in 2020 werden afgesloten, werden bijna 177 duizend beëindigd volgens plan. Dit komt overeen met 82,2 procent van de afgesloten trajecten (figuur 2.4.1). Naast het beëindigen volgens plan werd 9,4 procent van de trajecten voortijdig afgesloten in overeenstemming tussen cliënt en aanbieder. Eenzijdige beëindiging door de jeugdige of door de aanbieder kwam veel minder vaak voor: respectievelijk in 3,4 en 1,5 procent van de gevallen. Het aandeel wegens externe omstandigheden afgesloten trajecten steeg van 3,2 procent in 2019 naar 3,5 procent in 2020.

2.4.1 Reden beëindiging1)
 2020* (%)2019 (%)2018 (%)2017 (%)
Beëindigd
volgens
plan
82,280,280,876,8
Voortijdig
in over-
eenstemming
9,411,410,39,2
Voortijdig
wegens externe
omstandigheden
3,53,23,38,6
Voortijdig
door
cliënt
3,43,53,83,4
Voortijdig
door
aanbieder
1,51,61,81,8
1)Jeugdhulptrajecten die zijn beëindigd in de verslagperiode.