5. Conclusies
De arbeidsdeelname in de buurten in de vier grootste steden in Nederland is gemiddeld het laagst in Den Haag en in Rotterdam. In Amsterdam is de arbeidsdeelname het op één na hoogst en in Utrecht het hoogst. De spreiding van de arbeidsdeelname tussen de buurten is in Rotterdam en Den Haag het hoogst. Amsterdam neemt een middenpositie in en de buurten in Utrecht hebben de geringste spreiding. De relatieve spreiding, de spreiding ten opzichte van de gemiddelde arbeidsdeelname, is het hoogst in Den Haag. Daarna volgen Rotterdam, Amsterdam en Utrecht.
De spreiding in arbeidsdeelname hangt maar in beperkte mate samen met de spreiding in het aandeel 25- tot- 45 jarigen, de leeftijdsgroep met de hoogste arbeidsdeelname. Juist in Den Haag, de stad met de grootste spreiding in arbeidsdeelname, gaat het verband met de leeftijdsopbouw helemaal niet op. Het sterkste verband tussen de spreiding in arbeidsdeelname en leeftijdsopbouw kent Amsterdam. In Utrecht en Rotterdam is er sprake van enig verband. Waar de spreiding met leeftijd niet opgaat, zou deze samen kunnen hangen met andere kenmerken, zoals onderwijsniveau en herkomst.
Analyse van de buurten met een zeer lage arbeidsdeelname leert dat het in Amsterdam en Utrecht veelal gaat om buurten met een groot aantal studenten, die een lage arbeidsdeelname hebben. Anders is het gesteld met drie buurten in Utrecht, twee in Den Haag en één in Rotterdam. De leeftijdsopbouw wijkt niet af van het gemiddelde, maar de arbeidsdeelname ligt hier desondanks opmerkelijk laag. Net zoals de studenten in Utrecht zich concentreren in enkele buurten is dit ook het geval voor mensen die om een andere reden dan studie vaak geen betaald werk hebben.