1. Inleiding
De energierekening van een gemiddeld huishouden is in juni 2023 toegenomen met 630 euro ten opzichte van een jaar eerder, tot 2 320 euro op jaarbasis. De toename valt uiteen in een prijsstijging van 670 euro en een daling door lager verbruik van 40 euro. De energierekening van juni 2023 beschrijft wat een huishouden voor een heel jaar aan kosten kwijt is gebaseerd op een inschatting van het totale jaarverbruik van 2023 en de prijzen die gelden in de maand juni 2023. Hoewel er sprake is van een stijging in vergelijking met juni 2022, is de energierekening van juni 2023 wel gedaald ten opzichte van december 2022. De hoge energierekening aan het einde van 2022 werd veroorzaakt door snel stijgende energieprijzen. Toen betaalden huishoudens, mede door het aflopen van veel langdurige vaste contracten, gemiddeld genomen ruim 3 000 euro op jaarbasis.
Per januari 2023 is het prijsplafond voor energie ingevoerd, wat ervoor zorgde dat de energierekening van veel huishoudens een stuk lager uitviel ten opzichte van eind 2022. Het prijsplafond houdt in dat tot aan een maximumverbruik het variabele leveringstarief dat huishoudens moeten afrekenen voor zowel gas als elektriciteit aan een maximum is gesteld. Tegelijk met deze maatregel is juist de vermindering energiebelasting verlaagd, de tarieven van de variabele energiebelasting verhoogd en valt energie weer onder het hoge btw tarief.
Als reactie op de hoge tarieven in 2022 hebben veel huishoudens hun energieverbruik verlaagd. Vooral het aardgasverbruik daalde hierdoor aanzienlijk. De voorlopige cijfers wijzen op een daling van ongeveer een kwart in het aardgasverbruik ten opzichte van 2021, waarvan ongeveer 10 procentpunt doordat het een relatief warm jaar was (temperatuureffect), en ongeveer 15 procentpunt door gedragsaanpassing en structurele verbetering van de woningen. In de prognose van PBL voor 2023 daalt het gasverbruik beperkt verder ten opzichte van 2022. Voor het elektriciteitsverbruik zorgt met name de gestage uitbreiding van het aantal zonnestroominstallaties dat huishoudens netto minder elektriciteit afnemen. Daarnaast kan in zonnige jaren de netto-levering ook extra dalen door hogere terugleveringen. De daling van de energieleveringen draagt bij aan de daling van de energierekening (of beperkt de stijging daarvan).
De variabele en vaste leveringstarieven in dit artikel zijn gebaseerd op nieuwe bronnen. Sinds 2022 heeft het CBS onderzoek gedaan naar energieprijzen en nieuw bronnenmateriaal verzameld. Daardoor is met ingang van deze editie het variabele en vaste leveringstarief gebaseerd op klantgegevens van de energiemaatschappijen, waarvoor we maandelijks circa 82 procent van alle energiecontracten van consumenten waarnemen. Dit zijn ruim 6 miljoen elektriciteitsaansluitingen en circa 5,3 miljoen gasaansluitingen. In vorige edities van dit artikel werden de prijzen van nieuw aangeboden energiecontracten op basis van een steekproef gebruikt. Die prijzen zijn niet goed vergelijkbaar met de prijzen in deze publicatie.
In dit artikel vergelijken we de energierekening op jaarbasis uitgaande van de gemiddelde prijzen. Dit doen we op verschillende manieren. Allereerst laten we in hoofdstuk 2 zien hoe de energierekening verandert door de combinatie van veranderingen in prijs en verbruik. In hoofdstuk 3 gaan we in op zuivere prijseffecten en vergelijken we de nieuwste prijzen van juni 2023 met die van een jaar eerder. Dit geeft antwoord op de vraag hoe energieprijzen zich in de afgelopen twaalf maanden hebben ontwikkeld. Daarbij gaan we in op de wijzigingen in belastingen, het prijsplafond en de andere prijscomponenten in de totale prijsverandering van energie voor huishoudens. Ook laten we zien hoe variabele leveringstarieven zich in het afgelopen jaar van maand-op-maand hebben ontwikkeld, met en zonder prijsplafond. In hoofdstuk 4 laten we zien hoe de energierekening voor verschillende groepen van woningen zich heeft ontwikkeld. Tot slot staan aan het einde van deze publicatie toelichtingen met methodologische uitleg.
De in deze notitie gebruikte prijzen zijn de bedragen zoals consumenten deze moeten betalen. Dat betekent dat deze overal inclusief btw zijn en zoals deze in het betreffende jaar betaald werden.
Deze publicatie is tot stand gekomen met medewerking van en dank aan Wouter Wetzels en Steven van Polen (beiden Planbureau voor de Leefomgeving, PBL).