Samenvatting
In deze rapportage presenteert het CBS de voorlopige cijfers over jeugdbescherming en jeugdreclassering in 2020. Op 31 december 2020 waren er 32,8 duizend lopende jeugdbeschermingsmaatregelen. In twee derde van de gevallen ging het om een vorm van ondertoezichtstelling en in een derde van de gevallen om een voogdijmaatregel. Er werden in 2020 minder maatregelen gestart, maar ook minder beëindigd dan in voorgaande jaren. Het aantal jongeren met een reguliere ondertoezichtstelling is in 2020 verder gestegen, naar 22 415 jongeren op 31 december. Het aantal jongeren met een reguliere voogdijmaatregel bleef met 9 825 redelijk constant. De gemiddelde duur van ondertoezichtstellingen nam af en bij voogdijmaatregelen nam deze toe. De meeste trajecten werden beëindigd vanwege het bereiken van de meerderjarigheid van de jongeren. Jeugdbescherming kwam relatief gezien het meest voor in de jeugdregio’s Zuid-Limburg en Midden-Holland.
Aan het einde van 2020 waren er 5 555 jeugdreclasseringsmaatregelen van kracht. In de meeste gevallen ging het om een vorm van toezicht en begeleiding. Het aantal jongeren met een jeugdreclasseringsmaatregel is verder gedaald, naar 5 445 jongeren op 31 december 2020. Er werden minder maatregelen beëindigd dan in voorgaande jaren, maar de afname was niet zo sterk als bij het aantal gestarte maatregelen. De meeste trajecten werden beëindigd volgens plan en de gemiddelde duur van beëindigde trajecten nam toe. Jeugdreclassering kwam het meeste voor in de regio’s Rotterdam en Amsterdam.